Gemeenschappelijk gebed. Kritiek. De Hollandsch-Chineesche School met den Bijbel te Magelang. Teleurstelling. „Merkelijn's Hospitaal". Kerk» en Schoolnienwa. blijven in het geloof. Omdat Jezus de Zijnen nooit loslaat, daarom is er eene volharding der heiligen. De kennis daarvan ontslaat hen even wel nimmer van hun roeping te waken en te strijden, te volharden in 't geloof. Uitnemender weg is het daarom, niet op zich- zelven te vertrouwen, maar ten allen tijde wa kende en biddende zich vast (e klemmen aan Gods Woord, want dan zullen we op onze hoede zijn tegen satans listen. De vrucht van Jezus' voorbede voor de Zynen is dat zij na gevallen te zijn, door Zijne kracht weer mogen opstaan tot een nieuw leven, en aldus geleerd en gelouterd meer voorzichtig wandelen tot eere van God. Zeer zeker blijkt daaruit, dat Christus' voorbede machtiger is dan Satans ziften. Terecht merkt onze lezeres dat op. Maar men moet niet vergeten het doel van Satan is gansch anders dan het doel van Jezus. Satan kraait victorie als de zonde bij ons uitschiet, Jezus verblijdt zich als de kracht des geloofs zich bij ons openbaart. En dat laatste moet ook ons levensdoel zijn, ook in de ure der zifting door Satan. De gedachte aan Jezus' voorbede worde voor ons nooit een oorkussen, waarop wij ons gerust neervleien. Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. Van achteren beschouwd zien we, dat Christus' bidden voor ons de eenige oorzaak was, dat wij niet geheel en al als een prooi in Satans macht vervielen. We hopen, dat deze nadere toelichting vol doende is, en onze „leergierige zuster" en met haar vele anderen nu voldaan zullen zijn. Onderstaande circulaire werd aan onze ker ken gezonden. Het daarin vervatte verzoek zal volgaarne worden ingewilligd. Zij deze gebedsure niet slechts een vorm, maar gevolg van innerlijken zieledrang. Weleerwaarde en Eerwaarde Broeders, De Classis 's Gravenhage der Gereformeerde Kerken draagt mij op ter U wer kennis te bren gen het volgend besluit, genomen in hare ver gadering van 8 Februari j.l. De Classis 's Gravenhage der Geref. Kerken, overwegende den voortdurend ernstiger wordende toestand van Europa, waarmede Nederland één is overwegende hoezeer de Heere eenerzyds èn wat den oorlog, èn wat den „watersnood" betreft, Nederland verschoonend heeft ge spaard, maar anderzijds ook ernstig en ge voelig heeft getroffen overwegende, dat er in toenemende mate behoefte bestaat aan verootmoediging en smeeking besluit den Geref. Kerken te verzoeken Zondag 20 Februari e.k. meer bepaald de nooden van den tegenwoordigen tijd in prediking en gebed te gedenken. Op last der Classe, D. Sikkel, h.t. Actuarius. Leidschendam, Februari 1916. Gods lankmoedigheid over ons Zeeuwsche volk was groot. Leide de overdenking van Gods sparende genade tot verootmoediging en be keering. Keekiiof. In zijn nieuwe brieven aan een vriend te Jeruzalem geeft ds. W. H. Gispen van Zwolle antwoord op een schrijven van ds. Van Grieken, dat vanzelf onder ons de aandacht heeft moeten trekken en wij willen het aan onze lezers voor leggen Waarde vriend. In den laatsten tijd las ik eenige merkwaar dige dingen, die u wellicht belangstelling in boezemen. We stellen toch veelal nog wel be lang in hetgeen ons eigen kerkelijk leven be treft. En nu geviel het, dat ons in den laatsten tijd eenige eigenaardige beoordeelingen onder 't oog kwamen over