Betere Laarzen.
Kerkregeering.
Ds. Hoekstra ontslapen.
Uitslag Unie-Collecte.
Geestelijke arbeid onder de militairen
aan de Zeeuwsch'Vlaamsche grenzen.
ZENDING.
Houdt wat gij hebt!
UIT D£ PERS
De bouwwerken van Nebukadnezar.
overbrugbare kloof zal steeds dieper en breeder
gapeu. Het is ecbter een weldaad, dat by het
nog altijd dreigend buitenlandsch gevaar, alle
partyen zicb beijveren om ons land te bewaren
by den vrede en zyn onafhankelijkheid. Het
nationale besef is ook in ons land nog een
groote macht gebleken en we mogen er ons
over verheugen dat er in dit opzicht zoo groote
eenstemmigheid heerscht. Enkele wanklanken
omdat zy zoo zeldzaam op onze erve waren
drongen schier tot aller oor door en vonden
slechts in zeer beperkten kring bijval. Allen
gevoelden sterker dan ooit wat het voor ons
wezen zou, indien we eens in 't gedrang moch
ten komen en daarom brachten allen de offers,
welke voor de verdediging van onze grenzen
en onz* kusten noodig waren. De sympathiën
van den een gingen uit naar de centrale mo
gendheden en die van den ander naar de ge-
alieerden, maar voor alles waren en bleven we
Nederlanders, die zich trouw schaarden rondom
onze regeering welke zulk een zware taak op
de schouders heeft. Laat het gebed voor allen
die in hoogheid zitten niet verflauwen.
Wat we wel wisten kwam in de laatste
maanden helder aan 't licht, dat er in onze
eigen partij iets broeide. De brochure van den
oud-minister Heemskerk o.a. wees er op en
daarop verscheen nog een van de vijf bekende
hoeren. Menigeen is benieuwd, hoe het verder
gaan zal en onder ons volk is er minder on
rust dan velen denken, voorzoover ik het be-
oordeelen kan. Voorzichtigheidshalve moet ik
dit wel zeggen, want we wonen op de Zeeuwsche
eilanden, en in den regel gevoelen we eerst
iets van de strooming, wanneer zy reeds een
groot deel van haar kracht verloren heeft.
Dit heeft natuurlijk veel tegen, maar toch wel
iets voor. Voor sommigen, die zeer voor in
drukken vatbaar zyn, is het een groot bezwaar
en zou haast een reden zyn om te verhuizen,
want zy meenen, dat ons volk haast onaan
doenlijk is. We hebben eens een tijd beleefd,
dat het byna in alle oorden van ons land mo
ties regende, maar op de vergaderingen, welke
in ons gewest gehouden werden, was er nau
welijks sprake van. Dat nu is voor heetgeba
kerde menschen niet om uit te houden en van
daar is het ook te verklaren, dat onze bevol
king het nog al eens ontgelden moet in Bladen,
welke buiten ons gewest verschijnen. Het ge
beurt zelfs, dat iemand zich verleiden laat om
zonder eenige nadere motiveering te verklaren
och, die Zeeuwen zyn door en door conservatief
en daarmede is dan de zaak geheel beslist.
Nu dit mceten we ons laten welgevallen en we
zullen ons ook niet vermoeien om er tegen in
verzet te komen, te meer, omdat er wel iets
van aan is. Dit brengt de ligging van onze
provincie wel eenigszins mede en de eeuwen
lange worsteling om te behouden wat we
hebben, heeft een eigenaardig stempel op ons
gedrukt.
Overigens beklagen we ons daarover niet.
We hebben gelegenheid gehad om onze zuide
lijke buren te bewonderen, die zoo gemakkelijk
hun voeten in beweging brengen by de eerste
klanken van eenige muziek, maar we zyn nog
niet zoover, dat we hen ook reeds benijden,
wijl we in de meening verkeeren, dat als men
een zaak uit de verte ziet, ze altoos een eenigs
zins andere indruk maakt dan van zeer nabij.
