Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 30e Jaargang. Vrijdag 19 Mei 1916 No. 21 UIT HET WOORD. Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vaste MedewerkersD.O. H. J. d. VEEN, J. D. WIELENGA, F. J. d. ENOE, J. H. LAMHERTSMA, L. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF, Abonnementsprijsfranco aan huis per half jaar 70 cent. uitgaye van de PERSVEREEN1GING ZEEUWSCHE KERKBODE. Adres van de AdministratieA. D. L1TTOOIJ Az. Middelburg. HET IS DE HEERË. Als met één pennetrek teekent boven staand tekstwoord het eigenaardig karakter van 's lleilands openbaring aan de zee van Tiberias u voor oogen in onderschei ding van de andere verschijningen heeft de Levensvorst zich toen door zijn godde lijk doen aan zijne discipelen ontdekt. Op de verscheidenheid der verschijningen van den verrezen Zaligmaker is toch wél acht te nemen, want met het feit der Opstanding willen zij ook de uitnemend heid van 's Heilands manierom zich den zijnen te openbaren, u prediken. Met één woord, dat door klank en zeggingsmanier een wereld van gedachten wakker riep, met het enkele Maria" bracht Hij de door droefenis overstelpte Magdaleensche tot bezinning, tot begrijpen, tot aanschouwen en tot aanbidden, gelijk zij geheel haar eensklaps verlichte, ver baasde en van vreugde opspringende ziel openlegde, ook in één woord, in het »Rab- boeni", meester mijne Den Emmaüsgangers, niet door droefe nis als verslonden, maar sprekende en redeneerende met elkander over wat daar leefde in hun harten, opende Hij eerst de Schriften van het Oude Testamenten toen zij weer vast waren geworden in het Woord der Heilige Schriftuur, liet Hij hun zien aan die door niemand na te volgen manier waarop Hij voor het brood had dat Hij het wasnaar Jeruzalem nog haastig wedergekeerd, hebben zij het den elven met groote blijdschap gemeld, dat Hij hun bekend was geworden in het breken des broods. In de vergadering der elven is Hij, zonder eenige voorbereiding, plotseling verschenen, en heeft Hij, onder het uit breiden zijner handen, zegenend het «Vrede zij ulieden" uitgesproken. En om nog één voorbeeld te kiezen, bij de verschijning aan meer dan vijfhonderd broeders op éénmaal, is Hij in zijn Mid delaarsheerlijkheid verschenen, maar heeft Hij ook het zelfgetuigenis van zijn Mid delaarsglorie gegeven Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde." Dat alles ten bewijze, dat Hij waarlijk was opgestaan, maar ook dat Hij al de zijnen juist naar hun bijzondere behoeften, aanleg en omstandigheden wil brengen tot het licht. Niet één medicijn voor allen, maar het juist gekozen medicament voor elk der zijnen in het bijzonder. Daarom ook hebben wij de eigenaardige manier, waarop de Heiland zich op het strand van Gennasareths meer openbaarde goed in het oog te vatten, nu weer zoo geheel anders dan te voren, gelijk ook de diep-schouwende Johannes, die in het goddelijk doen den goddelijken meester heeft herkend, 't u te verstaan geeft door zijn woord tot PetrusHet is de Heere Zij hebben den ganschen, langen nacht niets gevangen, die zeven discipelen van Jezus, die hun oude bedrijf weer ter hand hebben genomen. 't Was toch wel de juiste tijd's nachts moet men het net uitwerpen. Ook ont brak het hun niet aan ijverSimon Petrus heeft zelfs zijn opperkleed afgelegd en slechts met zijn linnen lijfrok bekleed, zich bloot gesteld aan de nachtelijke koude, om maar vrijer te zijn in zijn beweging. Naar jarenlange ervaring zochten zij de meest vischrijke plaatsen uit, maar wat zij ook deden, zij vingen niets, letterlijk niets Éénzelfde ervaring thans, als in dien gedenkwaardigen nacht, ongeveer driejaren geleden, toen zijn waren gemaakt door hun Heere en Heiland tot visschers der menschen. (Lucas 5). Op het morgenluchtje gedragen, is toen tot hen gekomen een zilverklinkende maar vreemde stem van een op het strand staanden onbekenden man «Kinderkens, hebt gij niet eenige toespij ze?" En in pijnlijke tegenstelling met de zoo wellui dend gesproken vraag heeft hun in arren gemoede hart uitgestooten visschermans- antwoord het strand terug bereikt«Neen" Daarop is hun gezegd: »Werp het