lis BginnrHBilMnpkl.
FEUILLETON.
Ouderlingen Confereutie.
Een roepstem tot bekeering.
Algemeene Nederlandsche Zendings-confe-
rentie.
Kerk en Schoolnieuws.
Ofiiciëele .Berichten*
kunnen oordeelen over de prediking, wat is
dit reeds moeielyk. Onze vaderen stonden er
dan ook op, dat het mannen moesten zijn, die
zich voortdurend oefenden in de verborgenheden
des geloofs, want zy begrepen, dat dit alleen
de weg kon zijn, langs welken zy toegerust
konden worden voor hun teeder en heerlijk
werk. Hieruit volgt, dat zy bekend moesten
staan als godvruchtig, want de natuurlijke
mensch verstaat niet de dingen, welke van den
geest Gods zyn, omdat zy geestelijk onder
scheiden moeten worden. Zy dienen lust te
hebben om te onderzoeken de groote werken
des Heeren en om mede te werken aan den
opbouw van Sions muren. Ook is het noodig,
dat zy hun tyd kennen en de eigenaardige plaats,
welke aan de Kerk gegeven is in het midden
van de maatschappij.
Het is dus wel goed, dat het oog eens ge
vestigd wordt op het ambt van opziener en de
gaven, welke noodig zyn om het met eere te
bekleeden, te meer omdat er vele vijanden zyn,
welke aan de Kerk haar plaats en haar invloed
betwisten. Het komt me dan ook voor, dat er
geen enkele reden voor bestaat om ontstemd te
zyn, indien er eens een woord valt, dat hoewel
goed bedoeld soms een verkeerde uitwerking
heeft, want we zullen dit moeten dragen, zoo
lang we maar ten deele kennen. Laat ieder
y veren naar de beste gave en het niet vergeten
dat de liefde steeds de hoogste zal blyven.
Dat sommigen zich verwonderen over deze
beweging, ligt voor de hand, want zy zeggen
Velen onzer tegenwoordige ouderlingen hebben
het onderwijs op deugdelijke christelijke scholen
genoten, zy hebben gecatechiseerd by predikan
ten, die beter ouderlegd waren dan in vroegere
tijden en dies zou men mogen verwachten, dat
het gehalte onzer ouderlingen steeds beter zou
worden. Doch daar staat iets tegenover, wat
men niet voorbijzien mag. Tegenwoordig vragen
het gezinsleven, de maatschappij, de politiek en
de school dringend om belangstelling en nu
ligt het voor de hand, dat mannen met aanleg
en ijver zich inlaten met velerlei arbeid ten
gevolge waarvan het niet zoo gemakkelijk is
tyfl te vinden voor rustig onderzoek en kalm
nadenken. Wie nu weet, dat een mensch maar
voor één ding vatbaar is, verbaast er zich niet
over, dat het vele nadeelig werkt om voor eiken
arbeid bekwaam te zyn. En als het nu blijkt,
dat het gehalte onzer ouderlingen vermindert
door het al te bedrijvige leven onzer dagen,
wordt het dan geen tijd, dat hier eens ernstig
de aandacht op gevestigd wordt? De Kerk
heeft mannen noodig, wier lust het is om gaven
en krachten te wijden aan de uitbreiding van
het koninkryk der hemelen en wy gelooven,
dat we ook in dit opzicht de middelen niet
verwaarloozen mogen.
Bovenal is er behoefte, dringende behoefte
aan een krachtige doorwerking van 's Heeren
Geest in de harten van leden en ambtsdragers
en daarom laat het gebed niet inslapen.
Het is wenschelyk, dat de broeder, die eerst
deze zaak* ter sprake gebracht heeft, zyn naam
bekend make, opdat hy beoordeele (misschien
in overleg met anderen) of er genoegzame deel
neming voor een dergelijke Conferentie is. Ik
kan nog mededeelen, dat er vóór en na onder
scheidene ouderlingen hun verlangen te kennen
hebben gegeven naar een zoodanige samenkomst.