De beweging van het water kennen we van
zeer nabij en we zÜn er 200 aaü gewoon, dat
zy nog al hevig moet zyn. vóór we er met
belangstelling naar zien en heel geweldig moet
zy zyn, eer we er ons over verontrusten. Al
gemeen is dan ook hier onze meening, dat wat
er op dit oogenblik zich roert in onze party,
wel weer voorbijgaan zal, wyl we van oordeel
zyn, dat onze wyze voormannen niet de dwaas
heid zullen begaan om alles op haren en snaren
te zetten. Veeleer zyn we van gedachte, dat
zy zeer gemakkelijk een weg zullen weten aan
te wyzen, langs welken zy gemeenschappelijk
voort trekken kunnen.
Pastor Jager van Embden deelt in de „Grenz-
bote" mede
Te Iserlohn leefde een geloovige predikant
met name Strausz, die vele jaren met zegen
arbeidde. Door zyn prediking werd menige
zondaar de weg des heils gewezen. De oude
prediker echter verlangde met volle recht, dat
men niet alleen den rechten weg kende, maar
dat men hem ook bewandelde. Op een dag
kwam de schoenmaker tot den dominé om hem
een paar laarzen aan te meten. Daarbij ver
telde hy hem, hoe graag hy by hem ter kerk
ging, welken rijken zegen hy van zyn prediking
genoot en hoe hy nu eerst zyn zonde, echter
ook de liefde des Heilands recht had leeren
kennen. Nu had hy vergeving der zonden en
kracht tot een nieuw leven verkregen, en de
heer pastoor mocht nu toch ook wel voor hem
bidden, dat zijn geloofslicht niet weder uitge-
bluscht werd.
De schoenmaker had lang en veel gesproken
en hy verwonderde zich, dat de predikant in
't geheel niet antwoordde. Vragend zag hy hem
aan. Toen zeide de predikantDat wil ik doen,
voor u bidden. Maar gij moet my voortaan
betere laarzen maken, dan voorheen toen gij
nog onbekeerd waart.
De schoenmaker zag dan predikant verbaasd
aan. Of hy het vreemd vond, dat de predikant
aan laarzen denken kon, terwijl hy van 't geloof
sprak of hy het verstond en inzag, dat als
iemand Christen wordt, ook zyn arbeid van zyn
bekeering getuigenis afleggen moet, weet ik
niet. Dit staat echter vast, dat de predikant
het juiste punt had getroffen, dat een nieuw
leven ook nieuwe vruchten moet dragen. Wie
van te voren slechte laarzen maakt, moet verder
betere laarzen leveren. Bouma.
I.
In de eerste maand van het jaar worden in
de meeste onzer Kerken de nieuwgekozen ambts
dragers in het midden der gemeente bevestigd.
Zoowel degenen, die in het ambt staan, als
degenen die er buiten staan, mogen by ons wel
ter dege kennisdragen van de wyze, waarop ia
Christus' Kerk naar Gods Woord orde en regel
moeten worden gehandhaafd. Zonde voor God
zou het zyn, wanneer in Christus' Kerk andere
regelen en ordinantiën ingevoerd werden, dan
de Koning der Kerk heeft gesteld regelen, die
daar niet thuis hooren, omdat zy strijden met
het wezen en den aard der gemeente. Ook al
zyn deze zaken niet onbekend in onze kringen,
toch is het voortdurend noodig by de grond
beginselen onzer kerkregeering weer eens be
paald te worden. We wenschen in enkele
artikelen daarover een en ander te brengen
onder de oogen onzer lezers.
Op verschillende manieren heeft zich de Kerk
van Christus op aarde geïnstitueerd. En die
verschillende Kerkformaties onderscheiden zich
niet uitsluitend door uiteenloopende opvatting
omtrent de leerstukken der waarheid, maar ook
in de wyze waarop de Kerk wordt geregeerd.
Er zyn dan ook onderscheidene stelsels van
Kerkregeering, waarvan wy voor ons meenen
dat alleen de Ger. formeerde Kerkregeering
overeenstemt met de beginselen van GodsWoord.
Gelyk naar onze overtuiging de Gereformeerde
Kerken vormen de meest zuivere openbaring
van het Lichaam van Christus, zoo ook geeft
naar onze opvatting het Gereformeerde Kerk
recht de beste grondbeginselen om in de prak
tijk toe te passen tot handhaving van orde en
•regel in Christus' Kerk.
