UIT ÖJE PJERS
Brieven uit het land van Altena.
Kerk- en Sclioolnieuwg.
Officiëele Berichten.
Verantwoording van Liefdegave!.
BOEKAANKONDIGING.
Advertentfën.
ABRAHAM WIJKHUIJS,
cieele kleedy kwam de gouden koets weer aan.
Langs den weg overal Bengaalseh licht in vele
kleuren, dat den optocht bescheen een fantas
tisch gezicht, 't Is of men in eens in een heel
anderen tyd verplaatst is, den tijd der oude
sprookjes. De nieuwe Vorstin schitterde van
brillanten, en droeg een lange donker fluweelen
kabaja, geheel bedekt met bloemen in goud
borduursel. Zulk een bezoek is plechtig en stijf.
Men zit, na den Soenan en de Ratoe begroet
te hebben, op aangewezen plaatsen en zwijgt,
of praat zacht met zjjn buren. Na ruim een
uur kan men, na het vertrek van de hooge
gasten, weer naar huis gaan.
liet andere feest, waarvan ik iets vertellen
wilde, is het bezoek van ZEx. den Gouverneur-
Generaal aan Solo. Zoo'n bijzonder feestelijk
karakter droeg dit bezoek echter niet, daarvoor
was de aanleiding te droevig, nl. de pest, die
hier steeds meer slachtoffers maakt.
De stad was dan ook niet versierd. Alleen
overal vlaggen, en dan aan den ingang van de
stad, vlak bij ons huis, en aan de ingangen
van de twee vorstenverblijven eerepoorten. Ze
worden hier gemaakt van lichtgrijs geverfde
pinangstammen (een palmsoort), heel hoog en
in strengen stijl, versierd met groen en empire-
slingers en schilden met den naam van den
Soenan in teekening afgebeeldeen spijker,
waar het heelal aan hangt (Pakoeboewana), en
met het Nederlandscke wapen en met veel
vlaggen.
Het was een mooie poort, die de heele breedte
van den op dat punt nog al breeden weg in
beslag nam.
Den dag van aankomst (13 December) was
de heele weg van 't station Djebres tot aan het
residentiehuis (ongeveer 20 minuten gaans)
aan weerskanten afgezet met militairen. Op
het stationsplein Mangkoenegaransche troepen
met kanonnen voor de saluutschoten, verder
Soenanstroepen en Hollandsche infanterie. Het
is een licht hellende weg voor 't grootste deel,
en 't was een mooi gezicht. Maar 't schitterendst
van alles was, toen de gouden koets, nu met
acht paarden bespannen, en met nog veel grooter
geleide te voet en te paard dan bij den intocht
der bruid, stapvoets de poort door kwam met
den Gouverneur-Generaal en den Soenan. Het
volk hier juicht niet, het hurkt: 'twas alsof
de wind over de halmen streekzonder bevel,
geruischloos zag men alles bukken. Wij Hol
landers juichen hier ook niet; onwillekeurig
komt men onder den indruk van die eerbiedige
stilte rondom.
Die heele dag was voor den Gouverceur-
Generaal een dag van plechtig ceremonieel en
van vele saluutschoten, van ontvangen der
twee vorsten en contra-bezoeken brengen, tot
's avonds toe. De volgende dag was gewijd
aan de pestbestrijding, en den 15den, 's mor
gens vroeg, zagen we ZExc. weer op dezelfde
manier, met dezelfde pracht en staatsie, voorbij
ons huis trekken naar het station.
Voor ons persoonlijk had dit bezoek ook een
zeer aangenamen kant, daar we Maandagsavonds
toen er overigens geen gasten waren, de eer
hadden uitgenoodigd te zijn tot het diner in
het residentiehuis, waar ZExc. zijn intrek ge
nomen had, en zoo gelegenheid hadden ZExc.
nog eenmaal voor zijn terugkeer naar Holland
te ontmoeten.
