Kerk- en Schoolnleuwfl
keerd handelt ieder, die het oog sluit voor de
misstanden.
Mocht het vuur des jjvers voor den Heere
en zjjn huis ontwaken met kracht en op de
vlucht drijven alle traagheid en lauwheid.
Boüma.
Goed gegaan.
Toen ik eenigen tijd geleden een stuk van
ds. Schouten uit de Geldersche Kerkbode liet
plaatsen in onze Bode, kon ik onmogelijk be
rekenen, dat er zoovelen zouden komen, die
over deze zaak het woord zouden vragen. Het
spijt me evenwel niet Integendeel, ik vind het
recht aangenaam. Bespreking van een bepaald
punt in goeden geest geeft dikwerf opheldering
en vooral indien het een zaak geldt, waarover
de algemeene meening nog niet vaststaat. Doch
er is ook altijd een moe lijkbeid aan verbonden,
niet voor de inzenders, maar voor de Redactie,
die graag ieder ter wille is, doch op een be
paald oogenblik de discussie moet sluiten. Hier
over zijn allen het ook wel eens, maar die nog
geen gelegenheid kreeg om te zeggen, wat
hem op het hart lag en soms op de lippen
brandde, vindt het jammer, dat hij nu juist
niet aan de beurt kwam. We kunnen dit best
verstaan en willen daarom pogen althans eenigs-
zins hun verlangen te bevredigen, al laten we
hun stukken achterwege.
Een stuk konden we moeilijk plaatsen, om
dat daarin behalve wat nu de aandacht ge
trokken heeft, een geheel ander punt ter sprake
kwam en het ongewenscht is een debat te ope
nen zonder dat vooraf de zaak in 't licht gesteld
is. Als het eens aan de orde komt, dan kan
die broeder bjj welzijn daarover wel eens zeggen,
wat hij op 't oog heeft. Over de zaak van 't
gebed staat hij aan de zijde van ds. W., wijl
hij meent, dat op deze wjjze het aantal man
nen vermeerderen kan, uit wie de gemeente
later ouderlingen verkiezen kan. We moeten
de gaven opwekken en dit kan ook naar zijn
gedachte door de diakenen het gebed en de
dankzegging vóór en na den dienst te laten
doen. Hij beweert voorts, dat het voorlezen in
de kerk in 't geheel geen ambtelijk werk van
de ouderlingen is en pleit er voor om dit te
laten doen door hen, die in dit opzicht het
meest bekwaam geacht kunnen worden. Ook
dit punt was niet ter sprake gekomen.
Doch nog moeielijker maakte het een ander
ons door een bepaalde vraag te doen, waarop
hij van ons een antwoord verwachtte. Nu oor-
deelen we in 't algemeen, dat als iemand in
lichting wenscht te hebben, hij die begeerte
met vrijmoedigheid doen mag aan een Redactie,
die zeer zeker ook graag, als zij het vermag,
daaraan gehoor zal geven. Maar als het geldt
een geval, dat aanleiding gegeven heeft tot
verschil van meening, is het niet zoo licht.
Immers men diende dan wel alle omstandig
heden te kennen, waaronder het voorkwam om
het geheel juist te beoordeelen. We zullen
echter de zaak mededeelen, omdat zjj nog al
eigenaardig is. Een kerkeraad staat gereed het
gebed of de dankzegging te doen vóór of na
den dienst. In die vergadering is ook iemand
aanwezig, die noch tot dien kerkeraad noch
tot die gemeente behoort. Is het nu geoorloofd,
dat de praeses van zulk een kerkeraad zoo
iemand uitnoodigt om voor te gaan Daarop
zeggen we er kunnen overwegingen zijn, welke
daartoe nopen. Mag een huisvader een gast
verzoeken om bij den maaltijd het gebed of de
dankzegging te doen? Ja, za' iedereen zeggen.
Het voorbeeld dat de beide Emmaüsgangers
ons gegeven hebben, pleit er zelfs voor. Waar
om zou het dan in een kerkeraadsvergadering
niet mogen, als de betrokkene een ambtsdrager
is Doch nu komt nog het teere. De bedoelde
was een Hervormde. En juist omdat het niet
aangaat voor iemand, die er buiten staat om
te beoordeelen, hoe zoo iemand staat tegenover
de Gereformeerde kerken, is het ook niet mo
gelijk om uitspraak te doen. Hier komen zoo
veel vragen voor, dat we voor ons er van afzien
om te zeggen het was goed of verkeerd. Boven
dien komt het zoo zelden voor, dat we naar
een vasten regel nog niet behoeven te zoeken.