In onderscheiding van andere stelsels noemt
men het in onze Kerken gangbare stelsel van
Kerkregeering het presbyteriale.
De andere meest bekende stelsels zyn
a. het episcopale stelsel.
b. het papale stelsel.
c het territoriale stelsel.
d. het collegiale stelsel
e. het independentistische stelsel.
In het vervolg hopen we de voornaamste ka
raktertrekken van ieder dier systemen aan te
geven, om daartegenover juist de zuiverheid en
het goed-recht van ons gereformeerde stelsel
te laten uitkomen.
Een van de grondfouten by de regeering der
Kerk gemaakt is, dat men niet van meet af
scherpe grenslijn troktussclien O verheid en Kerk.
In Staat en Kerk toch hebben we te doen
met twee geheel verschillende terreinen.
De Staat en Overheid behooren tot het ter
rein van de gemeene genade, terwijl de Kerk
behoort tot het terrein van de particuliere ge
nade. En op dat laatste terrein is Christus
alleen Souverein en Koning, naar Wiens Woord
men heeft te gehoorzamen.
Van beteekenis is dan ook vooral de uitspraak
van Jezus zeiven te vinden in Mattheus 20
„Gij weet, dat de oversten der volkeren heer
schappij voeren over hen, en de grooten ge
bruiken macht over hen. Doch alzoo zal het onder
u niet zijnmaar zoo wie onder u zal willen
groot worden, die zy uw dienaaren zoo wie
onder u zal willen de eerste zyn, die zy uw
dienstknecht."
Wat in den Staat en in de maatschappij niet
alleen geoorloofd, maar zelfs noodzakelijk is,
dat moet contrabande zyn binnen de muren der
gemeente van Christus. Jezus had ook duide-
lyk gepredikt„Myn Koninkrijk is niet van
deze wereld", en voor Zyn Koninkrijk golden
dan ook andere wetten.
In den Staat is een dwingend gezag nood
zakelijk. Desnoods mag de Overheid geweld
gebruiken om zich onderwerping aan haar ge
zag te verzekeren. In den Staat ontving dus
de een van Godswege het recht om over den
ander te heerschen en dien tot gehoorzaamheid
te dwingen met het zwaard. En de roeping der
onderdanen is zich in alles aan het gezag der
Overheden te onderwerpen, zoolang tenminste
die Overheden niets van ons eischen wat in
stryd is met onze gehoorzaamheid aan God
waartoe wy ons in de consciëntie gebonden ge
voelen. Overheden mogen hun gezag niet naar
willekeur gebruiken, maar hebben ook te rekenen
met Gods ordinantiën voor de verhouding tus-
schen onderdanen en gezaghebbers, hebben te
bedenken, dat het gezag hun niet toevertrouwd
werd om er eigen winst of voordeel mee te
behalen, maar om te arbeiden tot welzijn van
hun medemenschen, tot zegening van hun on
derdanen in verantwoordelijkheid aan den hoog-
sten Souverein. Wanneer de Overheden hun
gezag gebruiken ten nadeele van hun onder
danen, dan is dat zondig misbruik. En eenmaal
zullen ook alle dragers van het Overheidsambt
voor den Koning der Koningen zich hebben te
verantwoorden en naar stipt recht de vergelding
des loons ontvangen over hun bekleeden van
't aardsche overheidsambt.
Misbruik heeft evenwel het gebruik nog
niet op.
Het heerschen is roeping der Overheid.
De heerschersmacht der Overheid wordt door
ware Christenen erkend, geëerbiedigd, ontzien,
gehoorzaamd. Op het terrein van de gemeene
genade Gods hoort die gezagsverhouding thuis.
Maar zulks mag niet gevonden worden in de
gemeente van onzen Heere Jezus Christus, die
als saamvergadering van alle ware Christgeloo-
vigen, behoort tot het erf der particuliere of
bizondere genade.
„Akoo zal het onder ulieden niet zyn", ver
klaart Jezus voor Zijne discipelen.