Wat de pest betreft was het juist een heel
droevige tijd, en wat de methode van bestrij
den betreft een eenigszins kritiek oogenblik
door de onrust van de over het algemeen de
maatregelen niet begrijpende bevolking. Het
aantal sterfgevallen nam dagelijks toe welke
praatjes daardoor onder de mensehen ontston
den, zou te veel zijn hier op te noemen. Maar
is 't niet om medelijden mee te hebben, als in
zulk een treurigen tijd de menschen o.a. den
ken, dat de dokters een premie krijgen voor
elk sier/geval, en dat de maatregel van woning
verbetering een list is van het Gouvernement
om de menschen van hun erf te berooven Er
is wel hoop, dat de eenigszins gewijzigde vorm
van bestrijding der ziekte, die nu zal ingevoerd
worden, voor de menschen gemakkelijker te
dragen zal zijn
Door twee milde giften, van f 500.en van
f 250.werden we in staat gesteld een groot
deel der kosten te bestrijden van de verbete
ring van de woningen der Christenen, in dien
vorm, dat ze uit dit fonds de noodige voor
schotten hiervoor kunnen krijgen. De kans om
de ziekte te krijgen is vanzelf in een naar den
eisch opgetrokken woning veel geringer, en
de Christenen wilden gaarne hun huizen zelf
in orde maken. De meesten van hen zijn nu
klaar, en 't komt er nu maar op aan, de ver
beterde woning zindelijk te houden. Een weke-
lijksclie schoonmaak is hier nog een ongekende
weelde.
J. C. VAN ANDELRutgers.
Waarde Vriend,
Nu het tegen het voorjaar loopt gaan we
den tijd weer tegemoet, dat vele doopleden
zich voorbereiden tot het doen van belijdenis
des geloofs. Over deze gewichtige en teedere
aangelegenheid in de kerk des Heeren wordt
nog zeer onderscheiden gedacht, gesproken en
gehandeld.
We kunnen nu juist niet zeggen, dat we
over deze zaak geen woord meer behoeven
vuil te maken. Integendeel houd ik het voor
zeer gewenscht en noodzakelijk dat daarover
het recht licht ontstoken worde.
Ge zult het met mij wel ervaren, dat er ook
in de Gereformeerde kerken nog door vele
leden gesproken wordt over het laten aanne
men. Meermalen kunt ge de vraag beluisteren
.Laat jij je ook aannemen?"
Reeds die uitdrukking verraadt, dat de per
soon in kwestie niet thuis is in Gods Woord
en ook niet in de Gereformeerde Belijdenis
schriften. Men kan er dan zoo goed als zeker
van zijn, dat de leer des Verbonds nog niet
goed is begrepen. Immers reeds bij den II.
Doop zei het doopsformulier „Als wy in den
naam des Vaders gedoopt worden, zoo betuigt
en verzegelt ons God de Vader dat Hij een
eeuwig Verbond der genade met ons opricht,
ons tot zijn kinderen en erfgenamen aanneemt
Wat God ons in den H. Doop reeds heeft
verzegeld kunnen wij ons op lateren leeftijd
toch niet laten doen. Zeker, ik weet wel, dat
men het altijd zoo kwaad niet bedoelt, maar
een verkeerde terminologie werkt ook averechts.
We moeten ons in het kerkelijk leven ook
goed uitdrukken.
Je begrijpt dus wel, dat ik van dat Blalen
aannemenniets moet hebben. Een Gerefor
meerd jongmensch doet belijdenis van zijn
geloof. Let wel van persoonlijk geloof. Ook in
dat opzicht denkt men niet altoos even helder.
Men beschouwt het wel eens zoo, dat de be
lijdenis niets anders is dan een uitspreken van
de historische waarheid. Alweder mis. Onze
geloofsbelijdenis is een overnemen vau onzen
doop. In alle verbonden zjjn twee deelen be
grepen. God is de eerste in het Verbond, die
ons betuigt en verzegelt. Maar wij zijn ge
roepen, om dat Verbond in te willigen e'n den
Heere de hand te geven.
Niemand is vrij. We worden allen geroepen,
om met den Heere in bond te leven. Hebben
we daarin geen lust, dan verraden we, dat de
dienst der zonde en der wereld ons meer be
koort dan de liefdedienst des Heeren. Sommige
doopleden denken misschien, dat zij zich wat
vrijer kunnen bewegen, als zij geen geloofs
belijdenis doen, en daarom stellen zij de be
lijdenis maar uit. Ze vergeten daarbij, dat de
Heere al die jaren al gewacht heeft op hunne
inwilliging van het Verbond. Ja, er zijn wel
doopleden der kerk, die in den waan leven
nog geen leden der kerk te zjjn. Ze redeneeren
aldus als je belijdenis doet, dan wordt je lid
Alweder niet goed geredeneerd, want in de
vragen van het doopsformulier staat ook deze
„of gij niet gelooft en bekent, dat ze als lid
maten van Christus behooren gedoopt te wezen."
We werden dus gedoopt, omdat we tot de le
den gerekend werden. In het natuurlijke leven
rekent men toch ook wel met de kinderen al
zijn ze nog geen 21 jaar? Op dien leeftijd
zijn ze toch pas mondig. Welnu, zoo is het
ook in het kerkelijk leven. De gedoopten zijn
onmondige, de belijders mondige leden der
kerk.
