Eerst is het licht het uitsluitend deel
geweest, gedurende vele eeuwen van het
volk Israëls. Maar toen is Christus geko
men, het Woord is vleesch geworden, de
Nieuwe Bedeeling is aangebroken, de Geest
is van den hemel nedergedaald. Toen zijn
alle volkeren gekomen tot het licht, gelijk
ook reeds van ouds geprofeteerd was. En
de lichtkring, die door de Heilige Schrift
beschenen wordt, breidt zich voortdurend
uit. De Bijbel is nu reeds in 440 talen
der volkeren overgezet. In alle wereld-
deelen en schier onder alle volkeren wordt
hij verspreid en ook gelezen en onder
zocht
Welk een onwaardeerbaar Godsgeschenk,
't welk wij in dien Bijbel bezitten
Hoezeer hebben we ons te beijveren, om
dat heerlijke licht des Woords overal te
doen schijnen. Nooit kunnen we der we
reld luide genoeg toeroepen, dat zij toch
tot dat licht zal komen en door dat licht
zich zal laten leiden
Maar vóór en boven alles laat ons
toch luisteren naar 'tgeen de apostel in
ons vers onszelven toeroept, krachtig ver
manend
i>Gij doet wèl dat ge daarop acht hebt
totdat de dag aanlichte, en de morgenster
opga in uwe harten
Bij deze vermaning wensehen we in een
volgende meditatie stil te staan.
KERKELIJK LEVEN.
Vrije Universiteit.
De Hollandsch-Chineesche
School met den Bijbel te Magelang.
Nog eens predikantstractementen.
ZENDING.
Kerk- en Sclioolnfeuwtt.
Kok.
Ook aan ons werd een boekje gezonden, dat
ijvert voor de Vrije Universiteit te Amsterdam,
met het verzoek om het te willen bespreken,
waaraan we gaarne gehoor geven. We beginnen
met te zeggen, dat dit boekje zeer geschikt is
om ieder in te lichten over de bedoeling, welke
de vereeniging voor Hooger Onderwijs op Ge
reformeerden grondslag najaagt, want het geeft
in korte stukjes een duidelijk antwoord op de
onderscheiden vragen, welke hierbij te pas ko
men. Na al wat over deze zaak reeds ge
schreven werd, moest het niet meer noodig zijn,
want waarlijk het heeft niet ontbroken aan een
heldere uiteenzetting aangaande het standpunt,
dat deze vereeniging inneemt. Voor-en tegen
standers hebben zoo vaak reeds over deze Hooge-
school gehandeld, dat allen nu wel weten moesten,
waar het om gaat. Doch wie acht geeft op de
werkelijkheid, is het met den steller van dit
boekje eens en zegthet is niet overbodig, dat
op deze manier nog eens deze zaak gelegd wordt
voor 't oog en aan het hart van ons volk. Daar
zijn nog altijd velen, die naar 't schijnt de be-
teekenis van zulk een Universiteit voor ons volk
niet verstaan en daarom kan het ten zeerste ge
waardeerd, dat dit boekje verschenen is om een
warm pleidooi te houden voor hen, die of nog
niet genoeg op de hoogte zijn, óf traag werden
om zedelijken en geldelijken steun te bieden.
Aan een dringende opwekking bestaat er inder
daad behoefte.
Bjj het lezen maakten we dezelfde opmerking,
welke anderen reeds uitgesproken hebben en
die we weergeven in de vraag: Ware het niet
beter geweest om over het geschil, dat er be
staat over de opleiding onzer aanstaande pre
dikanten het zwijgen te bewaren De schrijver
kon toch niet meen en, dat door zijn woord na
al wat er reeds gebeurd is eenige invloed zou
uitgeoefend worden op hen, die nu eenmaal
gelooven, dat de zaak der opleiding veiliger is
in de handen der kerken dan in die eener ver
eeniging terwijl het vermelden daarvan allicht
in sommige kringen prikkelt, wier steun toch
ook gezocht ftordt en terecht.
