een in goeden staat zijnde
Boeren-Veerenwagen.
Klanken in het voorbijgaan opgevangen.
Goddelijk beroep.
Oud Raadsel.
Kerk* en School nlenwg
Oflictëcla Berichten»
Verantwoording van Liefdegaven.
INGEZONDEN STUKKEN.
BOEKAANKONDIGING.
De Macedoniër. Afl. 8. Augustus 1916.
Ds. Wielenga zet voort zyne handleiding voor
Zendingsstudiekringen over Soemba, en behan
delt in deze aflevering weer een deel van de
historie, n.l. de taak der eerste ambtenaren op
Soemba 1866—1868.
Nagekomen Advertentie.
KOOP
TE
Art. 8. Voorloopig bestuur. Zy die samen
een gemeente-kerk wenschen te zyn, kiezen
uit hun midden een voorloopig bestuur, dat
uit ten minste vijf leden moet bestaan.
Art. 4. Statuut en huish. regit. Dit be
stuur ontwerpt een statuut en stelt een huis
houdelijk reglement op, waarin de geloofsgrond
slag der te stichten gemeentekerk duidelijk
wordt omschreven.
Art. 5. Goedkeuring daarvan. Deze ont
werpen worden, na in een wettige vergadering
der leden te zijn aangenomen, onderworpen
aan de goedkeuring van het Classicaal Be
stuur, dat de goedkeuring verleent, tenzij zy
in strijd zijn met de algemeen verbindende
reglementen der kerk.
Art. 6. Verkiezing van een bestuur. Zoo
dra de vereischte goedkeuring is verkregen,
roept het voorloopig bestuur de leden der
gemeente-kerk op, teneinde zich definitief te
organiseeren.
Art. 7. Medegenot van de geldmiddelen der
gemeente. Elke gemeente-kerk heeft recht op
een evenredig aandeel in de inkomsten der
gemeente, hetzij deze uit kerke-goederen en
gemeente-fondsen voortvloeien, hetzij ZÜ door
heffing van een hoofdelyken omslag worden
verkregen.
Eene regeling ten deze wordt door den ker-
keraad der gemeente in overleg met het bestuur
der gemeente-kerk en met het college van
kerkvoogden ontworpen.
Deze regeling wordt, met overlegging van
de noodige bescheiden betreffende de geld
middelen der gemeente, aan het Classicaal
Bestuur ter goedkeuring toegezonden.
Art. 8. Voorziening in meerdere kosten.
Voor zoover het aan de gemeente-kerk toege
kend bedrag niet voldoende is, om in de kosten
van haar gemeentelijk leven te voorzien, moet
zy zelve het ontbrekende opbrengen, volgens
de bepalingen van haar huishoudelijk reglement
onverminderd de verplichting harer leden om
de geldelijke lasten te helpen dragen der ge
meente, volgens de daarop betrekking hebbende
verordeningen.
Art. 9. Medegebruik van kerkgebouwen.
In gemeenten met één kerkgebouw heeft elke
gemeente-kerk recht op het mede-gebruik daar
van, volgens eene door den kerkeraad der ge
meente in overleg met de besturen der in haar
ressort bestaande gemeente-kerken daaromtrent
te ontwerpen regeling, welke door het Classi
caal Bestuur moet worden goedgekeurd.
Art. 10. In gemeenten met twee of meer
kerkgebouwen wordt op de wijze in het voor
gaand artikel omschreven, een regeling omtrent
het medegebruik van deze gebouwen vastgesteld.
Art. 11. Voorziening in godsd. behoeften.
Elke gemeente kerk voorziet zelve in de gods
dienstige behoeften van hare leden op de wijs
die haar doelmatig en noodzakelijk voorkomt.
Art. 11*. Rechtpositie der predikanten bij
de gemeente-kerken. Alleen zy, die zijn toe
gelaten tot de Evangeliebediening in de Ned.
Herv. kerk, en deze bevoegdheid niet hebben
verloren, kunnen als predikant aan de gemeente-
kerken worden verbonden.
