ZENDING.
Zichtbare vruchten.
UIT DK PERS.
Kerk- en Sclioolnleuws.
lamp voor onzen voet en tot een licht op ons
pad. Dan kunnen wy die indrukken wel niet
altfld verwerken, en de dingen niet terstond
op hun plaats brengen, maar Gods Woord geeft
ons dan toch een algemeen gezichtspunt aan.
De oorlog is een zeer samengesteld ding.
God werkt er in. En de mensch werkt er in.
En alles, waar de mensch in werkt, daar werkt
de zonde in, en daar werkt zijn zondig levens
beginsel in, zjjn tot vijandschap geneigde na
tuur. En dat laatste zag ik, toen ik dat briefje
schreef (het is weer een tijd geleden) zeker
heel duidelijk in want men ziet dat niet ten
allen tijde even klaar. Soms leest ge het zonder
aandoening, maar bij oogenblikken loopt er een
rilling over den rug, wanneer courant en illu
stratie u als het ware op het slagveld brengen,
en ge ziet dan den eenen mensch den anderen
in het wilde dooden. En dan vraagt ge bij u
zeivenhoe is de mensch toch tot zoo iets in
staat? En zoo komt ge ook vanzelf tot het
besluit, dat oorlog alleen maar mogelijk is in
een wereld, waar het bedenken des vleesches
vijandschap is. Dat lost dan wel alle kwesties
en alle problemen niet op, maar het geeft u
toch een algemeen gezichtspunt. Zonder vijand
schap geen oorlog. Zelfs in een rechtvaardigen
oorlog moet er een vuur van toorn en harts
tocht in het gemoed der strijders worden ont
stoken, zullen zjj vechten als leeuwen. Lezen
wij niet van David, dat hij de oorlogen des
Heeren gevoerd heefthjj streed dus voor een
rechtvaardige zaaken nochtans mocht hij,
omdat hij een oorlogsman geweest was, den
Heere geen huis bouwen. Daar moet in den
krijgsman iets zijn, dat zonder zonde niet in
hem wezen zou, en dat nochtans in hem wezen
moet, zal hij instaat zijn om zijn medemensch
te treffen met het geweer en te doorsteken met
het staal. Ik geloof, dat een soldaat aan het
front, van aangezicht tot aangezicht tegenover
den vijand, heel anders voelt dan een burger
op zijn kamer. Er brandt een vuur in zijne
beenderen, dat waarlijk geen liefdevuur is. En
daarom mogen wij zeggen, dat oorlogen alleen
maar mogelijk zijn in een zondige wereld, waar
de mensch door vijandschap kan worden ge
dreven tot daden van geweld, hetzij zijn zaak
rechtvaardig is of niet.
Hoe troostvol is het intusschen te gelooven
in de macht van God, die eenmaal de oorlogen
zal doen ophouden, omdat Hij de vijandschap
uit deze wereld uitbannen zal. Hij is de ware
Pacificist. Hij brengt den Vrede op aarde, als
Hij de vijandschap zal hebben te niet gedaan.
Tot zoolang zullen er oorlogen zijn, en zal er
railitairisme wezen, en zal het Vaderland moe
ten worden verdedigd. Beware de Heere ons
volk genadiglijk voor de oorlogsweeën, en ver-
ootmoedige Hij onze harten vanwege Zijne
goedheid.
Aan U, geachte redactie, mijn dankaan
mijn oude, Zeeuwsche vrienden mijn groet.
Van harte,
tt.
Laman.
Het werk der Zending geeft zichtbare vrucht
niet alleen, dat heidenen of mohammedanen tot
belijdenis des 'geloofs komen, doch ook in het
uitwendig leven worden schoone resultaten ge
zien. In sommige bladen werd weer een voor
beeld van deze vrucht gegeven, 't welk wij
willen brengen onder de oogen ook van onze
lezers.
De minister van Koloniën toch had den heer
C. J. Hasselman opdracht gegeven een algemeen
overzicht" op te stellen betreffende de uitkoms
ten van het welvaart-onderzoek van regeerings-
wege gehouden op Java in de jaren 1904-1905.
