FEUILLETON. Uit vroegere dagen. Het Zeeuwsch-Vlaamsch Zendingsfeest. Gerritje als Moeder. Geestelijke arbeid onder de militairen in Zeeuwsch-Viaanderen. Allerlei. Ook een opvatting UIT DË PERS. Klanken in het voorbijgaan opgevangen. gebracht en sommigen hebben zich vooral be ijverd om ze hun medemenschen aan te bieden. Welk een stapel zou het zyn, wanneer ze alle bij elkander waren, welke alleen in een halve eeuw zjjn uitgegeven. Natuurlijk zjjn ze niet alle gelezen. Velen hebben ze verscheurd, zoodra zij ze ontvingen. Met welk een nijdig gezicht werden ze soms onder den voet vertreden. Ieder, die ooit aan deze soort van evangelisatie heeft meegedaan, kan daar van vertellen. Het was in t voor jaar, dat we met de boot van Middelburg naar Rotterdam voeren. Er was een jongeling, die langs de tafels ging en overal tract aatjes neer legde. De meeste passagiers grepen er naar en begonnen te lezen. Enkelen werden boos ja zeer boos. Zij begonnen hun ongenoegen te uiten op een zeer krasse manier. Met schrik kelijke vloeken was hun taal doorspekt. Op zulk een uitwerking had de verspreider niet gerekend. Gelukkig evenwel voor hem, dat een bejaard heer uit Rotterdam het voor hem opnam. Deze vroeg aan de vertoornde mannen wat de oorzaak van hun verontwaardiging was? Nu bleek het, dat het gemakkelijk is te schel den, maar niet zoo licht om op een behoorlijke wijze rekenschap te geven van zulk een woede. Daarna toonde hij aan dat hun gedrag zeer onbehoorlijk was. Wanneer zij meenden, dat het niet passend was om zulke tractaatjes neer te leggen, dan hadden zij dit toch wel op een fatsoenlijke manier te kennen kunnen geven, en dan zouden zij allicht meer invloed geoe fend kunnen hebben. Afgedacht van de vraag of het goed of niet goed was, ieder, die on partijdig oordeelen wilde, zou moeten zeggen, dat als er hier te berispen viel, niet allereerst de jongeling, maar de toornigen over hun on behoorlijk gedrag onder handen moesten geno men worden. Dit kalme woord vond bijval. Bijna allen stonden nu in een kring rondom den man, die op zoo waardige wijze het woord voerde. Bovendien, zoo ging hij voort, is er wel iets kwaads in het neerleggen van trac taatjes. Ieder bleef vrij om ze te lezen, en zulk een waarschuwing en hij had een blaadje in zijn handen als hier instond, had elk mensch wel noodig. Brommend verlieten de eersten, die met zulke groote woorden be gonnen waren, de kajuit, terwijl de Rotter dammer voortging met allen te wijzen op de noodzakelijkheid van waarachtige bekeering tot God en het heil, dat er is in Christus Jezus. Het eene woord lokte het andere uit en we hadden verder een aangename reis. We schaar den ons allen in een kring en ieder bijna nam deel aan het gesprek. Er werden bedenkingen geopperd, want niet ieder was het eens met den heer maar er heerschte een goede toon en eer we er aan dachten, waren we aan de plaats onzer bestem ming. Nooit is mjj een bootreis zoo kort ge vallen als toen en sedert dien tijd was ik ten volle overtuigd van het nut der tractaat-ver- spreiding. Er is hoe kan 't anders ook een schaduwzijde aan. Als een visscher een hengel in 't water legt, is hij verplicht, als hy vangen wil er bij te blijven en geduldig te wachten. Dit voor beeld zegt iets, niet alles, want er staat tegen over werp uw brood uit op 't water gij zult het vinden na vele dagen. Doch zooveel zegt het dan toch, dat men niet alleen bedacht moet zijn om ze in groote menigte te verspreiden, maar ook om na te