Etn uit Mul uil Haplig.
De verzekeringsplannen van Minister
Treub.
De Hollandsch-Chineesche
School met den Bijbel te Magelang.
Kerkregeering.
wyl we het niet knnnen. De vraag of een ge
zin van man en vrouw met vier of vijf kinderen
leven kan van het geld, dat deze of gene pa
troon uitkeert, kunnen we niet beantwoorden.
We zouden dan immers weten moeten, wat
zulk een arbeider gedurende een geheel jaar
verdiende. Bovendien is het onze taak niet en
we hebben er ons steeds het best bij bevonden,
wanneer we ons niet inlieten met andermans
zaken. Juist met het oog op al deze dingen,
hebben we het toegejuicht, dat er vereenigingen
zijn als Boiiz en Patrimonium, die voor pa
troons en werklieden beide uitnemende diensten
bewijzen kunnen in deze dagen.
Van één ding zijn we overtuigd, dat andere
tyden ook andere regelingen eiscken, en we
hopen, dat alle patroons dit met ons eens zijn.
Het is nu eenmaal waar, dat het landbouwbe
drijf veel opgeleverd heeft, want de opbrengst
was behoorlijk goed en de prijzen zijn zeldzaam
hoog. Verkeerd zou het nu zjjn, als de werk
lieden ook niet eenigermate deelden in de
groote winsten, welke verkregen zijn. Neem
eens, dat hun inkomsten gelijk bleven, als in
vorige jaren, dan zouden zij er schade bij lijden,
want zij moeten voor al wat zij koopen meer
betalen. Laat het oog daarvoor open zijn en
laat ieder daarnaar handelen. Voorzoover ik
weet, is de verhouding, waarin de patroons en
arbeiders tot elkander staan, op het platteland
van Beveland nog altijd behoorlijk goed. Welnu,
laat dit eer verbeteren dan verslechteren. Er
ligt zulk een rijke zegen in. Indien een pa
troon voor zijn werkvolk zorgt, zooals het moet,
en het werkvolk de zaak van hun patroon
voorstaat en bevordert, dan is er over en weer
waardeering en vertrouwen. Het kan dan nog
wel voorkomen, dat iemand zegt„Zij kunnen
gemakkelijk voor kerk en school betalen, ze
onthouden het hun arbeiders", maar ieder wel
denkende zal in zulk een geval denken, dat
daarvoor geen grond bestaat. In zulk een uit
spraak zit bitterheid, welke helaas niet anders
dan treurige gevolgen kan hebben.
Mij leek het toe, dat ik op deze wijze aan
uw verlangen voldaan heb, hoewel ik niet
plaatste uw stukske en ik deed het in de hoop,
dat ht t op deze manier wel zoo vruchtbaar
kon zijn.
Na heilbede,
Uw dr.,
L. Bouma.
Denk nu niet, dat ik over de verzekerings
plannen van Minister Treub schrijven wil, want
dan zoudt ge u vergissen. Alleen wilde ik uwe
aandacht vestigen op een boekje, dat over dit
onderwerp handelt en geschreven werd door de
bekwame hand vau J. R. Snoeck Henkemans.
Om u even te laten zien, van welk belang het
is, noemen we de punten waarbij stilgestaan
wordt
Talma en Treub
De Ouderdomsrente
Het afgedwongen Wetsontwerp
De Invaliditeitsrente
De Weezenrente:
Grenzen der verzekering
Bijzondere Fondsen
De Herverzekering
Inning der Premiën
De vrije verzekering
De ziekteverzekering
De organisatie der verzekering
De kosten voor het rijk
De Inwerkingtreding
Vergelijkend overzicht van de beide regelingen
vcor de organisatie der sociale verzekering
Statistiek der toegekende Invaliditeits- en
Ouderdomsrenten in Duitschland.
We zouden graag zien, dat dit werkje in
veler handen kwam en nauwkeurig gelezen werd.