5)
En zoo verstaan de heiden-kinderen het, als
we nu Hebr. 11 opslaan en hun voorlezen,
hoe daar Rachab, de heidin en zondares, ge
noemd wordt in de rij der geloofshelden, ge
noemd in één adem met Abraham, Izak, Jakob,
met Mozes, Samuel en David. Zoo zien ze ook
aan de heidin de groote liefde en barmhar
tigheid onzes Gods verheerlijkt. En uit ons
hart rjjst de stille bede„Heere, open toch
hunne oogen!"
Bijbelsche Geschiedenis is, ook, ja ik zou
haast willen zeggen, vooral op onze school,
een heerlijk vak.
Is zoo dus eenerzijds ons doel, den kinderen
eigen ellende en den weg der verlossing te
leeren kennen, anderzijds moet het ons even
klaar voor oogen staan, dat we onze leerlingen
slechts enkele jaren hebben, in den kinderleef
tijd alleen. Straks zullen ze de school verlaten,
en dreigt er groot gevaar, dat de vogelen het
gestrooide zaad zullen wegpikken of de door
nen het verstikken.
Valt hier, buiten het gebed om bewaring van
den Booze, iets tegen te doen?
Ongetwijfeld bindt de werkzaamheid onzer
christelijke scholen voor Chineezen dadelijk met
veel klem ook de plicht op onze harten, dien
arbeid straks onder de volwassen Chineezen
Overigens is het uitnemend geschreven en we
wensehen niet alleen, dat velen het lezen zullen,
maar dat het ook moge bijdragen om liefde
voor onze eenige Gereformeerde Universiteit te
wekken en te versterken. Yoor een groot deel
hangt middelijk de toekomst van de Gerefor
meerde belijdenis in ons vaderland af van de
taak, welke de Hooge School voor haar rekening
heeft gekregen en gelukt het 0111 onder den
zegen des Heeren die taak af te werken, dan zal
dit onberekenbare gevolgen hebben. Daarom is
het goed ja noodig, dat allen die in de Geref.
belijdenis de meest zuivere uitdrukking van
hun geloof eeren, mede helpen om deze school
meer tot bloei te brengen. En laat het gebed
voor hen, die allereerst zich wijden aan het ge
wichtig werk, dat deze School te doen heeft,
niet verflauwen, wijl ook hier met name geldt,
dat aan 's Heeren zegen alles gelegen is.
Boüma
Onderstaande missive, die de door de Generale
Synode voor deze zaak benoemde Deputaten
zonden aan de classis Middelburg, wenscht de
ondergeteekende, door genoemde classis tot haar
correspondent ter behartiging dezer levens
kwestie onzer kerken''' benoemd, ter kennis te
brengen van onze gemeenten en kerkeraden
Aan de Classis Middelburg van Geref. Kerken.
Weleerwaarde en Eerwaarde Broeders in
Christus
Reeds drie Generale Synoden, die van 1908
te Amsterdam, die van 1911 te Zwolle en die
van 1914 te 's Gravenhage gehouden, hebben de
aandacht gewijd aan de zoo noodige verbetering
der predikantstractementen. De deputaten prof.
Rutgers, prof. Noordtzij en ouderling van
Muiswinkel, die gedurende al die jaren de
Kerken in deze zaak hebben gediend, hebben
reeds in 1909 aan al de Kerken een missive
gezonden, ten einde te voldoen aan hun opdracht
„om de Kerken ernstig op te wekkenin de tracte-
menten der predikanten verbetering te brengen
(Acta 1908, art. 92). Naar het meer uitgebreid
mandaat, dat zij van de Synode van 1911 ont
vingen, hebben zij in het begin van 1914 nog
eens dezelfde missive rondgezonden en meteen
van alle plaatselijke Kerken opgave gevraagd
„o/, en, zoo ja, tot welk bedrag het tractement
sedert 1909 is verhoogd" (Acta 1911, art. 88).
