Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
No, 7.
29e Jaargang.
Vrijdag 12 Februari 1915.
UIT HET WOORD.
RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vaste Medewerkers: D.D. R. J. v. d. VEEN, J. D. WIELENGA, CHR. BRUINS, F. J. v. d. ENDE, A. 0. C. KOK, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF.
Abonnementsprijs: franco aan huis per half jaar 70 cent.
PERSVEREEN1G1NG ZEEUWSCHE KERKBODE.
Adres van de Administratie: A. D. LITTOOIJ Az.
Middelburg.
GOD ALLEEN DIENEN
Er is een volhouden in het goede, waar
toe het strijdend volk des Heeren vermaand
wordt: »Wie volharden zal tot den einde,
die zal zalig worden cc. Maar er is ook een
volharden in het kwadeen hiervan geeft
satan ons een treilend voorbeeld, als hij,
hoewel hij de eerste maal den kamp ver
loor, voor de tweede maal den Heiland
aanvalt.
»De duivel leidde Jezus I® klinkt het niet
ongelooflijk De overwonnene leidt den
overwinnaarEn dit is niet in strijd met
Jezus' heiligheid, maar doet deze des te
meer blinken Hij kan veilig satan volgen,
zonder door hem de hel te worden inge-
sleepten dat kunnen wij niet, omdat wij
onheilig zijn. En bovendien, Jezus laat zich
leiden, om aan 's Vaders wil, die deze ver
nedering voor Hem bestemd had, gehoor
zaam te zijn. Als onze Borg werd Hij voor
een enkele ure aan satans macht over
gegeven.
Op welken berg Jezus gebracht werd is
niet te zeggen, wij behoeven het ook niet
te weten, want de berg was alleen een
middel, om Hem te toonen al de konink
rijken der aarde.
Voor den natuurlijken mensch is het
dwaasheid; want op de hoogste hoogte
omvat de blik toch maar een ruimte van
eenige uren, terwijl hier 't gansche wereld
panorama aan het oog voorbijgaat. Wie
echter aan de Schrift gelooft, kent geen
bezwaren alles is in deze verzoeking won
derbaar, en zoo ook dit deel. 't Is dan ook
niet een natuurlijk, maar een bovennatuur
lijk aanschouwen geweest.
Van God had satan de macht ontvangen
in een oogenblik tijds voor Jezus een ver
gezicht te openen, zoodat Hij in een oog
wenk alles aan zijn voeten zag uitgestrekt.
Welk een tafereelHij zag het vrucht
bare Egypte, met de zich daar doorheen
kronkelende Nijl't weelderig schoone
Griekenland en het machtige Romeook
een parelsnoer van de grootste steden en
van villa's, verscholen tusschen het lachende
groen van de tuinen, door de blauwe
Middellandsche zee bespoeld't was alles
één wonder tafereel.
Ook werd Hem al de heerlijkheid dier
koninkrijken getoond. Jezus heeft een blik
geslagen achter de muren der paleizen en
op de binnenplaatsen der koninklijke hui
zen. De vroolijkheid en pracht, de rijkdom
van damast en purper, de kandelaren van
goud en de weelderig voorziene leestm aal
tijden, alles wat het menschelijk oog maar
in verrukking brengen kan werd door Jezus
aanschouwd.
Satan toont Hem heel de schepping, ge
doopt in den glans van het gouden zonne
licht, en zegt dan»'t Zal alles uwe zijn,
indien Gij mij zult aanbidden
In deze woorden ontbloot de leeuw der
hel zijn klauw. Hij beproeft hier op Chris
tus, wat hij straks ook met Judas zal pro-
beeren en hem dan beter gelukken zal,
om hem n.l. voor een ellendige hoop zilver
om te koopen tot de gruwelijkste misdaad.
En ach, hoe menigeen verkoopt ook nu
nog zijn ziel, die toch meer dan 10 werel
den waard is, voor een handvol geld of een
lauwerkrans of een schotel linzenmoes
't Is bijna ongelooflijk, zoo brutaal als
satan tegen Jezus optreedtwant hij tracht
Hem te verleiden om hem te aanbidden.
Aanbidden is meer dan bidden of smeeken
aanbidden is de hoogste eere geven, het
is de erkentenisgij hebt het bestaan in
uzelf en zijt waardig om uzelfswil geprezen
te worden.
Hoogmoed is nooit verzadigd. Satan kan
dan ook niet tevreden zijn met de hulde
van menschen en engelen het hoogste wat
hij begeert is als God te zijn, en niet eerder
is hij voldaan, of deze Christus, dien hij
kent de zoon van God te zijn, moet voor
hem nedervallen, zij het dan ook maar
voor een oogenblik. En voor dat ééne
oogenblik wil hij alle koninkrijken der
aarde prijsgevenals Christus voor hem
nederknielt, zal hij deze aarde voor altijd
verlatende hoogste prijs wil hij betalen
voor dit oogenblik van triumfde buit van
het gansche menschengeslacht, zijn heer
schappij over alle schatten der aarde, hij
zal ze aan Christus overlaten, alleen maar
Hij moet hem aanbidden
Liegt satan echter niet, wanneer hij zegt
»deze heerlijkheid is mij overgegeven, en
ik geef ze wien ik wik Neen, op zich zelf
beschouwd is dit verschrikkelijke waarheid.