gaan, wat er verder te doen valt. Dat echter die tractaat-verspreiding een goed werk is, leert ons ook de discussie, welke ont staan is naar aanleiding van de kritiek door de Kerknieuwsschrijver van de Nieuwe Rotter- damsche Courant geoefend. Als de tractaatjes van Philippus geen uitwerking hadden, dan zouden deze mannen er zich in 't geheel niet mede bezig houden. Het is een prikkel te meer om op den ingeslagen weg voort te gaan, want God geeft blijkbaar op het op deze wijze uit gestrooide zaad nog zegen en wasdom. Bouma. In 1914 hield de commissie tot organisatie van het Zeeuwsch-Vlaamsch Zendingsfeest haar laatste Zendingsdag. Die dag was een echte propaganda-dag voor de Zending, met name voor de Zendingsactie te Magelang en op Boeroe. 3) Toch had Maarten een jaar later nog een heerlijker oogenblik. Toen toch mocht hij zich voor eeuwig met lichaam en ziel aan den Drie- ëenigen Verbonds God overgeven. „Daar", zoo zeide hij tot zijn vrouw, die, als een ge lukkige moeder, met haar zuigeling op den arm, naar zijn tehuiskomst uitzagDaar, op dat „stuk land, is Hij de mijne geworden en ik de „Zjjne; ik kon zingen noch spreken vrouwtje, „alleen kon ik zeggen, terwijl ik nederz mk „Wonderdoende God, hoe groot zyt Gij Maarten scheen in geestelijk opzicht nu zijn vrouwtje vooruit te zijn, want hoe blijde zij ook was, dat haar gebed was verhoord, haar man was bekeerd van de duisternis tot het lichtzij durfde niet zoo beslist als hij belijden dat zij des Heeren was. Haar gansche leven echter openbaarde zooals wy verder zien zullen, eene innige godsvrucht niet minder dan die van haren man. HOOFDSTUK IV. Hoe deze vrome moeder hare kinderen op voedde, willen wjj u nu vertellen. Gerritje had kinderen van God begeerd en ontvangen, om ze op te voeden voor Hem, zooals dat de dure Ten bewijze, welk een indruk dit Zendingsfeest naliet, mag dienen, dat na afloop onmiddellijk een gratis aanbod inkwam voor afstand van een terrein voor het volgende Zendingsfeest, en daaraan zelfs nog niet onbeduidende privilegiën werden toegevoegd dat nog eenige weken in de Geref. en Herv. kerk te Axel de gaven voor verschillende Zendingsdoeleiuden nadruppelden, en dat het menigvuldig bleek, welk een ver heffende invloed van dit feest op het geestelijk leven was uitgegaan. Thans staan we, gelukkig, weer voor een Zendingsfeest, dat ditmaal bepaald is op Don derdag 29 Juni te Zaamslag, bij gunstig weder in de open lucht. Aan de commissie is hiervoor geheel belan geloos afgestaan de weide van den heer J.Bruin zeel, landbouwer te Zaamslag, onmiddellijk bij dit landelijk schoone dorp gelegen, aan de Axel- sche straat. Het is een pracht van een weide. Tusschen twee rijen van hooge olmen, in den zomer breed gelooverd,kande spreektent worden geplaatst, waarbij vóór en achter overvloedig ruimte overblijft om met de windinrichting te rekenen aan de linkerzij, buiten de boomenrjj, een vriendelijk kreekjeaan den rechterkant een torenvormig heuveltje, waarvoor deze land hoeve met weide den naam van „de Torenberg" draagt. Het is een uitgezochte plaats, om van het rumoer van het dorp verwijderd, in gewijde stilte te hooren van en te bidden voor de uit breiding van Gods Koninkrijk. Er komt een keur van sprekers, een excellent zevental, dat later zal worden bekend gemaakt In de pauzen zal worden gezorgd voor muziek en zang. 