beeld van een in te stellen „Vrouwenraad" als
orgaan in het staatkundige leven. En wat zou
er tegen zijn, ook in de Kerk diezelfde richting
te volgen
Bepaaldelijk op één bizonder punt willen wij
hierbij de aandacht vestigen.
Waarom b.v. in verschillende Zendingscom
missies, öök zelfs onder het getal der Generale
Zendingsdeputaten, niet enkele naar aller oor
deel rijk begaafde en met liefde en ijver voor
dezen arbeid bezielde zusters opgenomen
't Schijnt ons toch stuitend, de christelijke
vrouw alleen goed te achten voor het inzamelen
van de noodige gelden en het naaien van bedde-
lakens enz. voor de hospitalen. Maar haar
overigens bjj het beraadslagen over den gang
van zaken op Zendingsgebied als quantité né-
gligeable (van nul en geener waarde) buiten
de deur te sluiten. Als bezwaar kan hier ook
niet gelden, dat voor kerkelijke deputaatschap-
pen alleen ambtsdragers benoembaar zouden
z\jn. De praktijk toch, ten deze door onze Gene
rale Synodes, onder de auspiciën der hoog
leeraren in het Kerkrecht gevolgd, leert anders.
Eindelijk nog een enkel woord over de vraag,
of aan de vronw ook het kerkelijk stemrecht
te verleenen zij. Op den voorgrond sta hierbij,
dat aan stemrecht in het algemeen geen over
dreven waarde moet gehecht. Vervolgens: als
urgent (dringend van aard) kan deze kwestie
althans in onzen kring allerminst worden be
schouwd. Vraagt men echter, of er bezwaar
(n.l. principieel bezwaar) tegen zou bestaan, om
aan de stemming b.v. bij een predikantskeuze
de zusters der gemeente te laten deelnemen,
dan moet hierop beslist ontkennend worden
geantwoord.
Vooreerst tochwelke beteekenis hebben
dergelijke stemmingen Immers naar ons Ge
reformeerd kerkrecht geen andere, dan het laten
aanwijzen door de gemeente van den persoon,
welken zij het meest verkieselijk acht. Niets
meer. De beroeping geschiedt niet krachtens
zulk een stemming, maar (ook al wordt dit
formeel niet altijd in acht genomen) krachtens
kerkeraadsbesluit, gezien den uitslag der ge
houden stemming. Er zit dus in zulk een stem
ming niet het geringste element van gezags
oefening. En dan is te recht de vraag gedaan
(door Dr. A. Kuijper in de Heraut, jaargang
1898, No. 1048) „Is er één reden denkbaar,
waarom de vrouw hier (n.l. bij het aanwijzen
van den meest verkieselijken persoon) niet mede
zeggenschap zou hebben Ook zy heeft toch de
predikers aan te hooren Ook zij moet door
den Dienst des Woords worden opgeleid. Het
zijn toch ook haar geestelijke belangen, die bij
zulk een benoeming in het spel zjjn. En is er
dan iets ook maar in het verschil tusschen man
en vrouw, waaruit zou zijn af te leiden, dat
dit verschil voor haar in dien zin zou moeten
doorwerken, dat wel de man voorkeur mag
hebben, maar zij van alle oordeel verstoken
moet blijven In Christus is noch man noch
vrouw. Wat zeggen wil, dat in het geestelijke
het verschil tusschen de geslachten niet door
werkt. En betreft nu de keuze van een Dienaar
des Woords niet juist geestelijke belangen, die
voor man en vrouw even interessant zijnV"
Tot zoover Dr. Kuijper. Wij zouden hieraan
deze opmerking willen toevoegen dat onze
Dordsche Kerkenordening(ook in haar te Utrecht
gewijzigden vorm) de vrouw geenszins van het
stemrecht uitsluit, en dus feitelijk elke kerke-
raad haar terstond tot de stembus zou kunnen
toelaten. Immers in de artikelen handelende
over de beroeping, Art. 4 en 5, wordt gesproken
van de noodzakelijk geachte approbatie van de
lidmaten der Gereformeerde gemeente. Dit zijn
dan toch zeker de vrouwelijke, zoowel als de
mannelijke lidmaten. In Art. 22 over de ver
kiezing van ouderlingen is insgelijks sprake
van: de gemeenteledenen „degemeente11. Vol
strekt niet van het uitsluitend mannelijk ge-
gedeelte der gemeente.