De Koninklijke Wet in de gemeente is niet
heerschen, maar dienen.
(Wordt vervolgd.)
Den laatsten dag van het vervlogen jaar ont
sliep ds. Hoekstra.
Niet alleen de zusterkerk in Gelre's hoofd
stad leed een zwaar verlies door het overlijden
van haar beminden leeraar. Ds. Hoekstra be
hoorde niet aan die gemeente alleen, maar aan
heel het vaderland. Welk echt-Gereformeerde
zal het niet diep betreuren, dat die welversne
den pen van den Arnhemschen leeraar voort
aan rust?
Zelfs wie nimmer zyn levend woord hoorden,
kenden Hoekstra door en door uit zyn pittigen
persarbeid. Omdat hy veel van zyn kanselwerk
door den druk verspreidde heeft hy, ja vacante
kerken gediend, en kranke broeders en zusters
aan zicb verplicht, maar veelmeer nog iets an
dersHoekstra heeft jonge dominees een voor
beeld gegeven, hoe gegraven moet worden uit
den myn van Gods Woord om de gemeente
geestelyk voedsel te bieden. Want al waren
zyn predieaties geen homiletische modellen, ze
leverden zuivere kostelijke echt-Gereformeerde
bediening des Woords. In dat opzicht vond
Hoekstra geen Gereformeerd predikant, die hem
kon evenaren. Eén der helden Israels uit de
Doleantie-dagen ging in Hoekstra heen. Veel
heeft hy gearbeid. Voor het kerkelijk leven
van ons land was hy een betrouwbare gids, een
scherpziend leidsman, een man bovendien als
Stephanes vol des Heiligen Geestes, met teeder
hart en groote menschenkennis
Dankbaar gedenkt ons Gereformeerde volk
al wat deze blinkende sterre aan den kerkelyken
hemel gedaan heeft om het heerlijk licht van
Gods Woord en genade te doen uitstralen.
Als de leidslieden worden weggenomen om
na volbrachten post op aarde met eere en heer
lijkheid in de hemelen gekroond te worden;
mag ons gebed wel opgaan„Heere, Koning
Uwer kerk, blyf by ons met Uw genade, Geest
en Majesteit!"
Verblijdend is het eind-cyfer van de opbrengst
der Unie-collecte in 1915 gehouden.
Totaal was nu f 122.865.83Vs
Een kolossaal bedrag alzoo. En wat 't meest
zegt, daardoor werd de collecte van 1914 over
troffen met ruim zeventien en een half duizend
gulden (f 17551.23Vs)
De liefde voor ons Christelijk onderwijs is,
Gode zy dank, nog niet gelauwd.
De offervaardigheid neemt toe, ook al sterven
jaar op jaar vele oude vrienden van den School
met den Bybel weg.
Blyve onze zorg voortdurend aan het Christe
lijk onderwijs gewijd. Offeren we niet slechts
ons zilver en goud ervoor. Dragen we dien
arbeid door ernstig gebed! En bovenal, laten
we ons ook op de hoogte houden van wat noodig
is om onze kinderen op te voeden tot kinderen
huns tjds, die tot alle dingen behoorlijk toe
gerust worden. Als onze kinderen de school
verlaten, moeten zy aanpassen aan het tegen
woordige leven. Daaraan ontbreekt helaas nog
heel watKerkhof.
Vanwege de commissie voor de verzorging
van de godsdienstige belangen der Protestantsche
militairen op Walcheren en in Zeeuwsch-Vlaan-
deren is ook de arbeid der prediking onder de
militairen te Nieuw-Namen en Hulst geregeld
voortgezet.
Te Nieuw-Namen is die commissie daarmee
aangevangen Woensdag 28 April 1915 te Hulst
Woensdag 21 Juli 1915.
Tot Woensdag 28 Juli 1915 zyn vroeger in
onze Kerkbode de gehouden spreekbeurten in
beide plaatsen gepubliceerd.
Voor zoover my bekend is, zyn sinds dien
tyd achtereenvolgens opgetreden
Te HulstIn de maand Augustus Woensdag
4 [Augustus ds. G. van Dis te Zaamslag18
Augustus ds. F. W. H. Bramer te Heinkens-
zand; 25 Augustus dhr. L. Dek, Ned. Herv.