's Avonds van te voren zal er een bidstond worden gehouden in het kerkgebouw van de Geref. kerk onder leiding van ds. de Walle, welke bidstond ongetwijfeld ook door velen uit de genabuurde gemeenten, die aan Zaamslag palen, zal worden bijgewoond. Laten allen in het zuidelijk deel van ons gewest, die met warme liefde voor de uitbrei ding van Gods Koninkrijk vervuld zijn, begin nen met het goed in hun bewustzijn in te griffen „den laatsten Donderdag in Juni, D.V. naar De Torenberg te Zaamslag." Er is een goede verbinding tusschen het vierde en het vijfde district. Verblijdend is het, eenige verbreeding van het arbeidsveld aan de Zeeuwsch-Vlaamsche grenzen in de verloopen maanden te kunnen melden. Reeds in het begin en in het midden van het vorige jaar gingen we op informatie uit, of er in Zeeuwsch-Viaanderen westelijk deel niet iets gedaan werd of iets meer gedaan kon worden. De berichten dienaangaande waren niet ge heel teleurstellend, maar toch sober. Zelfs wend den we ons om informatie naar de commissie voor de verzorging van de godsdienstige be langen der Prot. militairen op Walcheren en in Zeeuwsch-Viaanderen, of daar voor het land van Cadzand niet wat op het program van actie stond, maar kwamen toen nog niet veel verder. Thans is het anders. In het laatste kwartaal van 1915 schenen de kerken van Oostburg en Schoondijke midden in de week de prediking te zullen aanvangen te Nieuwersluis en IJzendijke, toen bekend werd, dat er te Nieuwesluis op Zondag geregeld voor de militairen werd dienst gedaan door ds. R. Meeuwenberg van Breskens e. a. Boven dien werd toen bekend, dat de commissie voor noemd laat ik ze kortweg de Regeerings- commissie noemen plannen had voor gere gelde prediking onder de militairen elke week te Aardenburg en IJzendijke. Toevallig samentreffen op één terrein Het spreekt vanzelve, dat de Geref. predi kanten aldaar de door de Regeeringscommissie gevraagde medewerking volgaarne verleenden. Hierdoor kon er gemeenschappelijk worden ge arbeid voor één en hetzelfde doel, voor de bereiking waarvan deze commissie bij de ver breeding van haar arbeidsveld aan de westelijke zijde van den Braakman over de noodige hulp krachten beschikte. roeping van Christen-ouders is, en in hoeverre die genade haar medegedeeld is, zoo schrijft haar dochter, kan ik niet uitdrukken. Niet alleen de vromen die haar gekend hebben, maar zelfs de wereld heeft haar dit getuigenis gegeven. „Niemand is in staat zóó kinderen groot te brengen als hij niet een godvruchtig mensch is. Menigmaal heeft zij gebeden Heeresmart, moeite of kosten zijn mij niet te zwaar, indien Gij maar verheerlijkt en Uwe genade openbaar wordt. Is het rechtvaardig dat zij als zondaars en Uw beeld missend ter „wereld komen zoo zal ik ze U voorstellenen op Uw eigen beloften pleiten en hen voor U zoeken op te brengen. Het geloovig verwachten van de verzegeling van Gods beloften, was haar zeer helder, en daarmee ging hand aan hand, een nauwkeurig op ons toezien, dat wij ons wachten zouden voor de zonden. De zonde en boosheid in ons betreurde zij diep en beleed ze voor den Heere. Nimmer gaf ze ons toe in hetgeen als zonde verboden was, omdat zij, zooals zij zeide „onder den indruk leefde dat wjj met haar eenmaal de eeuwigheid zouden ingaan, en wij mede oor zaak zou kunnen zjjn van ons eeuwig verderf." Telkens bad zjj met ons en onderwees ons. Gij kunt denken dat moeder met twaalf kin deren, die zij gehad heeft, veel zorg en drukte had. Wat een arbeid, dag en nacht! Niet alleen om ons te voeden en te kleeden, maar, zooals zy dat zoo ernstig opvatte voor onze zielen te zorgen. Zjj was