Art. 11**. De predikanten der gemeente-
kerken zyn dienstdoende predikanten in de
Ned. Herv. kerk.
Zy bezitten als zoodanig ook al de rechten,
van Staatswege aan deze verzekerd.
Art. 12. Afleggen van geloofsbelijdenis. Elke
gemeente-kerk is, behoudens het bepaalde in
art. 4 van dit regl. en in art. 38 en 39 van
het regl. o. h. godsdienstonderwijs, geheel vry
om ten aanzien van het afleggen van geloofs
belijdenis zoodanige voorschriften vast te stellen
als haar wenschelyk voorkomen.
Art. 13. Toetreding. Hetzelfde geldt ten
aanzien van de toetreding tot hare gemeen
schap van zulken, die reeds elders lidmaten
der Ned. Herv. kerk zyn geworden.
Art- 14. Registers van gedoopten en lidmaten
De namen dergenen, die in eene gemeente-kerk
zyn gedoopt, en van hen, die in eene gemeente
kerk belijdenis des geloofs hebben afgelegd,
worden in daartoe aangelegde boeken der ge
meente ingeschreven en bovendien binnen 14
dagen nadat bovenbedoelde plechtigheden heb
ben plaats gehad, aan den kerkeraad der ge
meente opgegeven.
Art. 15. Uitoefening van het stemrecht in
de gemeente. De leden der gemeente, die vol
gens art. 3* van het Algem. Regl. stemge
rechtigde lidmaten zyn, behouden hunne be
voegdheid om in de gemeente, waartoe zy
behooren, het stemrecht uit te oefenen.
Art. 16. Rechtspersoonlijkheid. Elke gemeente
kerk kan rechtspersoonlijkheid aanvragen naar
de Staatswet.
Art. 17. Indien zy daartoe wil overgaan,
onderwerpt zy hare tot dat doel over te leggen
„Hoe zoeter je nu van morgen met je pop
speelt, hoe eerder is moeder klaar, en dan
gaan we er samen naar toe."
Inderdaad speelde het kind dien ganschen
morgen bizonder zoet met haar pop. Vrouw
Jansen haastte zich meer dan gewoonlijk, zoodat
de schotel met dampende aardappelen al op
tafel stond, toen Gerrit uit school kwam.
Het middagmaal was spoedig genuttigd
fluks werden nu de borden afgewasschen en
de boel weer opgeborgen.
„Gerrit, als je om vier uur uit school komt,
dan kunt ge hier in de kast je boterham vinden.
Zyn wij om half vijf nog niet tehuis, kom ons
dan maar bij Zwart halen.
„Goed, moeder
Nu werd Mina gauw wat opgeknapthet
haar even over opgemaakt, de handjes en het
mondje gewasschen, eindelijk een schoon bont
schortje voorgedaan.
„Zie zoo, jij ben al vast klaar," sprak vrouw
Jansen, terwijl zy het kleine ding even op een
stoel zette. „Nu zal ik me gauw verkleeden."
De mooie muts, de beste zwarte japon en
het stoffen schortje werden voor den dag ge
haald in een oogwenk was zy gereed.
(Wordt vervolgd.)
statuten vooraf aan de goedkeuring van het
Prov. Kerkbestuur, behoudens, in geval van
weigering, haar recht op hooger beroep, als in
art. 5 is aangegeven.
Met wijziging in de statuten wordt evenzoo
gehandeld.
Art. 18. Teruggang eener gemeente-kerk.
Indien eene gemeente-kerk dermate mocht
zyn teruggegaan, dat zy haar reglementair recht
van bestaan heeft verloren, wordt zy geacht te
zyn ontbonden. Hare eventueele bezittingen
vervallen alsdan, volgens eene door het Prov.
Kerkbestuur of de Prov Kerkbesturen goed te
keuren regeling aan de gemeente of gemeenten,
waartoe die gemeente-kerk behoorde.
Art. 19. Ontbinding. Ontbinding eener ge
meente-kerk kan, behalve in het geval, in het
voorgaande artikel bedoeld, niet anders dan
krachtens een besluit van tenminste 3/4 der
leden, in een wettige vergadering genomen,
plaats vinden.