net aan de rechterzijde van het schip", met de belofte»en gij zult vinden". Zij zouden hebben kunnen denkenwat meent zulk een vreemde 't beter te weten dan wij, beproefde visschers op een ons van der jeugd af bekend meerzij zouden ook het spreekwoord hebben kunnen toe passen, dat wij in onze taal bezigen de beste stuurlui staan aan wal. Maar zij hebben 't niet gedaan. De gedachte aan de gebeurtenis van vóór ongeveer drie jaren werkte te sterk in de zielen van een Petrus, een Johannes en een Jacobus. Zwijgend gehoorzamend hebben zij naar het hun bevolen woord het net aan de andere zijde van het schip uitgeworpen en de groote verrassing is hun bereid, te grooter na zulk een niets-op-leverenden nacht, dat bij het ophalen het net niet meer kon getrokken worden vanwege de menigte der visschen, die zij gevangen hadden. Doch in hetzelfde oogenblik heeft ook Johannes, naar de fijngevoeligheid van zijn liefhebbend hart, naar de helderziendheid van zijn schouwenden geest, in dit godde lijk doen den Herrezen Heiland herkend, en door zijn gevoel overmeesterd en in gepeins verzinkend, zegt Hij tot Petrus: De Heere is het. Meer, veel meer dan alleen een her nieuwde verschijning, tot nog vaster ge loof aan 's Heilands Opstanding, meenen wij dan ook, dat de Verrezen Zaligmaker daar op Gennesareths strand heeft gegeven. Symbolische beteekenis, van verre strek king voor Jezus' jongeren en ook voor de kerk des Heeren aller tijden, moeten wij wel, dunkt ons, aan deze Openbaring van den Heiland, met haar zoo bijzonder ka rakter, gaan toeschrijven. Zooals het daar gegaan was op de zee van Gennesareth met het vangen van visschen, zoo zou het ook zijn bij het uit werpen van het net in de volkerenzee, om te vangen zielen der menschen. Zij, die door de bijzondere opleiding van Jezus zijn voorbereid en op hun voorhoof den hebben gevoeld den adem van den Zoon Gods in de heerlijkheid zijner ver rezen menschheid, onder het uitspreken van het «ontvangt den Heiligen Geest«, zij zullen het net van de Evangelieprediking uitzetten in het groote vischwater van Joden- en Heidenwereld, en werken het werk huns Heeren en dat met al hun wijs heid en met al hun kracht, maar om dan, als zij een ganschen tijd hebben gearbeid te ontdekken, dat er nog niets is gevangen. Zij daarbij de eersten van die lange rij van mannen (en vrouwen), die ook alles zouden verlaten, hun huis, hun maagschap en hun land, om te gaan visschen met het Evangelienet in het ruime sop der wijde volkerenzee, en dan te ervaren, wanneer zij een ganschen tijd in liefderijke toe wijdingen en heiligen ijver hebben gewerkt, dat er nog geen schubbig viscbje spartelt in het opgehaalde net. Het boek der Zendingsgeschiedenis ver telt aan wie het leest, in zqo droeve een tonigheid diezelfde pijnlijke ondervinding visschen, visschen met inspanning aller krachten, om te vangen de zielen der menschen, maar een geruimen tijd niets vangen. Dat dit niets vreemd is, is de troost, dien deze openbaring van den verheer lijkten Heiland u bieden wil. Maar nog meer, dat de verhoogde Zaligmaker ziet van af den vasten oever dat vruchteloos worstelen van hen, die zich voor zijn Naam en zaak hebben overgegeven. Doch toch het meest) dat de Verwinnaar op den troon te zijner tijd komt met een verrassenden zegen, die zoo rijke buit behalen doet. Dat is gezien bij dien eerst zoo moei lijken maar daarna tot een zegetocht ge worden gang van 's Heilands apostelen door de toenmalige wereld van Joden en Hei denen. Dat is gezien in de geschiedenis der zending keer op keerhet boek der zendingsgeschiedenis verhaalt aan wie het leest, zoo menigmaal éénzelfde gebeurtenis, als 's Heilands openbaring aan de zee van Galilea brengt in beeld. Dat is gezien ook in de periode der nieuwere zending der laatste tijden op onderscheidene plaatsen. En telkens als dat weer zóó wordt gezien, dat goddelijk doen van den verheerlijkten Heiland, dan zeggen zij, die het aanschou wen of uit de verte er getuige van zijn De Heere is het! Maar nu gevoelt gij ook aanstonds dat deze openbaring des Heeren haar zoo rijk- vertroostende taal spreekt voor allen arbeid in