Godsdienstonderwijzer te Sluiskil.
In de maand September Woensdag 1 Sep
tember ds. H. P. Stegenga te Wolfaartsdyk
8 September ds. G. van Dis te Zaamslag15
September ds. G. de Jager te Wolfaartsdyk;
22 September ds. J. F. van Hulsteyn, toen te
Terneuzen 29 September ds. J. H. Lammertsma
te Axel.
In de maand October; Woensdag 6 October
ds. F. Postma te Koudekerke (W.)Vrijdag 8
October ds. H. Jansen, Veldprediker 3e divisie
Staf; Woensdag 13 October ds. E. Raams te
Hoek 20 October ds. C. J. de Kruyter te Oost-
kapelle 27 October ds. L. de Bruyne te Zaam
slag.
In de maand NovemberWoensdag 3 No
vember (of, die van over de Schelde zyn, Dins
dagavonds te voren) ds. H. Jonker te Middel
burg 10 November ds. H. P. M. de Wallete
Zaamslag17 November ds. L. van Loon te
Koudekerke (W.)24 November dhr. L. Dek,
Godsdienstonderwijzer te Sluiskil.
In de maand December Woensdag 1 Decem
ber ds. Joh. Kyne te Ierseke8 December ds.
G. van Dis te Zaamslag 15 December ds. J.
B. Netelenbos te Middelburg 22 December ds.
G. van Dis te Zaamslag; 29 December ds. L,
de Bruyne te Zaamslag.
Sinds dien tyd zyn achtereenvolgens te Nieuw-
Namen opgetreden
In de maand Augus'us op dezelfde data de
zelfde sprekers als te Hulst.
In de maand Septemberop dezelfde data
dezelfde sprekers, uitgezonderd 22 September,
toen geen spreker arriveerde wegens automobiel
defect.
In de maand Octoberop dezelfde data de
zelfde sprekers, uitgezonderd 20 October, om
dezelfde bovenvermelde reden.
In de maand November behalve op dezelfde
data dezelfde sprekers bovendien nog op Dinsdag
23 November ds. J. Th. de Visser, Veldprediker
in algemeenen dienst.
In de maand December: op dezelfde data
dezelfde sprekers.
Er is dus ook van de zyde van deze Com
missie voet by stuk gehouden en niet nagelaten
geregeld voort te arbeiden.
Ook als vrucht van dezen arbeid zy den mili
tairen, die in deze plaatsen gelegerd geweest
zyn of gelegerd zyn, in het nieuwe jaar heil
toegebeden. Lammertsma.
Dat zulk een waarschuwing, zulk een bevel
nog noodig is, moet ons bedroeven. Het be
hoorde zóó te zyn, dat wy door trouwen arbeid,
nauwlettend toezicht en het treffen van ver
standige maatregelen, al het mogelijke deden,
de leden der Geref. kerken voor de waarheid
te behouden. Er zyn nu eenmaal schapen, die
van de kudde afdwalen, als zy niet geleid en
bewaakt worden. En tegenover dezulken hebben
wy een ernstige roeping.
Op deze roeping wordt onze aandacht by ver
nieuwing gevestigd, door een artikel in het
Kerkblad van de Geref. kerken in Ned O.-Indië,
onder den titel„Onze organisatie met betrek
king tot de verstrooide Gereformeerden."
Gedurig verhuizen er leden onzer Geref. kerken
naar Indiëzy denken er niet altijd aan hun
attestatie op te vragen, en de kerkeraden ver
zuimen wel eens hun hieraan te herinneren of
ook, al nemen zy hun attestatie mee, er zyn er
onder hen, die gevaar loopen toch nog af te
wyken, indien zy in Indië niet dadelijk in onze
kringen terecht komen. Daarom hebben de
kerken in ons land saam te werken met de
Geref. kerken in Indië, met name met de kerk
te Batavia. Wordt dit trouw gedaan?