In dat overzicht komt o.a. de volgende mede-
deeling voor.
.Meer welvaart ten gevolge van den invloed
der Zending werd geconstateerd in 5 afdeelingen,
waar de Zending reeds dieper had ingewerkt
op het volksbestaan en waar dientengevolge
verbetering bespeurd werd in de woningen, het
huisraad, de kleeding, de erf beplanting, den
veestapel, de aanzuivering der belastingen en
de geldelijke draagkracht, o.a. door besparing
van de uitgaven die anders aan de bedevaarten
besteed zouden zjjn. In 11 andere afdeelingen
werden verschillende gunstige verschijnselen
waargenomen als gevolg van den invloed der
Zending, als b.v. het ontstaan van een vaster
huwelijksband, de wering van den invloed van
inlandsche geestdrijvers, de vermindering van
bijgeloof, verbetering van de positie der vrouw,
beter onderwijs en schoolbezoek, meer arbeid
zaamheid en spaarzin, vermindering van ver
kwisting, dobbelspel, opium gebruik, prostitutie
en polygamie, meer zorg voor land- en tuin
bouw en meer weerstand tegen slechten invloed
van het dessabestuur. Een algemeen erkend
feit is, dat de inlandsche Christenen zoo goed
als nooit met de politie in aanraking komen,
dat zjj stipt hunne geldelijke en andere ver
plichtingen nakomen en ingezetenen zijn waar
van het Bestuur (ook het inlandsch) weinig
last heeft".
In een noot wordt daaraan nog toegevoegd
„De emeritus-zendeling-leeraar Kruyt consta
teert, dat de invloed der Zending op de maat
schappelijke welvaart slechts indirect kan zijn
zfj kan het zedelijk peil der bevolking en daar
door ook den maatschappelijken vooruitgang
door verschillende maatregelen verhoogen en de
Christenen beter bewaren tegen economischen
ondergang dan hunne Mohammedaansche land-
genooten". J. D. Wielknga.
Van ds. Sikkel lazen we met instemming
het volgende artikel, dat we ook onder de
aandacht brengen van onze Zeeuwsche kerken.
Kerkhof.
Predikantennood.
Dit woord heeft twee beteekenissen le de
nood der Kerken bij toenemend gebrek aan
weltoegeruste Predikanten, en 2e de nood der
Predikanten, in wier maatschappelijke levens
behoeften niet behoorlijk voorzien wordt.
Verschillende bladen brachten den eersten
nood ter sprake.
Er werden thans voor de studie der Theo
logie als nieuwe studenten ingeschreven aan
de Vrije Universiteit vijf en aan de Theologische
School zes studenten. Zoo slinkt dit getal van
jaar tot jaar. Er zijn nu reeds Classen van
Gereformeerde Kerken, die op 16 Kerken 5
Dienaren des Woords hebben, ja op 18 Kerken
3 Dienaren des Woords.
Dit komt ook van al het maken van preeken
„voor vacante Kerken."
Het komt ook zoo door de voorstelling, die
bij velen leeft, dat een Kerk zonder Dienaar
des Woords volledig geïnstitueerd is, indien
er slechts Ouderlingen zijn. In Kerkeraads-
vergaderingen van de meeste vacante Kerken
denkt men er zelfs niet aan, dat daar een
Dienaar des Woords als Consulent tegenwoor
dig behoort te zjjnen Ouderlingen houden
zelfs catechisatiën, alsof dit tot het Ouderlin
genambt behoorde en zonder Theologische vor
ming geschieden kan. Ook Dienaren des Woords
en Consulenten zijn door hun misbruiken van
Ouderlingen hieraan mede schuldig. Zoo kan
dan ook wel week aan week de vacante Ge
meente vergaderen onder leiding van een
Ouderling, die dan, alsof dit tot zijn ambt be
hoorde, een predicatie „voor vacante Kerken"
leest.
De Classen en ringen zorgen ook niet naar
hun roeping voor wekelijksche bediening des
Woo-ds in de vacante Kerkenen de vacante
Kerkeraden erkennen hierin geen recht der
Cl'jsse maar doen zelf plaatselijk naar goed
vinden.