Zij konden in hun rapport, op de Synode in
1914 uitgebracht, door Gods goedheid „veel
verblijdends" mededeelen (Acta 1914, bijlage
LYI) Het totaal der verhoogingen in 347 kerken
voor 383 predikantsplaatsen, buiten de kinder
gelden, in die jaren aangebracht, bedroeg
f76753,70.
Toch heeft de Synode van 's Gravenhage ge
oordeeld, dat dit aanvankelijk verkregen resultaat
niet een reden mocht zijn, om de aangevangen
actie te staken, maar veeleer een prikkel, om
haar met kracht door te zetten, ook wijl slechts
van 407 Kerken een antwoord was ingekomen,
en onder deze een 60-tal berichtten, dat het om
allerlei oorzaak nog niet tot een verhooging was
gekomen.
De deputaten, die op zoo hoogst verdienste
lijke wijze zich van hun taak hadden gekweten,
begeerden om hun gevorderden leeftijd niet meer
voor een herbenoeming in aanmerking te komen.
De Synode heeft toen in hun plaats aangewezen
prof. Lindeboomprof. Sillevis Smitt en ouderling
Scheurer. Tegelijk echter heeft ze voor deze
deputaten het mandaat nog eens uitgebreid.
Hun is thans opgedragenle aan alle Kerken
opgave ie vragen van het bedrag van haar pre-
dikants-tractementen met de daarbij behoorende
emolumenten en toelagen2e voor de verbetering
van pred'kants tractementen al datgene te ver
richten, wat den ijver der kerken kan opwekken
om te doen wat naar den eisch van Gods Woord
op dat terrein door haar behoort te worden ge
daan (Acta 1914, art. 89).
Het i3 ingevolge dit besluit der Synode, dat
deputaten zich thans tot uw vergadering wenden.
Doordrongen van het hoog belang dezer zaak
voor het leven en den bloei onzer Kerken, hebben
zij zich afgevraagd, welken weg zij hadden in
te slaan, om gegronde verwachting te mogen
koesteren, dat hun arbeid slagen zou. Zij hebben
gemeend zich niet aanstonds onmiddellijk tot
voort te zetten De school opent de deur. Zorgen
de kerken dan door Zending onder de Chineezen,
dat ze niet weer gesloten raakt?
Maar iets anders kan toch ook nog gebeuren.
En dat is, dat we ons onderwijs ook zoo inrich
ten, dat de kinderen niet alleen de blijde bood
schap des heils hooren, maar ze ook lezen. M.a.w.
ons Bijbelsch onderwijs moet, en ik acht dat
een zeer belangrijke factor, ook trachten te be
reiken, dat de kinderen Gods Woord gaan lezen.
Een zeer teere zaak. Die met groote omzich
tigheid behandeld moet worden, en waarbij men
groot gevaar loopt, door onvoorzichtigheid juist
het omgekeerde te bereiken.
Zoo spoedig er een gedachte aan dwang ge
wekt wordt, is de beste kans verspeeld.
Daarom zou ik er groot bezwaar in hebben,
het Bijbellezen op onze school in te voeren, hoe
aanlokkelijk het mij soms lijkt.
Daarom ook heb ik nog geen enkele keer
er op aangedrongen, thuis den Bijbel te lezen.
Zelfs niet, om een Bijbel aan te schaffen.
En toch hebben ze er, in de hoogste klassen,
thans bijna allemaal één thuis. Sommigen zelfs
een mooi exemplaar.
Dat schrijf ik daaraan toe, dat er, al wordt
het niet gezegd, natuurlijk op andere wijze wel
degelijk op gewerkt wordt.
Zelf vertel ik het liefst met opengeslagen Bij
bel voor me. En tracht dan zoo te vertellen,
dat niet alleen de geschiedenis begrepen, maar
ook de Bijbel taal verstaan wordt.
