Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
GRATIS
30e Jaargang.
Vrijdag 16 Juni 1916
No. 25,
UIT HET WOORD.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Soubu rg.
Vaste Medewerkers0.0. R. J. v. d. VEEN, J. 0. WIELENGA, F. J. v. d. EMOE, j. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF.
Abonnementsprijsfranco aan huis per half jaar 70 cent.
uitgave van de
PERSVEREENIGING ZBEUWSCHB KERKBODE.
Adres van de AdministratieA. D. LITTOOIJ Az
Middelburg.
ontvangen de nieuwe abonnés
„ZEEUWSCHE KERKBODE" tot
nieuwe kwartaal (Juli a. s.)
de
het
OP ALLE VLEESCH.
Op den grooten pinksterdag treedt Petrus
op, door den Heiligen Geest tot spreken
gedreven. Met een enkel woord wijst hij
den hoon der spotters af en verklaart aan
allen wat het is dat hier geschiedde.
Dit is het wat gesproken is door den
profeet Joel", zoo vangt hij aan en brengt
hierop de profetie in herinnering, die ge
leest in Joel II.
De kern van heel deze profetische rede
ligt in"diFwoord »Ik zal uitstorten (zegt
God) van mijnen Geest op alle vleesch."
Dit woord van God geldt ook u. Verneem
het dan lezerals ook tot u gesproken en
keer er mede in tot u zelf.
»Het zal zijn in de laatste dagen (zegt
God) dat Ik zal uitstorten van mijnen Geest
op alle vleesch". Het zal zijn in de laatste
dagen. Deze zijn de tijden, die ook gij zelf
beleven moogt. Bethlehems kribbe maakt
de scheiding tusschen de eerste en de laatste
tijden. De laatste dagen zijn de dagen der
Nieuwe Bedeeling, zoo genoemd, omdat
hiermede de eerste tijden der voorberei
dende schaduwen zijn voleindigd en er, nu
de vervulling der groote beloften Gods ge
schonken is, geen hoogere openbaring Gods
meer is te verwachten op aarde. Deze
laatste dagen worden in het profetisch
woord gekenteekend als dagen van won
deren en teekenen in den hemel en op de
aarde, bloed en vuur en rookdamp. Tee
kenen van bloed en vuur en rookdamp
O nadat het verbond der genade en der
verzoening in het bloed van Christus is
gesloten, hoeveel bloed in alle tijden, en
in alle landen bij stroomen vergoten. Nadat
Jeruzalem met zijn schitterenden tempel
in het vernielend vuur der Romeinen, als
in den gloed van Gods oordeel was te gronde
gegaan, ach, hoeveel verdervende oorlogen
hebben vroeger, en wat gruwelijke krijg
ook thans, bezegeld dit woord van Jezus
dat Hij niet is gekomen om den vrede te
brengen maar het zwaard.
Wat teekenen van bloed en vuur en
rookdamp is het ook ons gezet in deze
laatste dagen te beleven, nu opgestapelde
brandstoffen in vreeselijke vlammen over
Europa, over schier heel de wereld zijn
uitgebroken. En waarop dit oorlogsgeweld
zal uitloopen? God alleen weet het.
Dagen, waarin de hel is ontketend be
leven we, dagen waarop dood en verderf
hun donkere schaduwen voor zich uitwer
pen en nogthans, het zijn gezegende dagen,
omdat ze behooren tot de dagen van de
dagen van de Bedeeling diens Geestes, die
ook in den donkersten nacht Gods kinderen
met het licht des hemels omstraalt en hun
harten een vrede doet genieten, die alles
te boven gaat, en door geen helsche macht
ontroofd worden kan. In de gemeenschap
van dien Geest te leven, dit zij al uw be-
geeren Zoo zult ge uw hoofd steeds ge-
moedigd opheffen, ook dan, wanneer, wat
God genadig verhoede, voor vaderland en
erve, de zon in duisternis en de maan in
bloed werd veranderd, ook dan, wanneer
in den hemel het teeken van den zoon des
menschen gezien wordt, gelijk Hij verschij
nen zal ten Richter van levenden en van
dooden.
»Het zal zijn (zegt God) dat ik zal uit
storten van mijnen Geest op alle vleesch".
Op alle vleesch, op menschen van aller
lei landen, ontwikkeling, leeftijd en stand.
Niet meer uit één bevoorrechten stam,
als die van Seir, zullen priesters des Heeren
en bedienaren des heiligdoms optreden.