de Gereformeerde kerken en de Gereformeerde predikanten. Laat ik beginnen met hetgeen een Hervormd- 4) In veel opzichten is onze schoolarbeid, of beter gezegd het onderwijskundig gedeelte daarvan, wat de praktijk onzer doktoren inde zendings-hospitalen is. Hoe beter de resultaten van dien arbeid op zuiver medisch terrein, hoe grooter de omvang van dien arbeid wordt. Hoe grooter het aan tal patiënten. Hoe meer dus de gelegenheid, om van den Christus te spreken tot wie Hem niet kennen. Maar ook, en vergeet dat vooral niet, met de practische resultaten neemt het vertrouwen toe en dat kan, onder Gods zegen, een der beste middelen zijn, om de harten te ontsluiten. Bij den medischen Zendingsarbeid komt dan de gunstige omstandigheid, dat de menscb, die op het krankbed nederligt, daardoor ge makkelijker komt tot nadenken. Het hart is ontvankelijker, dan wanneer hij in zijn gezonde dagen door zjjn arbeid enz. zoo weinig aan leiding heeft zich in geestelijke dingen te ver diepen. Is het ook met ons zelf, zelfs met Gods liefste kinderen, niet evenzoo? Wordt ook hun hart niet dikwijls door allerlei aardsche beslommeringen zoo vervuld, dat er voor an dere overdenkingen schier geen plaats blijft? Zoo heeft echter ook de school-Zendingsar- Gereformeerde schreef over onze kleine gemeen ten. Het was ds. van Grieken, die in de „Waar heidsvriend" heeft geschreven over de kleine kerken en kerkjes. Ge weet, dat het blad het orgaan is in de Hervormde kerk, dat 't felst is gekant tegen de Synode in Den Haag en derhalve de eer geniet nogal dikwijls in onze kerkelijke organen te worden aangehaald. Dat men echter in de kringen van de „Waarheids vriend" niet gunstig gestemd is voor de Gere formeerde kerken is zeer duidelijk. Hoe dich ter men by elkander staat in de belijdenis der waarheid, hoe feller menigmaal de toon_ is waarop men elkander in het kerkelijke bestrijdt. Dat is een merkwaardig, zielkundig verschijn sel. Geen erger twist dan familie-twist. En 't schrilst is de wanklank, die in eigen huis gehoord wordt. Met bijtenden spot valt ds van Grieken de kleine Geref. kerken aan, die op sommige plaatsen zeer klein zijn en een kwij nend leven leiden. Het zijn de kerken van „Buikje en Kruikje", zegt hij. Hoort nu maar hoe hfj ze beschrijft „Wat worden daar tal van „Kerken" geïn stitueerd, waar niet veel meer dan enkele manspersonen zijndie gemakkelijk ieder een baantje kunnen krijgen, terwijl er dan ook ongeveer geen enkel meerderjarig manspersoon overblijft die niet in het „ambt" staat! Alle maal „ouderling" of „diaken" Predikanten zijn niet noodig. Met een bundel leerredenen voor „vacante gemeenten" doet men al heel wat. Eén leest er, twee collecteeren, een paar zitten er op een bankje vooraan en wat vrou wen en kinderen vullen de ruimte die over is. Men heeft een eigen „Kerk". „De Gereformeerde Kerk van Buikje of Kruikje. Zoo klimt het aantal „Gereformeerde Kerken" zichtbaar. Maar het aantal predikanten neemt af. Men kan het ook zonder predikanten wel. En wie kan zich ook trouwens geven voor al die „Ker ken", die niet meer dan onder-onsjes zyn, waar één de lakens uitdeelt en de beurs draagt. Zoo heeft men Classen van Gereformeerde Ker ken, waar 11 „Kerken" vacant zyn en slechts 5 een dienaar des Woords bezitten. Zelfs moe ten er zijn, waar 15 „Kerken" vacant zijn, ter wijl er maar 3 „Kerken" een eigen predikant hebben. Waarbij