Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
30e Jaargang.
Vrijdag 11 Februari 1916
No. 7.
UIT HET WOORD.
RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vaste MedewerkersD.D. R. J. v. d. VEEN, J. D. WIELENGA, F. J. v. d. ENDE, A. 0. C. KOK, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF.
Abonnementsprijsfranco aan huis per half jaar 70 cent.
UITGAYE YAN DE
PERSVEREEN1G1NG ZEEUWSCHE KERKBODE.
Adres van de AdministratieA. D. LITTOOIJ Az.
Middelburg,
ZIFTEN ALS DE TARWE.
Aan Christus komt het oordeel toe.
Hij is gekomen met de wan in de hand
om Zijnen dorschvloer te doorzuiveren.
Het is Christus' taak kaf en koren van
elkander te scheiden. Hij heeft het recht
om de zielen te schudden in de zeef, en
aldus Zijn volk te reinigen van de onzui
vere elementen, opdat het goede koren
zou overblijven en door Hem vergaderd
worden in de voorraadschuur Zijns hemel-
schen Vaders. Jezus zeide van zichzelven
»Ik ben tot een oordeel (crisis, schifting)
in deze wereld gekomen, opdat degenen
die niet zien, zien mogen, en die zien,
blind worden".
Satan beschouwt dat optreden van den
Christus met een oog vol duivelschejalouzie.
En Satan meent, dat Christus dat werk
van schifting niet nauwkeurig genoeg doet,
en verbeeldt zich, dat hij zelf het eigen
lijk veel beter kan.
Luther zei»Satan is de aaj) van Chris
tus". En dat komt ook hierbij uit. Satan
wil Christus in het ziften en schiften na
doen en waant dan ook nog van zichzelven,
dat hij Christus' werk verbetert.
Daarom neemt de duivel de wan in de
hand. Hij zal op zijn beurt ook eens de
dorschvloer gaan doorzuiveren. Hij neemt
de zeef in de hand en wil de zielen der
discipelen van Jezus nog eens extra schud
den en ziften en acht dat er nog heel wat
meer kaf zal te constateeren vallen. Er
zijn er zoovelen, die den naam hebben
dat zij Jezus trouw zijn, maar wanneer
ze op de proef gesteld worden, bezwijken
ze allicht. Zoo heeft Satan er een wel
gevallen in Jezus' discipelen met helsche
schuddingen te beproeven, om te zien of
hij ze niet brengen kan tot afval.
In den nacht, waarin Jezus verraden
werd en overgeleverd om gekruisigd te
worden, had Satan het bizonder gemunt
op Simon Petrus en de andere jongeren.
Daarin kwam Satans geslepenheid aan
den dag. Van een vijandig heir moet men
eerst de legeraanvoerders vellen, en dan
heeft de overige bende niet veel te be
duiden. Daarom trachtte de duivel de
apostelen er toe te brengen, dat zij zich
aan den Christus ergerden en Hem ver
lieten. Was het dan niet voor eens en
voor altoos gedaan met die partij van
Christus Jezus?
Zoo overlegde sluw de menschenmoorder
van den beginne. Bovenal de apostelen
zocht de zielen verleider te ziften. Aller
meest Simon Petrus, den woordvoerder,
den leider van dat kringetje, want die
was het immers die zoo kloekmoedig be
leden had: »Gij zijt de Christus, de Zoon
des levenden Gods".
Tegen die listen des Satans waarschuwde
Christus Zijne jongeren van te voren.
Want het stond onzen Heiland voor oogen,
wat Zacharia eenmaal profeteerde, dat,
als de Herder geslagen werd door het
zwaard der gerechtigheid Gods, de schapen
zouden verstrooid worden. Wanneer
Christus zich liet binden om als het Lam
Gods gebracht te worden naar Golgotha's
Kruis als brandoiïeraltaar, wanneer het
met dien Meester een anderen weg inging
dan zij als discipelen ooit hadden gedacht
of gedroomd, dan ja dan zouden zij te
kort schieten in geloof en Christus in den
steek laten.
Satan doorzag wel, dat die ure de beste
gelegenheid zou bieden, om de discipelen
voor altoos van Jezus afvallig te maken.
Hij begeerde zeer henlieden te ziften als
de tarwe.
Jezus waarschuwde zijne jongeren te
voren.
En op zoo teederen toonSimon, Simon I
Het was ook niet toevallig dat Jezus zijn
discipel juist met dien naam aansprak,
en niet met den naam Petrus. In dezen
discipel waren, evenals in ieder kind Gods,
twee krachten aanwezig die van zijn ver
dorven natuur en die van zijn wederge
boren hart. En nu Christus hem waar
schuwend toespreekt, gebruikt Hij juist
den naam, waarmee gekarakteriseerd werd
al wat uit zijn oude natuur voortsproot,
terwijl door den naam Petrus of Rots
juist wordt aangeduid, wat door Gods ge
nade in hem was totstandgebracht.
