lis tun wWnilHiDDigstikl.
Zeeuwsch Kerkblad
ZENDING,
FEUILLETON.
Kerk en Schoolnieuws.
Officiëele Berichten.
Vacaturebeurten in de Classis Zierikzee.
Ouderlingen-Conferentie.
Niet ongepast zal men het vinden, dat we
nu het laatste nummer van het Zeeuwsch
Kerkblad verschijnt, een enkel woord schrijven
over het verleden. Versta nu echter wel, we
bedoelen niet om hier in 't kort de geschie
denis van ons Blad te verhalen, want waartoe
zou het dienen, maar om even onze erkentelijk
heid uit te spreken voor de medewerking, welke
ons Blad zoo ruimschoots ten deel is gevallen.
Er zijn velen nog, die het gelezen hebben van
de oprichting af en anderen zijn er later bij
gekomen. Het is ons ook meermalen gebleken,
dat er een band bestond tusschen hen die
schreven en hen die lazen en we hebben nooit
stof tot klagen gehad. Wij zijn daarvoor
dankbaar.
Zooals ieder weten kan, worden de beide
Bladen, welke in ons gewest zich hoofdzakelijk
tot het kerkelijk leven bepalen, vereenigd en
we vertrouwen dat onze lezers zich daarover
zullen verheugen. Vaak werd het verlangen
daarnaar uitgesproken en dit heeft ons ook
aangespoord om er aan mede te werken. We
hebben reeds lang geloofd, dat er geen be
paalde oorzaak voor bestond om twee Bladen
te hebben en dat het doenlijk zou z\jn om in
èèn Blad te zeggen, wat tot versterking van
ons kerkelijk leven kan dienen. We hopen
dan ook, dat de Zeeuwsche Kerkbode het be
wijs zal geven, dat deze eendrachtige samen
werking den inhoud verhoogt. Laat ieder
medewerken om dit doel te bereiken.
Bij de aanstaande wisseling des jaars wen-
schen we aan alle onze lezers en lezeressen
den zegen des Heeren toe. Hij die u spaarde,
terwijl zoovelen wegvielèn, geve U genade om
te bedenken, wat tot uwen eeuwigen vrede
kan dienen.
Boüma.
Magelang, 11 November.
Amice.
Telkens als ik iets over den arbeid wil ver
tellen stuit ik op de groote moeilijkheid, dat
gij u zoo moeilijk een voorstelling kunt maken
van de toestanden hier. Daarom wil ik eens
enkele brieven schrijven over de Javaansche
desa* dorp. Eerst wanneer ge eenigszins een
voorstelling hebt van de voornaamste ver
houdingen onder de Javanen, kunt ge u ook
voorstellen met welke moeilijkheden de Zending
te worstelen heeftmaar kunt ge ook te beter
waardeeren den zegen dien God op den arbeid
schenken wil.
Ik kies voor een korte beschrijving de Ja
vaansche desa, omdat het Javaansche leven zijn
eigenaardigheden het zuiverst daar openbaart,
terwijl het leven van den Javaan in de meer
grootere plaatsen teveel vermengd is met ele
menten der Europeesche beschaving dan dat
ge daar het Javaansche leven zoudt leeren
kennen.
Ik wil beginnen met een korte beschrijving
van de voornaamste personen uit zoo'n desa,
die te samen den gemeenteraad vormen. Aan
het hoofd van zoo'n gemeenteraad staat de
loerah, dus zooiet3 als burgemeester van de
desa; ik durf echter het woord burgemeester
bijna niet te gebruiken omdat u dan een veel
te hooge voorstelling zoudt krijgen van het
hoofd der desa. Nu zijn er wel loerah's, hoofden
van groote desa's, die knap zijn en een zeer hoog
*Spreek uitdes-a
Een veehaal dooe PEKAH.
13)
HOOFDSTUK VI.
Tegenspoeden.