In onze belijdenis vragen wü toegang tot de
H. Sacramenten. Vandaar, dat het zulk een
zonde voor God is, als we eerst bij de ambts
dragers komen, om toegang te vragen, en dan
als we toegang verkregen hebben, niet komen.
Maar, zoo hoor ik je zeggen: 'tis toch ook
geen kleine zaakDat is ook zoo. Mits die
volzin geen gestolen waar is, en je dus niet
pronkt met andermans veeren. Men doet dik
wijls zoo gewichtig, terwijl men't in den grond
der zaak zeer luchthartig opneemt.
Al onze dikke woorden en zware termen
brengen ons geen stapje nader. Wie waarlijk
gelooft, dat Avondmaal vieren even gewichtig
is als de bediening van den H. Doop, die voelt
ook, dat de geloofsbelijdenis niet minder ge
wichtig is. Weet je wat ernstige jongemenschen
doen Die onderwerpen zich altoos aan Gods
Woord zij gaan met al hun bezwaren naar
den troon der genade.
Een jongmensch kan te midden van eene
omgeving, waar men niet denkt en spreekt
naar Gods Woord, een grooten strijd te strij
den hebben. De aanvechtingen kunnen vele
zijn. De menschen kunnen 't ons soms lastig
maken. Maar dit staat vast: de Heere ver
blijdt zich over allen, die naar Zijn bevelen
leven. Geve onze God aan onze doopleden
deze genade, dat zij klein van zichzelven mogen
denken, maar groote gedachten van den trouwen
Verbondsgod mogen hebben. En laten de
ouderen voorgaan met een goed voorbeeld,
met woord en daad. Dan zal de Kerk des
Heeren bloeien.
Van harte gegroet,
t.t.
Akkerhuis.
TWEETAL
te LeidenW. Bouwman te Ilallum
K. van Anken te Pernis.
te BleiswijkA. M. v. d. Berg te Landsmeer
B. A. Knoppers te Kapelle-Bie-
zelinge.
te Waarderdr. C. N. Impeta te Avereest
E. Schouten te Hoofddorp,
te Opperdoes A. M. v. d. Berg te Landsmeer
J. G. Feenstra te Dirkshom.
te ScharnegoutumN. Postema te Beilen
K. v. d. Veen te Gasselter-
n ij eve en.
BEROEPEN
te NumansdorpJ. B. Jansen te Zevenhuizen
(Z.-H.)
te SpijkE. J. Wientjes te Barneveld
te EnterM. B. Parlevliet te Sleen.
AANGENOMEN
naar den Haagdr. K. Dijk te Rijswijk
naar Driebergen G. Wisse te Bodegraven.
BEDANKT
voor Driesum: dr. C. N. Impeta te Avereest
voor 't ZandtJ. v. Henten te Wijekei en Balk
voor Bataviadr. V. Hepp te Klundert
voor TerneuzenS. Groeneveld te Oenkerk.
Intree te Blokzijl, cand. W. Steunenberg,
met 2 Cor. 4 5, na bevestigd te zjjn door ds.
J Bosch Jr. van Steenwijk met Col. 4 17.
Door ds. P. Segboer, die in 1900 zich als
predikant aan de Geref. kerk van Voorthuizen
verbond en daar in 1913 door de classis Apel
doorn uit het ambt werd ontzet en waar hij
ook buiten de gemeenschap der Ger^f. kerk
trad, heeft aan den kerkeraad van de Geref.
:erk te 's G.ravenhage, waar hij zich metterwoon
gevestigd heeft, te kennen gegeven, dat hij
zich gaarne weer bij de gemeente wenscht te
voegen.
Tn „De Rott." vraagt een inzender nadere
inlichtingen over de nieuwe veldpredikershij
heeft toch vernomen, dat deze als kap Hein-veld
predikers tot hulp zouden zijn van de majoor-
veldpredikers, die er reeds zijn, en dat de eene
dominee onder het gebiedend gezag van een
anderen domine'e zou staan, „dat lijkt mij alevel
wat raars". Prof. IJ. Bavinck zal wel de ge-
wenschte inlichtingen geven.
Afscheid van Watergraafsmeer, wegens
vertrek naar Den Haag, ds. .T. Domna met El'
6 23 en 24.