Berichten daarvan zijn by my ingekomen uit
Z. Beveland, het land van Caazand en 't laatst
Een verhaal door PEKAH.
9) HOOFDSTUK IV.
Plotseling klonk een doordringende kreet, en
op hetzelfde oogenblik viel Willem van die
hoogte op den steiger. Hy was met het hoofd
tegen een der palen gevallen, en lag nu be
wusteloos. Eene gapende wonde vertoonde zich
aan zyn voorhoofd. Verschrikt spoedde zich
de knecht naar den gewonde en binnen weinig
tyds werd hy naar beneden gedragen, en in een
nabijgelegen woning te bed gebracht. Zoo
goed mogelijk werd de wond uitgewasschen en
verbonden, en in allerijl een geneesheer ont
boden. Deze zag den toestand ernstig in, want
behalve de hoofdwond had Willem nog ernstige
inwendige kneuzingen opgeloopen. Willem bleef
buiten kennis. Alleen onsamenhangende woor
den kwamen hem over de lippen.
De dokter had volstrekte rust voorgeschreven
en gezegd, dat de toestand zeer bedenkelijk was.
Oom had dadelijk naar Den Haag geschreven,
en verzocht, of Grietje wilde overkomen. Hoe
dit schrijven het meisje verschrikte, laat zich
van de broeders uit Grypskerke, aan wier ver
zoek ik tevens in den eersten zin voldaan heb.
Wie de behoefte gevoelt, beginne met alle
belangstellenden samen te roepen.
Bouma.
ZBNBING.
Zooals men weet, zal de Zendings-Conferentie
te Amsterdam, die andere jaren in October
samenkomt, dit jaar gehouden worden van
2426 November, ten einde haar te doen aan
sluiten aan de vergadering van het voortzet-
tings-comité der Edinburgsche Wereld-confe
rentie. Niet vo.orzien was, dat de laatste dag
nu samenvalt met den reglementairen vergader
dag der Classicale Besturen in de Ned. Herv.
Kerk. Men vermeent echter, dat door enkele
Classicale Besturen overwogen wordt deze ver
gadering een week te verzetten, opdat de leden
niet verhinderd worden aan de Zendings-
Conferentie deel te nemen.
Eveneens is bekend dat Maandagavond en
Dinsdags, des voor- en namiddags, de buiten-
landsche gasten aan het woord zyn. Op de
vraag of ook vertaald zal worden, moet geant
woord worden dat dit niet het geval zal zyn.
De tyd daartoe ontbreekt ten eenenmale.
DRIETAL
te Yeenendaal: ds. J. H. Donner te Breda;
ds. J. Breukelaar te Utrecht
ds. J. G. Meijnen te Baarn.
TWEETAL
te Loenen-Yreelandds. Y. K. Kuivenhoven te
Oosterbierum
cand. B. A. Knoppers te
Rotterdam.
BEROEPEN
te Nunspeetds. J. Tholen te Hasselt
te Geesterends. J. Oosterveen te Paesens
te Hoogvlietds F. J. v. d. Ende te Westkapelle;
te Herwynencand. B. A. Knoppers te Rot
terdam.
AANGENOMEN
naar Goënga: ds. W. L. Korfker te Jutryp
naar Bozum ds. F. H. Boersma te Geldermalsen.
BEDANKT
voor Krabbendykeds. A. J. den Boer te Gryps-
kerk (Gr.)
voor Yianends C. J. de Kruyter te Oostkapelle
voor O. Loosdifechtds. G. M. van Rennes te
Dussen
voor Kampends. R. W. Huizing te IJmuiden
voor Augustinusgads. G. D. Scheepsma te
Roodeschool
voor Hazerswoudeds. R. v. d. Kamp te Slie-
drecht
voor Gees ds. G. J. Wissink te Opeinde-Nyega;
voor Gaastmeerds. H. Popma te Tzum.
AGENDA voor de te houdene vergadering
der Classis Middelburg op Woensdag
12 November in de Gasthuiskerk.
Praeses ds. C. J. de Kruyter.
