FEUILLETON-
Uit vroegere dagen.
HOOFDSTUK VII.
Moeilijkheden in eigen kring.
Pastorale Conferentie.
Roeping der Diaconie
ZENDING.
Zendingssfudie.
houdt en bfi deed het op een hem geheel eigen
wjjze. En dat kwam, omdat h\j Gods getuige
nissen liefhad en hooger schatte dan goud, ja
dan het fijnste goud. Ofschoon hij zeer goed
wist, wat een goede vorm waard was, toch heeft
hfi altijd begrepen, dat het op een degelijken
inhoud aankwam. Hfi rekende er mede, dat
als een gemeente waarlijk bloeien zou, het noodig
was om den kern te versterken en dit doel heeft
hfi onder den zegen des Heeren, overal waar
hij stond, mogen bereiken.
De preeken, welke van hem in druk versche
nen, leggen daarvan getuigenis af.
Alleen in 't Noorden van 't land heett hij
gewerkt, maar toch kennen al onze kerken zijn
naam. En dit ligt aan den grooten invloed,
welken hfi op ons kerkelfik leven heeft uitge
oefend. Hfi was een zoon der afscheiding, die
in de daad van Ulrums kerkeraad eerde een werk
Gods en met hart en ziel arbeidde aan den
opbouw van de kerken welke uit de actie van
1834 waren voortgekomen. In Bedum zou hfi
dan ook de grootste kracht ontwikkelen, want
in de provincie Groningen was hfi het, dien
men volkomen vertrouwde. De Doleantie van
188G vond weinig weerklank in dit gewest.
En toen de voormannen van deze beweging aan
de Christelijke Gereformeerden een uitnoodiging
zonden om naar Amsterdam te komen, teneinde
eens van gedachten te wisselen over de veree-
niging van de beide kerkengroepen, was ds. Bos
een der woordvoerders, welke enkele bezwaren
naar voren bracht en bedenkingen opperde. En
wie hem kende, wist toen reeds, dat hfi eerst
dan de vereeniging zou toejuichen, als de be
zwaren uit den weg geruimd waren. Hfi had
nauwkeurig overdacht, wat hfi wilde en hfi had
den moed om voor zfin overtuiging uit te komen.
Op de verschillende kerkelfike vergaderingen,
waar hfi tegenwoordig was, heeft hfi dan ook
niet geaarzeld om zfin eenmaal gekozen positie
te handhaven en het verwonderde mfi dan ook
ook niet, dat hfi een der laatsten was, die in
de vereeniging bewilligde. Helder kwam dan
ook in de vereenigde zitting van beide Synodes
in 1892 te Amsterdam uit, hoe hfi er over dacht,
want hfi koos als uitgangspunt van zfin woord
gelooft alleenlfik. Het was niet een jubelzang
van blfidschap, maar de uiting van een bedacht
zame, die begreep, dat we nog niet aan 't einde
van de moeilijkheden waren. Hfi zag in de
tot stand gekomen vereeniging de leiding Gods,
en wilde nu ook verder dien weg op, doch alleen
in 't geloof.
Het is bekend, hoe reeds op de volgende Synode
van Dordrecht het verschil over de opleiding
van onze aanstaande predikanten zich krachtig
deed gelden en dit bleef aldoor een groote moeie-
Ifikheid. Alle onderhandelingen en alle pogin
gen om tot eenheid te komen liepen op niets
uit en na de Synode van 1902 te Arnhem en
het weggaan van de professoren Bavinck en
Biesterveld van Kampen naar Amsterdam stond
het voor ds. Bos vast, dat er een blad moest
komen, dat voor het beding" van 1892 het
pleidooi zou voeren. „De Wachter" verscheen
dan ook weldra en van dit blad is hfi de hoofd
redacteur geweest al die jaren en hoe men
ook denke over het beginsel, waaruit hfi zfin
beschouwing afleidde, de eere mag men hem
niet onthouden, dat hfi met zeldzaam talent en
taaie volharding zfine gedachten op allerlei wfize
ten beste heeft gegeven. Haast onbegrfipelfik
is het, hoe hfi altfid weer dit eene onderwerp
kon behandelen zonder dat het den lezers ver
veelde. Er zullen niet velen zfin, die hem dit
nadoen kunnen.