Hierdoor neemt in onderscheiden vacante
Kerken, en wel in toenemend getal, de offer
vaardigheid voor den dienst der Kerk, en
daarmee bepaald ook voor den Dienst des
Woords, eer af dan toe. Het kerkelijk leven
vordert hier niet en dit leven geeft dan ook
niet.
Wij meenen, dat hierop niet genoeg de aan
dacht gevestigd wordt.
Yan de Classicale en Synodale vergaderingen
gaat ook weinig kracht uit, om het kerkelijk
besef in dit opzicht te brengen op het peil,
dat bewuste Kerken van Christus, bewuste
Gereformeerde Kerken, voegt.
De zuurdeesem van Indepententisme en van
on der-ons-kerkjes werkt veel krachtiger dan
velen willen weten.
Het Kerkverband is schuchter. Centralisatie
voor kerkelijke macht in synodalen genoot-
schappeljjken zin is uit den boozetoch vin
den haar zaden nog wel een voedbodem, waar
aan zelfs de zwakte van het „vacant"-systeem
ten goede komtmaar krachtig welbewust
Gereformeerd optreden der Kerken-in-verband
tot sterking en doorwerking van het gezonde
Gereformeerde kerkelijke leven in de plaatse
lijke en bepaald in de „vacante" Kerken ont
breekt veelal.
Of vacante Kerken beroepen of niet-beroepen,
soms jaren lang, wordt vaak in de Classicale
vergaderingen niet gevraagden veel minder
wordt er ernstig werk van gemaakt, om te
zorgendat vacante Kerken toch minstens een
maal in het kwartaal beroepen. Ondanks het
zeer groot aantal vacante Kerken ontvangen
de Proponenten, op een enkele uitzondering
na, dan ook slechts enkele beroepen ja ze
moeten soms nog geruimen tijd naar een be
roep wachten. Ondanks den nood is het be
roepen weinig en traag.
Er is veel, veel te weinig nood in de Kerken,
om een Dienaar des Woords te mogen bezitten.
Ook zal mede de oorzaak van dezen toestand
gelegen zijn in den indruk, dien de aankomen
de en dienstdoende Dienaren des Woords in
de Gereformeerde Kerken maken. Het zuivere
echte eenige en geheele Woord Gods in waar
achtige ontsluiting heeft de Kerken doen op
komen en tot reformatie geleid, en die echte
bewuste en wel geoefende ontsluiting van Gods
Woord alleen werkt ook als middel door den
Heiligen Geest de opwassing en doorwerking
van het kerkelijk leven en van de kerkelijke
verhoudingen en handelingen naar de echte
Gereformeerde beginselen, naar de waarachtige
beginselen van Gods Woord.
De stelselmatige welbewuste en klare ont
sluiting van Gods Woord naar beproefde Ge
reformeerde d. i. naar Schriftuurlijke methode
ging in den Dienst des Woords sinds de re
formatie der 19e eeuw niet kennelijk vooruit.
De indruk is niet te weren en niet te ver
zwijgen, dat de Gereformeerde scholing hier
allerminst krachtig werkt en doorwerkt.
Nog altoos laat de beproefde, uit Gods_Woord
geputte, naar het Gereformeerde beginsel in
het licht gestelde methodiek, de beschreven
Gereformeerde Theologie van den Dienst des
Woords, op zich wachten en naar zich wen-
schen.
Veel meer burgert zich nog in het vlinderen,
het preeken van ieder op eigen houtjehet
minder deege en het zeer oppervlakkige werk
het aansluiten aan ethische en methodistische
vormen, gedachten, opvattingen en strekkingen
of de schildermethode, en de huidige rederij
kersmethode uit allerlei modernen levenskring.
Er is toch in de predikkunde naar Gerefor
meerde beginselen ook een anatomie, en ook
een bouwkunst, die geheel aan een heiligen
eisch van Gods Woord moeten beantwoorden,
en die geleerd en beoefend moeten worden, j
De vorm stelt hier heilige eischen. En de
inhoud vordert van Gods wege bekwame ont
sluiting van het Woord Gods en echte ziele-
leiding.