Assessor
Ie Scribads. K. Veen.
2e Scriba: ds. J. B. Netelenbos.
1. Opening door de roepende Kerk.
2. Onderzoek der credentiebrieven.
3. Constitueering der vergadering.
denken. Oom Jan kreeg een paar dagen verlof
en ging met haar naar den zieke. Diens toe
stand bleef vry wel gely'k. Even was hy by
kennis geweest, maar dadelijk weer was hy in
den staat der verdooving teruggezakt. Niemand
zou in dien bleeken knaap met ingezonken
oogen den Hinken timmerknecht van vóór drie
dagen herkend hebben. Hoe droevig was het,
den lijder te zien. By de minste beweging liet
hy een pjjnlyk gekerm hooren.
Grietje schreide bittere tranen, toen zy zóó
haar broer weerzag. In den laatsten tyd was
zy wel eens boos geweest op Willem, omdat
hij haar in 't geheel niet schreef. Maar nu had
die boosheid plaats gemaakt voor smart. Hoe
angstig luisterde zy naar de woorden van den
dokter. Een week ging voorby. Langzaam
teerde Willems bewustzijn terug. Maar nu ook
gevoelde hy de hevigste pijnen in borst en rug.
Zyn lichaam was door die pynen verzwakt, en
nog steeds was zyn leven in groot gevaar. Oom
Jan was weer vertrokken. Grietje zou nog blyven
by de menschen, waar Willem verpleegd werd.
Toen oom vertrok, had hy tot Grietje gezegd
„De Heere alleen kan hier redding geven. Bid
daarom gedurig tot Hem, mijn kind, om het
lehoud van uw broer."
Grietje deed naar alles wat oom Jan gezegd
had. Met kinderlijken eenvoud bad zy om Wil
lems herstel. En de Heere hoorde haar gebed.
4. Lezing der Notulen.
5. Omvraag naar Art. 41 D. K. O.
6. Ingekomen stukken.
7. Verkiezing van Deputaten.
8 Rapporten.
9. Inning van de classicale quota der Zen-
dingsbjj dragen 4e kwartaal 1913.
10. Aanwijzing der oproepende Kerk.
11. Omvraag.
12. Censure naar Art. 43 D. K. O.
13. Lezing der Korte Notulen.
14. Sluiting der vergadering.
De Actuarius der Classis
C. J. de Kruijter.
AGENDUM voor de Classis Tholen op 19
Nov. 1913 te Bergen-op-Zoom, te 11 uur.
1. Opening door den praeses der roepende
Kerk.
2. Nazien en rapport credentialen.
3. Vaststelling van 't Moderamen.
4. Lezing der Notulen.
5. Behandeling der ingekomen stukken.
6. Idem der instructiën.
7. Rapporten.
8. Vragen en voorstellen.
9. Afdoening van finantiën.
10. Rondvraag naar art. 41 K. O.
11. Aanwijzing roepende kerk etc.
12. Sluiting.
Namens de roepende Kerk van B.-op-Zoom,
A. H. van der Kooi, Praeses.
G. J. Augustijn, Scriba.
Bergen-op-Zoom, 4 Nov. 1913.
Oostkapelle. Zondag j.l. na afloop der gods
dienstoefening maakte onze geachte leeraar ds.
C. J. de Kruyter, die eene roeping had ont
vangen van de Gereformeerde Kerk te Vianen,
aan de gemeente tot hare blijdschap bekend,
dat hy voor die roeping had bedankt.
Deze blijdschap vond hare vertolking in het
aanheffen door de gemeente van Ps. 66 10.
Stelle de Heere hem verder onder ons tot
ryken zegen. Namens den Kerkeraad,
J. de Voogd WzScriba
CLASSIS ZIERIKZEE.
De Classis Zierikzee zal D. V. vergaderen op
Woensdag 10 Dec., gewone tyd en plaats.
Stukken voor 't agendum s.v.p. in te zenden
vóór of op 26 Nov. aan den tweeden onderge-
teekende. Namens de roepende Kerk,
J. Sybesma, Praeses.
D. Mulder, Scriba.
Zierikzee, 6 Nov. 1913.