Veel heeft hfi bovendien gearbeid. Wat heeft
het christelfik onderwfis niet aan hem te danken.
Onvermoeid heeft hfi ook op dit gebied zfin
gaven besteed. Doch daarover zullen anderen,
die het beter kunnen dan ik wel het hunne
zeggen. Hfi gevoelde voor de jeugd en vandaar
ook, dat hfi voor de jongelingsvereenigingen
menigmaal gepleit heeft. Jarenlang heeft hfi
ook zfin kracht en zfin bezieling gegeven aan
het Noordelfik Zendingsfeest en nooit was het
hem te veel, waar het gold de uitbreiding van
het koninkrfik Gods.
Gewerkt heeft hfi, zoolang het dag voor hem
was en hfi is heengegaan in de zalige zekerheid,
dat hfi het eigendom van Christus was.
In hem is aan onze kerken ontvallen een man,
die gedrongen door de liefde Christi veel voor
haar heeft gedaan en aan zfine vrouw en kin-
9)
Toen Maarten van Szfin afscheids
briefje weggebracht had, hield hfi den volgenden
dag, den bekenden biddag, in zfin eigen huis
godsdienstoefening met de zfinen. Hfi had
daar niemand iets van gezegd, maar toen hfi
begonnen was een Predikatie te lezen, kwamen
er twee vrienden in, welke bleven tot het af-
geloopen was.
Deze hebben met anderen daarover gesproken
en het gevolg hiervan was, dat 's middags het
huis vol liep. Dat was het begin en het begin
was schoon, want er kwam leven en beroering
onder het volker werden zondaars bekeerd,
die het in handel en wandel betoonden, dat zfi
de besliste keuze gedaan hadden„den Heere
te dienen." Toch verheugde Maarten zich met
beving, want hier en daar openbaarde zich een
geest, die hfi wel niet recht onderscheiden kon,
maar toch eenigszins wantrouwde. Er waren
onder degenen, die zich bfi hen voegden, n.l.
tiienschen, die wel klein en nederig, als arme
zondaren schenen te beginnen, maar al spoedig
in hooge bevindingen eindigden met minach
ting van duidelfike uitspraken des Bfi bels spre-
deren een onvergetelfik echtgenoot en vader.
De Heere verwekke vele zulke fiverige dienaren
en trooste de bedroefde familie.
Hoe het gekomen is, zou ik niet kunnen
zeggen, maar we hebben geen agendum ont
vangen van de Pastorale Conferentie, welke
a. s. Dinsdag te Vlissingen gehouden wordt.
Anders werd het altfid gelfiktfidig met de
stukken voor de Particuliere Synode aan al de
kerken verzonden, doch thans is het niet ge
schied. Nu is dit op zichzelf niet erg, als
onze predikanten er maar aan denken om Dins
dag 6 Juni des voormiddags te 10 uur in de
Noorderkerk te Vlissingen tegenwoordig te zfin.
Deze herinnering is voldoende voor allen,
die zulk een vergadering plegen te bezoeken,
want zfi weten dat we daar steeds een leerzaam
en aangenaam samenzfin hebben. En voor hen
die nog niet lang in onze provicie zfin, mag dit
als een dringende uitnoodiging gelden om als
't hun eenigszins mogelfik is ook te komen.
Ik kan hun de verzekering geven, dat zfi er
genieten kunnen. De Zeeuwscbe kerken bieden
alle predikanten gastvrfiheid aan, zoodat er
bfina geen geldelfike onkosten aan verbonden
zfin.
De vergadering stelt het steeds op hoogen
prfis, wanneer kerkeraad sleden en anderen,
die tot een onzer kerken behooren, ook komen
luisteren. In de laatste jaren beginnen ook
zusters belangstelling te toonen en we ver
trouwen, dat ook thans onze vrouwen en doch
ters zich zullen laten zien. Vooral uit den
naasten omtrek behoort er een groote schare
te zfin. Wfi weten nu eenmaal, welk een
grooten invloed de vrouw ook op ons kerkelfik
leven uitoefent.