nog dit komt, dat er o! zoo weinig theol. studenten zijn en dus de aanvulling van al die „vacante" predikantsplaatsen zeer be zwaarlijk gaan zal. Immers werden dit jaar in Kampen aan de Theol. School maar 6 en in Amsterdam aan de Vrije Universiteit maar 5 theologen ingeschreven. Waar moet dat heen? Bij de algemeene in zinking op religieus kerkelijk gebied en bjj de steeds toenemende parmantigheid van vele „lei dende" personages in de verschillende gemeen ten, is het niet te verwachten, dat de lust om predikant te worden zal toenemen. Waarbij ook komt, dat men als predikant waarlijk wel eigen middelen mag hebben, om een van de ..Kerken" te gaan dienen, waar haast geen menschen zijn en waar men dan bovendien bij het weinige, dat men als tractement ontvangt, niet zelden Buikje of Kruikje naar de oogen moet zien." Ziedaar de schets van de kleine gemeenten onder ons gegeven. Ge kunt er wel uit zien, dat de pen van ds. van Grieken niet bestuurd is door groote sympathie voor zijne Gerefor meerde broeders en zusters. Nu moet niemand er over boos worden zelfs niet over den naam Buikje en Kruikje. De eerste wijst zeker op de welgedaanheid van de Geref. broeders en dat nog wel in deze dure tijden, waarin de buikjes" eerder dreigen weg te slinken dan aangekweekt te worden. De naam Kruikje is wellicht om den klank gekozen en zal, naar de welwillendheid, die we «van den schrijver mogen verwachten, wel niet een zinspeling zijn op de voorliefde van de dragers van dezen naam voor den inhoud van gezegde „kruikjes". En eerlijk gezegd, is er wel eenige waarheid in de teekening van de kleine „kerkjes." Waar lijk, we kennen ook wel die kleine gemeen- tetjes waar de helft of een derde van de mans lidmaten als kerkeraad fungeert en toezicht houdt op 't andere deel. We weten ook wel van de zelfverloochening, die het kost om eigen gemeente te verlaten, waar men voor honderden optreedt, om soms in een aller-onooglijkst ge beid zyn gunstige omstandigheden. Immers, hij brengt de boodschap des heils aan het kind. Weten we het niet allen, welk een grooten invloed voor heel het verdere leven juist op het kinderhart kan worden uitgeoefend En kan het uitblijven, dat, waar onder dageljjksch gebed, de kinderen van Javaan en Chinees worden bekend gemaakt met den eenigen Naam, die onder den hemel ook tot hun zaligheid gegeven is, zich op lateren leeftijd de vruchten moeten openbaren Welk een heerlijke voor- bearbeiding van den bodem, waarin na den onderwijzer op lateren leeftijd den zendeling het zaad des Evangelies komt strooien. Zie, wanneer dit ons, onderwijzers, helder voor den geest blijft staan en dat zal het, wanneer ons werk een biddend werk is - dan vrees ik geen oogenblik, dat de materieele zijde van ons werk ons doel zal worden. God zegent in den weg der middelen. En slechts als we de middelen naar ons vermogen gebruiken, mogen we Zijn zegen inwachten. Maar dan zal die zegen ook niet uitblijven. En de weg der middelen is voor de school in de eerste plaatsdegelijk onderwijs, dat den toets der critiek, zoover die billijk wil zijn, kan doorstaan. Vooral de Chineesche leerlingen zijn ijverige werkers, die graag hun uiterste best doen. Laat ze het daarom in al het werk merken, dat het ons ernst is met ons onderwijs. Wat ze bij ons komen zoeken is de kennis, die ze noodig hebben, om zich vooruit te werken. Daarvoor spannen ze zich tot het