Het is nu eenmaal een onderwerp, dat reeds
lang aan de orde is en dat op dit oogenblik
weer sterk de aandacht vraagt. Met zeldzame
duidelijkheid wordt hier uiteengezet, hoever
we op dit oogenblik in Nederland zijn en hoe
ver de plannen van den tegenwoordigen Mi
nister afwijken van die welke indertijd ont
worpen waren door den vorigen Minister Talma.
Op deze wijze krijgen we een beter inzicht in
wat Talma wilde en leidt het tot een groote
Vrijdagavond werd ik verrast met een groo-
ten brief uit Indië, op groot octavo-papier
geschreven, 35 bladzijden vol, en wel van het
hoofd der Holl. Ch. School te Magelang, den
heer B. Siemons. De brief is gedateerd 4 Decem
ber 1915 en bevat veel belangrijke mededeelin-
gen, zoodat wij allen lezers raden hem ten
einde toe te lezen. Ook komt er aan het einde
nog een verzoekwaarop uw aller aandacht in
't bizonder gevestigd wordt en waarbij ik gaarne
als ontvanger en tusschenpersoon dienst wil
doen.
Vooral voor onderwijzers is deze brief de
moeite van het lezen waard.
Ten slotte nog iets.
Voor deze school heeft ondergeteekende liefst
zoo spoedig mogelijk nog een onderwijzer (met
hoofdakte) noodig. Meldt zich een van onze
Zeeuwsche broeders daarvoor aan Tot het
geven van inlichtingen bij ernstig gemeende
sollicitatie ben ik geheel bereid.
Kerkhof.
Reeds geruimen tijd geleden nam ik me voor,
in dit blad een en ander over „onze School"
mee te deelen. Ik zeg „onze", in 't vertrouwen,
dat de broeders en zusters in Zeeland, al is de
afstand groot, toch ook deze school plaatsen in
waardeering van wat door hem aangeboden werd.
Het resultaat zal onwillekeurig zijn, dat we nog
meer dan tot dusver spijt gevoelen over de ver
andering, welke onze tegenwoordige Minister
wil en ons beter in staat stellen om na te gaan,
wat er straks in de Kamer gezegd zal worden.
De uitgever D. A. Daamen te 's Gravenhage
stelt het beschikbaar voor den prijs van 40 ct.
en wie 25 exemplaren aanschaft kan volstaan
met 25 ct. per nummer te betalen.
Hier is nu iets voor de mannen van Patri
monium en voor allen die eenig belang stellen
in de kwestie, welke zoovele pennen in beweging
gebracht heeft. Bouma.
IV.
Twee stelsels van kerkregeering, die niet met
de beginselen der heilige Schrift overeenstem
men, hebben wij nu beschouwd, namelijk
a. het episcopale stelsel,
en b. het papale stelsel.
Thans gaan we over tot de behandeling van
een derde stelsel, dat lijnrecht tegenover de
beide genoemde stelsels staat en verschillende
namen draagt, doch dat wij gemakshalve zul
len noemen
c. het territoriale stelsel.
Het woord „territoriaal" komt af van „ter
ritorium", een latijnsch woord, dat beteekent:
grensgebied. Het territoriale stelsel gaat uit
van de gedachtede grens van het land is ook
de grens van de kerk. Plaatselijke kerken
kent het niet, maar het rekent uitsluitend met
de landskerk. Feitelijk kent dit stelsel aan de
kerk geen zelfstandige regeering toe. De vorst
des lands is de persoon, die alles beheert en
beslist en regeert. Zooals een huisvader be
slist over de godsdienstige richting van zijn
gezin, zoo beslist de landsvorst over de kerke
lijke gezindheid van zijne onderdanen. De
burgers van een land zjjn als de kinderen in
een huisgezin verplicht de belijdenis te volgen
van hun vader en vorst. Die grondgedachte
werd uitgedrukt in de stellingcuius regio,
eius religio, d.w.z. van wien de landstreek is,
van dien is ook de godsdienst. In zulke lan
den werd de regeering der kerk geheel en al
toevertrouwd aan den vorst, omdat die alle
zaken regeerde. Waarom dan ook niet de ker
kelijke zaken? Zoo redeneerde men; wijl men
in den vorst tevens zag het hoogste, voor
naamste en eerste lid der kerk
Dit territoriale stelsel heeft zijn toepassing
gevonden in Lnthersche landen. En Luther zelf
is wel de oorzaak geweest, dat in de landen,
waar zijne kerkhervorming ingang vond, zulk
eene onschriftuurlijke kerkregeering werd toe
gepast. De Duitsche hervormer toch heeft van
meet af weinig belangstelling getoond in de
inrichting der kerk. Den vorm van kerkre
geering achtte Luther vrijwel eene onverschil
lige zaak. Dat kwam er bij hem minder op
aan. Hij ging niet als Calvjjn terug tot op de
kerkinrichting uit den tijd der Apostelen. Ei
genlijk was iedere soort van kerkregeering hem
goed, mits zij maar geen slagboom in den weg
legde voor den vrijen loop der Evangeliepre
diking. Voor hem was de kerkvorm een mid
delmatige zaak, en de prediking van recht-
vaardigmaking door het geloof alleen en niet
door de werken de groote hoofdzaak. Vandaar
dat hij zich aan de regeering der kerk al bi
zonder weinig gelegen liet liggen.