Er komt ditmaal geen professor, maar we
durven wel te beloven, dat er veel goeds te
hooren zal zfin. Over het eerste gedeelte van
het twaalfde hoofdstuk van de Openbaring van
Johannes zal ds. Kerkhof van Souburg een ver
klaring geven en het is bekend, dat dit onder
werp aan bekwame handen is toevertrouwd,
terwfil dr. van Schelven van Vlissingen ons
toonen zal het onderscheid tusschen ware en
valsche mystiek en hfi zal ons ongetwfifeld een
fijn stuk werk leveren, want hfi heeft op dit
gebied zfin sporen reeds verdiend. Meer behoef
ik er niet van te zeggen om allen te doen ver
staan, dat we als God zfin zegen geeft een goede
vergadering zullen hebben.
Het zal ook nog een aandoenlfik genot voor
ons zfin, dat ds. Koopmans, die zoovele jaren
de secretaris is geweest, misschien voor de
laatste maal de Notulen leest, welke steeds
door duidelfikheid en goeden smaak uitmunten.
Dit is dan ook zulk een schoone vrucht van
onze Conferenties, dat we elkander althans een
maal in 'tjaar eens zien en dat we elkander
leeren waardeeren. Een ieder is aangenaam in
'tgeen hfi heeft. Versterking van den ouder
lingen band en vernieuwde moed en lust om
den gewichtigen arbeid voort te zetten, ontvin
gen we steeds op onze vergaderingen.
De Heere geve ook nu een rfik gezegenden
dag. Bouma.
I.
Een broeder uit een onzer Zeeuwscbe Kerken,
die tevens voorzitter is van het Bestuur eener
Christelfike School, zendt ons de volgende vraag
om voorlichting:
Is eene Gereformeerde Diaconie geroepen
geldelijken onderstand te verleen en aan die
ouders van schoolgaande kinderen, die hun
schoolgelddoor een schoolbestuur vastgesteld
niet of niet geheel kunnen betalen
Daarna volgen in zfin schrfiven eenige in
lichtingen omtrent plaatselfike toestanden, waar
mee we bfi de beantwoording hopen te reke
nen, doch welke het niet noodig is hier mee
te deelen. Ons dunkt het best de kwestie prin
cipieel te beschouwen. Zooveel is ons wel ge
bleken, dat volstrekt nog niet overal dezelfde
praktfik bestaat met het oog op het hulp-
bieden aan ouders, die niet het volle schoolgeld
voor hunne kinderen kunnen betalen. Door het
kende, als het tegen hunne bevinding inliep.
Nu begon Maarten, hoe zwaar hem dit ook
viel, in de gezelschappen daar tegen op te
komen.
Hfi zeide onder meer: „Het is mfin vaste
overtuiging, dat alle vertoon van geest en
leven, dat niet gepaard gaat met hoogachting
van ambten en bedieningen, die Christus in
zfin Kerke ingesteld heeft, niet uit God is."
Door vele omstandigheden was deze overtuiging
bfi hem tot rfipheid gekomen. Het Woord, de
ordinantiën des Heeren, hadden voor hem op
het terrein der Kerke de hoogste beteekenis.
Ofschoon er niet in onderwezen, voelde deze
ongeletterde iran ook voor 't kerkrecht. Zeer
beschamend voor velen in onze dagen, die
daarin wel onderwezen zfin en er toch niets van
schfinen te beseffendat de eere van onzen
Koning op zfin nauwst met dit recht verbon
den is. De predikatie, die hfi na deze bespre
king in de daarop volgende morgenbeurt van
de gemeentelfike samenkomst las, koos hfi met
opzet om daardoor de gemeente te doen ver
staan dat de Bfibel alleen de grond is, waarop
des Christens verwachting mag en moet rus
ten, en waaraan alle bevinding moet getoetst
worden. Dat was echter voor degenen, die in
allerlei hersenschimmen, verschijningen, ge-
richten en openbaringen vervallen waren, te
veel. Wanneer zQ den geest hadden, zoo be
weerden en eischten zfi, moesten de anderen
met eerbied en ontzag luisteren.
Dit was tot groot nadeel voor de gemeente,
want ofschoon er zelfs bfi de vfianden verbazing
was over alle die wonderlfike gerichten en
nu volgend antwoord willen wfi volstrekt nie^
afkeuren de praktfiken, die op sommige plaat
sen bestaan en daar uitnemend loopen. On3
wordt gevraagd, hoe naar het rechte beginsel
zou moeten gehandeld worden. Daarom zullen
we principieel deze zaak bespreken.