uiterste in. bouwtje voor een paar tientallen te preeken, waarvan dan nog ettelijken de zoete rust van den slaap gaan zoeken en wel vertrouwen, dat de spreker de zuivere waarheid verkondigen zal. Allerminst ben ik een voorstander van 't institueeren van kleine „kerken" die als hulp behoevende moeten ondersteund een luttel aan tal leden hebben en geen hoop bieden, dat ze zullen toenemen en waar soms „Buikje en Kruikje" elkander nog niet altijd verdragen maar broederlijk of onbroederlijk met elkander twisten. De classis moet dan niet slechts hulp in den predikdienst maar ook nog hulp tot beslechting van de gerezen geschillen bieden Maar toch kent ds. van Grieken ze niet alle tenminste de goede niet. Dat b'ijkt hieruit wel, dat hij meent, dat ze in de kleine gemeenten liever „lezen" dan hooren preeken. Dat hij er ook niet van weet, hoe offervaardig men soms in die kleine gemeenten is en wel zeer beschaamt de „groote", „zeer groote" en dikwijls „aller grootste" kerken van ds. van Grieken, waar soms Zondag op Zondag de honderden en nogmaals honderden samenkomen voorzien van een „cent" of een „halven cent". Het blijkt ook daaruit wel, dat de caricatuur-teekenaar in de „Waar heidsvriend" niet schijnt te weten, dat er onder de „Buikjes en Kruikjes" soms uitnemende, degelijke, godzalige mannen zijn, die in hun dorp aller achting genieten en er soms een opgewekt geestelijk leven is, zelfs onder de jongeren, waarop groote en zeer groote stads gemeenten jaloersch mogen zijn. Het zou geen moeite kosten om ook een schets te ontwerpen van gemeenten van de „groote" kerkgemeenten met duizenden en duizenden guldens op het „Grootboek", met een groot en oud, majestueus kerkgebouw met een pastorie als een paleis, niet bestuurd door „Buikjes en Kruikjes" maar door de heeren van de Sociëteit of van de loge der Vrijmetselaarswaarvan do heeren predi kanten zeer bekend zijn op de volksvergade ringen voor 't socialisme, anti-militairisme, vrouwenkiesrecht, christelijk anarchisme en wie weet wat nog meer en die zoovéél menschen tot hoorders hebben als ze optreden in hun oude, historische kerken, dat wanneer ze zoo veel hebben als in de kerken van „Buikje en Kruikje" saamkomen, ze tot hun vrouw zeg gen„Wat een goede opkomst was dat van morgen." Of zullen we een tegenhanger geven tegen 't schetsje van ds. van Grieken, met te vertellen van die groote, oude kerkgebouwen gevuld met groote scharen, die Zondag op Zon dag geleid worden tot zulk een Evangelie, dat niet méér zegt dan „mocht het nog eens ge beuren, dat" en niet een Christus verkondigt, die kan en wil zalig maken ZESTDIIG. De vorige week deelden we mede een uit nemend onderwijzer gevonden te hebben voor de Holl. Chin. School te Magelang. Alleen omdat andere bladen reeds den naam van den benoemde hadden gepubliceerd, deden wy het ook. Maar met de toevoeging, dat hy nog door de Regeeringscommissie moest worden goedgekeurd als geschikt voor het Indische klimaat. Wat wy niet vermoedden, is geschied. De benoemde onderwijzer werd afgekeurd. Voor hemzelven, die zoo gaarne tot den Zen dingsarbeid inging, en ds. Merkelyn uit de jeugdjaren nog kende, is dat evenzeer eene teleurstelling als voor ons, die in hem zulk een uitstekende werkkracht meenden gevonden te hebben. Moge spoedig naar Gods Voorzienig Bestel een ander de reis naar Magelang kunnen aan vaarden. Kebkhof. Te Grypskerke bestaat