Luther zag, dat hij om in Duitschland zijne
hervorming te doen slagen, verzekerd moest
zijn van de hulp der Duitsche landsvorsten, die
zoo ongeveer alles te zeggen hadden in hun
gebied. Daarom droeg Luther dan ook aan
die vorsten op het werk der reformatie van de
kerk. En toen het werkelijk in de verschil
lende landen tot kerkhervorming was gekomen
door middel van de landsvorsten, werd aan die
vorsten voortaan ook de regeering der kerk
een ieder in zijn eigen gebied in handen
gegeven en overgelaten. Als vanzelf kwam er
toen het territoriale stelsel van kerkregeering.
De kerken zjjn er niet in gekend, alleen de
vorsten, die naar Luthers opvatting, de voor
naamste kerkleden waren.
Aan de vorsten werd het recht toegekend
óm te bepalen, welke godsdienst in hun land
zou worden erkend. Dat had verstrekkende
de rij van hun Christelijke scholen. Magelang
is hun Zendingsterrein, en al is onze school nu
niet in alle opzichten een Zendingsschool, toch
ligt het voor de hand, dat de band tusschen
den Zendingsarbeid der Zeeuwsche kerken en
het Christelijk onderwijs aan Inlanders en Chi-
neezen zoo nauw mogelijk aangehaald moet
worden. Het een zonder het ander is niet vol
ledig. Het werk van ds. Merkeljjn, èn dat van
de broeders aan de Holl.-Javaansche school èn
dat aan de Holl.-Chin. school, 't zijn, althans
ze behooren hét te zijn, drie takken van den
zelfden boom drie vormen, waaronder Christus'
Zendingsbevel wordt opgevolgd. Wel in nauw
verband, maar toch ook weer vrjj en zelfstandig
werkend, elk zich inrichtend naar eigen be
hoefte, zoeken ze samen Javaan en Chinees tot
den Zaligmaker van alle volken te leiden.
Aanvankelijk mogen we zeggen, dat het, door
Gods zegen, wel de Holl.-Chin. school goed
gaat. Het eerste jaar van haar bestaan moest
ze, door allerlei oorzaken, waaronder vooral het
uitblijven der subsidie, zich op velerlei manier
behelpen. Een moeilijk jaar is het geweest voor
hen, die zoolang het onderwijs hebben gegeven.