Naar mate hier de uitgaande kracht is, die
beantwoordt aan de eisch van het fundament
der apostelen en profeten, waarvan Jezus Chris- I
tus is de uiterste hoeksteen, naar die mate zal
naar Gods Verbond ontwijfelbaar ook de uit
werking z\jn, de groei en bloei, de wasdom,
de vruchtbaarheid en de kracht van het ker
kelijk leven.
Een gezond lichaam vraagt met kracht voe
ding, en werkt er dan ook voor.
Voor ons is het niet krachtiger roepen en
werken der Kerken om den Dienst des Woords
een geestelijk verschijnsel, dat in den Dienst
des Woords zelf ook zjjn voornaamste oorzaak
heeft. Wij weten, dat vele Kerken ook willen
beroepen en het ook doen, maar al zuchtende
Zij weten niet wienzij voelen zich niet vei
lig zij zijn hongerig, maar ze zijn ook door
teleurstelling moedeloos en zwak.
Hiermee hangt samen en hiermee is één,
dat vele Kerken aan den Dienaar des Woords
geen levensonderhoud en levenspositie geven,
gelijk die voegen en noodzakelijk zijn.
Zeker, hier is ten deele ook wel een finan-
ciëel „niet-kunnen".
Maar ronduit gezegd, daar gevoelen we niet
heel veel voor, en we hebben er nooit veel
voor gevoeld. In de dagen van 1886 hebben
we dit heel anders leeren verstaan, en gezien
en ondervonden.
Voor het Koninkrijk Gods en voor de Kerk
des Heeren zijn de middelen er naar onze over
tuiging altijdindien ze slechts gezocht worden
niet laf scharrelig of zwak vleeschelijk of be
nauwd bedelend maar door het Woord Gods
alleen en naar den eisch van de gemeenschap
der heiligen. De belastingen komen er ook wel.
En als het Woord Gods vooropstaat kunnen de
profeet en de weduwe in Sarfat samen leven.
Neen, de nood zit niet zoozeer in het niet-
kunnen. Men zou dan althans met ziel en kracht
beginnen den eisch voorop te stellen, dat in
onzen tijd een Dienaar des Woords met een
gezin op een dorp, bij goede pastorie met vol
doenden moestuin een inkomen van f2000 be
hoort te hebben, om op bescheiden wijze
zonder groote zorgen te kunnen leven en werken
zonder te verboeren en te verachteren, en zonder
dat hij de opleiding zijner kinderen geheel
behoeft op te geven.
Aan opleiding der zonen door hoogere stu
diën valt dan nog schier niet te denkenhier
voor kan bij gezond Gereformeerd willen dan
bizondere voorziening of tegemoetkoming ge
zocht worden.
In verband met één en ander, met den gees
telijken en met den financiëelen toestand, maar
met den geestelijken toestand allereerst en als
grondoorzaak, is dan het feit niet te verbergen,
dat Gereformeerde ouders, die wel de studie
kosten dragen kunnen, hun zonen zwak aan
moedigen tot de studie der Theologie, ja er
hen voor waarschuwen, en er hen van afhouden,
zelfs hun die studie verbieden. De feiten zijn
ons bekend.
De jongelieden, vooral ook zonen van Die
naren des Woords schrikken, ook voor een
bang arm leven terugen op de Gymnasia
ontraden zij elkaar de Theologische loopbaan.
De tijd en de tijdgeest werken hier natuur
lijk krachtig mee.
En toch zoo slechts de bazuin Gods
krachtig klonkzoo slechts de Dienst des
Woords, het optreden der Kerk, de doorbre
kende studie voor den Dienst des Woords,
krachtig geestelijk Gereformeerd uitkwamen
niet in propaganda voor Kerkengroep en
Partij niet voor menscheljjk gedoe, voor eigen
zakenniet in flauw en laf zoeken van men-
schen of van hun bijdragen niet in vormen
en overleggingen, die aan het Gereformeerd
beginsel, aan Gods Woord, vreemd zijn maar
aan tijd en wereld ontleenddan, och,
dan behoefden we het armelijk gebedel en
getob niet.