Bij ondervinding weet ik, hoe graag de kin
deren de geschiedenis, hun uit den Bijbel zelf
verteld, met gebruikmaking ook van de woorden
de kerken zei ven te moeten richten, paar,
teneinde de actie een organisch verloop te doen
hebben, zich allereerst de medewerking der
Classen te moeten verzekeren.
Wanneer toch de Classen haar medewerking
verleenen, zal het niet licht kunnen voorkomen,
dat de opgave van eenige Kerk achterwege
blijft, en is de weg meer geëffend, gelijk de
vorige deputaten in hun rapport uitdrukten
%ter beoordeeling van den toestandEn het
kennen van den juisten toestand is ongetwijfeld
een eerste vereischte om het aanbevolen werk
getrouw te kunnen behartigen.
Diensvolgens komen deputaten tot uw ver
gadering met het verzoek, uit den kring der
Classe een broeder te benoemen, dien zij oordeelt
geschikt te zijn, ten einde op te treden als
correspondent, met wien deputaten zich in ver
binding kunnen stellen.
Gaarne ontvingen deputaten aan het adres
van Prof. Sillevis Smitt (Vondelstraat 166,
Amsterdam) van uw vergadering bericht, wie
door U is aangewezen, en voorts van dezen
correspondentliefst binnen niet al te langen
tijd en in elk geval vóór Juni 1916, met be
trekking tot al de Kerken der Classe de vol
gende opgaven
le. Welk is het bedrag van het predikants-
tractement
2e. Sedert welk tijdstip is het tractement
verhoogd
3e. Welk is het bedrag der laatst ingetreden
verhooging
4e. Worden aan het tractement kindergelden
toegevoegd, en zoo ja, tot welke bedragen
5e. Worden boven het tractement emolu
menten genoten, hetzij Ms vrijdom van een
gedeelte der belasting, hetzij als vrije woning
of als vergoeding van huishuur, en zoo ja, op
welk bedrag zijn deze te schatten
6e. Wordt aan den predikant een persoon
lijke toe'age toegekend, en zoo ja, tot welk
bedrag
Deputaten houden zich overtuigd, dat Gij met
hen gevoelt, hoe het een levenskwestie is voor
onze Kerken, dat ook inzake dit gebod des
Heeren alle achterstand worde opgeheven.
Wanneer een ongenoegzame bezoldiging van de
Dienaren des Woords mede moest geteld worden
onder de oorzaken van het benauwend ver
schijnsel, dat het aantal jonge mannen, die zich
gedrongen gevoelen zich voortebereiden tot het
predikambt in de laatste jaren zooveel geringer
is dan het aantal gemeenten die herderloos
worden, zouden de kerken de geestelijke schade,
die uit den predikantennood moet voortvloeien
voor land en volk, aan ziehzelven te wijten
hebben. Doch, afgezien van alle berekening van
schade, moge het Woord Gods om des Heeren
wil macht hebben op de consciëntie. Alleen
in dien weg is met vrijmoedigheid de zegen
des Heeren over Zjjn erve te wachten.
Met broedergroete en zegenbede, de deputaten
voornoemd
L. Lindeboom, Praeses.
P. A. E. Sillevis-Smitt, Scriba.
J. G. Scheurer, Penningm.
November, 1915.
Bij de nader over dit onderwerp te voeren
correspondentie vertrouwt de correspondent te
mogen rekenen op een welwillende beantwoor
ding en een volledige opgave van de door de
Deputaten gevraagde zaken, opdat deze door
de nieuwe Deputaten beproefde poging moge
leiden tot een zeer gewenscht resultaat.
D. Pol.
Tot onderwijzer aan de IIoll. Chineesche
School te Magelang is benoemd de heer S.
Griede, hoofd der Chr. School te Hoek bij
Terneuzen. Kerkhof.