Toen Van der Hagen het vorige jaar met
zijn vriend Ver laar de zaken hier kwam op
nemen, had hij al dadelijk gezien, dat afbraak
nog volstrekt niet noodzakelijk was. Nu echter
bleek hem eerst, hoe hecht en sterk het gebouw
was. Eerst had hij het hoofd geschud over de
verkwisting van den eigenaar, maar dan ook
dacht hij weer, hoeveel voordeel er voor hem
aan verbonden was. Hij was dus met slooping
voortgegaan, en na een week was er van de
gansche buitenplaats niets meer te zien. De
eigenaar had een woning gehuurd in het nabij
gelegen dorp, vanwaar hij gemakkelijk zijn
eigendommen kon bereiken.
Het gereedmaken der fondamenten voor de
nieuwe villa was een heele karwei geweest, daar
het gebouw gansch andere grondslagen moest
bezitten dan de oude buitenplaats. Tot nu toe
had Willem alles mee gehad. Het weer was
zacht, zoodat het werk hem vlot van de hand
ging. Hierbij kwam, dat hij een aanzienlijk
inkomen hebben, soms van f3000's jaars, maar
meerderen kunnen zelfs niet lezen of schrijven,
en moeten trachten rond te komen met een
salaris van 3 a 400 's jaars.
Zoo'n loerah wordt door de bevolking van
de desa bij stemming aangewezenwe kennen
in de desa dus ook verkiezingsdagen en ver
kiezingstijd want in den regel zijn er bij een
loerahvacature meerdere inwoners der desa, die
naar deze positie dingen. In dit geval is het een
heele drukte in de dagen die aan de verkiezing
van een loerah voorafgaande verschillende
candidaten gaan hun desabewoners opzoeken
om met geld en goede woorden hun stem voor
zich te winnen. Ze onderzoeken nauwkeurig
den levensloop van hunne tegencandidaten, of
er niet iets kwaads van hen te zeggen valt, en
als ze niets vinden verzinnen ze maar wat om
hun tegencandidaten zwart te kunnen maken.
De tegencandidaten gebruiken natuurlijk dezelf
de middelen en trachten nog wat meer te geven
en nog wat meer te lasteren dan candidaat
No 1. De desabewoners profiteeren ervan en
doen hun best om zooveel mogelijk van de
candidaten los te krijgen. De voorbereidingen
voor de verkiezingen hebben dus wel een beetje
overeenkomst met die bij u als het gaat om een
zetel in de tweede kamer of den gemeenteraad.
Eindelijk breekt de dag der verkiezing aan
er zyn een Europeesch en Inlandsch ambtenaar
in de desa gekomen om de verkiezing te leiden,
't Makkelijkst zou zijn als ze hun stem schrifte
lijk konden uitbrengen, maar aangezien er slechts
een enkele is, die schrijven kan moet de stem
ming op een andere wijze plaats hebben. Nadat
de regeeringsambtenaar een kort woordje ge
sproken heeft en de desalieden heeft aangespoord
om zich bij de verkiezing te laten leiden door
de vraag welke candidaat het geschikst is om
loerah te zijn, worden de stemgerechtigden uit-
genoodigd te gaan staan achter den man van
hun keuze.
De candidaten staan op eenigen afstand van
elkaar in spanning wachtend op den loop der
verkiezing die verkiezing is echter niet spoedig
afgeloopenwant telkens loopt er een uit het
groepje dat achter candidaat A. staat naar
candidaat B. en omgekeerdeen stemmer op
candidaat B. ziet echter dat candidaat C. erg
leelijk naar hem kijkt, alsof hij zeggen wil
„ik heb jou zooveel geld gegeven en nu stem
je nog op B.wacht, ik zal je wel krijgen"uit
vrees loopt hij nu maar gauw naar C. Als dit
een poosje geduurd heeft gebiedt de ambtenaar
om achter hun candidaten vandaan te komen
omdat er blijkbaar niet zuiver gestemd wordt,
en gebiedt hen de stemming te herhalen. Zoo
gaat het soms enkele malen achtereen, ja, gaat
er vaak een volle dag mee heen, eer de loerah
gekozen is.
De niet gekozenen zijn nu ontstemd en trach
ten de verkiezing ongeldig te laten verklarenze
gaan daartoe den gekozene aanklagen van
omkooperij enz. en de rechters op Java weten
u vele staaltjes te verhalen over aanklachten,
die met zoo'n desaverkiezing in verband staan.
