Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
29e Jaargang.
Vrijdag 6 Augustus 1915.
No 32.
UIT HET WOORD.
RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vaste Medewerkers0.0. R. J. v. d. VEEN, J. 0. WIELENGA, F. J. v. d. ENOE, A. 0. C. KOK, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF.
Abonnementsprijsfranco aan huis per half jaar 70 cent.
PERSVEREEN1GING ZEEUWSCHE KERKBODE.
Adres van de AdministratieA. D. LITTOOIJ Az.
Middelburg.
DE AFGEZONDERDE ZIJNER
BROEDEREN.
III.
't Schijnt, dat Jozef met groot zelf beha
gen in geuren en kleuren aan vader en
broers zijn droomen vertelde. En als men
leest, hoe hij ze uitvoerig mededeelde aan
de zijnen, vraagt men zich af, wilde hij nu
zoo hatelijk mogelijk zijn en bedoelde hij
kwaad bloed te zetten, zooveel het maar
kon. Hij wist toch, dat deze droomen on
middellijk een indruk moesten geven, die
de slechte verhouding nog verergeren zou.
Want ze zagen al zeer duidelijk op zijne
eigene verhooging boven het ganschehuis
zijns vaders; ze voorspelden, dat de broe
ders tegenover hem diep vernederd zouden
worden en moesten wel krenkend zijn voor
hun gevoel. Dat alles begreep hij zeer goed.
Onnoozel was hij waarlijk niet. En de
vraag doet zich dus vanzelf voor"^Vilde
Jozef nu met opzet tergen en uitdagen.
Waarom verzweeg hij de zaak niet, ze
bewarende in zijn hart, zooals zijn vader
nu deed Alles schijnt hier te wijzen op
echt boosaardigen toeleg bij Jozef en op
een zucht tot hatelijkheid, minstens even
groot als die bij de broeders.
En toch, wanneer we Jozet nemen, zoo
als bij ons geteekend wordt in de Schrift,
dan gaat het niet aan, hem alleen dergelijke
zondige bedoelingen toe te schrijven, wan
neer hij zijne droomen verhaalt. Tenminste
niet uitsluitend kunnen die onedele drijf-
veeren verklaring geven. Zeker, het moet
erkend, het is een gewoon geval, dat zoons
of dochters, die in bijzondere gunst bij de
ouders staan, en die weten, dat ze achter
de ouderlijke voorliefde altijd dekking vin
den kunnen, wel een boosaardig vermaak
zoeken in het prikkelen van den nijd en
de jalouzie der andere broers of zusters.
En velen verklaren nu ook Jozefs handelen
op deze wijze en denken bij het aanbren
gen der kwade geruchten en het vertellen
der droomen aan heimelijke terging of
leedvermaak. Of ook, men schrijft hem
meesterachtigheid en zelfbehagen toe. Zoo
o. a. Prof. Sillevis Smitt. En onge
twijfeld, er kan bij Jozef iets van deze
dingen meegewerkt hebben. Maar met het
beeld voor oogen, dat ons de Schrift van
Jozef geeft, hebben we aan te nemen, dat
het geloof toch vóór alles leiding heeft
gegeven bij bedoeld optreden.
Jozef stond in het geloofin het vaste
geloofdat Jacobs huis gesproken had en
dat geloof deed hem zeggen, wat heel Jacobs
gezin ook hooren moest. Als profeetdie
den toorn zijner broeders niet ontziet, ver
telt hij zijn droomen aan allen, want die
allen moesten weten, wat God voorhad
met hen.
Zon en maan en sterren bogen zich voor
Jozef neder in het droomgezicht. Heel
Jacobs huis zou zich voor Jozef buigen,
't Ging dan allen aan, Israël en zijne zonen,
wat God de Heere doen ging en ze moesten
allen, Jacob, Jozef en de broeders het ook
weten. En al werd in Jozefs droomen voor
hen nu ook slechts een tip opgelicht van
den sluier, die Gods Raad bedekte, de licht
straal, die doorgelaten werd, was sterk
genoeg om bij wat komen zou elk te dienen,
naar den eisch van Gods verbondstrouw
Jozef tot lijdzaamheid en versterking van
't geloof, in donkere tijden; Jakob tot ge
loof tegen hope op hopede broeders tot
waarschuwing tegen de zonde en bescha
ming hunner boosheid.