daarmee schier altijd bezig, want het kwam grootendeels voor hare rekening. Als volgt werden de godsdienstoefeningen geregeld Te Aardenburg in de cantine In de maand December 191516 Dec. ds. R. Meeuwenberg, nerv. pred te Breskens 23 Dec. ds. J. N. Pattist, Herv. pred. te Aar denburg 80 Dec. ds. H. F. de Puy, Herv. pred. te Cadzand. In de maand Januari 19166 Jan. ds. A. P. v. d. Vlugt, Herv. pred. te Zuidzande 13 Jan. ds. J. W. van Petegem, Herv. pred. te Groede 20 Jan. ds. J. M Lindeyer, Luth. pred. te Groede; 27 Jan. ds. H. Brouwer H.Mzn., Geref. pred. te Schoondijke. In de maand Februari3 Februari ds. P. Krul, Herv. pred. te Biervliet10 Febr. ds. H. Z. de Mildt, Geref. pred. te Oost-burg 17 Febr. ds. J. M. Lindeijer, Luth. pred. te Groede; 24 Febr. ds. R. Meeuwenberg, Herv. pred. te Breskens. In de maand Maart2 Maart ds. M. J. Beu kenhorst, Herv. pred. te Sluis 9 Maart ds. A. P. v. d. Vlugt, Herv. pred. te Zuidzande 16 Maart ds. J. M. Lindeijer, Luth. pred. te Groede 23 Maart ds. H. Brouwer H Mz., Geref. pred. te Schoondjjke30 Maart ds. Joh. Jansen, Herv. pred. te Nieuwesluis. Te IJzendijke in de cantine In de maand December 1915 16 Dec. ds. Jch. Jansen, Herv. pred. te Nieuwesluis23 Dec. ds. J. W. v. Petegem, Herv. pred. te Groede; 30 Dec. ds. P. Krul, Herv. pred. te Biervliet. In de maand Januari 1916 6 Jan. ds. H. Z. de Mildt, Geref. pred. te Oostburg13 Jan. ds. J. M. Lindeijer, Luth. pred. te Groede 20 Jan. ds. R. Meeuwenberg, Herv. pred. te Breskens; 27 Jan. ds. M. J. Beukenhorst, Herv. pred. te Sluis. Iu de maand Februari3 Febr. ds. J. W. v. Petegem, Herv. pred. te Groede10 Febr. ds. A. P. v. d. Vlugt, Herv. pred. te Zuidzande; 17 Febr. ds. R. Meeuwenberg, Herv. pred. te Breskens24 Febr. ds. H. Brouwer H.Mz Geref. pred. te Schoondijke. In de maand Maart2 Maart ds. J.M.Lindeijer, Luth. pred. te Groede; 9 Maart ds. H. Z. de Mildt, Geref. pred. te Oostburg 16 Maart, ds. R. Meeuwenberg, Herv. pred. te Breskens; 23 Maart ds. M. J. Beukenhorst, Herv. pred. te Sluis 30 Maart ds. H. F. de Puy, Herv. pred. te Cadzand. Deze concentratie van aanwezige krachten strekt, met het oog op geregelde prediking, reeds tot blijdschap. Mocht de arbeid in dit deel van ons gewest voor de militairen zoo omvangrijk worden, dat er hulp van elders moet worden gevraagd, laten dan ook de Geref. predikanten niet in gebreke blijven, opdat de zóó nuttige arbeid van deze commissie niet noodeloos worde verzwaard. Laten ook de hoogst noodige hulpmiddelen, die het spreken van de predikanten vergemak kelijken, in de catines niet ontbreken. Lammertsma. zelden. Onze Zeeuwsche Zending die nu ruim 5 jaren arbeidt, heeft b v. in al dien tijd maar één legaat gehad, n.l. van den heer M., te Goes overleden. Mogen onze broeders en zusters, die ruim met aardsche goederen bedeeld zjjn, in hun testamenten ook aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk denken ZENDING. De Zendings/èestew zijn weer in aantochtwij, Gereformeerden, spreken liever van Zendings- dagendie niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, bedoelen den velen bezoekers een "feestje of blijden uitgaansdag te verschaffen, maar om kennis van de Zending by te brengen en de liefde tot en belangstelling in het werk der Zending op te wekken de Zendingsdagen moe ten meer een leerend dan een feestelijk karakter dragen. liet christelijk nationaal Zendingsfeest, een oude bekende, zal zijn 52e feest vieren op 5 Juli te Soestdijk, daartoe door de Koningin-Moeder