In geval van ontbinding, wordt besloten,
geldt ten aanzien van de eventueele bezittingen
der ontbonden gemeenschap de bepaling van
het laatste lid van het voorgaand artikel.
De Poortwachter geeft in „Friesch Kerkblad"
naar aanleiding daarvan de volgende sarcasti
sche opmerking in den vorm van eene woord
speling
Modus vivendi of modus bibendi. Wat
bedoelt de modus vivendi voorgesteld door Prof.
VISSCHER c.s.
De naam „modus vivendi" (d. i. regel om naar
te levenwijze van saamleving) bedoelt zulk een
regeling te treffen, dat de verschillende par
tyen in de hervormde kerk haar eigen leven
vry en ongehinderd zullen kunnen leven, en
dat toch de saamleving dier partijen in één
kerkverband niet verbroken behoeft te worden.
Een niet-tot-afscheiding-komende-Afscheiding.
Een-niet-tot-doleantie-komende-Doleantie. Een
niet-tot-reformatie-komende-Reformatie.
Om een beeld te gebruiken, zou men het ook
ook kunnen noemen
een verbeterde drinkmethode.
Zooals men weet hebben de krulstaarten, die
lieve viervoeters, die ons hun heerlijke ham
metjes leveren, niet zeer lieve gewoonten by
den trog, waaruit ze drinken moeten.
Wanneer de vreedzame landman hun voe
derbak komt vullen, verheft hun rustig geknor
zich ineens tot het felst geschreeuw. Het is
dan ergerlyk om te zien, hoe daar onder die
dieren soms één is, die den heelen trog voor
zich in aanspraak neemt en den anderen nau
welijks toegang veleent. Uit voorzorg neemt
de landman dan gewoonlijk ook maar een
knuppel meê.
Maar dat was in den goeden ouden tyd.
Er zyn nu verbeterde drinkmethodes uitge
vonden. Troggen door overspannir g met ijzeren
boogjes in vakken verdeeld, hokken met in
afdeelingen gescheiden drinkgelegenheid.
Zoo gaat het beter, al verdringen er zich
ook nu nog wel eens twee of drie in een vak
waar maar plaats is voor één
Elk krulstaartje kan nu ten minste behoor
lijk zyn deel krygen en leventerwijl het ge
rief van de voedering blijft n.l. dat ze niet elk
afzonderlijk, maar allen tegelijk uit één trog
van het noodige voorzien worden.
Dat is het drenken der beestjes volgens de
methode
Allen tegelijk en toch elk afzonderlijk.
Zoo 'n verbeterde drinkmethode wil men nu
eigenlijk ook op de Hervormde kerk toepassen.
De modus-vivendi (wyze van leven) zou daarom
ook genoemd kunnen worden
Modus-bibendi (wyze van drinken).
G. F. K.
Ons huwelijksformulier spreekt in de bekende
zinsnede, waar tot den man afzonderlijk het
woord gericht wordt van het goddelijk beroep.
In dat „goddelyk beroep" heeft de man te
arbeiden, opdat hy zyn huisgezin met God en
met eere mag onderhouden.
Dat goddelyk beroep is er niet alleen als de
Heere ons roept tot den arbeid in de kerk of
in het Koninkrijk Gods. Velen denken wel al-
zoo, en willen alleen van een goddelyk beroep
spreken als het den Dienst des Heeren geldt,
maar dat is toch niet juist
Elke eerzame betrekking of dienst in het
maatschappelijk leven, waarin de Heere ons
door Zyn voorzienig bestel geplaatst heeft, om
daarmee het brood voor ons en de onzen te
verdienen, hebben wy aan te merken als een
goddelyk beroep, als een beroep dat we van
God den Heere ontvangen hebben.
Daar is overal arbeid en werk. Het is de
Heere die dat werk heeft uitgedacht, die daar
voor de wetten heeft vastgesteld en de ordi
nantie gegeven. Het is by den arbeid op het
land dat de profeet Jesaja zoo treffend op
merkte dat God ons van de wyze onderricht.
