FEUILLETON. lis ei» Tigrbriod oil bel taar gerukt. Kerk en Schoolnieuws. Ofliciëele Berichten, behouden, wat z\j hebben en het verloren ter rein te herwinnen. Het gevaar bestaat boven dien, dat de ambtsdragers en de leden dier kerken in hun voortdurenden strijd verslappen. Het klinkt zoo verleidelijk om alle moeite over de leerstukken te verwijderen en enkel voor het christendom te arbeiden. Zyn er onder hen nooit stemmen vernomen alseenmaal zal u niet gevraagd worden, als we in het oordeel komen, waart ge gereformeerd of Lutkersch, Baptist of iets anders, maar hebt ge geloofd in Jezus den eenigen Zaligmaker van zondaren. Of wat heeft een mensch er aan, indien hjj al grondig deze of gene belijdenis kent, het zal hem toch niet baten. Het is beter, dat hij een warm hart dan een helder verstand heeft en dat hij een goede reuk Chr-isti ron dom zich verspreidt. Of anders meent ge het waarlijk, dat het zuiver houden van deze of gene belijdenis opwegen kan tegen den ijver voor de uitbreiding van het Koninkrijk der hemelen. Ik zou dergelijke uitspraken kun nen vermenigvuldigen, welke alle getuigenis afleggen, dat er ook in de belijdenis-kerken mannen en broeders zyn, die niet al te veel gevoelen voor nauwkeurige omschrijving van de waarheden! Er is zooveel gemakzucht, welke ons voor ernstige en aanhoudende inspanning bang maakt en er is heel wat moeite aan verbonden om goed thuis te geraken in een belijdenis, welke de vrucht is van eeuwen-lange worste ling. Het is gemakkelijk om luthersch of ge reformeerd te heeten, maar het is een werk om goed luthersch of gereformeerd te zijn. Het is wel kras, maar zou het ook overdreven zijn, wanneer we zeggen dat er leden in de historische kerken zijn, die alleen hechten aan termen en klanken, maar die hun zinnen niet geoefend hebben tot onderscheiding der waar heid. Zouden allen bekwaam zijn om hun be lijdenis te verdedigen, als de wedersprekers hen over een of ander punt aanvallen? Ja, bestaat de mogelijkheid niet, dat zij voor juist aanzagen wat inderdaad een grove afwijking is. Er is zooveel lichtzinnigheid. Yelen wonen de kerkelijke samenkomsten bij zonder eenige voorbereiding, Zij gaan met de gemeente op, het hoofd en het hart vol van hun dagelijkschen arbeid van hun moeite en zorgen, van allerlei wereldsche zaken, zonder te bedenken, dat God Zijne inzettingen gaf, opdat we Hem daarin zouden ontmoeten. Het is nu eenmaal een ge woonte om op den dag des Heeren Zijn woord te hooren en zij doen dit met meer of minder lust en opgewektheid, maar waar hun belijde nis oordeelt, dat we naarstiglijk inzonderheid op den dag des Heeren komen zullen om Gods woord te hooren, de sacramenten te gebruiken en den armen christelijke handreiking te doen, verkeeren zij in de meening, dat het reeds welletjes is, als men eenmaal in een geheele week gaat. En ook komt dit bij de catechesaties uit. Gelukkig er is nog wel een schare jonge mensehen, die gaarne ter catechesatie gaat, die met belangstelling het onderwijs volgt, doch er zijn anderen, die naar dezen regel niet wandelen. De geringste aanleiding is voldoende om „de vraag" te verzuimen en als ge eens wist, waar sommige jeugdige leden hun avonden doorbrengen en welke lectuur hen boeit en welke gesprekken hen aantrekken, dan zoudt ge niet vreemd op zien, als ge vernaamt, dat zij, die een hart voor de jeugd hebben, menig maal er over zuchten. Neen, waarlijk er is geen stof om op ons zelf trotsch te zijn en te zeggen, dat het bij ons nog zoo goed is. Doch wy achten het hiermede voorloopig te kunnen doen. Het artikel wordt voor een blad als het onze anders te lang. Bouma. Een verhaal door PEKAH. ZENDING. Magelang, 9 September. Amice. 