Niet meer uit één verkoren volk als Is
raël, zullen profeten en profetessen te
voorschijn komen, om volk en overheden
Gods Woord te doen hooren, maar een
koninklijk priesterdom, een volk van pro
feten en profetessen zal de Heere zich uit
alle volken verzamelen. Jongelingen en
grijsaards, hetzij dienstbaren, hetzij vrijen,
aanzienlijken en geringen, te samen zullen
ze één volk des Heeren zijn. Een in ge
loof en hoop en liefde zijn ze leden van
een en hetzelfde lichaam. In Christus is
niet Jood en Griek, Barbaar en Scyth, dienst
bare en vrije, maar Christus is alles en
dit in allen, en die door den Heiligen
Geest Hem is ingelijfd, die is een nieuw
schepsel, wie hij overigens moge wezen
of geweest zijn. Ieder is er dan ook, in
zoo verre even na aantoe, om door God
met zijn alleruitnemendste gave te wor
den begenadigd. Er is namelijk niemand
te jong en niemand te oud om door God
te worden gesteld tot een woonstede Gods
in den Geester is niemand te gering en
niemand te zondig, dat de Heilige Geest
hem niet zou kunnen vinden en met zijn
heillicht omstralen. Al zoudt gij denken
dat uw hart in den dienst der zonde te
zeer verhard is, de Heilige Geest kan ook
u stellen tot zijn tempel.
En daar nu God u verkondigt, dat Hij
op alle vleesch van Zijnen Geest zal doen
nederdalen, hoe ernstig en vurig behoort
ge te begeeren en te bidden voor u zelf
en uw gezin, voor uw volk en de volke
ren der aarde dat God het licht des Gees
tes nederzendeJa, want wat is het dat
de Heere belooft te zullen geven.
»Ik zal uitstorten (zegt God) van mijnen
Geest."
Den Heiligen Geest, die in de allerin
nigste verbintenis steunde met den Vader
en den Zoon, en met dezen levende in een
eeuwige, voor ons ondoorgrondelijke een
heid des levensden Heiligen Geest, ook
zelf als een Heilige persoonlijkheid levende,
met welks uitlating de Goddelijke levens
kracht niet te min dezelfde blijft in alle
eeuwigheid, dezen Geest belooft God te
zullen uitstorten of uitgieten, een uitdruk
king waaraan de vergelijking van den Hei
ligen Geest met waterstroomen ten grond
slag ligt. Als van zelf denkt ge hier aan
de belofte des Heeren bij Jesaja. »Ik zal
water gieten op den dorstige en stroomen
op het drooge, Ik zal mijnen Geest op uw
zaad gieten en mijnen zegen of uw nako
melingschap." Van den Geest was het ook
dat Jezus eens op het loofhuttenfeest uit
riep in den tempel»Zoo iemand dorst,
die kome tot mij en drinke, die in mij
gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt; stroo
men des levenden waters zullen uit zijn
binnenste voortvloeien." Van dezen Geest
belooft God te zullen uitgieten, d. i. niet
karig maar mild te zullen geven. De God,
die zijn eigen Zoon heeft gegeven, belooft
te zullen geven ook van Zijnen Geest. In
Zijnen Geest, belooft Hij, te komen woning
maken in de harten van zondaars. De
Heilige Geest uitgestort in uw hart, dat
isGod in u wonende, als in Zijnen tempel.
Wat onschatbaarder gave zou er, nevens
de gifte Zijns Zoons, door God aan een
zondaar kunnen gegeven worden?
En waartoe, wanneer God met deze on
schatbare inwoning Zijns Geester u bege
nadigt
Uwe zonen en uwe dochteren, uwe jon
gelingen en uwe ouden, uwe dienstknech
ten en uwe dienstmaagden, door openba
ringen van mij geleerd en geleid, zij zul
len profeteeren, zegt de Heere.
Opdat ze profeteeren, hiertoe dat God
Zijnen Geest mededeelt aan zondaars. Maar
zie hier dan ook één der groote kenmer
ken, waaraan ge kunt weten of ge zijt een
tempel des Heiligen Geestes. Het volk toch
des Heeren is een volk van profeten die
de onbetwijfelbare getuigenis mogen dragen
in zichzelven dat zij kinderen Gods zijn
en die niet willen of kunnen nalaten te
spreken en te profeteeren tot eikanderen
degenen, die hem omringen van de groote
werken der goddelijke macht en genade.
Die met den Heiligen Geest gedoopt zijn
spreken tot elkanders vertroosting en op
bouwing, zij vermanen en waarschuwen
hen, die door den Geest der wereld zich
laten drijven en wetende, dat een iegelijk
die den naam des Heeren zal aanroepen,
zal zalig worden, gaan ze voort de men
schen tot het aanroepen van dien naam
te bewegen en willen ze niet aflaten te
bidden dat door steeds meerderen water
geschept worde met vreugde uit de fon
teinen des heils, en dat van den opgang
der zon tot haar ondergang Gods heerlijk
Koninkrijk kome.
Zijt ook gij van dit profetisch volk?
Zoo ge hiertoe met eenige gave des Hei
ligen Geestes begenadigd zijt, moet ge niet
in ootmoed belijden, dat ge veel te traag
en verre af zijt van zoo getrouw te getui
gen, en dat ge op verre na niet zoo ge
willig zijt, om door den Geest u te laten
besturen, als ge schuldig zijt?