De Classe Breukelen nam de volgende
twee besluiten
De Classe stelt vast, dat bij een praeparatoir
examen den examinandus de volgende vragen
zullen worden gedaan, die hem veertien dagen
voor de vergadering waarop hij examen hoopt
te doen, schriftelijk zullen worden medegedeeld
„De Classe Breukelen, gelet op art. 196 v.d.
Acta der Gen. Syn. v. Arnhem, besloot het
onderzoek naar de beweegredenen, die een exa
minandus hebben geleid tot het staan naar het
ambt van dienaar des Woords te doen plaats
hebben bij het praeparatoir examen. Mitsdien
zal op de e.k. classicale vergadering, waarop gij
praeparatoir zult worden onderzocht, de volgende
vragen u ter beantwoording gedaan worden
N.N. verklaart gy voor het aangezichts Gods
en de ambtsdragers zyner kerk in deze verga
dering tegenwoordig
1. Dat gij niet uit eergierigheid, noch uit
eenige andere verkeerde lust of genegenheid
staat naar het ambt van dienaar des Goddelijken
Woords maar dat het uw oprechte begeerte is
om Christus te dienen en mede te werken tot
volmaking der kerk, tot het werk der bediening
en tot opbouw van het lichaam van Christus?
2. Dat gij dies eene goede getuigenis des har
ten hebt tot deze heilige bediening van den
Heere te zijn geroepen
„De Classe, gehoord hebbendeen overwegende,
dat de kerkelijke attestatiën niet altijd de waar
heid uitdrukken, spreekt op voorstel van een
der kerken uit de noodzakelijkheid, dat door
de kerken bij het afgeven van een kerkelijk
attest wordt toegezien, dat dit, waar getuigd
wordt dat een lidmaat gezond is in het geloof
en onberispelijk of godzalig in den wandel,
voor zooverre zij oordeelen, naar waarheid zij.
Zij besluit de Prov. Syn. van Utrecht te
vragen of het niet op den weg der Syn. kan
liggen eene dergelijke uitspraak te doen, en aan
de Gen. Syn. hetzelfde te verzoeken."
De kerkeraad der Geref. Kerk C te
Haarlem heeft besloten aan de classicale ver
gadering in overweging te gevenlo. of het
niet ligt op den weg der Geref. kerken in ons
vaderland nogmaals een openlijk getuigenis te
doen uitgaan tot de christelijke kerken in het
buitenland tegen het booze karakter dat de
tegenwoordige oorlog meer en meer vertoont
en haar op te wekken ook zelve daartegen te
getuigen2o. hoe dit zou kunnen geschieden,
nu de Generale Synode dit jaar niet samenkomt
3o. indien het mogelijk is, welke stappen, daartoe
gedaan moeten worden.
KapelleBiezelinge,' 19 Maart 1916 Heden
morgen maakte onze geliefde leeraar ds. B. A.
Knoppers de gemeente bekend, dat hy een
roeping had ontvangen van de gemeente Hen-
drik-Ido-Ambaeht. Geve de Heere hem in deze
de leiding Zyns Geestes om een Hem welbe-
hagelyke keuze te mogen doen, die kan strek
ken tot eere van Zyn Naam, en tot welzyu
der beide gemeenten.
Namens den Kerkeraad,
J. Zegers, 2de Scriba.
CLASSIS MIDDELBURG.
De kerken der Classis Middelburg zullen
vergaderen D. V. Dinsdag 9 Mei 1916 in de
Gasthuiskerk te Middelburg.
Punten voor het Agendum in te zenden lot
20 April a s. by den Actuarius ds. C. J. de
Kruyter.
Namens de roepende Kerk van Veere,
A. Scheele, Praeses.
A. Volkers Az., Scriba.
Veere, Maart 1916
L. S.
Donderdag 30 Maart 1916, 's namiddags half
twee uur, in de consistorie Hofplein, vergade
ring van de drie kerken van Middelburg tot het
nazien van de stukken, welke betrekking heb
ben op de overkomst van den WelEerw. heer
ds. P. Warmenhoven naar Serooskerke.
In naam van bovengen. Kerken.
Terneuzen20 Maart. Gisteren ontvingen
wy het teleurstellend bericht van onzen be
roepen leeraar, ds. Groeneveld van Oenkerk,
dat hy voor de roeping onzer gemeente na
veel strjjd bedankte.
Namens den kerkeraad,
H. van Wijck, Scriba.
ZENDING.
Met hartelyken dank aan verzamelaarsters
en verzamelaars deelt de Zendingseommissie
der Ger. kerk te Baarland mede, dat uit de
huisbusjes ontvangen is te Baarland Johavan
Damme Pd. f 1,20 Maatje de Jager Jd. f 1,10V2.