Die aanklachten worden echter op de rechte
waarde geschat en afgewezen.
De loerah nu is de man door wien de Re-
geering haar wenschen aan de desabewoners
kenbaar maaktdie zorgt, dat de belastingen
geïnd wordenhij voert het bekeer over de
geldmiddelen en de bezittingen der desa. Telkens
komt de desabewoner zijn hulp inro.epen bij
echtscheiding, bij boedelscheidingen kan de
desabewoner niets doen zonder den loerah zelfs
als hij 't een of ander wil verkoopen moet hij
getal knechts aan 'twerk had. Van der Hagen
kon zich dus in een blij vooruitzicht verheugen,
't Zou echter anders worden.
In onze streken is het weer zelden vast. Telkens
wisselt de zonneschijn af met een regendag
en de veranderlijkheid van het weder is hier
zelfs spreekwoordelijk geworden. Dit ondervond
Willem spoedig. Nadat de fondamenten onge
veer voor de helft klaar waren, kwamen
de beruchte Maartsche buien los. Storm en
sneeuwjacht maakten den voortgang van het
werk onmogelijk. Hij en de knechts waren
genoodzaakt, den tijd in ledigheid door te
brengen. Voor driftige voortvarende personen
zooals Willem was, is dit alles behalve aange
naam, 'twas dan ook te begrijpen, dat hij er
voor degenen, die met hem moesten omgaan,
niet vriendelijker door werd. Daarenboven, de
villa moest in betrekkelijk korten tijd klaar zijn
en Willem had berekend, dat dit alleen kon,
wanneer het hem met het weer niet tegenliep.
Op zekeren morgen was Van der Hagen
begonnen met een der kelders te metselen. Een
opperman moest daarbij steenen en kalk aan
dragen. Toen deze weer met een dracht steenen
aankwan, en ze op den rand van den kelder
wilde neerleggen, viel daarbij een der steenen
naar beneden en trof ongelukkigerwijze den
voet van Van der Hagen. Door deze minder
achte aanraking werd Willem, die toch al
eerst een bewijs hebben dat de te verkoopen
goederen zijn eigendom zijnschier bij elke
handeling van den desaman komt de loerah
er b\j te pas.
Ge kunt daarom wel begrijpen, dat de invloed
van den loerah groot is en dat de desabewoner
zich wel 2 maal zal bedenken voordat hij iets
doet dat tegen diens wil ingaat. Ge zult nu
ook begrijpen, dat het geen grootspraak van
den loerah eener desa bij Magelang was toen
hij mij voorsteldeleen me twee honderd
gulden en ik zal zorgen dat een groot aantal
menschen de bijeenkomst in de desa zal bezoeken.
Wanneer een loerah er tegen is, dat er koem-
poellan (bijeenkomst) wordt gehouden in zijn
desa, dan is de strijd om door te zetten zwaar
iedereen zal weigeren, dat er in zijn huis koem-
poellan wordt gehouden, want indien hij het
deed, zou hij iederen dag de moeilijkheid ervan
ondervindenhij zou wellicht te hoog aange
slagen worden in de belasting, telkens belem
merd worden in zijn arbeid op zjjn velden,
opgeroepen worden om allerlei werkzaamheden
te verrichten om niets, en bij huwelijk en
boedelscheiding allerlei bezwaren zich in den
weg zien gesteld.
Wanneer men daarom in een desa eenigen
ingang heeft, is het geraden om den loerah
eens op te zoeken en te trachten hem tot
vriend te maken. Sommigen zjjn bang als ge
ze opzoekt, anderen achten er zich door geëerd,
maar in beide gevallen komt het aan het werk
der Zending ten goede. Hun vrees houdt hen
vaak van tegenwerken terug, hun vriendschap
geeft een niet genoeg te waardeeren steun.
Met hartelijke groeten uw Broeder in Chr.
A. Meekelijn.
TWEETAL
te Oosterend ds. W. S. de Haas te Tzummarum
cand. A. M. Boejjinga te Arnemuiden.
te Winsum-Obergumds. Joh. Visser te Drie
bergen
ds. D. Steenhuis te Ysselmonde.