De Heere nu waarschuwt ons altoos
tegen de zwakheden van onze verdorven
natuurtegen onzen hoogmoed, tegen ons
onverstand, tegen ons zelfvertrouwen,
tegen ons willen steunen op schepselen,
tegen ons niet-willen-vertrouwen op God.
En die waarschuwing is geenszins over
bodig, want er is niemand die de zwakke
plekken van een geloovige kent dan de
duivel. Hij speurt ze van verre en weet
zich daarbij listig aan te sluiten om een
kind Gods te doen vallen in de zonde.
Hij ruikt het als er hier of daar wat te
ziften valt, en is er dra bij om onverhoeds
ons op onze zwakke punten te overvallen
en juicht er in wanneer wij vallen, want
dat is weer stof voor hem om God te
honen en te lasteren.
Maar al te vaak wordt de waarschuwing
in den wind geslagen. Ging het zoo ook
niet bij Simon Petrus? Instee van met
Jezus' woord tot zichzelven in te keeren
en God te bidden om genade opdat hij
standvastig zou mogen blijven in 't aan
hangen van Christus, gaf Petrus geen acht
op dat woord, meende vol zelfvertrouwen
dat hij nooit aan Christus zou kunnen
geërgerd worden, en ging met oppervlak
kige zelfkennis verder zijn pad, zonder te
waken en te bidden, en zulk een zor-
gelooze is juist een licht te verschalken
prooi des Satans.
Uit Petrus' voorbeeld blijkt dan ook zon
neklaar, waarop het uitloopt als wij ons
niet laten waarschuwen, als wij niet wa
ken en bidden tegen de listige omleidingen
des duivels.
Is het niet opmerkelijk, dat juist deze
apostel, door ervaring geleerd, later in
zijn Zendbrief, ons tot waakzaamheid op
roept »Zijt nuchteren en waakt, want uw
tegenpartij de duivel gaat om als een
brieschende leeuw, zoekende wien hij zou
mogen verslinden"?
Met de listen van Satan wordt door de
geloovigen dikwerf weinig rekening ge
houden, zeer tot hun schade en zeer tot
oneere van God. Zelfs in onze beste en
heiligste oogenblikken moeten wij op onze
hoede zijn, dat Satan niet tot ons komt
met zijn booze, vaak vleiende, influiste
ringen. Dan is hij er juist op uit u te
ziften. Hij wil eens beproeven of uw ge
loof wel van den echten stempel is, maar
met het doel om u in zonde te doen vallen.
Petrus bracht hij wel door een vraag van
een dienstmeisje, waarmee hij hem onver
hoeds aanviel, tot driemaal verloochenen
van zijn Meester. Juist op zeer ongeschikte
oogenblikken valt die sluwe vijand ons aan.
Hij beloert ons overal en weet precies het
tijdstip te kiezen, waarop wij 't zwakst en
hij 't sterkst is. Zouden wij ons dan niet
tegen hem biddende wapenen Ongemerkt
drupt hij booze gedachten en overleggingen
in de ziel, terwijl wij met aandacht Gods
Woord beluisteren of ons neerzetten aan
den Avondmaalstafel. Denk toch nooit,
dat Satan dan verre bij u vandaan is.
Neen, ook dan staat hij klaar om u te
ziften als de tarwe.
Hij wil zoo gaarne eens probeeren, of
die zoogenaamde tarwe wel tarwe is. Hij
wil de oprechtheid van uw belijdenis en
wandel keuren, maar met de duivelsche
bedoeling u te ontmaskeren en als een
groot zondaar of huichelaar ten toon te
stellen. En nu is het wel waar, dat Satan
geen enkelen uitverkorene zal brengen tot
algeheelen afval van God, geen enkel ge
loovige zal kunnen trekken uit het bun-
delke der levenden, maar toch, omdat wij
zoo zwak zijn, gelukt Satans toeleg om ons
tot zonde te verlokken, gedurig en als
dan de vlammen der ongerechtigheid uit
slaan, tart hij den Heere Godof dat nu
een kind Gods is? en juicht er over als
God niet tot Zijn eere komt uit Zijn volk.
De sluwe zifter is altoos bezig in Christus'
gemeente. J)oor kleine reten weet hij in
uw hart binnen te sluipen en als hij daar
eenmaal is, vindt hij er sluimerende zonde
van zijne gading genoeg om die aan te
wakkeren en aan te blazen, zoodat wij die
tot allerlei kwaad geneigd zijn, o zoo licht
door dat kwaad ons laten overheerschen.
Een gewaarschuwd man geldt voor twee.
Houdt het u voor gezegd, broeders en
zustersSatan begeert zeer ook ulieden
te ziften als de tarwe.