8) HOOFDSTUK III. Broer en Zoster. „En houd je niet veel van Oom en Tante vroeg Grietje verder. „Zeker", zei Willem, „maar b\j Oom Gerrit is het toch mooier, dan hier. Denk eens aan, Griet! bij Tante zijn wel zeven kamers geloof ik, en Tante Christien moet zich met ééne kamer en een keukentje behelpen. Wat dat betreft zit ik liever bij Oom Jan." „Maar vindt je het dan niet prettig, dat Oom 's avonds zoo gezellig met ons zit te praten? O, hij kan zoo mooi vertellen. Net als vader en buurvrouw." Willem kreeg een kleur. Dit was juist het geen hem het meest hinderde. De eenvoudige godsvrucht van Oom Jan maakte hem verlegen. Een poos zweeg hij, om na te denken over een geschikt antwoord. Eindelijk zei hij„Och ja, voor jullie is dat wel aardig, maar Oom Gerrit heeft het veel te druk, om 's avonds te zitten vertellen. Eiken avond bijna moet hij rekenen. En ik heb ook geen tijd. 'sWin- Vervolg.) Woensdagavond. Mijn helper, al weer ver gezeld van mjjn huisjongen, die den helper in alles moet bijstaan, ook als er eens twistgesprek ken gevoerd moeten worden, gaat naar Mant- jessan, dat enkele uren gaans van Magelang verwijderd ligt. Dit is de nieuwste post, tevens ook de post waar de bijeenkomst het drukst bezocht wordt. Gemiddeld 22 Javanen zijn er, die daar de koempoellan bijwonen. In het begin werd de koempoellan gehouden in het huis van een Roomschen Javaan, maar dat was te ge vaarlijk. Indien daar in de toekomst eenige vrucht mocht gezien worden, zou die vrucht zeer waarschijnlijk der Roomsche kerk toevallen. Daarom raadde ik mjjn helper aan om een ander huis te zoeken. Dat huis was spoedig gevon den en daar wordt nu geregeld elke week een opgewekte bijeenkomst gehouden, na afloop waarvan vele vragen worden gedaan soms ook wordt getwist door menschen die blijkbaar die samenkomsten willen verstoren. Den laatsten keer sprak mijn helper over het gebed en wel over de bede „Uw naam worde geheiligd", een bede, die in het Javaansch luidt „asmar toewan moegi kasoetjegna". Ik deel u dit mede om duidelijk te kunnen maken het twistgesprek dat na de godsdienstoefening daar over ontstond. Nadat mjjn helper gesproken had, werden er verschillende vragen gedaan en beantwoord, tot ze begrepen dat het de roeping van den mensch was om den naam van God te verheerlijken ook door ons leven, hetgeen ge schiedt wanneer wij doen wat God ons gebiedt. Het voornaamste wat God van ons vraagt is te gelooven in Jezus Christus als den zoon van God. Een van de aanwezigen was het niet eens met het woord toewandit woord betee- kent in deze bede U, wanneer God daarmee aangesproken wordt, Telkens wanneer wy in het gebed tegen God, „U", zeggen, gebruikt de Javaansche Christen het woord „toewan". Nu heeft het Javaansch voor U verschillende woor den, al naar gelang de stand van iemand, die aangesproken wordt. Zijn de menschen, die met elkaar spreken, geljjk in stand, dan ge bruiken ze „sampejan". Nu vond een hoorder in Mantjessan dat toewan in het gebed veran derd moest worden in sampejan en voerde daar tal van redenen voor aan. De hoorders waren in een zekere spanning wat mijn helper daarop zou antwoorden. Dat antwoord luidde aldus „zie eens, volgens uw oordeel moet ik tot God zeggen: sampejan; dus gij zijt geljjk aan God, gij en God moeten dus met hetzelfde woord toegesproken worden." De hoorders lachten en vonden dat antwoord schitterend en mijn helper had den strijd gewonnen. Ik wil u niet ver moeien met die redeneering te ontleden ik wil alleen u een inzicht geven hoe het op die koem- poellans toegaat. Anderen merkten op„wij hebben gehoord, dat Christenen elkaar helpenwy zyn op het oogenblik nog lid van Sarekat Islam, die ook beloofde ons te zullen helpen, maar van die hulp komt niets terechtintegendeel wij moeten telkens maar betalenals er een lid van S. I. gestorven is, moeten wij allen bijdragen in de kosten van de begrafenis, maar ontvangen doen we niets. We hebben echter gehoord, dat de Christenen elkaar wel helpen