De eerste vraag isHeeft de Diaconie eene
roeping in het bizonder met het oog op de
schoolgaande kinderen Er is een tfid geweest
dat men meende, dat de Diaconie eene speciale
taak daarvoor had, en men richtte Dia co
niescholen op. Op sommige plaatsen bestaan ze
nog. Toen men evenwel meer principieel ging
nadenken, werd het met den dag duidelfiker,
dat het niet op den weg eener Diaconie ligt om
te zorgen voor onderwfis. Dat is de roeping
der ouders. De ouders moeten eene vereeniging
oprichten en instandhouden, waarvan eene
school uitgaat, waarop hun kinderen onderwfis
ontvangen. Omtrent dat punt is er dan nu ook
in de laatste jaren wel overeenstemming van
inzicht gekomen.
Maar nu een tweede puntHeeft de Diaco
nie eene roeping ten opzichte van de kinderen
der armen Moet zfi schoolgeld betalen of sup-
pleeren
Bfi de oplossing dezer kwestie moet goed
worden onderscheiden. Allereerst tusschen moe
ten en mogen. Het is een groot verschil of
men vraagtMag eene Diaconie dat doen of
moet eene Diaconie schoolgeld betalen
Het behoort o.i. niet tot hare roeping. School
geld suppleeren is niet een onderdeel van ar
menverzorging. Stel bfivoorbeeld, dat de armen-
zorgers te B. weduwen en weezen, de ouden
van dagen en ellendigen en allen die in nood
verkeeren in hare gemeente onbekrompen en
getrouw verzorgen uit de middelen, welke de
gemeente door de collecten hun verstrekt, en
dat zfi ook nog poogden armoede of ellende
in sommige gezinnen te voorkomen, dan zoudt
ge toch niet anders kunnen getuigen als, dat
die Diaconie getrouw hare roeping vervulde,
ook al betaalde zfi geen suppletie schoolgeld
voor ouders, die niet het volle bedrag konden
betalen. Zulk eene Diaconie ware niet te be
rispen, maar te prfizenniet te laken, maar
te loven. Ge zult er nooit eene Diaconie een
ver wfi t van kunnen maken, dat ze haar plicht
niet vervult, als ze geen schoolgelden suppleert.
Bfi de kerkvisitatie wordt dan ook nimmer aan
eene Diaconie de vraag voorgelegd„Betaalt
gfi wel het schoolgeld voor ouders, die het
zelf niet ten volle kunnen opbrengen?"
Maar al behoort het niet tot de roeping
eener Diaconie zulks te doen, daarom is het
haar nog niet verboden. Ze mag het wel doen.
Mits op zekere voorwaarden.
Namelfikle. dat zfi hare roeping ten op
zichte van alle arme leden harer kerk geheel
en al heeft vervuld2e. dat zfi bedacht heeft,
dat in de gemeenschap der heiligen de Dia-
coniën van rfike kerken van hare inkomsten
hebben te schenken aan de Diaconiëen van
armere zusterkerken en wanneer zfi dau nog
zooveel geld over heeft, dat zfi met dat over
schot geen raad meer weet om er op een of
andere manier barmhartigheid mee te bewfizen,
dan kan ze het op allerlei manier nuttig gaan
besteden. Bfivoorbeeld, eens een flinke som
schenken aan het suppletie fonds ter plaatse,
waaruit de gelden voor het schoolonderwijs
worden aangevuld voor kinderen van sociaal-
zwakke ouders.
Hoe toch komt het, dat sommige ouders voor
hun kinderen het schoolgeld niet kunnen be
talen Ligt dat niet aan de sociale misstanden
in de maatschappij Eerlfike en trouwe ar
beiders, die van Maandagmorgen tot Zaterdag
avond werken, moesten met hun handenarbeid
tenminste zooveel loon verdienen, dat zfi daar
uit hun gezin konden onderhouden. En tot
het onderhoud van het gezin behoort niet al
leen het te eten en te drinken geven aan vrouw
en kinders, maar ook het behoorlfik christelfik
onderwijs laten geven aan zfin jongens en meis
jes. Als vaders, die tot den arbeidenden stand
behooren, hun roeping als gezinshoofden in
dat opzicht metterdaad niet kunnen vervullen
door uit het loon voor hun arbeid het school
geld te betalen, dan is dat feitelfik een aan
klacht tegen de patroons van die arbeiders.