Jezus noemt hem zelf »de overste dezer
wereldcc, en in Openb. 13 wordt hij be
schreven als »het beest met 7 hoofden,
10 hoornen en 10 koninklijke hoeden®.
Maar 't is hem overgegevenhij heeft
het niet veroverd, maar God zelf bracht
alles onder zijn macht. Gelijk eenmaal
Babylon Israel moest tuchtigen met de
ballingschap, zoo is satan de tuchtroede
Gods om den mensch te slaan die zondigde.
Wat satan zegt, is dus waar; maar hij
verbergt één ding voor Jezus, waar het
juist op aan komt, n.l. dat het wel macht
was, doch geen gezag, die hem was ge
schonken; en dit is een groot verschil;
gezag toch veronderstelt wettige autoriteit,
alsof het zijn eigendom ware. En dat is
niet waar, integendeel, want al zijn de
koninkrijken onder zijn macht gesteld, toch
is het der volkeren hun roeping die macht
van zich te werpen.
Was deze poging van satan om Jezus te
verleiden hem aan te bidden, niet dwaas
Zelfs als hij ons, zondige menschen, tot
zulk een daad trachtte te bewegen, zouden
wij ons gekrenkt van hem afkeeren was
het dan wel een verzoeking voor Jezus?
Wij moeten niet vergeten, dat de tweede
Adam niet vallen kondus het behoefde
ook niet uitgemaakt te worden, of Hij vat
baar was voor zonde. Maar de verzoeking
was er allereerst om het diepgaand lijden
te laten zien, dat Jezus om onzentwil moest
dragenen dit lijden was niet alleen dat
Hij satan moest zien, maar ook te woord
staan.
Bovendien, Jezus was waarachtig mensch,
en staat dan ook niet buiten de verzoe
king. Immers, om die koninkrijken, die
Hij daar aan zijn voeten zag, was het Hem
te doen om die wereld te herwinnen voor
Zijn Vader was Hij op aarde gekomen
welk een schoone gelegenheid werd Hem
nu geboden, dit alles op één dag deel
achtig te worden 1 De weg van den Vader
was over het kruis tot de heerlijkheid;
maar de weg van satan was zooveel korter,
en gemakkelijkeralleen maar een neer
vallen, en het was alles het Zijne 1
Hier wordt het geloof beproefd, dat de
moeilijkste, de donkerste en de afschuwe
lijkste weg de beste, ja de eenige weg is.
Met twee slagen werpt Jezus de ver
zoeker terug, n.l. met de macht der ver
ontwaardiging en de majesteit van Gods
Woord.
Jezus was door 't schaamtelooze aanbod
diep beleedigdHij noemt hem dan ook
bij zijn waren naam satan, d. w. z. weder
partijder, verzoeker; »ga weg van Mij®;
Hij wil er niet één woord verder over
verspillen. En echt kinderlijk beroept Hij
zich op het Woord Zijns Vaders»want
er is geschrevenGij zult den Heere uw
God aanbidden en Hem alleen dienen®.
Dit woord toch geldt ook voor Jezus, den
waarachtigen menschHij wil Zijn God
aanbidden, ook al liet Deze Hem hongeren
op vreeselijke wijze ook al gaat het straks
heen door de schaduwen des doods, ja
zelfs als Hij door Hem aan 't kruis ver
laten wordt, zal het nog zijn»Mijn God,
Mijn God
En op dat Woord deinst satan wederom
afhij weet, dat dit Woord er staat ge
schreven en het is hem tot gedurige er
gernis, dat God boven alles is, ook boven
hem. Maar gij, gij ergert u aan deze waar
heid toch niet?
Hoe wordt door deze tweede verzoeking
ons het ware karakter der zonde geopen
baard I Zondigen is God Zijn eer onthouden,
en satan de eere toebrengen voor ons ge
voel is dit wel niet zoomaar in waarheid
is het niet anders, want een middenweg
is er niet; zondigen is den duivel eeren,
aanbidden, dienen. Daarom behoeft de
duiveldienst niet een godsdienst te worden,
gelijk b.v. in Perzië geschiedtmen eert
den duivel zelfs door niet aan hem te ge-
loovenook kan dat dienen gepaard gaan
met een afschuw voor den Satan men kan
hem dienen ook door hem te vreezen.
Wie staat aan dezen dienst onschuldig
Ook verlokt hij u tot zonde door 't zelfde
middel waardoor hij Jezus poogde te doen
vallen, inwerkend op de begeerlijkheid des
vleesches en voorspiegelend de schatten der
werelden wie eenmaal door den honger
naar de wereld is aangegrepen zegt nimmer:
het is genoegZie het ook maar aan de
mogendheden, die de duizenden levens niet
tellen om macht en heerlijkheid en han-
delsrelatie's.