beschikbaar gesteld De koninklijke belangstel ling in de Zending in 't algemeen en de Zen dingsfeesten in het bijzonder is steeds groot en uitermate verblijdend voor ons christelijk volk. Te Zaamslag zal op 29 Juni het Zeeuwsch- Vlaamsche Zendingsfeest gehouden worden. Het Nederl. Zendelinggenootschap heeft in Februari drie legaten ontvangen: van mej. H. te Amsterdam f 1000,van N. N. te Arnhem f2500,— en van N. N. te Rotterdam f 1000, In Hervormde kringen komen legaten voor de Zending menigmaal voor, bij ons slechts Vader toch had heel de week door, vooral des zomers, druk werk bij zijn heer. Deze kon zich dus alleen des Zondags buiten kerktijd met ons bezig houden, en waar hy van harte instemde met de maatregelen door moeder ge nomen, was dit voor hem een groote verlichting. Wellicht zou hy zulk een ernstig leermeester niet geweest en tot ietwat verkeerd medelijden vervallen zyn, by de gedachte het zyn kinderen, én hoe ben ik zelf geweest? Daar moeder het meest met ons omging en verstandig beleid had om toch niet met strengheid maar in liefde en dikwyls met tranen, ons tot het goede te bewegen, gaf hy, voor zooverre zyn vaderlijke verantwoordelijkheid dit lyden kon, het werk der opvoeding gaarne aan haar over. Hierbij wist moeder zooveel ontzag te bewaren, dat wy veleer aan vader dan aan moeder iets durfden vragen. Als zy een „neen" gezegd had, durfden wy geen van allen, van groot tot klein, het nogmaals van haar vragen. Wy gingen natuur lijk naar school, en de grooteren 's winters naar de catechisatie, maar het wezen der zaak heb- ?en wy van moeder geleerd. Zy hield catechi satie met ons uit Gods Woord, Catechismus, Kort Begrip en Hellebroek, al naar dat onze vatbaarheid was. Hoe ernstig en toch gezellig, eenvoudig en leerzam wist zy dat in te richten Vooral 's wintersavonds, als het zoo vroeg don der werd en wy allen tehuis waren wachtende op vader. Wat zy ons opgaf leerden wy goed van buiten, en het eigenaardigste was, als dominé er eens een vraag tusschen voegde zaten wy met den mond vol tanden, bevreesd dat wy een verkeerd antwoord zouden geven, en waren Een inspectie-reisVoor enkele tientallen jaren bezocht wylen ds. Lion Cachet ons Geref. Zendingsveld in Indiede resultaten van zyn onderzoekingen en ervaringen legde hij neer in het nog altyd lezenswaardig boek „Een jaar op reis in dienst der Zending." Na dien tyd hebben onze kerken geleefd van de natuurlijk geloofwaardige schriftelijke en mondelinge be richten der Zendingsarbeiders. Ons dunkt echter, dat een bezoeken van Java en Soemba door één onzer Zendingsvoormannen uit ons land gunstig werken zou een speciale aanleiding, gelijk toentertijd met ds. LionCachet, is er nu wel gelukkig niet, doch uit eigen oogen zien is voor een enkele maal niet verkeerd, al vertrouwen wy ook de bril der zendelingen vol komen. Onze Hervormde broeders doen het dan ook meermalen maar zy hebben ook grootere en meerdere terreinen, en daar onderscheidene ge nootschappen saamwerken worden de kosten vergelijkenderwijs niet zoo hoog. Nu is de heer J. W. Gunning, zendingsdirector,afgevaardigde, een Zendingsspecialiteit by uitnemendheid en een kenner van Indische toestanden, dus een zeer gelukkige keuze. Hy zal waarschijnlijk den 22en April reeds vertrekken met de Djocja. Tot zyn secretaris gedurende die reis hebben de hoofdbesturen benoemd mr. J. W. Flieringa, advocaat, tevens candidaat tot den H. Dienst, te Utrecht. Eerst zullen Deli en andere deelen van Su matra worden