Waar er nu zulk een misstand op sociaal
gebied bestaat, die niet één, twee, drie in orde
gebracht kan worden, daar moet tijdelijke hulp
openbaringen, waarvan zfi hoordendit werk
was niet uit God. Maarten gevoelde zich ge
drongen, een sterke strfid hier tegen aan te
binden want het bedroefde hem tot in het
binnenste zfiner ziele, dat de Satan op die wfize
des Heeren werk zocht te verhinderen en te
verderven. De Heere voegde Maarten in dien
strfid een krachtige hulp toe in den heer v.
d. M; die in dien tfid oefenaar was, en kort
daarop naar Art. 8 D. K. O. bedienaar des
Woords werd. Deze man was op een bfizon-
dere wfize uit de wereld getrokken en had al
spoedig kennis aan onzen Maarten gekregen,
en nu werd die eens gelegde band, door druk
en vervolging hoe langer hoe nauwerzoodat
bfi zoowel hun huisvriend als hun leeraar
werd.
Ook schreef een ouderling uit M.krachtige
brieven tegen deze dwaalgeesten, maar het mocht
niet baten de spanning werd er te grooter
door. In het heimelfike spotten de meesten
van hen met alle vermaning, zfi lieten hunne
kinderen ongedoopt en moesten ten slotte buiten
de gemeenschap der Kerke gesloten worden.
Zoo bleef er dan eene kleine gemeente over,
die naar den eisch des Evangelies begeerde
te leven, en ofschoon er kinderen Gods mee
afgetrokken waren, en de beweging van die
dwaalgeesten wel wat bedaarde, er waren er
echter toch altfid nog, die groot opzien hadden
tegen en ontzag voor die buitengewone open
baringen.
„Twintig jaar," zegt Maarten's dochter„is
„vader voorganger geweest, dat wil zeggen,
„dat hfi is voorgegaan in het gebed, het lezen
geboden worden. Wie niet op zfin beenen kan
loopen, moet op krukken springen. De kruk
ken welke het christelfik onderwfis geven aan
de jeugd zfin de suppletiefondsen. En dat is
eene zaak voor het particulier initiatief. Eigen-
Ifik moesten er geen suppletiefondsen behoeven
te bestaan. Ieder vader moest zooveel kunnen
verdienen, dat hfi zfin kinderen kon laten on-
derwfizen en ook dat onderwfis zelf betalen.
Maar de sociale noodstand verplicht de gegoe
den om de minvermogenden te hulp te komen.
Paul us' regel uit Galaten 6 is hier van pas
Draagt elkanders lasten en vervult alzoo de
wet van Christus. De een heeft veel kinderen,
de ander slechts weinige of in 't geheel geen
kinderen, waaraan onderwfis moet gegeven.
In het suppletiefonds storten de gegoeden, en
zfi die lichtere last te dragen hebben opdat
zfi, die zwaardere lasten te dragen hebben, ervan
kunnen profiteeren. Wfi zfin elkanders leden
en hebben met elkaar voor elkanders welvaart
te zorgen. Indien de loonstandaard zoo hoog
ware, dat alle arbeiders met God en met eere
voor het onderwfis van hun kroost konden be
talen, dan waren die suppletiefondsen over
bodig. Maar de taak en roeping der Diaconie
is niet als suppletiefonds op te treden. Ook
al mag zfi het doen, zfi behoeft het niet te doen.
Het is zelfs veel beterdat zfi zich met dezen
tak van hulpe bieden in het geheel niet inlaat.
Wel is het de roeping der Diaconie te zor
gen voor het onderhoud van alleengelatenen,
die geen natuurlfiken helper hebben. En dan
ook van alle gezinsbehoeften. Zoo zorgt zfi
voor de weduwen en weezen. En als eene
weduwe aan haar zorg toevertrouwd is, die
bfiv. vier schoolgaande kinderen heeft, dau
behoort de Diaconie zooveel onderstand aan
deze arme zuster der gemeente te verleenen,
dat zfi met hare andere inkomsten saamgerekend
daaruit het schoolgeld harer kinderen kan be
kostigen.
