Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Onder Redaelie van: Ds.L. BOÜMi, Ds. R. J. Til DER TEEM en Ds. J. D. WIELEMGL lie Jaargang. Vrijdag 14 November 1913. No. 22. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. 1B0HNEMEMTSPRUS Drnkker-Oitoever A. D. LITTOOIJ Az. MIDDELBUKG. PRIJS DER 1DÏERTEHTIEN (Slot.) Deze eenheid rust in Christus, onzen ge- zegenden Verlosser, den Koning Zijner Kerk buiten Christus is die eenheid niet te den ken anders zou het een eenheid zijn als die tusschen menschen bestaat, die samen een vereeniging tot een of ander doel oprich ten. Deze eenheid heeft haar wortel, haar vastigheid en doel in God, gelijk Hij zich in Jezus Christus, Zijn Zoon heeft geopenbaard. De Evangelische Alliantie heeft dan ook alleen beteekenis, omdat deze eenheid er is; omdat er in Christus een band is ge legd tusschen alle vromen. Deze eenheid groeit, kan tenminste groeien. Er is een opwassen in de genade, en dus ook in de gemeenschap der heiligen in den zin van de verklaring van onzenCatechismus: »dat alle geloovigen en een iegenlijk van hen, als lidmaten van den Heere Christus aan al zijn schatten en gaven gemeenschap hebben." Dat de Heere de Gever en On derhouder van dit geestelijk leven is, be hoeft te nauwernood gezegd te worden. Het is Zijn werk en het blijft Zijn werk het is het groote wonderwerk van Zijn genade, dat Hij in uw hart het geestelijk leven heeft gelegddat Hij in u werkt beide het willen en het werken naar Zijn wel behagen, en dat Hij door Zijn Geest u vernieuwt naar het evenbeeld van Christus, in kennis van God, gerechtigheid en heilig heid. Dit is het goede werk, dat God in u begonnen heeft, en ook voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christuswant 3>Hij is zoo getrouw als sterk Hij zal Zijn werk aan ons voleinden." Voleindenwat dus zeggen wil dat het groeiten zoo groeit ook de eenheid welke er is tusschen de geloovigen, in Christus geworteld en gegrond. Juist omdat er groei is, kan er ook achteruitgang zijn, zij het ook tijdelijk; wij kunnen ook den groei belemmeren, maatregelen nemen waardoor de wasdom van de geestelijke saamhoorig- heid wordt tegengehouden. Door uw houding en gedrag, door uw optreden in kerkelijk of maatschappelijk leven, kunt gij verwijdering brengen, en de geestelijke eenheid verstoren en onderbreken. Wee uwer zoo gij het doet, want Gods volk is Gods oogappel. Er staat echter tegenover, dat gij die eenheid ook kunt bevorderen, en dan breekt die eenheid naar buiten, dan wordt ze in zeker opzicht zichtbaar en uitwendig. Het is waar, dat wij het eenheidsleven der kin deren Gods niet kunnen doen groeiendat is Gods werk; maar wel kunnen wij tot dien groei iets bijdragen; daarom spreekt Mozes in Ps. 90 van Gods werk en het werk der geloovigen parallel; wij kunnen aan Gods werk ons werk laten parenen dat geschiedt vooral, als wij het laten zien in ons leven dat wij één zijn in Christus. Laten wij echter dadelijk een veel voor komend misverstand afsnijden. Sommigen meenen, dat wat inwendig in Christus is, nu ook uitwendig in dezelfde mate zich moet openbaren. En dit is onmogelijk. Er is eenheid doch deze is geestelijk »zij is met Christus verborgen in God". En ook zal die eenheid eenmaal aan het licht treden voor aller oog, gelijk Paulus verklaart in onze tekst»dat wij allen zullen komen tot de eenigheid des geloofs en de kennis van den Zoon Gods". Doch op aarde wordt zij niet gevonden. Tot die eenheid zullen wij kunnen ge raken, of gelijk 't woord eigenlijk beteekent: met blijdschap ontmoeten. Die eenheid ligt in den hemel, en wij zijn op de aarde en wij gaan elkander wederkeerig te gemoet. Wij hebben wel allen één geloof, doch de eenheid des geloofs is zoek, inzooverre er verschil is tusschen mannen en kinderkens in de gemeente en veel verschil in opvat ting en verklaring. Wij weten ons één met de broederen, en toch hebben wij noodig die eenheid te versterken. Het ideaal ligt nog altijd voor onstotdat wij allen, alle geloovigen op de geheele aarde, dankbaar en blijde de eenheid zullen ont moeten daarboven, dan niet meer door allerlei invloeden en