Baarland1 Nov. 1913. Het was Woensdag
29 October een heugelijke stonde voor de Ger.
Jongedochters-vereeniging alhier. Onder be
langstelling van verscheidene begunstigsters en
enkele begunstigers mocht zy haar jaarfeest
vieren. Hoewel nog slechts 2 jaar bestaande,
toonde de Ver. op dezen avond, dat zy veel
vermag. De verslagen van secretaresse enpen-
ningmeesteresse gewaagden van bloei en voor
uitgang en hielden een danktoon in aan den
Gever alles goedsook een aansporing om op
het ingeslagen pad voort te gaan. Het aantal
gemaakte kleedingstukken was, den tyd in aan
merking genomen, zeer groot. De leiding door
de presidente gegeven en de geest die in de
Ver. heerscht is in alle opzichten beschavend,
ontwikkelend en opwekkend voor onze jonge
dochters.
De gehouden feesture in de versierde con-
sistorie# der Ger. Kerk blijft ons lang in aan
denken. Zang en spel, ernst en humor, samen-
't Ging uiterst langzaam, maar eindelijk zei
de dokter, dat de patient vervoerd mocht wor
den. In een rijtuig werd hy nu naar de stad
gebracht, en Grietje kreeg nu gelegenheid, ook
eens met tante kennis te maken.
Die kennismaking viel echter niet mee.
Grietje gevoelde zich niet thuis in al die deftig
heid, en vooral de godsdienstloosheid van dit
huisgezin deed haar niet op haar gemak zyn.
Hoe jong ze ook was, ze begreep, dat deze
leefwijze niet naar Gods wil was, en telkens
vroeg ze zich af: „Zou Willem ook zoo zyn als
oom Gerrit
Ze verlangde weer naar haar oom, en toen
Willem in zooverre weer hersteld was, dat hy
een paar uren per dag mocht opzitten, schreef
ze oom Jan, dat ze weer graag terug wilde
tomen. Ze vroeg, of oom haar weer wilde halen.
Oom wilde gaarne aan den wensch van zyn
nichtje gehoor geven. De volgende week kreeg
ïy een paar vrije dagen, daar de machines
moesten nagezien worden, en, hoewel hy eenigs-
zins tegen de reiskosten opzag, besloot hy, naar
Groningen te gaan.
Willem was in den laatsten tyd stil gewor
den. Hy behoorde nog niet tot degenen, die
hun geweten als met een brandijzer toege-
schroeid hebbenalle lessen van vader was hy
nog niet vergeten. Doch het was dan ook slechts
de stem van zyn geweten, die sprak. Een enkele
spraak en voordracht (om van de dingen voor
de versterking van den inw;endigen mensch
bescheidenlyk te zwijgen), alles was keurig,
kostelijk, kostbaar.
Zegene de Heere deze jeugdige nochthans
reeds sterke vereenigingZëgene Hy haar be
stuur Zegene Hy de presidenteOnze bede in
dezen is, dat zy nog lang, zeer lang de leiding
der Jonged.-Ver. op Baarland in handen moge
hebben.
Dat de ouders alle „vooroordeelen" en „ach-
terbakshouden" bijaldien zulks gevonden wordt,
op zy zettenDat de leden onzer Ger. Kerk
bidden en werken vóór, denken en geven aan
't vereenigingsleven in de gemeente Baarland
VERSLAG der 6e Classicale Diaconale
Conferentie van de Geref. Kerken in
de Classis Goes, gehouden op Woens
dag 24 September 1913.
(Slot.)
Dit referaat lokt een breede gedachtenwisse-
ling uit, die de morgen-vergadering en een ge
deelte van de middag-vergadering in beslag
neemt. Vele br. diakenen nemen hieraan deel
allerlei vragen worden gesteld. Enkele broe
ders willen liever de bestaande regeling (het
fonds) behouden, omdat dit huns inziens zoo
praktisch is, als assurantie een gevoel van
veiligheid geeft, zoo gemakkelijk is als hulp
moet worden verleend. Vrees wordt gekoes
terd, dat de nieuwe regeling veel minder be
vredigen zal.