Gods Koninkrijk, die zoo vaak eerst met vruchteloosheid schijnt geslagen of zoo weinig zichtbaar resultaat oplevert. Verrassingen als op Gennesareths strand wil en zal de Verheerlijkte Heiland zijnen getrouwen dienstknechten en dienstmaag den zekerlijk bereiden. Voorbeeld bij voor beeld ware daarvoor op het terrein van ons kerkelijk leven, van de christelijke barmhartigheid en op zooveel ander gebied trouwens gemakkelijk bij te brengen maar dat is van zoo algemeene bekendheid, dat het overbodig is, dat hier nog eens afzon derlijk op te noemen. Ten spoorslag wil echter dat alles u zijn, om immer voort te gaan in 's Heeren werk, met gehoorzaamheid aan zijn woord en in afhankelijkheid van zijn zegen, om te volharden in het gebed, dat de ver heerlijkte Heiland op allerlei plaatseneen rijke vangst doe behalenmaar om dan ook, als gij het net met de buit ziet op halen, niet te gaan roemen in de werk wijze en in de wijsheid en in den ijver van menschen, van welken rang en van welke gaven zij ook mogen zijn, maar om in stillen eerbied des harten te aanbidden en te zeggen met JohannesDe Heere is het. Uw eigen hart heeft reeds het instem mend woord ook voor uw persoonlijk leven gesprokenvan u, die in grooten nood gezonken, zoo wonderlijk zijt uitgered van u, die zoo diep bedroefd, zoo heerlijk zijt getroostvan u, wien worstelend in uw zondeschuld, uw zondemacht en be- bekommernis het licht op ging in de duisternis van u, die gehoorzamend Jezus gebod de ervaring zijner gemeenschap der genade des levens mocht genieten van u, die bij de kracht van het werk van den Verheerlijkten Koning, ook in u, zoo stil- eerbiedig, maar toch ook zoo blij en rijk hebt betuigd De Heere is het. Maar eveneens is gerezen de bede in uw ziel, dat God zelf u voor uw gansche levensroeping zoo getrouw make en dan ook zóó zegene, dat gij telkens weer en telkens meer stof hebt, om bij de aan schouwing van 's Heilands doen over u en de genieting van zijn werk in u, te roemen, zooals die daar op het scheepje staande Johannes, die voor niets en voor niemand oogen meer haddat deed De Heere is het. D. Pol. KERKELIJK LETEN. Israël en de Baals. Afval of ontwikkeling. III. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentieprijs 1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent Familieberichten 10 cent per regel. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D LITTOOIJ Az., Middelburg. De" discipel dan, welken Jezus lief had, zeide tot Pet rus Het is de Heere. Joh. 21 7a. In navolging van ds. Ridderbos vestigen we er de aandacht op, dat zy, die e6n dergelijke beschouwing hebben over de religie van Israël en de Kanaiinieten, de bizondere leiding Gods, zooals de Heilige Schrift ons die te zien geeft loochenen. Zy verwerpen de Openbaring Gods in woord en daad, zooals we die belijden en zien in de religie niets anders en niets meer dan een verschijnsel, zooals dit uit de volken zelf opkomt. Voor hun bewustzijn staat in dit opzicht de godsdienst gelijk met de kunst en andere uitingen van het menschelijk leven. Al wat we waarnemen moet toegeschreven worden aan gewone natuurlijke oorzaken. Men kan het ook zoo zeggen, dat zij uit de geschiedenis het wonder wegnemen. De goden zijn dan ook enkel de voortbrengselen van den menschel ij keu geest. Toen de volken nog aan 't begin van hun baan stonden, heeft de hen omringende natuur indruk op hen gemaakt en bij name heeft het woeden der elementen vreeze in hen verwekt. Zjj bespeurden dat er krachten werk zaam waren waartegen de mensch niet op kon en zij ondervonden dit menigmaal op zeer pijn lijke wijze. Zoo kwamen zy er toe om in die natuurlijke krachten goddelijke te zien en te eeren en van lieverlede gingen zy daarover nadenken, totdat zy voor zichzelf een zekere duidelijkheid daarover verkregen. Dit geldt naar hun meening voor allen zonder onderscheid en daarom ontkennen zy dan ook, dat er een wezenlijk onderscheid zou zyu tus- schen de religie van Israël en die der volken. Al wat Israël had, moet dan ook op geheel natuurlijke wijze verklaard worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1916 | | pagina 1