ZESTAL
te 's Gravenhage dr. G. Cb. Aalders te Ermelo
R. E. v. Arkel te Soest
J. C. Brassaard te Meppel
dr. K. Dijk te Rijswijk
dr. V. Hepp te Klundert
J. C. Rullmann te Utrecht.
van den Bjj bel, later nog eens nalezen.
Toen er in 't begin van dit jaar nog slechts een
heel enkele zelf een Bijbel in bezit had, verscheen
die er dagelijks mee bjj de school. En als dan na
den eersten schooltijd de uitspanning kwam,
zaten ze in een groepje op de speelplaats bij me
kaar, de vertelde geschiedenis nog eens na te
lezen, vooral de woorden nog eens herhalende,
die ik woordelijk uit den Bijbel had aangehaald.
Dat doen ze nu al lang niet meer.
Die ééne Bijbel is echter de oorzaak geweest,
dat ook de anderen er zich een gekocht heb
ben. Die blijft nu echter thuis.
Maar daar wordt hij ook gelezen.
Eens of tweemaal per week moet thuis een
opstel gemaakt worden over een behandeld
Bijbelsch onderwerp.
En daarbij is de Bijbel dan een zeer gewaar
deerd hulpmiddel. L)e controle is streng genoeg,
en de ijver groot genoeg, dat er heel weinig
gevaar bestaat voor overgeschreven werk.
Wel dragen de opstellen heel dikwijls de dui
delijke kenmerken, dat thuis alles nog eens
terdege nagezien is.
En natuurlijk wordt dat zooveel mogelijk
aangemoedigd. Zoo toch leeren de kinderen
belang stellen in het lezen van den Bijbel. Nooit
zeg ik: „Je moet het thuis nog eens nalezen."
Vaker echter, dan nu juist noodig is, hooren
ze„Je mag het verhaal gerust eerst thuis
nog eens overlezen, hoor Maar dan zelf ver
tellen
En het resultaat van een en ander is, dat ze
op deze opstellen blijkbaar al hun best doen.
Geve de Heere, dat dit vrijwillig lezen van
TWEETAL
te Driesum dr. C. N. Impeta te Avereest
J. H. Beumee te Stedum.
te 't Zandt (Gron.)J. v. Henten te Wijckel
en Balk
J. Scholten te Roden,
te AxelR. J. Aalberts te Baambrugge
J. H. Jonker te Voorburg.
BEROEPEN
te UrkH. J. Kouwenhoven te Leiden
te TwijzelA. Boekenoogen te Apeldoorn
te Vries (Dr.) J. Hoekstra cand. aldaar;
te Watergraafsmeer: dr. K. Dijk te Rijswijk;
te Haarlemmermeer (O Z.)J. A. Tazelaar te
Lutjegast.
AANGENOMEN
naar Drachtster-CompagnieE. Beukema te
Schettens
naar Zuid-Beierland P. v Hoven te Krimpen
a. d. Lek.
BEDANKT
voor Driebergen W. Veder te Zwolle
voor Brielle en TinteD. Sikkel te Leidsclien-
dam
voor BleiswijkG. F. Kerkhof te O. en W.
Souburg
voor Huizen (N.H.) en OldeboornW. B.
Renkema te Duisburg.
Ds. P. Warmenhoven te Aarlanderveen
hoopt Zondag 2 April afscheid te preeken en
Zondag 16 April zjjn intree te Serooskerke te
doen, na bevestigd te zijn door den consulent
ds. C. J. de Kruijter van Oostkapelle.
Zondagavond is er in de Geref. kerk te
Nieuwerkerk eene collecte gehouden voor de
Geref. kerken, welke door den watersnood zijn
getroffen. De derde rondgang was daarvoor
bestemden heeft opgebracht f 56,36.
Telkens worstelde de kerkeraad met plaats
gebrek in het kerkgebouw. Om nu meer plaats
ruimte te verkrijgen, zal de gaanderij zoodanig
worden ingericht, dat daar nog een dertigtal
plaatsen wordt verkregen, welke spoedig gereed
zullen zijn en verhuurd kunnen worden."