Trouwens, staat het niet allerwege aan de
zusters der gemeente evengoed als aan de broe
ders vrij, zich mef al!e mogelijke zaken en
bezwaren tot den kerkeraad te wenden? En
mogen de zusters niet op de vergadering van
den Kerkeraad (feitelijk een vergadering van
de gemeente in 't klein, ecclesia contracta, naar
Matth. 1817 vgl. Catech. Zond 31) mondeling
't geen haar op het hart ligt inbrengen en
toelichten (dusspreken in de gemeente
Mogen zij niet haar bezwaren inbrengen tegen
te beroepen of aireede beroepen ambtsdragers
Wie zal haar het recht daartoe betwisten?
Waarom zou men haar dan het recht onthouden
op een of andere wijze daarover mede haar
stem uit te brengen? Is dit wel beschouwd
niet zoo onlogisch mogelijk?
Met dat al zal echter de Kerk des Heeren
bizonderlijk in dezen tijd hebben te waken tegen
elke afwijking van de door God gestelde orde.
Daarop blijven wij bij de vraag naar de plaats
der vrouw in Christus gemeente nadrukleggen.
In 't jaar 1595 verscheen een geschrift, dat
óók nog een herdruk beleefde, getiteld „Dis
putatie perjucunda, mulieres non esse homi
nes", d. w. z. „Zeer aangename verhandeling,
ten betooge dat vrouwen geen menschen zijn".
In onzen tijd zou het verschijnen van een der
gelijke verhandeling niet meer denkbaar zijn.
Veeleer van de zijde der suffragettes een
verhandeling om het tegenovergestelde te be-
toogen, n.l. dat mannen geen menschen zijn.
Moge het de Kerk van Christus gegeven zijn,
bij het licht van Gods Woord ook te dezen
opzichte het rechte spoor te vinden. En ook
de kandelaar des W oords omhoog houdende
aan de dwaalgeesten onzer eeuw het rechte
spoor te wijzen
Bekend is de bewonderende uitroep van den
Heidenschen wijsgeer Libanius „Wat voor
vrouwen hebben toch die Christenen Moge
's Heeren Geest in die mate onze zusters ver
rijken met zijne genade, dat ook in onzen tijd
nog een echo op dien uitroep vernomen worde
Wij willen eindigen met de herinnering aan
het woord van Lamennais, een woord, dat op
zoo schoone wyze der vrouw haar plaats aan
wijst, die zij overal en ten allen tijde, ook in
Christus' gemeente heeft in te nemen
„La femme est une fleur, qui ne dame son
parfum, qu' a l'anbre" d. i. de vrouw is een
bloem, die haar liefelijke geur slechts verspreidt
in de schaduw. Kok.
Een antwoord op veler vragen.
Herhaaldelijk is in de laatste tijden ons de
vraag gedaan, hoe wij Hollanders in Duitsch-
land het maken. In de vaderlandsche dag
bladen komen allerlei berichten voor, die den
indruk geven, dat wij ons in treurige omstan
digheden bevinden en dat wjj onder moeilijke
toestanden gebukt gaan. Soms lijkt het wel,
alsof wij op allerlei wijze worden tegengewerkt
en in ons doen belemmerd.
Niets van dat alles is echter het geval. Wij
ondervinden integendeel veelvuldige mede
werking.
Het volgende is daar, om dit te bewijzen.
Voor eenige dagen konden wij niets leveren
voor ons blad. Alle geschrijf in de Hollandsche
taal van uit Duitschland werd op eenmaal ver
boden. 't Was een lastig geval.
W\j hebben ons echter gewend tot het Stell-
vertr. Generalkommando van het Vilde Armee
korps te Munster en langs dien weg vrijheid
verkregen om ook trots het verbod verder in
het Hollandsch te mogen correspondeeren.