Een beginnende school is altijd moeilijk, en
vooral een school als de onze. Hoe verschillend
waren de vorderingen der kinderen, die plaat
sing vroegen Hoe groot de moeilijkheid om
een behoorlijke klasse-indeeling te krijgen
Hoeveel inspanning kostte het, zoo langzamer
hand de ontwikkeling der leerlingen op een
eenigszins gelijk peil te brengen. Temeer, daar
de school reeds vijftien maanden liep, vóór één
cent aan subsidie werd ontvangen. Alles moest
gevo'gen, want zoodra de vorst eenmaal in zijn
kwaliteit van overhoogheid over de kerk be
slist had, bleef ook alle verdere regeling van
de kerkelijke zaken geheel aan hem toever
trouwd. Stilzwijgend werd door de geloovigen,
die met de reformatie van Luther meegingen,
dit recht der vorsten erkend en feitelijk heb
ben daardoor de Lutherschen van eigen regee
ring der kerk door hare eigene organen geheel
afgezien. De landsoverheid kreeg de leiding
geheel in handen. Zij zorgde voor stichting
van kerken en scholenzij stelde aan, onder
hield en ontsloeg de predikanten; zij zorgde
voor het vaststellen en handhaven der belij
denis zij verdedigde de zuivere leer met het
zwaard en zorgde voor de uitroeiing der ket
ters zfj regelde de godsdienstoefeningen en
schreef aan de kerkedienaren de instructies
voor. Ook al oefende de Overheid deze macht
na 1529 op Melanchtons voorstel uit door
middel van consistoriëntoch was en bleef het
de landsoverheid, die de kerk regeerde.
Eeu consistorie was namelijk eene vergade
ring van personen, door den vorst of de lands
overheid benoemd en aangesteld, om op de
kerkelijke zaken orde en regel te stellen.
Het territoriale stelsel wordt daarom ook
vaak aangeduid met den naam van het Con
sistoriale stelsel. De uitdrukking uit Mattheus
18 17 „zegt het der gemeente" wordt dan
ook naar Luthersche verklaring aldus toege
past„zeg het aan de vertegenwoordigers der
gemeente, d.i. aan het consistorie"dus aan
dat college, dat in naam der overheid de kerk
regeert.
Het is zeker overbodig na hetgeen wjj in ons
eerste artikel reeds schreven, nu nog aan te
toonen dat deze soort van kerkregeering in
strijd is met de ordinantie van onzen Heere
Jezus Christus. Deze toch heeft duidelijk ge
leerd, dat de macht der overheid eene ganscli
andere is als die welke binnen den kring van
Christus' gemeente mag en moet geoefend
worden. De aardsche overheid moet op haar
eigen terrein blijven en heeft geen recht om
heerschappij te voeren over Christus' kerk,
noch de uit- of inwendige belangen dier kerk
eigenmachtig te regelen en te beschikken.
Omdat in het hierboven geteekende stelsel
de landsvorst of caesar dezelfde plaats bekleedde,
welke in het Roomsche stelsel van kerkregee
ring de paus of pipa innam, wordt het ook
meermalen aangeduid met den omslachtigen
naam van het caesaro papistische stelsel. Hier
te lande is het ook verdedigd door Arminius
en Hugo de Groot. De Arminianen waren
dan ook voorstanders van dit stelsel van kerk
regeering. Zij meenen, dat de overheid over
heel het menschelyke leven gezet is, dus ook
over het religieuse of godsdienstige leven.
Z\j willen wel is waar aan de overheid niet
eene kerkelijke waardigheid toekennen of op
dragen. Die is naar Arminiaansche voorstel
ling geen „opperbisschop', noch „verdediger
des geloofs", maar toch wel opperste gezag-
voerster over de kerk. In dien gewyzigden
vorm heeft het territoriale stelsel ook ingang
gevonden bfj de Remonstranten in ons vaderland,
die feitelijk de kerk uitwendig dienstbaar en
gehoorzaam wilden stellen aan de burgerlijke
Overheid, en dan geen andere geestelijke macht
binnen de kerk wilde erkennen of toelaten.
Huns inziens moet de kerk geen eigen zelf
standige regeeriug er op na houden. De heer
schappij van het Woord en van den Geest
worden vanzelve uitgeoefend. Daaraan moet
men den vrijen loop laten. Maar verder moet
de kerk zich niet met regeeren inlaten. De
bediening van de Sleutelen, door Christus ver
ordend, wordt op die manier geheel over boord
geworpen.
Deze gewijzigde vorm van het territoriale
stelsel draagt naar den eersten voorstander en
publieken verdediger ervan, Eraslusook wel
den naam van het Erastiaansche stelsel.