Het is anders zeer verleidelijk om hierover
eens enkele bladzijden vol te schrijven. Doch
we zien er het nut niet van in.
En hiermede sluiten we over deze aange
legenheid de bespreking.
Theologische Schooldag.
Reeds enkele jaren achtereen houdt de Theol.
School een dag, waarop haar vele vrienden
samenkomen om haar belangen te bespreken.
Die dag heeft burgerrecht verkregen en brengt
steeds een groote schare naar Kampen. Dit
verwondert niet, want wie eenmaal zulk een
dag bijgewoond heeft, gaat er graag weer naar
toe. Ieder ontmoet daar oude kennissen, met
wie hij nog eens spreken kan over het verleden
en heden en de vergaderingen zijn in den regel
zeer leerzaam en aangenaam. Er heerscht
steeds een aangename toon en de gezellige
samenkomst in de aula verhoogt het genoegen.
Het is alleen maar jammer, dat de afstand van
Zeeland naar Kampen zoo groot is, wijl anders
zeer zeker vele bewoners uit ons gewest ook
den tocht ondernamen. Wij wekken echter
allen op, die tijd en genegenheid hebben om der
waarts te gaan, voor 't eerst of bij vernieu
wing die vergaderingen eens te bezoeken, daar
we stellig kunnen zeggen, dat niemand er spijt
van gevoelen zal. Het bijwonen van zulke
samenkomsten vermeerdert onze belangstelling
in het welzijn onzer School, welke reeds zoo
vele jaren tot een rijken zegen van onze kerken
allereerst is geweest.
Wanneer we niet in de gelegenheid zjjn, I
kan het een vergoeding zijn indien we nauw-
keurig nalezen de verslagen, welke daarvan
later verschijnen. Op deze wijze kan ook de
liefde tot deze Inrichting vermeerderd worden,
welke zich openbaren zal in de offers, welke
we haar brengen en vooral in de gebeden,
welke we voor haar opzenden. Het laatste
inzonderheid is noodig, want wel is het een
groot voorrecht, dat er leeraars zijn, met groote
gaven toegerust en leerlingen met ijver bezield,
maar de Christus alleen kan door Zijn Geest
bekwame dienaren geven aan Zjjn kerk. Ver
geten we dit niet. Geljjk de school een vrucht
is op het gebed weleer geschonken, zoo kan zjj
ook alleen blijven beantwoorden aan het doel,
wanneer zjj gedragen wordt door het gebed.
We wenschen dat de Schooldag ook ditmaal
uitnemend slage en dat het een samenzijn zjj
in de goede gunst onzes Gods.
Boüma.
Het Kerkelijk gezang.
XXI.
Zjj, die tegenstanders zijn van vermeerdering
van het aantal vrjje kerkliederen in onzen
psalmbundel, komen meestal ook aan met een
historisch bezwaar Uitgaande van de gedachte,
dat de lessen der historie niet veronachtzaamd
mogen worden door het tegenwoordige geslacht,
beweren zjj, dat de geschiedenis uit vroeger
eeuwen bewezen heeft, dat wanneer „Gezangen"
in de kerk werden ingevoerd, daardoor de
psalmen geheel en al werden verschoven en
verbannen. Die zoo redeneeren, hebben in schjjn
gelijk. Hun argument kan bijvoorbeeld slaan
op het kerkelijk gezang bjj de Lutherschen Daar
worden inderdaad in het geheel geen psalmen
gezongen, maar uitsluitend vrije liederen, ook
al is heb, dat sommige van die Luthersche
gezangen een vrjje vertolking bieden van den
inhoud van één der psalmen uit den Bijbel.
Denk aan Luthers: „Een vaste Burcht", dat
geheel tot grondslag heeft den 46sten psalm.
Het sterkst Ijjkt evenwel dat argument als
het wordt gebruikt met het oog op de geschie
denis van de Hervormde Kerk in ons land in
de 18de en 19de eeuw. De „Gezangen" destijds
ingevoerd droegen het stempel van hun tjjd.