Maar dat geldt toch voor eiken arbeid, niet
alleen voor den man in de maatschappij, in
welke nering of hanteering hy arbeidt, maar
ook voor voor de vrouw in de huishouding,
voor de dienstbode in haar dienst. Daar is geen
dienst in het aardsche leven, waardoor op eer
bare wijze ons dagelyksch brood verdiend wordt,
of wij hebben te gelooven en te bedenken dat
de Heere die diensten heeft ingesteld en dat
de Heere tot dien arbeid roept. En daarom
spraken onze vaderen in het huwelijksformulier
van het goddelijk beroep.
Dat geldt niet alleen voor de hooge ambten
en betrekkingen in staat en maatschnppy waar
aan groote inkomens, eere en aanzien verbon
den zyn. Maar dat geldt voor elke betrekking
in het maatschappelijk leven, hoe eenvoudig
en gering die ook mogen zyn. In welke be
trekking iemand ook geplaatst moge zijn en
waar het ook wezen moge, als hy daar arbei
den kan met vrye consciëntie, heeft hy daar
een roeping Gods te vervullen.
In het leger dient niet alleen de hooge ge
neraal maar ook de eenvoudige soldaat zyn
koning en draagt diens uniform. En zoo heeft
in het leven èn hy die geroepen is tot de
hoogste sporten van de ladder, èn hy die staat
by de allerlaagste sport, te bedenken dat hy
daar niet by toeval staat, maar door den Heere
daar is gesteld, en daarom zyn arbeid als voor
den Heere te verrichten.
Zy, die een nederige positie hebben ontvan
gen, zullen, als zy dit verstaan, hun werk niet
verachten, hun taak niet minderwaardig vin
den, als zy het werk maar verrichten, als een
werk hun door God bevolen.
Niemand mag murmureeren, noch by zich
zeiven denkenmijn taak is te gering, myn
arbeid is te onbelaugryk, ik zal er myn hart
maar niet op zetten. Zeer zeker mag iemand
ambitie hebben om hoogerop te komen of om
het hoogerop te brengen. Zelfs mogen daarvoor
gepaste middelen worden gebruikt. Maar zoo
lang het God behaagt iemand te laten arbeiden
in de nederige dingen, mag niemand dien ar
beid verachten, heeft hy ook daarin met lust
en toewijding bezig te zyn en te bedenken
dat het altoos een goddelijk beroep is.
Als ieder maar bedenkt dat de Heere als
albestierend Koning de plaats heeft bepaald
van ieders woniDg eu den kring waarin hy
werken zou, dan leeft hy voor zich zei ven zoo
veel gemakkelijker. Dan valt de arbeid niet
zoo zwaar, maar veel lichter, hoe zwaar hy
ook zy. Als een ieder zyn werk alzoo doet dat
by weet daartoe niet door zyn patroon of heer
maar door zijn God geroepen te zyn, dan wordt
alle arbeid met veel meer gewilligheid en ge
trouwheid verricht. Dan verdwijnt ook de
oogendienst en is er geen zucht om menschen
te behagen. Dan wordt de arbeid, de dage
lyksche arbeid, in den Heere verricht.
Het is noch voor ons zeiven, noch voor den
arbeid goed als wy onwillig en murmureerend
zyn. De eigen gemoedsrust wordt verstoord
en de arbeid lydt er schade onder. En zoo
ook komt God niet tot Zyn eere.
En nu is het schijnbaar veel gemakkelijker
als wij tot hooger dingen geroepen zyn, en
een plaats der eere innemen om een goddelyk
beroep te spreken. Maar dat is schijn, en wie
iets verstaat van het woord dat Jezus eens
zeide: „eerder zal een kemel gaan door het
oog van een naald dan dat een ryke inga in
het Koninkrijk Gods" doorziet dit ook wel.