In den vorm van een droom gaf God
een belofte aan Jozef, 't Geloof aan die
belofte van een God, Die niet bedriegen
kon, kon nu Jozef onder alles door tot
vasten grond zijn om te hopen. Inbangen
druk kon 't vooruitzicht op eindelijke uit
komst door Gods hand, Jozef sterken en
troosten.
Voor de vreugdedie hem voorgesteld
washeeft Christus eenmaal het kruis ver
dragen en de schande veracht. Door Hem
mogen ook al Gods kinderen aan de voor
gestelde hope vasthouden onder alle be
proeving. In smart en lijden sterkt hen
een blij vooruitzicht. Zoo kon nu ook de
toezegging Gods Jozef hopend doen vol
harden in de moeilijke dagen, die volgden.
't Geloof rust op een belofte en daarom
kan 't geloof een vaste grond zijn der
dingen, die men hoopt. En 't geloof aan
de belofte, in Jozefs droom gegeven, kon
ook Jacob worden een vaste grond der
dingen, die hij hoopte. Ook voor Jacob
bleef de in het hart bewaarde zaak als een
belofte van den Bonds-God liggen, een
belofte, waarop Jacob in geloof kon zien,
als hij niets vond dan smart.
En tot de broeders kwam in Jozefs droom
van Godswege een waarschuwing om van
hun ij del en zondig plan af te zienze
moesten weten, wat ze deden. Den Raad
Gods konden ze niet breken en Hij zou
toch Hem, dien zij afzonderden door nijd
afzonderen tot heerlijkheid. Dit moesten
ze bij voorbaat weten. God wilde hen in
liefde nog waarschuwen en dreef daarom
Jozef tot het vertellen van zijn droomen.
Aangaande Gods voorzienige bedoelingen
met onsis ons wat betreft de toekomst,
niets in bijzonderheden bekend. Maar zoo
veel er ons in het Woord Gods van gezegd
wordt, o. a. in de geschiedenis van Jozef,
is genoegzaam om de hoop der geloovigen
te sterken, in dagen van druk genoegzaam
ook om te doen zien aan ieder, dat niets,
ook geen zondaar, God den Heere zal
tegenhouden in Zijn doen.
't Is de Heer van alle Heeren, Sions
God, geducht in macht, Die voor eeuwig
blijft regeeren van geslachte tot geslacht.
Hij regeert nu en regeerde toen en Jozefs
broeders konden het niet keeren. En geen
vijand, ook geen Satan vermag iets te ver
anderen of te verijdelen in het groot en
heerlijk plan, dat Hij volgt, want met al
hun denken en willen en plannen zijn ook
alle menschenkinderen in het plan Gods
opgenomen als uitvoerders van Zijn raad.
En hoe wonderlijk het daarbij toegaat,
is wel klaar voor oogen gesteld in Jozefs
historie. Treffend zien we daarin, hoe Hij
ieders persoonlijke levensgang regelt, der
volken lotgevallen beschikt, maar vooral
hoe Hij Zyn genade groot maakt in de
regeering over Zijn volk en dat volk in
trouw aan Zijn verbond langs wonderlijke
wegen henenleidt naar 't aanbiddelijk
Goddelijk doel, dat Hij er mee beoogt.
Welk een contrast!
Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentieprijs 1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent
Familieberichten 10 cent per regel.
UITGAVE VAN DE
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D.
LITTOOIJ Az., Middelburg.
Zoo zullen wij zien, wat van zijn
droomen worden zal.
Gen. 37 20b.
F. J. VAN DEN ENDE.
KERKELIJK LKTEN.
Hoe groot is de tegenstelling tusschen de
koninkrijken dezer wereld en het koninkrijk
der hemelen. Altijd is het duidelijk, maar
vooral in onze dagen. We verbazen er ons
pver, wat de koninkrijken dezer wereld niet
vermogen. Zij riepen hun jonge mannen op
en deze kwamen bij duizenden. Zij gaven hun
het bevel om voorwaarts te rukken en ofschoon
deze wisten, dat zy den dood tegemoet gingen,
nochtans gehoorzaamden zij. Legers van mil-
lioenen brengen zij op de been en beschikken
over het leven van menschen, alsof het van
geen waarde is. Dagelijks vallen de lands-
zonen, wier bloed stroomt over de krygsvelden,
en steeds moeten anderen de ledige plaatsen
innemen. Een woord is voldoende en de man
verlaat zijn naastbestaanden om waarschijnlijk
nimmer weder te keeren.