Dat wij deze vriendelijke vergunning hooge-
lijk waardeeren, behoeven we zeker niet te
zeggen.
Telkens en telkens blijkt het ons dat men
van Duitsche zijde alle mogelijke voorkomen
heid en hulpe aan ons Hollanders in den vreemde
wil bewijzen. Het zijn zeker meer dan honderd
duizend landgenooten, die hier nog altijd werk
en brood, vrijheid en bescherming vinden.
Natuurlijk lijdt alles onder den oorlog. Maar
hij kost ons niet, wat hij het Duitsche volk
kost, dat om zoo te zeggen, bloedt uit duizend
wonden Wij Hollanders hebben alleen nog
maar krygsbrood te eten, dat ons, evenals de
Duitschers, met mate toegewogen wordt. Met
Gods zegen kunnen wij het er echter best mee
doen, evengoed als Israël het deed met Manna
in de woestijn. Dat was ook geen zware kost.
Maar God gaf het Israël te ondervinden, dat
de mensch bij brood alleen niet zal leven, maar
bij alle woord, dat door den mond Gods uit
gaat. Daarop komt het ook nu maar aan.
Trouwens wat God zijn kinderen geeft, ook
naar het lichaam, dat moet ook als voldoende
door hen worden beschouwd. Dit is een eisch
des geloofs.
Gelukkig, dat tot hiertoe de krijgsellende en
de verwoestingen van den oorlog verre van ons
zijn gebleven. Moge de Heere God ook in de
toekomst ons daarvoor bewaren.
En niet minder gelukkig, dat de Evangelie-
arbeid onder onze landgenooten geregeld kan
worden verricht. Wel zyn de gelederen in de
kerken en vereenigingen door den oorlogstoe
stand een weinig gedund, maar de behoefte aan
troost en bemoediging in deze zware tijden uit
het Woord van God doet de broeders en zus
ters zeer getrouw ter plaatse des gebeds ver
schijnen, en zoo geschiedt het werk ook niet
zonder zegen.
Wat zijn wij in dit opzicht nog zeer bevoor
recht boven de kerken van Antwerpen en
Brussel in België.
Deze zijn grootendeels uit elkander geslagen,
en wie zal zeggen, wanneer de oude toestand
hersteld wezen zal
Dankbaar voor hetgeen onze trouwe Bonds
god ons tot hiertoe heeft geschonken, gaan wij
met kinderlijk vertrouwen op zijne goedheid
en wijsheid de toekomst tegen. Hij doe naar
zflne groote genade uit het donkere heden wel
dra het heerlijke licht voor ons en voor al zijn
volk verrijzen, zijn grooten Naam ter eere.
Kerk- en Schoolnieuws
TWEETAL
te Haarlem AW. Bouwman te Hallum
G. Wielenga te Zwolle.
BEROEPEN
te DriebergenR. de Jager te Scherpenzeel
te Urk B. A. Knoppers te Kapelle-Biezelinge
te DriesumJ. P. Klaarhamer te Wommels
te Drogeham B dr. W. G. Harrenstein te Noord-
Scharwoude
te Gorredijk S. G. de Graaf te Oosterzee
te OldeboornJ. W. Esselink te Wateringen.
BEDANKT
voor Woudsend: Tj. Petersen te Purmerend
voor Pieterburendr. O. N. Oosterhof te Hijlaard
voorGeldermalsen: II. H. Schoemakerte Wezep;
voor Nieuwerkerk (Z.)Joh. S. Langen te Gouda.
De emeritaats-aanvrage van ds. M. Visser
te Oosthem, is door de classe Sneek goedge
keurd.
De Faculteit der H. Godgeleerdheid te
Utrecht heeft de volgende prijsvragen uitge
schreven
I. De Faculteit verlangt een teekening van
de plaats, welke Mozes inneemt in de geschie
denis van Israëls godsdienst.
II. De Faculteit verlangt een verhandeling
overMoira en de godheid bij de Grieksche
Tragici.