Maar dat neemt niet weg, dat de eenvoudigen
die zich tot de nederige dingen hebben te
voegen, toch genade van noode hebben om er
toe gebracht te worden hun eenvoudig beroep,
waar de wereld menigmaal uit de hoogte op
neerziet, als een goddelyk beroep te beschouwen,
en daarin met getrouwheid en gewilligheid te
arbeiden.
Van nature hebben wij alleen een verdorven
hart, en altoos hebben wy te klagen over ons
gebrek en onze onvolkomenheid. En daarom
hebben wjj ook dagelijks te bidden Geef dat
wy en alle menschen onzen eigen wil verzaken
en uwen wil, die alleen goed is, zonder eenig
tegenspreken gehoorzaam zyn, opdat alzoo een
iegelijk zyn ambt en beroep zoo gewilliglyk en
getrouw moge bedienen en uitvoeren als de
engelen in den hemel doen.
(Rotterd. Kerkb.) A. Kuyfer Jr.
Wy troffen onlangs ergens dit raadsel aan,
in vroegeren tijd door ds. Moll van 's Graven-
hage opgegeven aan Prinses Carolina van Oranje:
't Is van gedaante zwart,
het heeft een wijden mond,
een braven langen staart,
nochthans van boven rond.
Van onder geeft 't geluid,
van boven kan 'tniet spreken.
Het wordt zoo menigmaal
van vleesch en bloed bestreken.
Het is een wonder ding
van binnen draagt het woorden
met wapens velerlei
van allerhande oorden.
Zyn leege holle buik,
die wordt gevuld met zwaarden,
me*-, wapens en met mannen
en ook veel schoone paarden.
Nog wordt het wel gevuld
met zeer veel schoone vrouwen
al zyn zy nog zoo schoon
ze kunnen nimmer trouwen.
Ik zeg U voor het laatst
'tis wonder assurant
en menigmaal óók
voor de grootsten van het land.
Dit raadsel mag zeker wel zyn plaats vinden
in een Kerkbode. Niet omdat het door een
predikant gemaakt is, maar wel omdat het
betrekking heeft op een kerkelijk voorwerp.
Makkelijk is het niet te raden, en daarom
zullen wij het antwoord er ineens bygeven.
Het wondere ding dat hier te raden gegeven
wordt isde Gollectezak in de Kerk.
Die collectezak is zwart, heeft een wijden
mond, van onder een kwastje of staartje. In
vroeger tijd gaf het van onder geluid omdat
er een belletje aan het kwastje verbonden was.
Het wordt van vleesch en bloed bestreken,
telkens als de hand er een gave in werpt. En
wat er werder volgt van wapenen, woorden,
paarden en schoone vrouwen is een beschrijving
van de oud-Hollandsche geldstukken met
ruiterfiguren en vrouwen koppen. Deze geld
stukken kwamen in de leege holle buik. En
assurant is het om aan Kerk of armen daarin
een gave te geven.
Misschien dat Prinses Carolina het raadsel
geraden heeft. Zouden in onze dogen nog
velen het raden kunnen?
RotterdKerkbode.) A. K. Jr.
BEROEPEN
te Hendrik Ido Ambacht: C. J. de Kruyterte
Oostkapelle
te HeerdeP. H. de Jonge te Bunschoten A
te AppingedamJ. H. Lammertsma te Axel
te HallumB. van Halsema te Haastrecht
te DuurswoudeS. Verlare te Kommerzijl.
AANGENOMEN
naar LekkerkerkP. Roos te Vinkeveen.
BEDANKT
voor Idskenhuizen A. Schippers te Doesburg
voor Bleiswyk C J. de Kruyter te Oostkapelle.
Afscheid van Vijfhuizen, wegens vertrek
naar Axel, ds. A. Thielen, met Hand. 2032
van Hattem, wegens vertrek naar Ryswyk,
ds. J. Thys, met Judas vs. 3;
van Zuidwolde ds. Visser met Num. 27 15
tot 17
van Eindhoven, wegens vertrek naar Spyk,
ds. H. L. Both, met Petrus 5 10 en 11.