Het koninkrijk der hemelen heeft mannen
noodig, vele mannen, want de velden zyn wit
om te oogsten, maar wat een moeite kost het
niet om enkelen te krijgen. Ofschoon de ar
beiders alom roepen, dat er meerderen moeten
komen, wyl de taak voor hen veel te zwaar is,
toch blijft hun geroep vaak vruchteloos en zij
moeten maar zien, hoe zy het klaar spelen.
Hoe gering is het aantal van hen, die een aan
zienlijken naam hebben, die een eervolle plaats
innemen, die met groote gaven vereerd zijn
en zich geven voor de uitbreiding van het
Koninkrijk Gods. Het is reeds negentien eeuwen
geleden, dat Jezus zeideDe oogst is groot,
doch de arbeiders zijn weinige en we moeten
het nog altyd herhalen want wie iets weet
van de Zending onder de heidenen, erkent,
dat er veel grootere schare van goede bood
schappers behoorde te zyn.
Wat kost de tegenwoordige oorlog schatten
gouds. Wy lezen de getallen en we zyn niet
by machte er ons een behoorlijke voorstelling
van te maken. Engeland alleen geeft eiken
dag 36 millioen gulden uit en wy vragen
waar moet al het geld vandaan komen. Menig
een beweerde, dat zulk een oorlog niet langer
duren kon dan drie maanden, want dat dan
zelfs ryke volken uitgeput zouden zyn. Maar
nu is het reeds een jaar en dat jaar heeft
enorme sommen verslonden en nog staan de
volken op de kampplaats. Behalve deze uit
gaven komen dan nog alle andere en de ryken
schrijven leeningen uit en het geld vloeit in
breede stroomen in de schatkist. Het schijnt
wel, alsof er geen einde komt aan den voor
raad. Wie had kunnen denken, dat liet moge
lijk was en wie kan berekenen, hoe lang zjj
het nog volhouden kunnen? Welk een macht
hebben de koninkrijken dezer wereld door het
geld, waarvan de invloed onnagaanbaar is.
Denk nu eens aan het koninkrijk der heme
len. Offeren de millionairs op zyn altaren?
Zyn de banken genegen om van hun overvloed
af te staan? Loopen de volkeren om stryd
om hier hun schatten in dienst te stellen van
de doorwerking van het Evangelie Ieder
weet wel, wat hier geantwoord moet worden.
Gewis, er worden jaarlijks duizenden geofferd
om de bljjde boodschap te brengen tot de ein
den der aarde. Met erkentelijkheid aan God
en aan de milddadigheid van de belijders der
waarheid willen we het gedenken. En daar
over zou heel wat te zeggen zyn. Maar we
willen hier alleen een vergelijking maken
tusschen de reusachtige kapitalen, waarover
de koninkrijken der wereld de beschikking
hebben en de sommen, welke gebruikt worden
tot de komst van het koninkrijk der hemelen.
De wereld stond in de laatste jaren verbaasd
over de resultaten, waartoe de wetenschap ge
komen wasover de uitvindingen, welke ge
daan werden en wat zien we nu? Dat de
koninkrijken der wereld op dit alles de hand
hebben gelegd en het gebruiken om elkander
te vernielen en te verderven. Uit de lucht
en van onder het water bestrijden de volkeren
elkander. Al wat de mensch weet, en al wat
hij kan, wordt aangewend om er elkander onder
te krijgen. Al wat kostbaar is, moet dienen
om het geweld te doen heerschen en om de
macht te vermeerderen. Wie kan een beschrij
ving geven van de gaven, welke besteed wor
den om den tegenstander afbreuk aan te doen.
