Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 30e Jaargang. Vrijdag 24 Maart 1916 No. 13. UIT HET WOORD. Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vaste MedewerkersD.D. H. J. d. VEEN, J. D. WIELENGfl, F. J. v. d. ENDE, A. D. C. KON, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF. Abonnementsprijsfranco aan huis per half jaar 70 cent. PERSVBRBEN1GING ZEEUWSCHE KERKBODE. Adres van de AdministratieA. D. LITTOOIJ Az. Middelburg. JIET MYSTERIE VAN MESSIAS' LIJDEN ONTHULD. In het lijden van Jezus, zooals het ons in de Evangeliën wordt beschreven, zien wij den miwendigen kant ons getoond, maar in Jesaja's profetische teekening wordt ons de inwendige zijde ervan te aanschou wen gegeven. Deze Evangelist des Ouden Verbonds beschrijft ons het mysterie van Jezus' lijdensganggeeft aan waarom het aldus geschiedde en gunt een blik in de innerlijke zielsgesteldheid van den Knecht des Heeren onder al die smarten. Er wordt gezegd Messias is verwond, verbrijzeld, gestraftgestriemd. In al die smarten, welke Messias onder vond, toen Hij aan het kruis leed en stierf, mogen wij niet anders zien dan de wre kende gerechtigheid Gods. Niet eigen schuld werd door Messias geboet. Maar anderer straf werd door Hem gedragen. »AUe onze ongerechtigheden heeft de Heere op Hem doen aanloopen". Daarom werd Christus als Borg verwond. Dat ziet niet op de wonden der nagelen in handen en voeten, noch op de speer- wonde Zijn heilig lichaam toegebracht. Maar verwond beteekent hierHem is een doodsteek toegebrachten wel door middel van Gods toorn over onze zonden, die Hij droeg. Als Borg moest Christus ondervinden, wat anders wij, des doods schuldigen, hadden moeten dragen. Om onze overtredingen (en hier wordt het ergste woord voor »zonde" gebruikt, dat rebellie tegen God aanduidt) is Hij ver wond. Onze afval van God door moed willige ongehoorzaamheid was de dood steek, die aan den lijdenden Borg toege bracht werd. Hij is verbrijzeldGelijk men een aar den vat in de hand neemt, met kracht ten bodem werpt, zoodat het in duizend gruizelementen valt, alzoo is onze Borg naar de ziel door de hand van Gods ge rechtigheid aangegrepen en is met de kracht des toorns Gods over onze zonden neergeworpen in den eeuwigen dood, zoo dat Hij geheel verbrijzeld is geworden. Hij, de machtige, werd krachteloos. Hij, de sterke, werd geheel verzwakt. Hij ging geheel en al onderonder het recht Gods en ondervond het dat door de slang Hem de verzenen vermorzeld werden. Door het zwaard van Gods recht, waaronder Jezus als onze Middelaar gewillig boog, werd Hij neergehouwen. Zoo werd hij overge geven in de handen der zondaren, werd Hij een speelbal van hel en duivelen, werd Hij een verstootene van hemel en aarde beide en werd geslacht op het altaar van Golgotha's Kruis als het Lam Gods tot verzoening van onze zonden. Verbrij zeld is Hij naar de ziele. Niets geheels is er in Hem overgebleven. Stukgeslagen is Hij door de beukende golven van Gods gramschap. Hoe ontzettend dat zielelijden moet geweest zijn, kan geen enkel mensch doorgronden. Iets ervan werd uitgedrukt in Davids psalmwoorden, door den Heili gen Geest hem in het hart en op de lip pen gelegd, waarin hij profetisch Messias' zielesmart uitklaagde»Ik ben uitgestort als water, en al Mijne beenderen hebben zich vaneen gescheidenMijn hart is als was het is gesmolten in het midden Mijns ingewands. Mijne kracht is verdroogd als eene potscherf, en Mijne tong kleeft aan Mijn gehemelte, en Gij legt Mij in het stof des doods." (Ps. 2215, 16). Die innerlijke verbrijzeling onderging Christus ook weer om onzentwille, in onze plaats vanwege onze ongerechtigheden. Elke afwijking van ons, ze is als een moker slag die op Christus' ziele neerkwam om haar te vergruizelen. En alle die moker slagen van onze ongerechtigheden hebben Jezus' ziele stukgeslagen, zoodat Hij in de aller uiterste smart en benauwdheid der helle uitriep »Eli, Eli, lama, sabachtanni." Christus is in onze plaats gestraft. Ons Avondmaals-formulier drukt het in den aanvang reeds zoo kernachtig uit»aan- gezien de toorn Gods tegen de zonde zóó groot is, dat Hij die (eer Hij ze ongestraft liet blijven) aan Zijnen lieven Zoon Jezus Christus, met den bitteren en smadelijken dood