bezocht (JuniJuli). Daarna Batavia en Oost-Java (Aug.) Boeroe en West- Nieuw-Guinea (September), Halmahera (Octo ber), Noord-Nieuw-Guinea (November). Verder de Minahassa, Bolaiiug-Mongondon, de Saugir- en Talauer-eilanden en Posso, in nader te bepalen volgorde (December en de eerste maanden van het jaar 1917.) Dan terug naar Batavia. S. te A. schryft in het Christelijk Schoolblad „De spreektaal is by den Toradja het een en het allezen kan hy niet en boeken zyn hem vreemd. Hy kent dus alleen de verhalen, die van ouder op kind overgaan. Vertellen is daar om by de Toradja's een ware kunst geworden. By een echt mooi verhaal worden zelfs heele stukken gezongen en dat gaat alles uit het geheugen". „Is het van onze zendeling-grammatisten eigenlyk geen paganisme, geen renaissancistiscli- intellectualistisch-paganistisch gedoe, aan zulk een ideaal-toestand een einde te maken en dien menschen een boekte brengen 't Is haast niet te gelooven, dat een christelijk onderwijzer deze dwaze redeneering verkondigt. J. D. Wielenga. Eenheid gewenscht in de Belijdenisvragen. Nog altyd wordt er geschreven over het versehyusel, dat de Gereformeerde kerken, die toch alle dezelfde Belijdenisschriften hebben, niet alle dezelfde Belijdenisvragen gebruiken. De eene kerk stelt by de openbare belijdenis deze, de andere die vragen. Men kan op sommige kansels de officieele gedrukte Liturgie vinden met daarin geplakt een papiertje, waarop eenige belijdenisvragen, geschreven door den een of anderen predikant. Nu roept men om eenheid, en terecht. En men wil dat de Generale Synode door het vaststellen der belijdenisvragen die eenheid aanbrengen zal. Is dit noodig Er moet eenheid zyn, maar die kan er zyn wanneer de Gereformeerde kerken haar Litur gie slechts gebruiken, door de vragen te stel len, welke de Liturgie zelve voor het doen van openbare belijdenis geformuleerd heeft, n.l. de blyde als hy het een ander vroeg. Maar door moeder wilden wy gaarne gevraagd worden, al wisten wy ook het antwoord niet, begeerig haar antwoord te hooren, Zy kon het ons zoo duidelijk maken, en in den regel was de tyd om, vóór wy er aan dachten. Met hare heldere oogen scheen zy ons door en door te zien vooral als wy 't een of ander kwaad gedaan hadden, zoodat wy onze schuld gevoelden en beleden. Ja, zóó, dat wy het kwaad als kwaad zagen en daarvan innerlijk overtuigd werden, al vergaten wy het dikwyls spoedig weer. Op zekeren avond, Vader was al thuis, kwam Willem, met zyn Zondagsche kleeren aan van boven en dreutelde wat in de kamer rond, alsof hy de deur uit wilde gaan en toch niet recht durfde. „Waar wilt ge heen, Willem vroeg moeder. „Met Gerrit en Simon naar G. moeder!" „Daar is 'tkermis!" riep in eens myn jongste zuster, 't Was of het woord „kermis" moeder deed schrikken. Veel zachter en op een anderen toon vroeg zy „Gy wilt toch niet naar de kermis, Willem Ook wy verbaasden ons over dat plan, maar waren nog meer nieuwsgierig wat moeder daarvan zeggen zou. „Hoe kunt gij dat nu willen, Willem, gij weet toch wel dat christelijke jongelingen daar niet behooren Verder sprak zy met weinige woorden over het schandelijke en scha delijke, zelfs van het te willen, laat staan het te doen. Het scheen echter niet veel indruk te maken. Hy zou spoedig weer thuis zyn hy had het nu eenmaal beloofdhy was oud genoeg om daarover te oordeelen zooveel kwaad stak er toch niet inhy zou zich wel fatsoen-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1916 | | pagina 2