Is het wel noodig om te vragenen hoe
staat het in dit opzicht met het koninkrijk
der hemelen Ieder weet, hoe het zich menig
maal behelpen moet. Met het geringste moet
het vaak tevreden zyn. Vraag het eens aan
de mannen, die onder de heidenen arbeiden
op welke wyze en met welke middelen zy hun
doel moeten zien te bereiken. Waarlijk, het
bevreemdt me niet, dat zy die geen oog hebben
voor de innerlijke kracht en voor de heerlijke
toekomst van dit koninkrijk, met minachting
neerzien en spreken over hen, die met volhar
ding ijveren voor de uitbreiding van de kennis
des Heeren. Nochtans is wijs, wie het boven
alle dingen zoekt, want het is onbeweeglijk.
De sterkste koninkrijken der wereld wankelen
tegenwoordig op hun grondvesten, maar het
koninkrijk der hemelen blijft en openbaart eens
zyn volle heerlijkheid. Daarvoor staat Hy borg,
die aan 's Vaders rechterhand zit en Wienalle
macht gegeven is in den hemel en op de aarde.
Bouma.
Den Weled. Heer A. J. Verhage,
Middelburg.
Geachte Broeder,
Gaarne nam ik de vorige week uw ingezon
den stuk op, maar doordien gjj het zondt aan
het adres van den drukker en niet aan dat van
my als Redacteur, was ik niet meer in de ge
legenheid er toen een onderschrift onder te
plaatsen.
Toch nam ik gaarne uw stukje op, want het
doet me warm aan, als gemeenteleden het voor
hun leeraar opnemen, en te warmer naarmate
die broeders of zusters ook vaardig met de pen
of rad met de tong zyn. Zoo iets lees ik of
hoor ik zelfs met genoegen. Het gebeurt maar
al te vaak, dat gemeenteleden verzuimen het
eens voor hun leeraar op te nemen.
Gaarne nam ik uw stukje op ook omdat ik
in sympathie voor den persoon van ds. N. voor
u niet hoop onder te doen.
Een publieke daad evenwel, als het deelnemen
in een redactie van een tijdschrift, mag ik toch
zeker wel publiek beoordeelen, vooral wanneer
ik meen, dat daarin gevaar schuilt voor jeug
dige Gereformeerden, die gaarne zullen lezen,
wat van de hand van ds. N. in geschrifte ver
schijnt. Gy ziet dat gevaar niet in. Gy beroept
u op de christelijke vrijheid. Mag een Gere
formeerd predikant zoo wil ik u vragen
maar alles helpen steunen? en moet dan zulk
een daad in naam van de „vrijheid" worden
goedgevonden Stel eens, dat een onzer predi
kanten buiten de kerkgebouwen propaganda
ging maken voor christen-socialisme, dan weet
ik zeker, dat dit algemeen afkeuring zou vinden.
Maar gy zoudt zeggen„Waar blijft dan de
christelijke vrijheid
Want, ook als een predikant buiten zyn
ambtelyken arbeid in de gemeente iets in 't
publiek doet, mag en moet dat al is 't niet door
opzieners, becritiseerd worden. Ge moet niet
denken, dat Gereformeerde dominees, als zy
op den kansel maar overeenkomstig Schriften
Belijdenis gesproken hebben, nu verder buiten
alle beoordeeling vallen. Dat weet gy ook wel
beter. En het verschilpunt tusschen u en onder-
geteekende, raakt niet een persoon maar de
zakelijke vraag of stichtelijke lectuur om propa
ganda te maken voor het christelijke geloof
kan geleverd worden door een mengelmoes van
modernen, ethischen en gereformeerden. Ik zeg
neen. De gemeenschappelijke basis ontbreekt.
Want het eenige, wat voor zulke schrijvers
basis zyn kan om stichtelijke lectuur te leveren,
moet zyn, het saam aanvaarden van den By bel
als Gods Woord. U weet zeer goed, dat èn de
modernen èn vele ethischen dat niet doen. In
de recensie van de hand van ds. Bouma over
aflevering 1 van het gecrimineerde tijdschrift
kondet ge in onze vorige Kerkbode tegelijker
tijd lezen: „Wie leest, wat ons hier voorgelegd
wordt, zal spoedig bemerken, dat de lectuur
geheel verschilt van wat Gereformeerden ons
als stichtelijke lit!eratuur gewoonlijk aanbieden
en we gelooven dan ook niet, dat het in onze