De voorstanders van die gezangen 'behoorden
juist niet tot de rechtzinnige belijders. Het
waren de moderne predikanten, die altoos weer
gezangen lieten zingen en den psalmbundel zoo
goed als onaangeroerd lieten. De bron van al
die ellende in de Hervormde Kerk school even
wel in de leervri/jheid. Aan zulk gevaar staan
evenwel onze Gereformeerde kerken, die vóór
alle andere dingen de zuiverheid der leer hand
haven en dat ook doen zouden in hare kerke
lijke liederen, die zjj der gemeente in handen
gaven, derhalve niet bloot. Bovendien is ons
Gereformeerde volk zoo gehecht aan den psalm
bundel, zoo ingeleefd in de taal dier Oudtes
tamentische liederen, en heeft zelf ook de diepte
van het gelooofsleven dat zich in de psalmen
uit zoozeer ervaren, dat het niet anders kan
of het grjjpt allereerst naar die heerlijke en
dierbare psalmen.
Maar die bieden niet alles, wat het tot zingen
gestemde hart der Nieuwtestamentische geloo-
vigen begeert te verheerlijken.
Twee dingen worden met name gemist: le.
Berjjming van sommige gedeelten uit de boeken
des Nieuwen Testaments, die voor zulk eene
berjjming bizonder in aanmerking komen om
maar iets te noemen Romeinen 8 (slot), 1 Cor.
13, 2 Cor. 5, Openb. 5 e. a.
2e. Vrjje liederen, waarin de groote heils-
feiten, die wij op Kerstmis, in de Lijdensweken,
op Paschen, Hemelvaart en Pinksteren geden
ken, worden bezongen en God Drieëenig lof
wordt toegebracht voor de vervulling van het
heil, dat onder het Oude Verbond was voorzegd.
En daar zouden in de derde plaats desver-
langd nog" aan toegevoegd kunnen worden
liederen voor plechtigheden in den Kerkedienst,
als Doop, Belijdenis, Huwelijksbevestiging,
Avondmaal, Bevestiging der verschillende
Ambtsdragers.
En heusch, niemand behoeft zich bezorgd te
maken, dat onze psalmen uit onzen Eeredienst
verdwijnen zouden, als een aantal van die vrjje
kerkliederen in onzen psalmbundel werd op
genomen.
Ons Gereformeerde volk wordt niet Luthersch
in zjjn eeredienst. Het bljjft zjjn oude geliefde
psalmen zingen. Die zjjn van de echt-Calvi-
nistische godsdienstoefeningen onafscheidelijk.
Maar daar naast zouden wjj kunnen en mogen
hebben evenzeer echt-Calvinistische vrjje
liederen.
Van de Gezangenbundel, welken in de Her
vormde Kerk ingevoerd werd, zjjn wjj afkeerig.
Slechts een klein getal ware daaruit over te
nemen, nl. die in kloeke geloofstaal op Schrif
tuurlijke basis gegrond het heil in Christus
bezingen.
Maar we moesten hebben onze eigene verza
meling zuiver-Gereformeerde liederen. En waar
om zouden die dan wel in de huiskamer, maar
niet in de bijeenkomsten der gemeente mogen
gezongen worden Die onderscheiding, waar
mee sommigen in verlegenheid komen aan
dragen, is onschriftuurlijk en allerminst voor een
nadenkend christen overtuigend. En wanneer
de kwestie van alle kanten beschouwd wordt,
durft toch ook niemand meer de stelling ver
dedigen, dat vrjje kerkliederen uit den booze
zjjn en de berijmde psalmen uit den Geest Gods.