Het studentencorps F. Q. I. te Kampen
heeft het initiatief genomen tot het plaatsen
van een monument op het graf van wijlen prof.
Noordtzy het corps heeft zich daartoe in ver
binding gesteld met oud-leerlingen.
Intree te Mildam, cand. P. A. Zeilstra van
Amsterdam, met Ps. 27 4, na bevestigd te
zijn door prof. Sill. Smit met Joh. 6 63.
Intree te Heerlen, ds. G. J. Pontier, over
gekomen van Waardhuizen, met Joh. 5 39,
na bevestigd te zijn door ds. H. Dekker van
Venlo met 1 Petr. 5 5.
Dr. J. P. Cannegieter schrijft in het Vrij
zinnig-Godsdienstig Maandblad voor Middel
burg over Nederland en het Vaticaan. Indien
het waarschijnlijk wordt, dat het Vaticaan in
vredesonderhandelingen een rol gaat spelen,
acht ook hij het wenschelijk, dat Nederland op
de hoogte wordt gehouden van wat daar om
gaat. Daarom zou hij het instellen van een
tijdelijk gezantschap bij den paus gelijk
Engeland nu heeft gedaan onder die om
standigheden billijken, maar gaat het om een
blijvend gezantschap, dan verklaart dr. Canne
gieter er zich vierkant tegen. In dezen tijd wil
hij daarover, om de eendracht in ons land niet
te verstoren, niet uitweiden, maar hij voorspelt
een feilen strijd, als een dergelijk voorstel
wordt gedaan.
De jaarlijksche vergadering van het Ne-
derlandsch Zendelinggenootschap zal gehouden
worden in de kapel des Genootschaps te Rot
terdam, op Dinsdag 13 en Woensdag 14 Juli.
Als voorzitter zal optreden ds. L. C. Schul-
ler tot Peursum, Herv. predikant te Amsterdam
en als spreker in de algemeene vergadering ds.
A. Drost, Herv. predikant te Arnhem.
In de middagsamenkomst op Woensdag 14
Juli zal dr. N. Adriani, afgevaardigde van het
Nederlandsch Bijbelgenootschap in Posso, spre
ken over „geestelijke stroomingen onzer In
landers.
Drie jeugdige zendelingen zuilen worden af
gevaardigd de heeren J. Kruyt en J. Woens-
drecht naar Posso en C. W. Nortier naar
Oost-Java.
De jaarlijksche vergadering der Utrecht-
sche Zendingsvereeniging zal worden gehouden
op Dinsdag 8 Juni te Utrecht, onder voorzit
terschap van dr. J. A. Cramer, Herv. predi
kant te 's Gravenhage.
Des avonds zullen in de Domkerk vier jeug
dige zendelingen worden afgevaardigdde
heeren J. Bykerk, H. W. Duyvendak en J.
Wetstein naar Nieuw-Guinea, en J. H. Pieters
naar Boeroe.
De vorige week had de algemeene ver
gadering der afdeeling Middelburg tot Chr.
verzorging van Krankzinnigen in Zeeland plaats.
Na opening door den voorzitter ds. Tjebbes en
lezing der notulen door den secretaris, deelt
de voorzitter o. a. mede, dat het ledental in het
afgeloopen jaar met 7 verminderde, doch met
45 vermeerderde, zoodat op 1 Januari 1915 het
aantal leden en begunstigers 216 bedroeg. Uit
het verslag van den penningmeester bleek dat
de ontvangsten in 1914 bedroegen f329.86Vs
en de uitgaven f294.25, waarvan aan de stich
ting „Vrederust" f 254.25 werd afgedragen. De
aftredende bestuursleden ds. Wielenga en C. J.
Hondius werden herkozen. Tot afgevaardigden
naar de algem. vergadering in Juni a. s werden
gekozen: ds. Wielenga, J. van der Kleyn, L.
Dekker, ds. Tjebbes en H. Struve tot secundi:
C. Schout, J. Goote, C. Adriaanse, P. C. van
Djjk en P. Remeijn. Na enkele besprekingen
sluit de voorzitter de vergadering en gaat ds.