Te Oudelande: Jaunetje de Dreu Pd. f' 1,49'/»
Cornelia de Leeuw Dd. 1 4,67V2 en 350 opge
spaarde halve centen is f 6.42V2 Wilhelmina
Sandee Jd. f 2,13. In totaal f 12,35l/s
Er kunnen nog busjes geplaatst worden.
Aanvragen richte men tot den secretaris der
commissie, R. C. Jansen, Oudelande.
Met vriendelyken dank ontving ik van Dina
zilverpapier en capsules voor de Zending.
Souburg. Mej. A. Kerkhof.
H
Ontvangen collecten van de Gereformeerde
Kerken in de Classe Middelburg.
a. Voor de hulpbehoevende Kerken in de
Classenagekomen
Koudekerke f 15,54VsMiddelburg C f 21,86Vs
b. Voor hulpbehoevende Idioten en andere
ellendigen
Arnemuiden f5,12V2; Domburg f5,19; Ga-
pinge f 4,06l/j Grypskerke f 14,55Koude
kerke f 11,71 St. Laurens f—Meliskerke
f 10,15; Middelburg A f 18,41 V, Middelburg
Bfl5,03Vs Middelburg C fOostkapelle
f 11,25 Serooskerke f 17,19; O. en W. Souburg
f 13,20Veere f 12,28Vlissingen f 12,79;
Vrouwepolder f7,50; Westkapelle f2,13.
De Correspondent voor de
Classicale collecten,
Middelburg, 23 Maart 1916. A. Punt.
ZIEKENBUS.
De kinderen, die met de busjes rondgaan,
worden gaarne door oudergeteekende verwacht
D. V. Woensdag 29 Maart a s. van 2—4 uur.
Mej. Stevense, Penniugineesteresse.
Middelburg A. Door bemiddeling van ds.
Wieleuga ontvangen van P. S. f 10 voor de
Zending. Ook nog gevonden in de collecte
f 1,05. Hartelijk dank!
Namens de Zendingscommissie,
S. Verlare, Penningm.
Vrouwepolder. De collecte voor de Kerken,
getroffen door deu Watersnood, heeft opgebracht
f41,35.
Een schat in aarden vaten De Afschei
ding. In levensbeschrijvingen geschetst
door J. A. Wormser. Eerste Serie.
III. „Werken zoolang het dag is".
Het leven van Hendrik de Cock.
Uitgave van E. J. Boscn Jbzn. teNy-
verdal.
De uitgave van dit belangrijk historisch werk
vordert goed, en zy doet ons by voortduring
zien, dat de schrijver nauwkeurig studie gemaakt;
heeft van het tijdperk der afscheidiug. In do
laatste afleveringen geeft hy ons een beeltenis
van de Cock, welke zeer trouw is. Wy blyveii
dan ook de aandacht op dit werk vestigen, want
wie in onze kerkelijke wereld geen vreemdeling
wil zijn, moet noodig den tyd kennen, waarin
de Afscheiding plaats gehad heeft.
Het zou ook ondankbaar zyu, wanneer we
niet in levendige herinnering bewaarden, wat
mannen als de Cock hebben gedaau, en we zou
den dan ons zelf berooven van de bemoediging,
welke er voor ons in hun leven en werken ligt.
Zulk een werk blyft zyn waarde houden en
het is goed. dat men het by de hand heeft om
het telkens te kunnen raadplegen. Bouma.
Heden overleed zacht en kalm,
na een kortstondig geduldig lyden,
in den ouderdom van 63 jaar en 6
maanden, onze geliefde Vader, Be
huwd- en Grootvader, de Heer
in leven rustend landbouwer.
Zyn diepbedroefde Kinderen,
C. WIJKHUIJS.
J. WIJKIIUIJS-Gideonse.
M. PIETERSE-Wmehults.
P. PIETERSE.
C. MARINISSEN—WuKHiMjfl.
M. C. MARINISSEN.
M. DE VISSERWiJKHuus.
C. DE VISSER.
St. Laurens, 19 Maart 1916.
Heden trof ons een gevoelige slag,
daar de Heere uit ons midden weg
nam, na eene korte doch ernstige
ongesteldheid, ons jongste Zoontje
MAARTEN,
in den jeugdigen leeftyd van bijna
zes jaar.
De Heere, die geen rekenschap
geeft van Zyne daden, doe ons in
Zyu ondoorgrondelyken wil be
rusten.
Uit aller naam,
P. LOUWERSE.
J. LOUWERSE -van Soelen.
Oost- en West-Souburg,
24 Maart 1916.