Er worden bjj de bespreking van deze zaak
vaak groote woorden gebruikt. Doch nien wachte
zich voor overdrijving. Men bljjve nuchter en
late zich niet vervoeren tot hartstochtelijke
veroordeeling van andersdenkenden. Soms kunt
ge hooren zeggen „Gods volk zingt alleen psal
men" en daar ligt dan de onuitgesproken ver
oordeeling achter: „Wie zjjn stem verheft voor
vrjje kerkelijke liederen naast de psalmen, die
behoort niet tot Gods kinderen". In onze voor
afgaande artikelen hebben we getracht met
goede gronden de ongerijmdheid en dwaasheid
van zulk eene redeneering aan te toonen. Er
is voor het vrjje kerklied in Christus' gemeente
wel degeljjk plaats. De vraag is maarstaan
wjj geestelijk hoog genoeg om aan het vrjje
lied die plaats te gunnen Het kan zjjn, dat
ons volk er niet rjjp voor is in den tegenwoor-
digen tjjd. Bespreking der zaak in engere en
in breedere kringen moge langzamerhand daar
toe leiden, dat onze kerken zelve de wensche-
ljjkheid van het bezit van vrjje liederen ge
voelen en uitspreken. Kerkhof.
z e jst i> in o.
Het Britsck- en Bnitenlandsch Bijbelge
nootschap.
In 1914 heeft dit genootschap voor het eerst
meer dan 10 millioen exemplaren uitgegeven
van het Zendingsboek, den Bjjbel. Negen nieuwe
vertalingen werden gepubliceerdvjjf millioen
exemplaren werden verkocht door colportage
zoodat de Bjjbel nu in 487 talen en dialecten
verspreid is.
Ongeveer twee millioen Testamenten en Evan
geliën zjjn uitgedeeld aan de strjjders in den
grooten oorlog in Korea werden 750.000 exem
plaren geplaatst, in Indië (Engelsch) meer dan
1.000.000, in China meer dan 2.000,000. En
Gods Woord keert niet ledig weder
De pest.
Op Java heerscht de pest reeds jaren. Tot
dusver bleven onze Zendingsposten verschoond.
Voor eenige maanden berichtte echter dr. IJ.
v. Andel, te Solo werkzaam voor de kerk van
Amsterdam, dat ook daar de pest met felle
woede is uitgebroken de afdeeling is besmet
verklaard. De kampong is ontsmet.
„Deze kampong ligt vlak bjj het station van
Solo, dat station Djebres heet. Vermoed wo dt
dat met goederen uit Oost-Java ook pestratten
ingevoerd zjjn, en dat deze zich in de kampong
hebben verspreid. Bepaaldelijk de rattenvlooien
zjjn de overbrengers van de ziekte. In den regel
hebben ratten gemiddeld slechts één vloo bjj
zich. De vlooien verhuizen van de doode ratten
naar de nog levende, en bjj een groote sterfte
onder de ratten krjjgen de overbljjvenden er
dus hoe langer hoe meer. Daarom wordt een
hoog vlooiencjjfer beschouwd als het bewjjs van
een hoog sterftecijfer, en dus van pest onder
de ratten. In een goederenloods van genoemd
station werd een rat gevangen, waarop 49
vlooien werden gevonden, welk cjjfer op een
zeer groote rattensterfte wjjst En als die vlooien
geen ratten meer vinden, dan komen ze ook
op de mensehen en besmetten hen met de pest
bacillen.
De kampong, die zoovelen zag sterven, ligt
vlak naast ons huis. Deze gedachte is voor ons
natuurljjk niet aangenaam. Moge dit gevaar
ons en alle anderen dringen tot schuilen bjj
den Heere.
In Psalm 91, waaraan men als vanzelf denkt
in zulke dagen, trof me bizon der de uitdruk
king: „de pestillentie die in de donkerheid
wandelt". De onderzoekingen van den nieuweren
tjjd brachten aan het licht, dat de ratten de
pestilentie met zich voeren. Zjj wandelen in de
donkerheid en komen des nachts in de huizen.
Ook hier weer, geljjk zoo telkens in Gods
Woord, bljjkt de gekozen uitdrukking, die
slechts een dichterlijke inkleediug scheen, nauw
keurig overeen te stemmen met de veel later
ontdekte gegevens".
De Papoea's.
Op Nieuw-Guinea wonen de Papoea'seen
merkwaardig slag volk. Het leven is zeer ge
makkelijk, geljjk zendeling Bout vertelt in de
China bode
In den kampong is geen strjjd om het be
staan, en 't gevolg is, dat de energie ten eenen-
male ontbreekt. Vooral de heeren der schepping
brengen hun tjjd in ledigheid door. In de
stranddorpen kan men de heeren in hun huizen,
die boven de zee gebouwd staan, uren lang in
liggende houding zien turen op de zee, wach
tende op de vischjes, die onder de woning
komen, om ze te verschalken. Een enkelen keer
gaat de man op reis en bljjft dan soms lang
uit, zwerfziek als bjj is in hooge mate. Het is
bjj den bergbewoner niet veel beter gesteld.