Eraslusgeboren in 1524 uit arme platte
landsbewoners, studeerde eerst in Bazel in de
theologie. Hij heette oorspronkelijk Thomas
Liebler, maar veranderde naar de liefhebberij
zijner tijdgenooten om geleerde namen te dra
gen, zijn naam in het GriekscheErastus.
Toen in Bazel de pest uitbrak, ging Erastus
naar Bologna en vervolgens naar Padua, waar
hij zich wijdde aan de studie der philosophie
en der medicijnen. Ten slotte vestigde hij na
dus uit de schoolgelden gevonden worden, en
in Indië begint men voor een school mèt een
f 300 per maand niet veel
Alles moest dus, door den nood gedwongen,
zooveel mogelijk uit de zuinige hand, wat ook
al niet aan flinken vooruitgang der leerlingen
bevorderlijk was. Het vertrek van den heer
Jansz, die aanvankelijk de leiding der school
op zich genomen had, kwam de moeilijkheid
nog vergrooten. De dames Wyers en Schütz
bleven met z'n beiden over, en hadden eenige
moeilijke maanden. Een woord van dankbaarheid
aan alle drie mag hier dan ook niet achter
wege blijven voor de wijze, waarop ze de be
langen der school verzorgd hebben. Ze moesten
roeien met de riemen, die ze hadden, en ze
hebben ze flink gehanteerd. Niettegenstaande
de uiterst ongunstige omstandigheden, waar
onder ze werkten en de zware concurrentie der
goed ingerichte Gouvernementsscholen, breidde
het aantal leerlingen zich steeds uit, zoodat het
begin December 1914 toen ondergeteekende zijn
taak aanvaardde, reeds tegen de honderd liep. i
Gelukkig was, juist toen het werk de beide
dames haast te zwaar begon te vallen, het
subsidie-besluit gekomen, zoodat het mij moge
lijk werd, de leiding der school over te nemen.
We konden nu voorbereidende maatregelen
nemen, om de zaak flink aan te pakken. De
noodige leermiddelen konden besteld worden, j
en, al was er veel, wat, helaas, nog maanden
op zich liet wachten, begin Januari 1915 onge
veer konden we dan toch eindelijk eens goed
aan den slag gaan. Inmiddels was echter mej.
Wijers naar Bandoeng vertrokken, terwijl het
voltooide studiën zich als arts. In 1558 werd
hij benoemd tot lijfarts van den keurvorst van
de Pfalz en kwam als zoodanig in Heidelberg
waar hij ook benoemd werd tot professor aan
de daar bestaande Universiteit in de medische
faculteit. Maar Erastus bewoog zich behalve
op medisch, ook wel op theologisch terrein en
bemoeide zich ook met kerkelijke vraagstukken
en aangelegenheden. Op theologisch gebied,
met name op kerkrechterlijk gebied, stond hij
dan ook tegenover zjjn Calvinistischen collega,
die ons allen welbekend is als medeopsteller
van onzen Heidelbergschen Catechismus, n.l.
Caspar Olevianus, die voorstander was op schrift
uurlijke gronden van het presbyteriale stelsel
van kerkregeering. Erastus heeft door zijn
oppositie, die hij voerde, niet alleen de vriend
schap van den keurvorst verspeeld, maar is
ook door de in de Pfalz ingevoerde Gerefor
meerde kerkinrichting, geëxcommuniceerd. Men
verdacht hem ook van ketterijen inzake de leer
der Drieeenheid en der Godheid van Christus.
Hij verliet in 1580 Heidelberg en ging naar
Bazel, waar hij in 1583 stief.
Die Erastus nu heeft voorgestaan en verde
digd een gewijzigd territoriaal stelsel van kerk
regeering. En wanneer we iets meer van dieu
man weten, bevreemdt het niet meer, dat de
Arminianen in ons land zich op Erastus be
riepen en het Erastiaansche stelsel wilden
doorgevoerd zien.
De denkwijze van Erastus is ook daarom
voor ons van veel belang, omdat Koning Willem I
in 1816 voor de regeering der Hervormde kerk
in ons vaderland van de Erastiaansche begin
selen is uitgegaan.
Kerkhof.