voorstellingen beneveld en belemmerd, maar allen samenstemmend in den lof en de aanbidding van Hem, die nooit volprezen is. Voor de toekomst is het weggelegd deze eenheid, die er innerlijk in Christus be staat, ook tot volkomen zichtbare uiting te brengen, wat zijn zal bij de wederkomst van Christus. Het eenige wat wij nu kun nen bereiken is coalitie, of vindt gij dat dit woord een bijsmaak heeft gekregen noem het dan alliantie. Alliantie wil toch zeggen een verbindtenis, die men heeft aangegaan, een verbond, dat men heeft gesloten. Er ligt in dezen naam opgesloten, dat de geloovigen in partijen of groepen uiteenval len of verdeelt zijn. En dat is ook zoo. Wij belijden de pluriformiteit der Kerk, en die handhaven wij ook. Wij doen niet mee aan het streven, om die pluriformiteit weg te doezelen en te doen alsof er geen ver schil is. In dezen belijden wij den Heiligen Geest als den doctor eclesiae, onder wiens leiding het is geweest, dat onze vaderen met de uniformiteit van Rome's kerk hebben gebroken, terwijl in plaats van die eenheid des doods de veelheid des levens ontsprong in de Protestantsche Kerken. Rome heeft uitwendige eenheid gezocht en zij heeft ze verkregen, doch alleen doordat ze de eenheid vastlegde en belichaamde in een mensch, den paus; en dit is natuurlijk; zulk een eenheid kan niet verkregen wor den als zij niet gedragen wordt door een persoon. Doch het is onze vaste overtuiging, dat het in deze bedeeling niet verder komen zal en niet verder komen kan en ook niet verder komen mag dan coalitie of alliantie. Dit is ook het groote beginsel der Hervor ming uit de 16e eeuw, dat men geen ge dwongen eenheid zocht, doch liever zich splitste in onderscheiden Kerkengroepen, allen echter uitziende naar het oogenblik, dat wij zullen komen tot de eenigheid des geloofs en de kennis van den Zoon Gods. Dit reformatisch gevoelen is echter een zijdig gedreven. Uit reactie tegen de een vormigheid van Rome, zijn er christenen, die alle vormen verwerpen. Het doet er niet toe, zoo zeggen zij, of gij Hervormd of Gereformeerd, Luthersch of Doopsgezind heet. Er is toch maar één Heiland en één Vaderhuis waar Hij allen plaats bereidt Als men maar Christen is, daar komt het op aan. En door dit idealisme waant men alle verschillen als met breed handgebaar te hebben op zij gezet, meenend door zulk een vormeloosheid de eenheid ,te zullen bevorderen onder allen, wier hart klopt voor den Heere. Men zoekt eenheid door slechts datgene op dén voorgrond te plaatsen, wat allen gemeen isen in het verlangen om er velen te winnen, komt men ertoe den inhoud van dat ééne steeds kleiner en minder te maken. Zoo is het wachtwoord geborenin necessariis unitas, in dubiis libertas, in omnibus charitas (in het nood zakelijke eenheid, in het onzekere vrij heid, in alles liefde). Het is een streven dat ten slotte het hoogtepunt bereikt, als men poogt de muren der bestaande kerken te doen wegvallen, en in een Christendom boven geloofsverdeeldheid kracht te zoeken. (Zie KuyperPredicatiën bl. 431). Dat dit streven mislukken moetwillen wij nu niet betoogen. In elk geval doen wij er niet aan meewij hebben de alliantie, die, in haar naam en werk, zich tegen de eenvormigheid van Rome keert, en ook de vormeloosheid van zulke idealisten ver oordeelt. De alliantie leeft uit den wortel der eenheid in Christus, en ziet uit naar de eenheid, die straks zichtbaar uit Christus zal uittreden maar in deze bedeeling hand haaft zij, tredend in het voetspoor van den Heiligen Geest, de pluriformiteit der Kerk en laat aan de coaliseerende Kerken de vrijheid, zich te ontwikkelen in eigen vorm naar eigen aard. Als geallieerden hebben wij in onze artikelen het credo unam" geschreven, wat zeggen wilde eenheid is er, want wij hebben één Heer, en zal er zijn in den dag van Jezus Christus. Het zal één Herder en één kudde worden, maar eerst als uit Israel en uit dien anderen schaapstal het laatste ooilam zal zijn toe gebracht. Dit is de kracht der Alliantie, dat zij God God laat blijven en Zijn werk Hem overlaatmaar nu getrouw doet, wat haar tot taak is aangewezenin coalitie saam te brengen wat