Wielenga voor in dankgebed.
Ofiiciëele Berichten.
KORT VERSLAG van de vergadering der
Classis Middelburg, gehouden den
4den Mei j.l.
1. Op gebruikelijke wjjze wordt namens de
kerken van Middelburg door ds. L. Bouma de
vergadering geopend.
2. Bij 't nazien der lastbrieven bleken alle
kerken wettig vertegenwoordigd. Drie kerken,
Domburg, Westkapelle en Vlissingen hadden
een instructie.
3. Het moderamen was als volgt saamge-
steld ds. G. H. Toebes, praeses.
ds. J. D. Wielenga, assessor,
ds. K. Veen
ds. J. B. Netelenbos scribae-
4. De notulen van de vorige vergadering
wordt gelezen en goedgekeurd.
5. Arnemuiden, Gapinge en Serooskerke
ontvangen de aangevraagde vacatuurdiensten.
De classis spreekt er hare blijdschap over uit,
dat door den kerkeraad van Middelburg A
zyn medegedeeld de motieven, waarom de ker
keraad gemeend heeft nog niet tot ineensmel
ting over te gaan, en hoopt dat de door hem
ter bevordering van de wegneming dier be
zwaren in het werk gestelde pogingen, binnen
korten tyd met gewenscht gevolg zullen wor
den bekroond.
7. Instructies.
Aan Domburg en Westkapelle zal de steun
der classis worden verleend by de aanvragen
voor geldel. hulp resp. van f 75 en f 150 aan
de Part. Syn.
De instructie van Vlissingen wordt die kerk
teruggezonden met verzoek 't daarin vervatte
voorstel te brengen op 't volgend class, agendum.
In plaats van br. A. D. Littooy werd door
de classis br. H. van Driel aangewezen om als
diaken, vertegenwoordigende de classis Mid
delburg, zitting te nemen in de commissie ter
verzorging van idioten etc.
8. Behalve Rapporten over ZendingZen
Men oordeelde dat de dorpskerken als mini-
mum-tractement al naar gelang harer draag
kracht, moesten vaststellen f 1300—f 1600 met
vrye woning en dat ook de stadskerken den
weg van verhooging moeten inslaan.
9. Als afgevaardigden ter Prov Syn. wer
den benoemd
als primids. L. Bouma, ds. G. F. Kerkhof
ouderl. A. Geschiere, ouderl. J. Louwerse.
als secundids. J. J. Koopmans, ds. D. Pol
ouderl. J. H. Geschiere, ouderl. W. A. de
Rycke.
10. Door de classis werd H voorstel Mid
delburg A aanvaard het curatorium der Theol.
School te verzoeken den plaatselyken en clas
sicalen correspondent der School ieder een ex.
te zenden van dat nummer van De Bazuin,
waarin de contributies, door deze correspon
denten geïnd waren verantwoord.
Het voorstel Oostkapelle aandringende op
uniformiteit in de viering van Goeden Vrijdag
en de tweede feestdagen by kerken, ressortee-
rende onder een en dezelfde classis, werd met
groote meerderheid verworpen.
11. Roepende kerk voor de vergadering in
Juli is Oostkapelle.
12. Na omvraag en lezing korte notulen
wordt op verzoek van den praeses door ds.
Wielenga de vergadering met dankzegging
geëindigd.
Uit naam der classis voornoemd,
K. Vben, Scriba.
Verantwoording van Liefdegaven.
In dank ontvangen, door bemiddeling van
br. Schoonaard, van eene weduwe, die door
ziekte verhinderd is ter kerk te komen, fl.
voor de armen.
Namens de Diac. Ger. Kerk A,
C. P. Pouwee.
Middelburg, 30 April 1915.
D. Sietzema, w.n. Boekhouder.
Ontvangen door tusschenkomst van ds. Bouma
f 10,— van de ZendiDgscommissie der Geref.
kerk te Bussum, voor den Zendingsarbeid te
Magelang.