Moge hij aan u niets hebben, gelijk hij
aan Christus niets heeft gehad. Weest
daartoe wakende. Bidt om genade, om
verlichte oogen des verstands, om een ge-
heiligden wil, om inzicht in des duivels
listen, opdat gij niet struikelt in zijne
strikken. Vinde Satan bij ons nooit aan
leiding om vanwege onze zonde God den
Heere te lasteren, maar zij er voor hem
telkens aanleiding om met beschaamde
kaken weer van ons te moeten ruggewaarts
keeren.
Zij er geen gebrek aan zelfkennis bij u.
Wij zelf moeten onze zwakke plekken
minstens evengoed kennen als Satan. En
dan daar bij die zwakke punten moeten
wij juist dubbel ons waakzaam betoonen.
Satan waarschuwt niet als hij komt zif
ten. Juist als ge er niet op verdacht zijt,
doet hij den aanval. Hoevele geloovigen
zijn er niet ingeloopen, voordat zij het
zei ven bemerkten. Daarom, waaktwaakt
altoos, zonder onderlaten. Vertrouwt nooit
op uzelven. Weest niet oppervlakkig in
uw opinie omtrent eigen deugdzaamheid.
Dan gaat het zeker mis in de ure van
zifting des Satans. Ook hier geldtDie
zich aangordt, beroeme zich niet, als die
zich losmaakt. Denk veeleer als Paulus
Als ik zwak ben, dan ben ik machtig.
Dan zult ge in Christus uw sterkte vinden
en de duivel zal niets aan u hebben. Het
voorbeeld van Petrus leert ons duidelijk,
hoe zelfs den meest begenadigde waak
zaamheid, voorzichtigheid, bescheidenheid
past. Want ook al kwam pas heerlijk bij
ons uit het genadewerk dat God in ons
wrocht denk aan Petrus schoone belij
denis dat waarborgt ons geenszins, dat
wij niet kort daarop in ontzettende mate
zullen laten blijken, wat de zonde in ons
nog vermag. Is Satan er niet op uit in
een onwaakzaam oogenblik u te ziften als
de tarwe
Daarom bidden we tot onzen Vader in
de hemelen
Leidt ons in geen verzoeking ooit;
Verberg voor ons Uw aanzicht nooit;
Gij weet het, onze kracht is klein,
De driften veel, en 't hart onrein
Wat wordt er van ons in dien staat,
o Vader, zoo Gij ons verlaat?
Verlos ons uit des boozen macht
Bescherm, en sterk ons door Uw kracht
Wij zijn toch zwak, Zijn sterkt'is groot
Dus zijn w' elk oogenblik in nood
Hier komt nog vleesch en wereld bij
Ai, sterk ons dan, en maak ons vrij",
Kerkhof.
„In heilige roeping".
Zeeuwse
Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentieprijs 1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent
Familieberichten 10 cent per regel.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D.
LITTOOIJ Az., Middelburg.
En de Heere zeideSimon, Simon
ziet de Satan heeft ulieden zeer be
geerd om te ziften als de tarwe, maar
Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof
niet opkoude.
Lucas 22 31, 32a.
KERKELIJK LETfiN.
Hebt u de artikelen van ds. Sikkel in Hol-
landia gelezen over de leidingskwestie in de
anti-revolutionaire partij, vroeg eenige weken
geleden iemand aan enkele anderen, welke
daarop een ontkennend antwoord gaven. Nu,
zoo hernam de eerste, dan moet ge er toch eens
kennis mede maken, want het is de moeite wel
waard. Gelijk het hier was, zoo zal liet ook wel
elders geweest zijn. Die artikelen hebben in
breeden kring de aandacht getrokken en daar
om is het wel goed geweest, dat zij thans in
den vorm van een brochure verschenen zijn.
We hebben het boekje met klimmende be
langstelling gelezen. Er blijkt allereerst uit,
dat ds. Sikkel steeds nauwkeurig heeft nage
gaan, al wat dr, Kuyper geschreven heeft. Hij
heeft in zijn jeugd reeds met enthousiasme
geluisterd naar dezen christen-staatsman en op
elke bladzijde komt bijna uit, met welk een
vrucht hij aan de voeten van dezen leermeester
gezeten heeft. Met groote toewijding heeft hij
zich gegeven aan de hooge idealen, welke dr.
Kuyper gepredikt heeft en hij is dan ook een
Calvinist in hart en nieren. Weldadig doet het
aan, met welk een trouw de schrijver altijd
weer opgekomen is om bij het ideaal te vol
harden en al zijn gaven heeft hjj aangewend
om in de eens uitgestippelde lijn vooruit te
komen. Hij houdt heelemaal niet van het uit-
wisschen van grenzen en hij wil het pand, ons
toebetrouwd, zuiver bewaren. Wie dit goed
weet, kau er dan ook inkomen, dat hij zijn
eischen hoog stelt en verstaat gemakkelijk, dat