In bovengenoemd artikel wordt gewezen op
de circulaire, door de classe 's Gravenhage, op
verzoek van de kerken te Batavia en Soerabaja,
aan alle kerken in ons land gezonden, in welke
circulaire werd verzocht om
1. opgave van de personen, die gedurende de
laatste 5 of 6 jaren naar Indië vertrokken aan
welk verzoek slechts 4 kerken voldeden
2. om geregelde opgave van de attestatiën,
die aan naar Indië vertrekkende leden der Geref.
kerken werden afgegeven een 20-tal kerken
voldeden langzamerhand aan dit verzoek. Mis
schien dat er ook wel onder onze Zeeuwsche
kerkeraden zyn, die zich zelf in dezen hebben
te beschuldigen.
„Er is echter nog een taak voor de Hollandsche
kerker aden.
Zy hebben by den voortduur alle personen
die naar Indië gaan er op te wyzen, dat er te
Batavia eene Commissie is van de Gereformeerde
Kerk voor het afhalen van personen te Tandjong
Priok en dat men zich slechts heeft op te geven
aan den kerkeraad onder mededeeling van het
stoomschip waarmede men hoopt te arriveeren,
de grootte van het gezin, de betrekking die men
gaat bekleeden, of men al dan niet kennissen
in Batavia en omstreken heeft en dat dan ge
melde Commissie zorgt voor bespreking van
pension of hotel en by aankomst te Priok de
naar Indië komende nieuwelingen opwacht.
Een ieder die uit eigen ervaring weet, wat
het afhalen van Priok beteekent, zal dankbaar
erkennen het goede en belangelooze werk dat
deze Commissie verricht.
Ik zou dan ook alle kerken in Holland willen
toeroepenvergeet nooit tegen iemand die naar
Indië gaat te zeggen, dat ze naar den kerkeraad
van de Gereformeerde kerk te Batavia moeten
schrijven over hun aankomst, maar bovenal, ver
geet gij kerkeraden in Holland nooit zelf daarvan
kennis te geven ook al weet gy het nog niet
officieel."
Maar ook de leden onzer kerken kunnen iets
doen en wel 21ei
„le. Laat iedereen die weet dat iemand van
Gereformeerden huize naar Indië gaat, daarvan
oogenblikkelyk zoo nauwkeurig mogelyk aan
den kerkeraad der Gereformeerde kerk van
Batavia schry ven.
2e. Laat iedereen in Holland die onder de
personen van Gereformeerden huize kennissen
heeft die in Indië zijn, aan een der twaalf de-
putaten voor de zending dien naam zoo mogelijk
met adres en beroep opgeven*) en ik ben over
tuigd dat die Deputaten dan in het hun dezer
dagen toegezonden wordende handboekje voor
de Gereformeerde Kerken in Ned. Indië zullen
naslaan of ze dien naam er in aantreffen en zoo
niet, dien naam onverwijld aan het in dat hand
boekje daarvoor opgegeven adres zullen opgeven."
My dunkt, dat hier niet te veel gevraagd
wordt. Wy geven voor de Zending, met het
doel om te winnendoch eisch der christelijke
liefde is niet minder om al datgene te doen
wat noodig is, om te behouden. Laten onze ker
keraden en de leden der gemeenten dDn aan
de rechtmatige verlangens onzer broeders in
Indië gehoor geven. J. D. Wielenga.
Wy cursiveerden enkele regels. W.
Voor Zeeland is deputaat ds. G. F. Kerk
hof te O.-Souburg.
De man, die van allen ter wereld de meeste
en grootste bouwwerken gesticht heeft, is Ne
bukadnezar, die koning van Babyion geweest is
van het jaar 604 tot 561 vóór onze jaartelling.
Men vindt weinig ruïnes in Babylonië, die niet
oorspronkelijk, geheel of voor het grootste deel,
zyn werk geweest zyn. Schier overal in Me
sopotamia' en zelfs in Perzië komen tegels voor,
die zyn naam dragen. Het was hem kennelijk
een genot, de oude tempels te herstellen. Hy
omgaf open steden met wallen en grachten. Hy
bedwong den loop der rivieren door zware,
steenen dyken. Kort voor zyn tyd was de stad