des kruizes gestraft heeft." Een misdadiger moet ondergaan een of ander gevoelig leed tot vergelding van zijn bedreven kwaad, en dat is zijn straf. Heeft hij zijn straf ondergaan, dan is het evenwicht weer hersteld, der ge rechtigheid genoeg gedaan en de vrede weergekeerd. Wij als misdadigers tegenover God, moesten allerlei gevoelig leed ondergaan tot vergelding van ons kwaaddoch ziet, ons wordt die straf gespaard; die kwam op Jezus neerHij voelde er het leed en de pijnen van, en herstelde aldus voor ons het evenwicht, voldoening gevende aan de gerechtigheid Gods, zoodat wij er de heerlijke vruchtvrede des harten van ge nieten mogen. De straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem. Hij is ook gestriemd. Oudtijds gebruikte men behalve een roede ook een touwtje met knoopjes er in, een geesel of riempje om te kastijden. Denk aan Rehabeams woord»mijn vader heeft u met geeselen gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden." Schorpioenen waren lederen riempjes, met puntige haakjes er in, waar mee de ontbloote rug gestriemd werd. Onze Borg en Middelaar is ook gegeeseld heeft de striemen der kastijding vanwege onze verkeerdheden op zich voelen neer dalen. En de verbeteringwelke de kastij ding bedoelt en uitwerken moet als het goed is, is ons deel geworden. Christus droeg er de smart van, en wij ontvingen er de zegening van »Door Zijne striemen is ons genezing geworden." Waarom Jezus al die smarten droeg, wordt in bovenstaand vers duidelijk be schreven. Het mysterie van Zijn lijden wordt ver klaard. Omdat Hij als Borg in onze plaats Zich stelde onder het recht Gods. En tevens wordt tot vertroosting van ons geprofeteerd welk een zegenrijke rui ling er plaats greep. Dat heerlijke vers uit Gods Woord was reeds voor menigeen een fundament, om er zijn eeuwig huis op te bouwen. In de Roomsche Kerk hecht men vooral in deze dagen, in de Passieweken, bizon der veel aan het beschouwen der beelden die Jezus' kruisgang voorstellen. Wat wordt er door opgewekt Mede-lijden met Jezus' lichamelijke smart en pijn. Doch dat is ons niet genoeg Wij moeten gevoelen het mede-lijden met Christus' zielesmarten, die onze zonden Hem veroorzaakten Elke ongerechtigheid van ons was voor onzen Heiland een striem op Zijn rug, een dood steek in Zijn beenderen, een hamerslag op Zijn ziele tot hare verbrijzeling. Dan wordt er aan den voet van Golgotha's Kruis door ons geweend over onze eigene onge rechtigheden. En die droefheid naar God wordt de bron, waaruit opwelt zielevrede en zielevreugde. De stomme beelden van Rome's Kerk trekken ons niet aan. De levende verkon diging van Jesaja's woord doet ons Jezus' lijden verstaan. En als wij dat recht ver staan, zal het ons brengen in diepe ver ootmoediging voor onzen God vanwege onze zondeschuld, en in blijde en dankbare vermelding van Zijne bewezen genade, omdat Hij Zijn eigen lieven Zoon niet ge spaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven in den Kruisdood. Dit troostrijk Evangelie van Jezus' borg- tochtelijk lijden wordt door velen ontkend. Ze noemen hetbloedtheologie. Zij ver staan niets van de schaduwachtige betee- kenis van het paaschlam, noch van de vervulling op Golgotha's Kruis, noch van de rechtvaardigheid Gods, die aan geen ander schepsel de schuld stralïen kon, die de mensch gemaakt heeft. De mensche- lijke natuur, die gezondigd had, moest voor de zonde betalenen heeft betaald in Jezus Christus, den Zoon des menschen, die heilig en rechtvaardig was. Doch deze heerlijke belijdenis mag door ons niet vergeten worden. Woorden als bovenstaande tekst, zoo rijk en diep van inhoud, moeten geen ijdele klanken voor ons worden. Telkens weer moeten wij die overpeinzen en in de diepte er van trach ten af te dalen, opdat wij erkennen zou den uit wat grooten nood en dood en kommer Christus als Plaatsbekleeder ons heeft verlost. Juist wij, die verlost zijn, mogen niet verzuimen er over na te den ken hoe groot onze zonde en ellende was, waaruit Christus ons verlost heeft. Nooit genoeg kunnen wij den rijken inhoud daar van bevatten. Het is een stuk, waarover wij nimmer uitgestudeerd raken. Onze lij dende Verlosser wordt er gedurig dier baarder voor eigen hart door. En wij ge voelen hoe wij Hem