Dan werkt de Geest des Heeren leven, kracht
en vrucht.
Maar, gelijk in 1886 op den oproep van
Mr. Dr. W. van den Bergh, moet eerst weer
geheel Israël den Heere achterna klagen
Dan komt het.
En anders moge allerlei inspanning en ge
knutsel Kerk en Hooger Onderwijs een tijd
lang nog ophouden, dan werkt het verval
door.
Overgenomen uit Hollandia.)
ZESTAL
te AmsterdamJ. C. Brussaard te Meppel
Dr. K. Dijk te Rijswijk
A. Hoeneveld te Nykerk;
G. F. Kerkhof te Souburg
J. G. Kunst te Barendrecht
J. C. Rullmann te Utrecht.
TWEETAL
te AmsterdamJ. C. Brussaard te Meppel
Dr. K. Dijk te Rijswijk,
te ZwartsluisS. Groeneveld te Oenkerk
R. Haitsma te Ilindeloopen.
te Locliem c.a.P. v. Hoven te Krimpen a.d. Lek;
B. Ileeres te De Lier
te Hellevoetsluis c.a.F. Kramer te Beverwijk
G. Verrij te Waarder.
BEROEPEN
te AssenC. Bouma te Schoonebeek
te AmsterdamJ. C. Brussaard te Meppel
te BurumR. Haitsma te Hindeloopen
te Lochem c.a.B. Heeres te De Lier
te Kamerik: G. Wisse Jr. te Bodegraven.
AANGENOMEN
naar Gorredijk: P. Hekman, cand. te Zuidbroek
naar RaamsdonkJ. J. Koopmans te Grijps-
kerke.
BEDANKT
voor Oldeboorn, Westmaas, St. Pancras ca,
Krabbendam c.a.P. Hekman, cand. te
Zuidbroek
voor Bleiswijk Dr. II. Jansen te Witmarsum
voor Edam j P. v. Hoven te Krimpen a.d. Lek.
De Classis 's Gravenhage heeft besloten
het door den kerkeraad van Batavia in de af
zonderlijke vergadering van miss. predikanten
op Midden-Java gesteunde verzoek der Gere
formeerden te Bandoeng, om tot institueering
der kerk aldaar te komen, in te willigen.
Afscheid van N. Loosdrecht wegens eme-
riteering na 40-jarige ambtsbediening, ds. A.
Knoll, met Gal. 1 11. Ds. K. heeft zich nu
metterwoon te Utrecht gevestigd en hoopt als
erner. pred. naar zijn krachten, de kerken met
zijn prediking te blijven dienen.
Ds. W. Schock te Amerongen heeft wegens
voortdurende ongesteldheid emeritaat aange
vraagd.
De vereeniging van de Geref. kerken A
en B te Schoonhoven is thans tot stand ge
komen. Donderdagavond is een openbare samen
komst der vereenigde kerken gehouden, waarin
de predikanten der voormalige kerken A en B
de vereeniging gedachten.
Ds. Eerdmans te Boskoop herdacht 21 Nov.
zijn 40-jarig ambtsjubileum.
Afscheid van Culemborg wegens vertrek
naar Harderwijk, ds. J. v. d. Bosch met Judas
20 en 21.
Intree te Zalk, ds. R. Koolstra, overge
komen van Numansdorp, met Exodus 346 en 7,
na bevestigd te zijn door ds. II. II. Schoemakers
van Kampen met Joh. 3 29 en 30.
Intree te Veenwoudsterwal, ds. W. F.
Geerds, overgekomen van Idskenhuizen, met 2
Cor. 4 5, na bevestigd te zijn door ds. F. II.
Boersma van Bozum met Jesaja 3 10 en 11.
Ds. II. Dijkstra te Smilde, herdacht Zon
dag 21 Nov. zijn 40-jarige Evangeliedienst met
1 Tim. 1 12 des avonds trad zijn zoon op,
ds. G. II. Dijkstra van Lioessens, met Ps. 84:
6-8.