bijeen behoort, en in bond met elkander te strijden. Te strijden, jaen daarop vestig ik ten slotte uw aandacht. Als de eenheid van Sion ook zichtbaar zal openbaar zijn, heerscht de Kerk van Jezusmaar nu strijdt zij. En dank zij de pluriformiteit ontwik kelt de kerk te sterker haar kracht. In een leger moeten niet alleen voetknechten zijn, doch ook ruiters en kanonniers. Een vormigheid zou voor het leger rondweg den ondergang beteekenen. Doch wee, indien al deze verschillende afdeelingen niet saam werken als één leger. Wij jammeren dus volstrekt niet uit over de veelvoudig heid van 's Heeren lichaam het moet zoo zijn; God heeft het gewild. Iedere kerk moet zich ontwikkelen naar den vorm, welken zij meent van God te hebben ver kregen. Aldus handelend, en staande in het geloof, dat wij unum corpus sumus in Christo gaan wij in alliantie, om samen in bond te strijden tegen den gemeenschap- pelijken vijand, welke niet alleen, en zelfs niet in de eerste plaats Rome is, doch de wereld, die als macht van satan zich vooral in onze dagen verzet tegen al wat Christus dient. En tevens zien wij allen met heim wee uit naar de toekomst, als op den strijd de zegenpraal is gegeven, de veelvormig heid in haar tegenwoordige gestalte niet meer noodig zal zijn, en wij allen zijn ge komen tot de eenigheid des geloofs en de kennis van den Zoon Gods. Zoo alleen meenen wij, dat wij getrouw blijven aan de gemeenschappelijke belij denis van een Drieëenig God Vader, Zoon en Heiligen Geest. Het leven dat door den Heiligen Geest in onze Protestantsche ker ken is gewekt, zal allereerst, geheel naar den eisch des Geestes, in de vrije ontwik keling van het persoonlijk en kerkelijk leven zich onbelemmerd, zonder een ander iets te vragen of te verwijten, een eigen vorm kunnen kiezen. In de tweede plaats zullen wij in alliantie saamwerkend inwerken op alle levensterreinen die de Vader in de schepping ons aanwijst, om de wereld te winnen voor onzen Koning. Eindelijk, hoe wel op aarde uiterlijke eenheid missend, belijden wij die nu reeds in den Zoon te bezitten, en blijven van die eenheid spreken en profiteeren, tot eens de laatste der uit verkorenen zal zijn toegebracht en de bruid in het witte gewaad, zonder vlek en zonder rimpel, den Christus Gods het Halleluja toezingen zal tot in eeuwigheid. J. D. Wielenga. Dat wij één lichaam in Christus zijn (het devies der Evangelische Alliantie). KERK, BELIJDENIS, ZENDING. Misleiding. per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 3 cent. van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. Totdat zij allen zullen komen tot de eenigheid des geloofs, en de kennis van den Zoon Gods. Efeze 4 13a. IV. Er is nog een kwaad op de erve der Gere formeerde kerken, dat de kracht verzwakt en den groei belemmert. Wy willen dit ook ver melden als een verschijnsel zonder er een oor deel over te vellen, en we noemen het gebrek aan waardeering. Wie zijn oor te luisteren legt, hoort uitingen van ontevredenheid over predikanten, ouderlingen, diakenen en leden. Moeielijk zou het niet zijn om meer in bizon- derheden te treden, doch we zullen het thans niet doen, omdat we van oordeel zijn, dat we voor ditmaal enkel er op wijzen moeten. Wij zeggen het ook niet om te beweren, dat het onder ons volmaakt is, wy weten het wel beter en we verwachten zelfs niet, dat het ooit goed zal worden. Maar het komt ons toch voor, dat we nog altijd in groote voorrechten deelen en dat er nog veel arbeid der liefde verricht wordt. Dit doet mij wel eens denken aan het bekende woord van den Apostel, waardoor hy verzekert dat God niet onrechtvaardig is en dat Hij dientengevolge niet vergeten zal den arbeid der liefde en nu zou Ik meenen, dat we, wanneer we onvolkomenheden en gebreken zien, we beginnen moesten met het oog wijd te openen voor de toewijding, welke er onder ons gevonden wordtwant zij is er en zy toont zich nog eiken dag. Wanneer we zoo handelen, dan is het niet noodig om het verkeerde dat er bestaat, te verbergen, wy kunnen en moeten elkander opscherpen in de liefde en in de goede

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 1