Goed te vergaderen is op zich zelf geen
zonde, doch het mag niet geschieden met
verkooping van iets van onze zielerusten
eerlijkheid en eenvoud blijven altijd aller
roeping. En ach, wat wordt er dan in
dezen gezondigd allerwege; hebt gij het
ook wel niet eens als kind gedroomd
koning te zijn?
Wie echter de knieval voor de wereld
doet en zijn hart op de aardsche dingen
zet, heeft satan aangebeden. En satan
is een woekeraar hij geeft niets voor niets
ontvangt gij van hem een klein stukje der
wereld, dan neemt hij daarvoor geheel uw
ziel terug
Kiest daarom wien gij dienen zultluis
tert naar de stem die roept: »die achter
Mij uitkomen, die verloochene zichzelven
en neme zijn kruis op en volge Mij."
Christus, die in deze verzoeking overwon,
kan nu echter met ons medelijden hebben.
Belijdt Hem maar uw zwakheden, en in
Hem zult gij overwinnen, want in Hem is
een volkomenheid van genade. En een
heerlijke toekomst ligt voor u in het ver
schiet.
»Zijt dan getrouw tot in den dood, en
Hij zal u, die 's wereld's kroon weigert,
geven de kroon des levens."
J. D. WlELENGA.
KERKELIJK LETEN.
Een nieuw blad voor Middelburg.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
Advertentieprijs 1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent
Familieberichten 10 cent per regel.
UITGAVE VAN DE
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D.
LITTOOIJ Az., Middelburg.
„En als Hem de duivel geleid
had op een hoogen berg, toonde
hij Hem al de Koninkrijken der
wereld in een oogenblik ty'ds. En
de duivel zeide tot Hem: Ik zal
u al deze macht en de heerlijkheid
derzelve koninkrijken geven, want
zij is my overgegeven, en ik geef
ze wien ik wilindien gij dan mij
zult aanbidden, zoo zal het alles
uwe zijn. En Jezus antwoord ie en
zeide tot hem: Ga weg van mij,
satan, want er is geschreven„Gij
zult den Heere uwen God aan
bidden, en Hem alleen dienen"
Lucas 4 5—8.
Het blad, dat in deze maand voor 't eerst
verscheen, wordt genoemd: Vrijzinnig-Gods
dienstig Maandblad voor Middelburg, en het
staat onder redactie van dr. J. P. Cannegieter,
modern predikant alhier.
De vrijzinnigen, die langen tijd hier geen
enkelen predikant in de Herv. Kerk hadden, en
samenkwamen in afzonderlijke vergaderingen,
hebben een lang gekoesterde begeerte vervuld
gezien, toen dr. Cannegieter zjjn plaats innam
in 't midden van de overige predikanten. Bij
de verkiezing voor de kerkelijke colleges merkte
men wel, dat er invloed uitging van hen, die
in het modernisme vinden, wat zjj voor hun
religieusche behoeften noodig hebben, en deze
mannen zjjn met ijver bezield om meer en meer
hun doel te bereiken.
Een nieuw levensteeken uit dezen kring is
nu weer dit pas verschenen Maandblad, en we
knnnen het waardeeren, dat zij op hun beurt
ook door de pers in onze omgeving propaganda
willen maken voor hun denkbeelden. Met ge
noegen hebben we dan ook dit eerste nommer
begroet en het is tot verheldering van het be
wustzijn goed, dat ook de modernen telkens
uitspreken, wat zij op 'toog hebben.
Bovendien wil het blad een pleidooi zjjn voor
den godsdienst. Wij schrijven hier enkele zinnen
over, welke het ons zeer duidelijk zeggen. Dit
Maandblad wil er al dadelijk den nadruk op
leggen, dat godsdienst het ééne noodige is. Moch
ten er zijn, die meenen, dat zjj het zonder
godsdienst wel kunnen doen, dan zullen zij het
in dit blad geschreven tegénover zich vinden.
Dit blad zal mede dienen om aan te toonen,
dat het gemis van en het tekort aan godsdienstig
geloof werkelijk een tekort is en een gemis.
Een tekort, omdat de mensch, als schepsel
Gods zich naar zijnen Schepper heeft te richten,
en een gemis, omdat waarlijk de mensch, die
geschapen is als kind van God behoefte zal
gevoelen om met God in gemeenschap te leven.
Echte vroomheid zal het leven eerst vol en rijk
en sterk kunnen maken. Wij staan onder Gods
gebod en onder Gods liefde. God eischt vele
dingen van ons en God geeft vele dingen ja
alle dingen aan ons. Wee, wie de roepstem
niet volgt en de gaven niet aanvaardt. Wee
hem, den arme."
Hieruit blijkt duidelijk, dat de redacteur
warm pleiten zal voor de religie en pogen zal
om ook hen weer nader te brengen, die tegen-