Intrede te Leiden ds. W. Bouwman, over
gekomen van Hallum, met Joh. 3 29, na be
vestigd te zyn door ds. H. J. Kouwenhoven,
te Leiden, met Lukas 12 42—44.
Vergadering der Classe Zierikzee D. V. den
13en September op gewone tyd en plaats.
Punten voor het agendum te zenden aan het
adres van den tweeden ondergeteekende, vóór
den 27en Augustus.
Namens de roepende kerk van Zierikzee,
J. Syresma, Praeses.
D. Mulder, Scriba.
Haamstede8 Aug. 1916. Zondag maakte onze
geliefde leeraar, ds. R. Brouwer, aan de ge
meente bekend, dat Z.Eerw. eene roeping ont
vangen heeft van de Ger. kerk van Westmaas.
Het is de hartelijke wensch van gemeente
en kerkeraad, dat de Heere Z.Eerw. vrijmoe
digheid schenke om ook voor deze roeping te
mogèn bedanken.
Namens den Kerkeraad,
H. S. van Waveren, Scriba.
ZENDING.
Middelburg C. Met vriendelyken dank ont
vangen van Mej. S. d. V. een partijtje Zilver
papier en van Mej. L. 100 opgespaarde halve
centen. Namens gecommitteerden,
B. Lahr, Penningm.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur
Mag ondergeteekende nog eens uwe mede
werking inroepen om onder de aandacht uwer
lezers te brengen een verzoek om te mogen
ontvangenkleeren, boeken en speelgoed
Onze arbeid ontwikkelt zich hoe langer hoe
meer op deze wyze dat een geheel dorp wordt
gevormd om voogdijkinderen op te voeden,
wier aantal reeds dicht naar de honderd gaat.
De bezwaren die deze arbeid meebrengt zou
nu aangenaam verlicht kunnen worden, wanneer
by de bestemming van gebruikte kleeren die
nog goed zyD, met onze behoeften rekening
werd gehouden. Als straks weer de winter
komt is er ook aan overgoed heel wat noodig
voor de kinderen die door weer en wind naar
school moeten, terwyl ook in andere opzichten
veel behoefte is aan onder- en bovenkleeding.
En dan onze bibliotheekdie is zoo uiterst
klein. Zou daar ook, met de noodige goed
willigheid, niet eens wat aan te doen zyn,
door ons daarvoor geld en boeken af te staan.
En ten slotte, onze kleine kinderen. Die
kunnen by goed weer in 't zand spelen. Maar
er zyn ook tyden dat zy op andere wyze bezig
gehouden moeten worden. Zou daarmee ook
rekening gehouden kunnen worden.
'tls natuurlijk ook ons niet onbekend, dat
naar verschillende zijden vele behoeften zyn
op te merken. Maar toch hopen wy niet te
vergeefs een beroep te doen op veler mede
werking voor het gereformeerde opvoedings
dorp „de Glindhorst" by Achterveld.
Postadres is: „de Glindhorst" by Achterveld.
Pakken kunnen 't best gezonden worden per
van Gend Loos te Amersfoort.
B\j voorbaat brengen wy aan vele mede
werkers in dezen onzen hartelyken dank.
Uw dw. br. S. J. Vogelaar.
Ds. Bakker bespreekt een tweetal geschriften,
die pas verschenen en op Zendingsgebied van
belang zyn, n.l. dr. Brouwers boek over de
prediking aan Heiden en Mohammedaan, en
S. M. Zwemers werk over «The Moslem Christ",
d.i. de Christen der Mohammedanen.
Het overige van deze afl. bevat kiekjes uit
Dijkstra's Camera, waarvan zeer belangrijk is
dat over Pater Noyen, die treurt over het feit,
dat de Roomsche missie Lama op Soemba in
den steek liet, en nu de Geref. Zending er zich
gevestigd heeft. Feitelijk wil hy er nu de
loomschen weer terughebben. N.B. voor zulke
gevallen is art. 123 van het Reg. Regl toch
wel nuttig, dunkt me. Kerkhof.
Adres J. C KLAASSEN, Wagenmaker,
Ver wer ij straat 121.