sinds twee jaren de vereeniging „Merkelyn's Hospitaal". Op initia tief van mevr. ds. Koopmans werd de vereeni ging opgericht, en onder haar krachtige en verstandige leiding bloeit ze boven verwachting. De vereeniging bedoelt, gelyk de naam reeds aanduidt, te werken voor een hospitaal te Magelang, waar ds. Merkelyn namens Zeeland's Toonen we, dat we dien yver waardeeren, door zelf ook mee te leven in hun streven en hun naar ons vermogen te geven, wat ze van ons vragen toonen we zelf ook ijver en nauwge zetheid in ons werk, dan zyn ze niet alleen vol belangstelling als we rekenen of taal, aard rijkskunde of geschiedenis onderwijzen, maar dan verflauwt ook de belangstelling niet, als we ze van andere dingen sprekenals we ze er op wyzen, dat ontwikkeling, beschaving en rijkdom of welke andere aardsche goederen ook in het niet verzinkt bij het heerlijk goed, dat Christus ons wil schenken, als we Hem daarom bidden. Toen ik gedurende het eerste jaar van myn verblijf hier in Indië aan de Gouvernements- Europeesche school te Djokja werkte, had ik daar een patroon, die reeds een kleine dertig jaar hier was. Een vriendelijk man met veel hart voor zyn werk. Toen de plannen van myn vertrek naar onze H. C. S. vasteren vorm be gonnen aan te nemen, zei hy „'k Hoop, dat het u bevallen zal, maar met de ervaring, die ik in den Oost opgedaan heb, voorspel ik U een werkkring, waar U weinig plezier van zult beleven. Wie een prettige school wil hebben, moet niet by de Chineezen zyn." Kort daarna werd ik overgeplaatst naar de Gouvernements Holl. Chineesche school te Djokja. Daar kwam ik voor 't eerst met een klas van Chineesche leerlingen in aanraking. En inderdaad, wat ik daar hoorde en zag, scheen de meening van myn eersten patroon ten volle te bevestigen. Geref. Kerken het Evangelie brengt. Tot dus ver werden alleen gelden verzameld, en dank zy den ijver en tact der acht meisjes, leden van „Merkelyn's Hospitaal", offeren Gryps- kerke's gemeenteleden zeer gewillig en blij moedig. zoodat per jaar ongeveer f 70.voor dit doel bijeengebracht wordtde vorige week kon aan onzen provincialen penningmeester, den heer Hondius, reeds meer dan f 200 worden afgedragen. Het ligt in de bedoeling, om, als het hospi taal er komt, ook voor de linnenkamer te gaan werken. Nu reeds komen de meisjes om de 14 dagen byeen, om den onderlingen band te blyven gevoelen, en verrichten dan naaiwerk voor zichzelvenmaar zoodra de eerste paal van het hospitaal in den grond wordt geslagen, gaat het eigen naaiwerk van de tafel en komt het naaiwerk voor het hospitaal erop. Het is te betreuren, dat, door het vertrek van mevr. Koopmans, die deze vereeniging steeds aan de pastorie ontving en de leiding had, „Mer kelyn's hospitaal" zonder hoofd geraakt. Maar wy mogen vertrouwen, dat de meisjes zullen blijven voortgaan met vergaderen en verzamelen, gelyk mevr. Koopmans ongetwijfeld in de Bra- bantsche kerk van Raamsdonk zal trachten een dergelijke vereeniging op te richten moge haar pogen aldaar met even gunstigen uitslag wor den bekroond. Wy deelen dit mede, opdat andere kerken Grypskerke zouden navolgen. Het schijnt ons toe, dat de belangstelling in en het ijveren voor een eigen hospitaal nog steeds op vriespunt staan. Natuurlijk is het jammer, dat het treuze len der Indische Overheid, om een beslissing te nemen inzake het oprichten van een stedelijk hospitaal te