Zondag herdacht ds. J. Kok te Bedum zijn
35-jarige ambtsbediening met Rom. 116 en 17a.
De Geref. kerk van Zierikzee, heeft, met
medewerking van alle classis-kerken, voor den
Evangeliesatiearbeid op Schouwen en Duiveland
benoemd den heer G. A. de Vries te Leeuwar
den, die door den oorlog zijn evangelisatie-arbeid
onder de Nederlanders in de Rijnprovincie in
Duitschland moest staken.
Voor de Geref. kerken van Wissenkerke en
Geersdyk zal de heer de Vries tevens des Zondags
„een stichtelijk woord" spreken en de noodige
catechisatiën houden. De classe Zierikzee heeft
hem daarvoor consent verleend.
Wij meenen, dat dit bericht aan „De Stan
daard" ontleend, niet geheel juist is. Het was
toch niet de oorlog, die den heer de Vries
dwong Duitschland te verlaten, doch zyn op
treden had het ongenoegen van de Duitsche
overheid opgewekt. De classe Arnhem heeft
dan ook, naar wij ons herinneren voor den beer
de Vries geen aanbeveling gegeven.
Vrije Universiteit. Men schrijft ons uit
Fijnaart
Ook hier wordt de belangstelling in de Vrije
Universiteit meer levendig en ziet men naar
middelen om, om de Vereeniging, die haar
stichtte en onderhoudt, financieel te steunen.
Op verzoek van dit Comité sprak de heer
Jac. van Oversteeg, van Amsterdam, over de
beteekenis van deze Stichting voor de bevorde
ring van de komst van het Koninkrijk Gods.
Door ds. P. Nomes werd de vergadering ge
opend en door den spreker er aan herinnerd,
dat in Efeze 6 12 wordt geboden de geheele
wapenrusting Gods aan te doen en een strijd
wordt geteekend „tegen de Machten, tegen de
Geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer
eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de
lucht".
De Vrije Universiteit is bedoeld als middel
om wapenen te bereiden tegen de zonde, die
„lichtelijk omringd".
Jammer dat zelfs belijders van den Christus
deze School niet steunen, soms zelfs tegenstaan.
De een noemt haren grondslag te eenzijdig,
de ander betwist haar het recht om tot op
leidingsschool voor toekomstige leeraren der
Kerken te dienen.
De eerste willen Gods Woord tot grondslag
zonder eenige nadere omschrijving. Dit doet
denken aan den tijd toen de predikanten de
vrijheid namen om de catechismuspredikiug
af te schaffen.
Zij die meenen, dat alleen de kerk de be
voegdheid bezit om predikanten op te leiden,
verwarren de roeping der Christenen om zich
bij de ware Kerk te voegen, met hetgeen hier
boven in Efeze 12 is genoemd.
Christus is gekomen om Satan te overwinnen.
En zij die den Heiland als hun Heere belijden,
moeten Hem als Koning dienen.
In dien strijd moeten wij wapenen hebben,
waarvoor God ons scholen gaf, ook Hooge
scholen, maar die telkens zijn ontaard. De Vrije
Universiteit dient om de Kerk van Christus
en de belijders van Zijn Naam wapenen te
verschaffen.
Tot medewerking aan die stichting wordt
daarom ieder belijder geroepen. En een ieder
naar zijn aard. Zij, die de gaven bezitten, moe
ten daar onderwijzen, of onderwijs zoeken
heeft God ons met stoffelijke middelen geze
gend, dan moet daarvan een deel besteed om
de kosten te dekken.
Bij de opgewekte bespreking werd duidelijk
dat het bijdragen aan het onderhoud van Ker
ken en Scholen iets anders is dan het beoefenen
van barmhartigheid. Immers, in Israël ont
vingen de Levieten geen erfdeel in land maar
toch waren hunne inkomsten twee tiende hoo
ger dan die der andere stammen. En eerst dan
wanneer de tiende betaald was, kon met het
beoefenen van barmhartigheid begonnen worden