BEROEPEN
te Voorthuizendr. J. G. Geelkerken te Epe
te Rottevalle en te Appelschads. J. Waterink
te Schoonoord
te 's Gravenmoer ds. M. v. Alphen te Voorst
te Garrelsweerds. J. Bos te Spijk
te Engwierum ds. U. Ubbens te Enumatil
te Werkendam B en te Oosterendcand. A.
M. Boeijinga te Arnemuiden
te Nieuw-Leuzends. J. E. Westerhuis te
Gramsbergen.
AANGENOMEN
naar Schipluiden cand. W. Faber te Groningen;
naar Oudewater ds. J. C. Voigt te Ouderkerk
a.d. IJsel.
BEDANKT
voor O. Loosdrecht: ds. L. v. Wijk te Krom
menie
voor Pietersburen, Duurswoude, Medemblik en
Molenaarsgraafcand. W. Faber te Groningen
voor Klundertds. L. J. E. Kreijt te Huizum
voor Donkerbroekds. A. Terpstra te Terwispel
voor Heterends. W. Mulder te Ede
voor Zuidwoldeds. W. Bouwman te Hallem
voor Augustinusgads. W. F. S. v. Lingen
te Gerkesklooster.
Hoek17 Dec. '13. Op verzoek van twee
genabuurde kerken zal de vergadering van
de Classis Axel niet op 8, maar op Donderdag
22 Januari worden gehouden.
Namens de roepende kerk,
Ds. H. v. d. Wal, Praeses.
S. Geiede, Scriba.
WISSEKERKE.
4 Januari ds. A. Taal.
18 ds. R. Brouwer.
1 Februari ds. C. Staal.
15 ds. P. J. Baajj.
1 Maart ds. A. D. C. Kok.
22 ds. B. Mejjer.
GEERSDIJK.
11 Januari ds. J. Sybesma.
15 Februari ds. F. Staal.
15 Maart ds. Z. Hoek.
uit zijn humeur was, woedend. Een stortvloed
van scheldwoorden kwam hem over de lippen,
en allerlei leelijke benamingen werden den
knecht naar 't hoofd geworpen. Deze verklaarde,
dat het een ongeluk was, en betuigde zijn leed
wezen hierover, doch deze tegenspraak, hoe goed
ook bedoeld, maakte den baas nog boozer.
Wat," riep hij stampvoetend van kwaadheid
uit, „een ongeluk? Had dan je oogen beter
opengedaan. Wil jij me de les lezen Maak,
dat je uit mijn oogen komt. Straks kun je met
mij afrekenen, versta je? Je hebt gedaan, be
grepen? Zulke uilskuikens kan ik niet gebruiken.
Pak je weg."
De knechts, die van dezen twist getuigen
waren, wisten eerst niet wat ze er van denken
moesten. Dat Van der Hagen kort aangebonden
was, hadden ze al reeds meermalen ondervonden,
doch dat hjj om zulk een klein ongeluk een
zijner knechts ontslag zou geven, konden ze
zich niet vooorstellen. Ze schreven dus zjjne
woorden toe aan een uitbarsting van drift, en
dachten, dat de bui straks wel weer zou af
drijven. Doch hierin vergisten ze zich. Na een
oogenblik begaf Van der Hagen zich naar den
opperman, stelde hem zijn loon ter hand, en
met de woorden„Ziezoo, ga nu maar waar je
werk kunt vinden," liet hij hem gaan.
Dit was echter niet naar den zin zijner kame
raden. Allen hielden van den ontslagene, daar
Middelburg 17 Dec. 1913. Op Vrijdag 12 dezer
mocht de Vrouwenvereeniging „Phöbe" het
genoegen smaken hare 20e jaarvergadering te
houden. Volgens de traditie was onze diakonie
uitgenoodigd op deze vergadering tegenwoordig
te zijn en ook nu weer de vruchten van den
arbeid in te oogsten door deze vereeniging in
het afgeloopen jaar verricht.