Roep in deze belijdens den naam des
Heeren aan en vraag Hem dat Hij met
Zijn Heiligen Geest u zalve, opdat ge met
vernieuwde trouw door woord en wandel
Zijn Naam moogt verheerlijken en dat Hij
u hiervan met een onuitroeibare overtuiging
doe verzekerd zijn, dat ge eens in den
hemel de wonderen Zijner Majesteit zult
loven. F. W. J. Wolf.
Jaarvergadering „Vrederust".
De Joden-Zending.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentieprijs 1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent
Familieberichten 10 cent per regel.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D.
LITTOOIJ Az., Middelburg.
„En het zal zijn in de laatste
dagen (zegt God) Ik zal uitstorten
van mijnen Geest op alle vleesch
en uwe zonen en uwe dochters
zullen profeteeren, en uwe jon
gelingen zullen gezichten zien,
en uwe ouden zullen droomen
droomen."
Hand. 2 17.
KERKELIJK LETEN.
Op den langsten dag van het jaar zal de Ver-
eeniging, waardoor „Vrederust" werd gesticht,
te Middelburg hare jaarvergadering houden.
Nog altoos houdt het Bestuur vast aan de
gewoonte om 's morgens een ure des gebeds te
laten voorafgaan, waarin twee predikanten het
woord voereneen unicum in ons land
De belangrijke pauze, waarin broeders uit
verschillende deelen der provincie gelegenheid
hebben elkaar te spreken, duurt tot half één.
Op de middagvergadering komen de verslagen
aan de orde en ook nog een referaat van Vrede-
rusts geestelijken verzorger.
Wij wekken onze lezers en lezeressen, voor
zoover zij daartoe in de gelegenheid zijn, op,
om beide vergaderingen bh' te wonen. Voor
gangers bij den bidstond zijn ds. van Selms van
Grijpskerke en ds. Sybesma van Zierikzee.
De morgenvergadering vangt aan te 10 uur.
Mogen er behalve afgevaardigden der afdee-
lingen een groot aantal belangstellenden aan
wezig zijn. Kbrkhof.
ZENDIX6.
Onder ons Gereformeerde volk heeft de Zen
ding onder de Joden steeds veel sympathie ont
moet. En waarlijk, niet zonder reden. De
zaligheid toch is uit de Jodenlaat het oude
Israël den Heiland hebben gedood, het is toch
de moederschoot van den Christus geweest. De
Joden-haters zult ge dan ook onder de Gere
formeerden te vergeefs zoeken.
In de vroegere kerken der Scheiding was d«
Joden-Zending misschien wel geen troetelkind,
maar toch wel een arbeid, waar veel belang
stelling voor gevoeld werd. Er is ook veel aan
gegeven schatten gelds zjjn aan deze Zending
ten koste gelegd. En de resultaten Sober,
zullen wjj maar zeggen. Doch wij willen de
beteekenis van een arbeid in het Koninkrijk Gods
niet afmeten naar de zichtbare vruchten.
Het jaar 1908 bracht nieuwe ontwaking. Op
de Generale Synode van Amsterdam toch werd
het volgende besluit genomen
1. Deputaten in opdracht te geven, dat zij
voortgaan de zaak der Zending onder de Joden
door geschriften en spreekbeurten te bepleiten
2. om voort te gaan met de oprichting te
bevorderen van plaatselijke zendingscomité's, uit
gaande van den Raad der plaatselijke kerk tot
bearbeiding van de Joden binnen haar ressort
en deze te steunen
3. den deputaten volmacht te geven, om,
wanneer zich een in de Oostersche talen bijzonder
bekwaam en voor dezen arbeid zeer geschikte
candidaat in de theologie aanbiedt, om zich aan
de Zending onder de Joden te wijden, dezen tot
nadere toerusting financieel te steunen, en de
aandacht der h. i. hiertoe geschikte kerken op
hem te vestigen.
De bedoeling van dit besluit is duidelijk ook
deze Zending van de plaatselijke kerken te doen
uitgaan, gelijk met de Zending onder Heidenen
en Mohammedanen geschiedt.
Op de Synode van Zwolle in 1911 ging men
nog een stap verder. Aan de deputaten voor
deze Zending toch werd volmacht gegeven
a. dat zij, indien de staat van de finantieën
dit toelaat, zich in verbinding stellen met
kerken, die in aanmerking komen voor het uit
zenden van een missionairen Dienaar des Woords
voor de zending onder de Joden, en dat zij, zoo
eene kerk hiertoe bereid bevonden wordt, aan
deze kerk hunne medewerking verleenen tot het
bepalen en vaststellen der verhouding ook in
finantiëel opzicht, waarin de zendende kerk zal
staan tot de overige kerken, en voorts tot het
werk der beroeping en tot het vaststellen der
instructie van den missionaires
b. dat zij aan alle kerken de gelegenheid ge
ven de aandacht der deputaten te vestigen op
baars inziens tot dezen arbeid bekwame personen
c. dat zjj de zendende kerk fiuantiëelen steun