Magelang, voortduurt. Het ware voor ons zooveel gemakkelijker, als het vast stond wyj kunnen bouwen of de regeering doet het. Maar dit behoeft, dunkt ons, toch geen oor zaak te zyn, om lydelyk te wachten. Ook al stichtte, onverhoopt, de stad Magelang zelf met regeerings-subsidie een plaatselijk hospitaal, dan zouden de gelden door ons voor een „Merke lyn's Hospitaal" verzameld, niet weg zyn. Met ds. Merkelyn ware dan in overleg te treden, voor welk bijzonder doel ze konden worden aangewend. Bovendien zal de wetenschap, dat in Zeeland en Brabant voor een Zendingshos pitaal gearbeid wordt, ds. Merkelyn steunen in zyn streven, om de Indische regeering te be wegen de verzorging der kranken te Magelang aan de Zending over te laten. Prikkele dan 't voorbeeld van Grypskerke ons tot het slaan van de hand aan den ploeg. Wy noodigen onze predikantsvrouwen uit deze zaak te overwegen en krachtig aan te vatten. Wan neer men begint zal wel blijken, dat het Zeeuw sche volk ook hart voor een Zendingshospitaal heeft. En God geve, dat ook dit streven worde dienstbaar gemaakt aan de komst van Zijn Rijk. J. D. wlelenga. TWEETAL te Twyzel A. Boekenoogen te Apeldoorn C. J. v. d. Boom te Uithuizermeeden. te Watergraafsmeer J. C. Brussaard te Meppel dr. K. Dyk te Ryswyk. BEROEPEN te LeidenH. A. Munnik Jr. te Bunschoten te Oosthein c. a.W. F. C. v. Helsdingen te Augustinusga te Werkendam AJ. Sybesma te Zierikzee. AANGENOMEN naar Delfshaven R. Zijlstra te Hoogeveen naar Westervoort—EistS. de Vries te Kla- zienaveen naar Meerkerk: J. Boeyinga te Werkendam B. BEDANKT voor LekkerkerkZ. Hoek te Zonnemaire voor Schoonoord (Dr.)J. v. Henten te Wyckel en Balk voor Drogeham B S. de Vries te Klazienaveen voor OpperdoesR. Brouwer te Haamstede voor Duurswoude P. v. Hoven te Krimpen a d. Lek. Watersnood en oordeel Gods! Van vrij zinnige zyde wordt natuurlijk dit verband ge- Gelukkig echter kan ik thans, nu ik juist een jaar met onze Chineesjes heb mogen werken, precies het tegendeel verklaren 't Is een jaar, waarin we samen hard hebben moeten werken, maar 't was zeer prettig werken. Vooral in de hoogere klassen leggen de leerlingen een ijver aan den dag, zooals ik die gedurende de vijftien jaren, die ik in Holland gewerkt heb, wel dikwyls gezocht en gewenscht, maar nim mer gevonden heb. Toen ik hier nog maar kort was, kwamen de jongens uit de hoogste toen de vijfde klas me vertellen, dat ze nog zoo en zooveel boekjes by hun kameraadjes, die op de Gouv. Europeesche school gingen, achter waren. Ik antwoordde: „Als jullie maar flink mee willen doen, zullen we ze trachten in te halen en dan niet tevreden zyn, voor de rollen om gekeerd zyn." Van dien tyd af was 't afgesproken, dat we moesten en zouden inhalen. Eerst voor de hoofd-, later ook voor de bijvakken. En of ze hun best deden Als ze 't maar met eenige mogelijkheid af konden krijgen, was geen werk hun te veel. Niet alleen in de schooluren, maar ook thuis. De schooluren zyn hier anders geregeld dan in Holland. We beginnen hier om half acht en eindigen om één uur. In die 0V2 uur heb ben we twee keer een half uur pauze, n.l. van 9 tot 9Va en van II tot 11 Vs uur. Drie school tijden dus van lVs uur, zoodat we per week, de pauzes niet meegerekend, 27 uur onderwijs geven. De kleintjes (de twee laagste klassen) zyn om 11 uur vry.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1916 | | pagina 2