Zulk eene weduwe moet niet door de dia
kenen nog eens naar een suppletiefonds ver
wezen worden, om daaruit ook nog wat geld
te trekken. Het behoort tot de eere der dia
conie van Christus' kerk, dat zfi dan ook ge
heel zorgt voor die kinderen.
In een volgend artikel hopen we over deze
vraag nog meer te schrfiven. O.i. is de kwestie
belangrfik genoeg, om ze ook nog van andere
zfide te bezien. En uit de toelichting van den
broeder, die ons de vraag gesteld heeft, blfikt,
dat er nog meer aan deze kwestie vastzit.
Onder de Varia11 in Timotheits lezen we dit
geestige puntdicht van A. J. H.
Helaas.
Wat brengen zonneschfin en regen
Zfi spreiden zegen
Eu overvloed door heel het land.
„Behalve in de kerk", zei droog een predikant.
G. F. Kerkhof.
De bekende secretaris van den Zendingsstudie
raad, de heer Jan Willem Gunning heeft een
brochure geschreven van ruim 60 blz. onder
den titel „Zendingsstudie". Op aanvraag is dit
netjes uitgegeven boekje gratis verkrfigbaar,
adres Frans Halsstraat 16, Utrecht. Wfi kun
nen een ieder, die zich voor de Zendingsstudie
interesseert, aanraden, om deze brochure te
schrfiven. Talrfike wenken worden erin gegeven,
waarmede wfi onze winst kunnen doen.
De naam Zendingsstudie schrikke niet af
deze toch is iets geheel anders dan Zendings
wetenschap, aan de Hoogescholen en de Zen
dingsscholen beoefend. Wie aan Zendingsstudie
doet, tracht de Zending beter te leeren kennen,
iets ervan te weten te komen, om alzoo in staat
te zfin erin mee te leven, erom te bidden en
eraan te geven.
Zoo ooit eenige studie voor de practfik is,
dan zeker de Zendingsstudie. De kennis zelf
is het doel niet, hoogstens het naaste doelhet
eigenlfike doel is een hart voor dezen arbeid
te krfigen, Gods leidingen erin te zien, en de
vraag te beantwoordenwat heeft de Zending
met mfi te maken en ik met de Zending?
„van een Predikatie en het leiden van de sa-
„menkomsten des Kerkeraads en der Gemeente.
„Zelf heeft hfi nooit geoefend. Van oefenaars,
„die niet kerkelfik onderzocht en toegelaten
„waren, wilde hfi niets weten. Wien het recht
„tot het spreken van een stichtelfik woord in
„den geordenden weg gegeven was, ontving hfi
„gaarne, doch 't liefst had hfi Leeraars, wettig
„geroepene Dienaren des Woords. Hfi eerde
„de ambten. En toonde ook hierin gezonde
„begrippen te hebben.
„Twintig jaren zfin de godsdienstoefeningen
„bfi ons in huis gehouden, daarna in het huis
„mfins broeders, omdat het bfi ons te klein
„werd. En bfi mfin broeder is het gebleven,
„tot de kerk van S. in het jaar 1866 een
„eigen kerkgebouwtje kreeg.
„Welk een liefde, opoffering en toewfiding
„Het wordt door mfi zoo eenvoudig verteld,
„maar wat het geweest is in eigen huis eiken
„Zondag, schier den ganschen dag want er
„kwamen er ook nog van de naburige plaatsen
„M. en G. het huis vol te hebben.
„Wat een drukte vóór dien tfid, welk een werk
„wanneer allen vertrokken waren Wfi deden
„het echter steeds met vreugde en niet al zuch
tende. Wfi deden het den Heere en Hfi, die
„gezegd heeft: „Wat gfi een der minste mfiner
„broederen gedaan hebt, dat hebt Gfi Mfi ge-
„daan" maakte Zfine weldadigheden in natuur
„en genade aan ons groot. Hoe hebben wfi
„ondervonden, dat Hfi na het zure het zoete
„geeft en zegent die in Zfin wegen gaan.
„Mfin twee oudste zusters huwden met man-
„uen boven hun stand, en wat het voornaamste