De classe Assen heeft beroepbaar gesteld
den lieer J. Hoekstra, hoofd der Chr. School
te Vries.
- Ook dit jaar zal de Vrije Univ. weereen
wetenschappelijke samenkomst doen houden,
en wel op Maandag 5 Juli, den dag vooraf
gaande aan de jaarvergadering op 6 Juli te
Rotterdam. Voor het houden van een referaat
zijn uitgenoodigd dr. G. Ch. Aalders, pred. te
Ermelo en prof. mr. Diepenhorst, hoogleeraar
aan de Vrije Univ.
- Ds. W. Bouwman te Hallum ontving
toezegging van een gift van f 200 voor een
kerkgebouw te Maastricht, als op 1 Mei a.s.
de grond voor den bouw der kerk kon worden
gekocht, waarvoor ongeveer f 2000 noodig is.
Door de classe Heerenveen is na peremp
toir examen de heer P. Hekman, ber. pred.
van Gorredijk, toegelaten tot den dienst des
Woords en der Sacramenten.
- Aan de Theol. School te Kampen is ge
slaagd voor het cand. ex. 2e ged., de heer
F. Tollenaar te Zaamslag.
Ds. N. A. de Gaay Fortman te Amsterdam
herdacht op 19 Febr. dat hij vóór 45 jaren in
het ambt bevestigd werd te Vleuten vooral
op 't terrein van Evangelisatie en Zending heeft
hij gearbeid.
Ds. G. Elzenga te Kampen herdacht 23
Febr. dat hij 25 jaren te Kampen arbeidt in
den Dienst des Woords.
De artsen P. de Groot te Eukhuizen
en D. Verhagen te Amsterdam hebben de be
noeming als miss. arts voor Amsterdam aan
genomen de tijd van vertrek is nog niet be
paald.
den Bijbel in de huizen onzer Chineezen voort-
dure, ook als de school verlaten isEn toone
Hij ons steeds den juisten weg, om door onze
school daaraan zooveel mogelijk mee te werken
Welk een krachtige steun kan dan ons chris
telijk Hollandsch Chineesch onderwijs zijn voor
hen, die geroepen zullen worden, als Zendelin
gen onder de Chineezen op Midden-Java te
gaan werkenEn als het dat mag worden,
kunnen we God danken voor den rijken zegen,
die er van onze school uitgaat.
In het begin van dit schrijven sprak ik van
de H. C. S. te Magelang als „onze" school,
daarmee doelende op de belangstelling, die in
de Gereformeerde kringen in Zeeland ongetwij
feld voor dezen arbeid zal bestaan.
Laat me dan nog enkele oogenblikken voor
onze school uw aandacht mogen vragen. En
wel voor enkele proeven van het door de leer
lingen geleverde werk.
Ik voeg daarvoor hierbij een aantal opstel
letjes, door de jonge Chineesjes gemaakt aan
het einde van het vierde en vijfde of aan het
begin van het vijfde en zesde leerj aar. De meeste
van deze opstelletjes zjjn bij wijze van proef
werk gemaakt, dus zonder eenige verdere aan
wijzing of hulp. Geheel vrij werk dus over een
onderwerp, dat ik juist had behandeld, of over
een geschiedenis die twee a drie weken geleden
verteld was. Ik geef ze hier ongecorrigeerd
dus precies, zooals ik ze uit de handen der
kinderen ontving.
Mijn bedoeling er mee is tweeërleiin de
eerste plaats te beoordeelen, of de leerlingen
in staat zjjn, een vertelling, in niet te gemak
kelijk Hollandsch voorgedragen, te begrijpen.
Dit moet dus blijken uit de gedachten, die in
het opstel neergelegd zijn. In de tweede plaats,
of ze hun gedachten in behoorlijk Hollandsch
kunnen weergeven.
(Wordt vervolgd).