Afgekeurd wordt, dat de referent een door
de meerdere kerkelyke vergadering ontworpen
en vastgestelde regeling verwerpt, daar deze
vergadering toch wel haar motieven zal heb
ben gehad, dit fonds te stichten. Gevraagd
wordt welke die motieven weren. Ds. v. d.
Veen geeft een historische toelichting hoe en
waarom het fonds in het leven geroepen is.
De referent merkt op, dat, waar hy het ge
waagd heeft critiek te oefenen op de handelingen
der meerdere kerkelyke vergaderingen, dit kwam,
omdat hy daartoe genoodzaakt was, zooals hy
daarop reeds in het begin van zyn referaat heeft
gewezen. Rome leert, als de Kerk gesproken
heeft, voegt het den leeken te zwygen. Een
Gereformeerde heeft het recht elke handeling
te toetsen aan Gods Woord, de belijdenis en
het kerkrecht.
Dat toetsingsrecht laat referent zich door
niemand ontnemen. Voorts herinnert hij daarby
aan den arbeid van mannen als de professoren
Lindeboom, Biesterveld, Bouwman en van den
hoofdredacteur van het Diaconaal Corresponden
tieblad dr. de Moor. Zy hebben hun licht
laten schijnen, dit miste de toenmalige Prov.
Synode wy mogen daar dankbaar van genieten.
Andere Broeders (waaronder de Dienaars des
Woords die zich uitspraken) hebben met groote
waardeering en levende voldoening het referaat
beluisterd. Blijdschap wordt uitgesproken, dat
hierin duidelijk is aangetoond, dat de bestaande
regeling uit een oogpunt van barmhartigheid,
kerkrecht en praktijk niet deugt.
Met nadruk wordt geconstateerd, dat niet een
der Brs. die bezwaren inbrachten, een poging
gewaagd heeft, om de door den referent ge
poneerde stellingen aan te vallen, zyn argu
menten te ontzenuwen, zyn bezwaren te weer
leggen de Broeders worden herhaaldelijk daar
toe uitgenoodigd. Verder wordt gevraagdhoe
de referent zich de nieuwe regeling denkt in
de praktykof het zyn bedoeling is, dat de
Diaconieën zóó los van de Kerken zullen staan,
zóó zelfstandig, dat zy by behoefte om onder-
maal had hy zich wel eens geplaatst voor de
vraag, hoe het hem gegaan zou zyn, wanneer
hy aan de gevolgen van zyn val overleden was.
En by die gedachte was hy dan onrustig ge
worden. Ja, eenmaal zelfs had hy de handen
gevouwen en gebeden. Doch 't was alleen de
vrees voor straf, die hem zoo deed handelen.
Naarmate hy zich beter gevoelde, dacht hy
minder aan den dood en de eeuwigheid, en
weldra was hy weer de oude Willem.
Van der Hagen en zyne vrouw vonden het
wel aardig, dat oom Grietje kwam halen. De
ontvangst was dan ook vriendelijk. Maar nie
mand was zoo bly als Grietje, toen ze oom Jan
voor zich zag. 't Was haar, alsof ze nu lang
zoo eenzaam niet meer was.
„Ge hebt ruime stof den Heere te danken,
myn jongen", sprak oom, toen hy een oogen
blik met Willem alleen was. Wy zyn elk oogen-
jlik in gevaar. En ons leven zyn we geen
minuut zeker. Maar men gevoelt dat niet altyd
zoo. Vooral als men jong en sterk is, stelt men
zoo gaarne den dag des doods ver af. Dit is
evenwel verkeerd. Ge hebt gezien, Willemook
jonge menschen kunnen een ongeluk krijgen.
!Cn als ge nu eens niet hersteld waart, zoudt
ge dan bereid geweest zyn, God te ontmoeten
(Wordt vervolgd.)