Kerk- en Sclioolnieuwn.
ZESTAL
te Leiden A. v. Andel te Hilversum
K. v. Anken te Pernis
H. A. Munnik Jr. te Bunschoten
Tj. Petersen te Purmerend
D. Pol te Vlissingen
G. Wielenga te Zwolle.
DRIETAL
te Zuid larenF. H. v. Loon te Ter Apel
J. Scholten te Roden
K. v. d. Veen te Gasselter-Nijeveen.
TWEETAL
te Brielle c.a.Dr. Harrenstein te N.Scharwoude;
D. Sikkel te Leidschendam.
BEROEPEN
te Gaast en Piaam c.a.H. II. Binnema te
Munnekezijl
te Watergraafsmeer: Dr. Harrenstein te N.
Scharwoude
te HoogvlietJ. A. Verhoog cand. te Zeven
huizen (Z H.)
te Schoonoord J. v. llenten te Wijckel c.a.
te Delfshaven R. Zijlstra te Hoogeveen.
Onder veel belangstelling herdacht ds.
A. v. Dijken te Overtoom, dat hij die kerk
12% jaar mocht dienen.
De classe Leeuwarden heeft den cand. D.
Chr. Karssen, ber. pred. te St. Jacobi Parochie
na peremptoir examen toegelaten tot het pre
dikambt.
Aan de Vrije Universiteit promoveerde
tot doctor in de H. Godgeleerdheid J. Brink
man, pred. te Velp, op een proefschrift over
„de Gerechtigheid Gods bij Paulus".
Intrede te Warffum A. D. C. Kok, over
gekomen van Seharendijke, met Ef. 2 20—22,
na bevestigd te z\jn door J. F. v. Hulsteijn
te Middelstum.
Intree te Asperen J. E^ Westerhuis, over
gekomen van Gramsbergen, met Rom. 1:11
en 12, na bevestigd te zijn door Prof. Hoekstra
van Kampen met 1 Cor. 2 9.
Ds. K. Stutvoet te Drogeham heeft eme
ritaat aangevraagd.
aantal leerlingen tot boven de honderd gestegen
was. Volgens de in Indië geldende regeling be
hooren aan zulk een school tenminste vier leer
krachten verbonden te zijn, zoodat we 1915»
begonnen met twee vacatures. Onmiddellijk:
werden door het Bestuur de noodige stapper/
gedaan, om uit Holland twee onderwijzers te
laten uitkomen. Zooals u bekend zal zijn, werd
toen als eerste onderwijzer broeder P. Lok be
noemd, tot dien tijd hoofd der Chr. School te
Boerakker (Gron.)
Door er den noodigen spoed achter te zetten,
kon hij hier reeds midden Juni, juist in't begin
van de groote vacantie aankomen, zoodat hfj
rustig den tijd had, zich te installeeren, voor
hij (op 5 Juli) zijn schoolarbeid moest beginnen.
Dat het een blijde gebeurtenis was, toen we
hem met_ zijn gezin in ons kleine kringetje
mochten inhalen, laat zich denken. Hij kwam
het aantal Gereformeerde gezinnen immers met
25 pCt. vermeerderen
Niet minder groot echter was ook onze dank
baarheid ten opzichte van de school. Een derde
vaste leerkracht was brood-noodig
Het aantal leerlingen toch was (na c?e groote-
vacantie begint de nieuwe cursus) gestegen tot
124, verdeeld over een voorbereidende klas en
zes gewone leerjaren. Daar de voorklasse, zal
ze aan haar doel de jonge Chineesjes zooveel
Hollandsch te leeren, dat ze in de le klas het.
onderwijs geheel in het Hollandsch kunnen,
volgen beantwoorden, afzonderlijk moet zijn,
en ook onder leiding moet staan van iemand,
die behoorlijk het Maleisch machtig is, ligt het
voor de hand, dat voor de overige klassen drie
onderwijzers geen weelde was. Temeer, daar
het beslist noodzakelijk was, door hard werken
de school tot het peil der Gouvernements-
Europeesche scholen op te voeren.
(Wordt vervolgd).