C. J. Hondius, Penn.
Door bemiddeling van br. Schoonaard in dank
ontvangen f 1 voor de Kerk, van eene zuster
der gemeente, die door ziekte verhinderd is
ter kerk te komen.
De fin. Commissie Kerk A.
Diakenen kerk C zeggen hiervoor dank.
BOEKAANKONDIGING.
Als een, die zijne moeder troost door
J. L. R. ee Liefde.
Uitgave van D. A. Daamen, Den Haag.
Wat heeft de uitgever dit werkje in een aan
trekkelijk kleed gestoken. Het uiterlyk is keurig.
Geheel in overeenstemming daarmede is het
papier en de druk. In de beste stemming neemt
men dan ook het boekje ter hand, denkend
de inhoud zal nu wel ook goed zyn. Het
blykt by lezing, dat het een verhaal is, waarin
vooral een moeder de aandacht trekt, van wie
een der kinderen ziek is en straks sterft. De
vrouw is goed geteekend en wekt de achting
op. Onwillekeurig zegt men, ja, zoo is een
moeder, zich geheel gevend en van wie dan ook
een weldadigen invloed uitgaat op haar kinderen.
In Geertje, haar ziek dochterke komt het dan
ook zeer duidelijk uit. Als moeder slechts by
haar is, wordt het angstig hart gestild en wijken
allerlei benauwende gedachten.
Welnu, gelijk een moeder haar kinderen troost,
zoo troost God zyn volk en dit ondervindt de
moeder dan ook, als zy treurt over het heen
gaan van haar kind.
Het is een eenvoudig tafereel, dat ieder weieens
in het leven gezien heeft, maar toch zoo be
schreven, dat het tot een zegen kan zyn.
Bouma.
Menigerlei Genade. Wekelyksche leerre
denen over den Heidelberger Catechis
mus. Afl. 4552.
Kampen. J. H. Kok.
De vierde jaargang liep ten einde. Deze
laatste Zondagen, over het Gebed handelende,
zyn van welbekende hand, n.l. van ds. Hoekstra
te Arnhem. Vergelijking van deze predicaties
met die uit zyn eigen Catechismusbundel doet
u zien, dat thans door hem een geheel andere
methode is gevolgd en by de behandeling van
de derde bede ook zuiverder verklaring is ge
boden.
Deze bundel in zyn geheel is er een van blij
vende waarde en zal ook nu hy volledig is,
nog vele koopers vinden. Aan ieder, die de
middag- of avondgodsdienstoefening niet kan
bijwonen, is het lezen der te behandelen Zon-
dagsafdeeling uit den bundel van harte aan
bevolen.
De uitgever deelt mee dat een vyfde jaargang
preeken op de komst is en dat hy spoedig
daaromtrent nadere meedeeling doen zal.
(N. Holl. Kerkb.) Renkema.
6. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van ds. P. v. A. Besloten
wordt iedere kerk ter beoordeeling over te
laten wat zy in dezen te doen heeft. By ds.
Netelenbos kunnen eventueele giften gestort.
b. een schrijven van de classis Schiedam
wordt voor kennisgeving aangenomen.
c. Naar aanleiding van een schrijven van
Middelburg A, waarin zjj aangeeft de motieven,
waarom zy niet genegen was terug te komen
op haar besluit tot verwerping van de concept-
acte der ineensmelting wordt na breede dis
cussie aanvaard het volgende voorstel
dingsdaghulpbehoevende kerken od contributies
Theol. Schooldie geen aanleiding gaven tot
bespreking, werd ook ingediend het rapport
Predikants-tractementen. Met eenige wyzigin-
gen werd 't door de classis aanvaard.
Middelburg G Ontvangen in de collecte van
1.1. Zondag f 1.met het byschrift„Uit dank
baarheid". De vereeniging „De Kerkelijke Kas"
zegt hiervoor dank.
Middelburg. Ontvangen in de collecte van
1.1. Zondag f 3,50 met byschrift uit dankbaar
heid voor kerk en armen en f 1,met by
schrift uit dankbaarheid.