Ook hjj vertoont neigingen om te zwerven,
vandaar dat van landbouw op Nieuw-Guinea
haast niet te spreken is Terwjjl hjj van huis
is, marcheeren de zaken even goed of even
slecht't is maar hoe ge het noemen wilt. Hun
communistische leefwijze, als 't ware het leven
in gemeenschap van goederen, prikkelt hen niet
tot meerderen arbeid. Wanneer drie mannen
uit een dorp vogels jagen en zjj huiswaarts
keeren om den buit aan den handelaar te ver-
schacheren, profiteert het heele dorp er vau.
Men eet zoo lang tot het op is. Dit is natuur
ljjk energie-doodend.
Ook de omgeving werkt er toe mede om het
zich niet al te druk te maken. In den regel
ligt in de nabijheid van ieder dorp een sago-
bosch. De bladeren des booms dienen tot ma
teriaal voor huisbouw. Het merg wordt gegeten.
De bereiding, nl. het kloppen en wasschen, is
het werk der vrouwen. Vruchten levert hem
het bosch. Een enkele klapperboom en zeer
spaarzamelijk een mais-aanplant ziet men in dit
niet onvruchtbare land, met zjjn indolente be
volking. Nog een eigenschap mag niet onbe
sproken bljjven van deze mensched, nl. dat zjj
zeer jjdel zjjn. Gaarne sieren zjj zich op. Gaarne
bezitten zjj blinkende voorwerpen. Het bosch
levert den Papoea den prachtvollen paradijs
vogel, goede damar de zee producten voor den
handel van beteekenis. Wat hjj dus wenscht te
bezitten, verkrijgt hjj zonder veel moeite.
J. D. Wielenga.
Magelang, 17 Mei '15.
Amice.
Reeds meermalen hebt ge me gevraagd, hoe
die eerste aanraking met de Javanen toch tot
stand komt, en op welke wjjze men vooral in
het begin den Javaan tracht te winnen.
Alle begin is moeiljjken dit geldt niet het
minst voor den Zendeling.
Hier heb ik de eerste aanraking gekregen
door middel van een Hol 1.-Javaan schen cursus,
waarop ik den Javanen eenige kennis van het
Hollandsch trachtte aan te brengenge moet
wat doen in 't beginen dit middel, hoe ge
vaarlijk het ook was, heeft God willen zegenen.
De eerste aanraking is door dien cursus tot
stand gekomen, en de eerste gedoopten waren
leerlingen van dien cursus.
Nu geef ik reeds lang geen onderwijs in
't Hollandsch meer, en ik ben bljj, dat ik het
indertjjd aan een Christelijk onderwijzer in
Magelang heb kunnen overdragen die cursus
begon gevaarlijk te worden. Eerljjk gezegd, ik
ben voor onderwijzer niet in de wieg gelegd,
en ik wist natuurljjk niets van methoden enz
die gevolgd moeten worden bjj het geven van
onderwjjs in 't Hollandsch aan Javanen. Ge
moet er onze onderwijzers maar over hooren
welke groote moeilijkheden dit onderwjjs op
levert. Ge kunt begrjjpen, dat die moeilijkhe
den voor mjj nog zooveel grooter waren. En
dat voelt de Javaan, vooral als hjj, zooals dat
bjj mjj het geval was, reeds van onderwijzers
les heeft gehad. Een Javaan, die er niets van
begrjjpt, wat voor een persoon zoo'n Zendeling
is, begint zoo'n Hollandsche taal onderwijzen
den Zendeling als een mislukten onderwijzer te
beschouwen, tenzjj hjj bijzondere gaven voor
dit werk ontving, en ge gevoelt hoe dat aan
de bereiking van liet doel, waarvoor ik kwam,
in den weg moet staan.
Het „schoenmaker, hou je bjj je leest", moet
vooral een Zendeling bedenken ik ben dan ook
nog steeds dankbaar, dat ik bjjtjjds dit onder
wjjs heb kunnen overdoen. Ik kon het ook
overdoen, want de eerste belangstellenden waren
getrokken, en dan wjjst de arbeid zich vanzelf.