Nadat met een enkel woord de vereeniging
geluk gewenscht was met het voorrecht van
haar 20-jarig bestaan, en kortelijk gewezen
was en in herinnering gebracht den zegen,
die door haar werken in het midden der ge
meente is verspreid gedurende dit tijdvak,
werden de aanwezige goederen aan B.B. dia
kenen overgedragen.
Als altjjd bleek ook thans weer met hoe
grooten ijver deze zusters hebben gearbeid
een bijna 90-tal goederen toch waren gereed
gekomenhoevelen zullen daarmee worden
verbljjd.
Wij brengen dan ook hier openlijk onzen
harteljjken dank aan gemelde Vereeniging en
hopen dat de Heere haar verder moge zegenen
en in staat stellen op den ingeslagen weg voort
te gaan. Verder ook onze dank aan allen,
die haar steunen, terwijl we ze in aller gunst
voorts aanbevelen.
Namens diaconie Middelburg B,
P. B. Tazelaae.
Middelburg18 Dec. 13De Jongedochters-
vereeniging, onder de zinspreuk: „Doet wel
aan allen, maar meest aan de huisgenooten des
geloofs", hield 10 Dec. haar jaarlyksche uit-
deeling.
Zij deelde uit 160 stuks kleedingstukken aan
76 huisgezinnen. Met dank aan den Heere ook
aan hare begunstigsters die haar in staat stelde
aan alle aanvragen te voldoen. Mocht Hij, die
de kenner der harten is, opnieuw de harten
neigen opdat we wederom in staat gesteld
worden met lust en opgewektheid onze taak
te hervatten.
Namens het bestuur,
M. E. Veeke, Secretaresse.
Donderdag 4 December j.l. was het dat broe
ders ouderlingen saamkwamen in de consistorie
kamer van de Gasthuiskerk te Middelburg, om
naar aanleiding van de oproeping in de kerke
lijke pers door den heer K. Ie Cointre over de
al of niet wensehelijkheid te spreken van het
houden eener ouderlingen-conferentie.
Heel groot was de belangstelling niet, 16
broeders waren tegenwoordig, en wel uit Mid
delburg, Vlissingen, Goes, Kapelle-Biezelinge,
Arnemuiden, Grypskerke, Oostburg en Souburg,
terwijl nog drie bewjjzen van sympathie waren
ingekomen.
De heer Le Cointre opende deze vergadering
met gebed waarna hij opmerkte, dat het wel
niet bevreemden zou wanneer hij de leiding
hiervan op zich nam en sprak een welkomst
hij steeds vriendelijk en voorkomend was. Te
meer grievend was het ontslag, daar de werkman
gehuwd was, en een tamelijk groot gezin te
onderhouden had. 'tls dus niet onbegrijpelijk,
dat de knechts voor hem opkwamen. Een der
oudsten trad op Van der Hagen toe, en vroeg
hem„Mijnheeris 't u ernst onzen kameraad
weg te zenden
„Ja, wat anders?" zei Van der Hagen kortaf.
„Dat vind ik niet mooi van u, mijnheer. Dat
die steen viel, was een ongeluk, 't Was geheel
buiten zijn schuld, dat ge u bezeerd hebt.
Daarbij heeft hy een talrijk gezin, dat nu zijne
verdiensten moet missen. Indien er nog eenig
gevoel in u is, moet ge op uw besluit terug
komen, mijnheer."
„Nu nog fraaier," hernam Willem. „Sedert
wanneer heb ik jou tot mjjn raadsman be
noemd. Dit zijn zaken buiten jou. Zorg jij maar,
dat de keldermuren goed opgetrokken worden".
Met deze woorden wilde Van der Hagen zich
verwijderen, doch de knecht hield hem terug.
„Mjjnheer!" zei hij, „'tis waar dat uaanmf
geen rekenschap verschuldigd zjjt, maar die
verantwoording zijjt ge toch wel aan den Heere
schuldig. Die heeft u dezen stand in de maat
schappij gegeven, doch niet, om met uw onder
geschikten naar welgevallen om te springen.
Rechtvaardigheid wordt van u geëischt. Ik
wil u gaarne als mijn meerdere erkennen, en