al de liefde onzes harten verschuldigd zijn voor de bloedige offerande door Hem eenmaal gebracht ons tot tijdelijk en eeuwig heil. Gods vierschaar is voor ons gespannen, toen Christus in onze plaats werd ver wond, verbrijzeld, gestriemd, gestraft. God heeft in Christus met Zijn volk afgerekend. De schuld is betaald. Als wij in dien Borg geloovig wegschuilen, dan kan de vloed van Gods toorn ons niet meer deren. Christus is voor ons gestorven, Heeft gena voor ons verworven, Dies zijn we bevrijd van alle straiten der zonde. En omgekeerdde zegeningen, die ons naar ziel en lichaam nu en tot in eeuwig heid te beurt vallen, druipen uit Christus' wonden, zijn vrucht van Zijne ziele wor stelingen op 't akelig vloekhout. Vanwege onze zonden moest Jezus zóó lijden. Dus, Broeder en Zuster, veroordeeltver foeit gij nu ook met al wat in U is Uwe eigene zonden en ongerechtigheden, Uw hoogmoed, Uw ijdelheid, Uw wellust, Uw hartstochten, Uw eigenzinnigheid, Uw nei ging tot allerlei kwaad? Als de Gekruisigde u dierbaar is, kunt gij de zonde in u niet langer dulden. Zij uw bede»o Heere, verlos mij van alle ongerechtigheid en reinig mij van mijne verborgene afdwalingen." De kastijdingen, die op Christus om uwentwille neerkwamen, moeten bij u af werpen schoone vruchten van heiligma king. Verstaat gij dat? Kfrkiiof. KERKELIJK LETEN. De verdorde vijgeboom. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentieprijs 15 regels 30 centiedere regel meer 5 cent Familieberichten 10 cent per regel. UITGAYE VAN DE Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiëu tot uiterljjk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D. LITTOOIJ Az., Middelburg. Maar hij is om onze overtredingen verwond om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeldde straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijne striemen is ons ge nezing geworden. Jesaja 53 5. Op een vraag door een onzer lezers gedaan om eenige inlichting wilten we gaarne ant woorden. Wfj geven hier eerst, wat een kenner ons van den vijgeboom mededeelt. „De vijgeboom werd in Palestina zeer dik wijls en veel geteeld en onder de voornaamste voortbrengselen daarvan gerekend, gelijk de Noord-Aziatische landen dan ook het eigenlijke land voor dit gewas zijn. Hij heeft bladen in den vorm eener hand van boven neer en donker groen, van onder wit en met fijne haartjes en een gladden stam, met zware schors overdekt, maar niet geheel rechtzjjn takken geven een rijke en aangename schaduw, waarom men zich gaarne onder de vijgeboomen aan een behaag lijke rust overgaf. De rabbijnen studeerden onder den vijgeboom als in een prieel. De bloemen zjjn in een vleeschachtig omhulsel verborgen, die (in Kanaiin in het midden van Maart) aan de oude takken te voorschijn komen. Niet alle bloemen zijn echter tweeslachtig. De alleen vrouwelijke worden gewoonlijk door de vijgen-wesp bevrucht, die haar eieren in de bloesems van den mannelijken (wilden vijgeboom legthet daaruit kruipend gebroed vlucht met het stof der bloesems bedekt naar de vrouwe lijke bloesems en bewerkt door zjjn steek de bevruchting. De vijgeboomen groeien zeer goed aan landstraten en wegen, omdat het stof (als een wegnemend tegenwicht tegen den sterkeu aandrang der sappen, hunne vruchtbaarheid moet bevorderen. Van de vijgen zelf, die een zeer gewone en geliefkoosde spijs zjjn, kent men in 't Oosten drie soorten le. de vroege vijgen, die zich na een zachten winter reeds in Maart beginnen te zetten en- aan 't einde van Juni rijp zijn zy vallen van zelf of na een zacht schudden af en worden als verfrissching zeer geschat2e. de zomervjjgen die in 't midden van Juni beginnen te zetten en in Augustus tot rijpheid komen men pleegt ze te drogen en tot hoekuormige ronde of ook wel vierkante massa's te vormen 3e. de wintervijgen, die eerst, nadat de boom reeds ontbladerd is, ryp worden en bij een zachten winter tot in het voorjaar blijven han gen zij zjjn langer dan de zomervijgen en hebben een donkere violetkleur. Alzoo draagt de vijgeboom een groot gedeelte van het jaar door, bizonder in zachte streken, maar hij eischt ook, wanneer de vijgen goed zullen zjjn, veel verzorging."

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1916 | | pagina 1