Die getrokkenen hadden een aantal kennissen
en van die kennissen vroeg ik de namen, al
thans voorzoover zjj naar hun meening men-
schen waren, die niet in dobbelspel en uit
gaan hun vertraak zochten. Zulk soort men-
schen moeten het Evangelie ook hooren, maar
niet in de eerste plaats.
Het is toch opmerkelijk, dat juist de zooge
naamde „braven" onder de Javanen voor de
Evangelieprediking het meest in aanmerking
komen. Reeds bjj mjjn bezoek van de verschil
lende Zendingsposten na mjjn aankomst op
Java, is het me opgevallen, dat die desa's,
wier gemeenten het grootst en het bloeiendst
waren, steeds bekend hadden gestaan als goede
desa's, waar de minste misdaden waren ge
pleegd, en waarmee de strafrechter het minst
in aanraking was geweest. Dat geldt b.v. van
de desa Glonggong in het Keboemensche, waar
een bloeiende gemeente is, en die ook vroeger
goed aangeschreven stonddat geldt evenzoo
van Kesingi bjj Poerworedjo. Terwjjl juist in
die desa's waar veel gevallen voorkomen, die
door den rechter moeten behandeld worden,
maar geen ingang te krjjgen isen als het al
gelukt, om een klein clubje te verzamelen,
blfift het in den regel tobben met dat clubje.
Nu is dit ook wel te begrjjpenhet rjjk
van Satan heeft zjjn zwakke en zjjn sterke
punten. Zjjn sterkste punten worden gevormd
door die menschengroepen, waar hjj het meeste
invloed op heeft. Die desa's, waar tal van mis
daden worden gepleegd, zjjn zoovele plaatsen
waar Satan woont, terwjjl in die betere desa's
de invloed, de machtsopenbaring van Satan,
minder is, en dus gemakkelijker te bearbeiden
zjjn met de prediking van het Evangelie.
(Slot volgt.) A. Merkelijn.
TWEETAL
te Hellevoetsluis en Nieuw-Helvoet
P. Warmenhoven te Aarlanderveen
G. v. d. Zanden te Renkum.
te EnterL. H. Duin te Zweeloo
G. Noordhof te Lippenhuizen.
BEROEPEN
te Nordhorn-Brandlecht (Graafschap Bentheim,
Duitschland)Joh. Wolf, cand. te Emden
te TzumR. Haitsma te Hindeloopen
te Andelcand. J. H. A. Bosch te Almkerk
te SpjjkJ. C. Aalders te Beetgum
te Zevenhoven D. v. Runia te Westmaas
te Emmer-Compascuum D. v. Djjk te Knjjpe
te WarffumD. Steenhuis te IJselmonde
Ie BorseleG. van Reenen te Opheusden.
BEDANKT
voor GenderenH. L. Both te Eindhoven.
Jubileum. Ds. F. W. Slujjter te Maassluis,
herdacht zjjn 25-jarige ambtsbediening met
Hand. 26 22a. Achtereenvolgens stond hjj te
Heeg en te Maassluis.
De heer Joh. Dam, ber. pred. te Baarland,
hoopt Zondag 15 Aug. zjjn intrede te doen,
na bevestigd te zjjn door dr. T. Hoekstra van
Kampen.
Na ernstige overweging is besloten dit
najaar D V. de Centr. Diac. Conf. te houden.
Hoewel tjjd en plaats nog niet bepaald zjjn,
worden de punten van behandeling zoo spoedig
mogeljjk in elk geval voor 24 Juli a. s.
ingewacht bjj den len secretaris, den heer R.
Broekhujjzen te Meppel.
Er wordt aan herinnerd, dat het adres
van ds. G. Klumper, voormalig Chr. Geref.
pred., voorloopig is te Gouda, Peperstraat 100.
Donderdag 1 Juli heeft de Classis Axel
den beroepen predikant van Schoondjjke, den
heer H. Brouwer, na peremptoir examen toe
gelaten tot den dienst des Woords en der sa
cramenten.
Het Geref. Tractaat-Genootschap „Filip-
pus" zal met het oog op de tijdsomstandigheden
dit jaar geen algemeene vergadering houden.