en nu zou ik wil len vragen of die pandita in Magelang mij geen f5,— zou kunnen leenen." Een oogenblik zat mjjn helper vreemd te kijkenhij wist niet precies hoe te antwoorden om den vrager niet af te stootenmaar met veel voorzichtigheid heeft hij hen toch duidelijk gemaakt, dat zeker Chris tenen elkaar helpen, maar niet zoo maar geld leenen aan den eersten den besten Mohamme daan; dat echter de bedoeling van het chris tendom niet was allereerst om iemand aan aard- sche goederen te helpen, maar opdat de Javaan door het geloof in Jezus het eeuwige leven zou verkrijgen. Voor zulke antwoorden is veel wijsheid noodig. Uit zulke vragen blijkt dui delijk door welke vreemde motieven de Javanen soms gedreven worden om de koempoellans by te wonen. Nu kan men zulke Javanen kort en bondig te verstaan geven dat het in 't Chris tendom niet om geld gaat, maar het gevaar is dan groot dat die Javaan niet meer terugkomt en de kans dus afgesneden wordt dat zijn motieven, die nu nog onzuiver zijn, zuiver worden. ters moet ik leeren, en 's zomers is het tot 8 uur werken. En dan wil ik nog wel eens even de stad in." Grietje vond dit echter niet zoo'n mooi leven en zei„Nu, Willem, dan geloof ik niet, dat ik met jou ruilen wou. Voor zoo'n mooi huis, als jij zegt, zou ik bang zjjn, en bij Oom zou ik me vervelen." Willem werd wat korzelig, en antwoordde scherp„Ik wil met jou ook niet oversteken. Een weekje hier vacantie te hebben, kan nog wel, maar altijd in zoo'n klein huisje te moe ten wonen, zou me niet best aanstaan. Het bleek wel, broeder en zuster dachten niet meer gelijk. Willem zocht zijn vermaak niet meer in stille godsvrucht, het schijnschoon der wereld had hem de oogen verblind. Grietje mocht den gezegenden invloed ondervinden van eene Christelijke omgeving. Het gesprek had beiden stil gemaakt, 't Was alsof er eene verwijdering was ontstaan tusschen Willem en zyn zusje. Den volgenden dag was Grietje weer de oude, doch Willem hield zich wat afgetrokken. Wel vond hij het heerlijk, door de boschjes te dwalen, wel vond hij deze mooi, wel beklom hij met genoegen de duin toppen, doch hy smaakte niet dat genot, 't welk hij had kunnen vinden, wanneer hy met zyn zusje van hetzelfde gevoelen geweest was. De week ging voor Grietje veel te gauw om. Zy hield zooveel van Willem, dat ze zich in 't geheel niet wilde voorstellen, hem nu weer voor geruimen tyd te moeten missen. Willem Weer anderen vroegen om nader onderwijs, om het gebed te leeren kennen van de chris tenen, de geboden en de geloofsbelijdenis. Hoe heerlijk het ook is dat ze om deze dingen vragen, taak is om te voorkomen dat de Javanen deze stnkken als tooverformules gaan gebruiken, het geen meermalen gebeurd is, wanneer de Javaan het een of andere doel wou bereiken of meende dat hy door het opzeggen van deze stukken ryk zou kunnen worden. Licht en donker wisselen zich in die samenkomsten af, maar wetende dat de prediking des Woords het door God verordende middel is om het geloof te wekken, kunnen we bly'de zyn, dat er reeds zulke kringen zyn, waarin elke week het Evangelie kan gebracht worden. Zaterdagavond. Nu is de tocht naar Glaga- homba, slechts een uur verwijderd van Magelang. De laatste opkomst aldaar bedroeg 10. Over dit plaatsje brengen de helpers steeds gunstige berichten medenaar hun oordeel zyn de hoor ders daar inderdaad belangstellend te oordeelen naar de vragen, die zy doen, wordt er over de prediking nagedacht en is de arbeid, die daar verricht wordt vol hoop. Dat plaatsje geeft aan onze helpers telkens weer opgewektheid en met graagte gaan ze er heen. Nog onlangs gaven ze hun begeerte te kennen, dat er een helper in hun midden kwam wonen ongetwijfeld, zoo meenden ze, zouden er meerderen de koem poellan komen bijwonen de hoorders van Glagahomba wezen al een stuk grond aan waar de woning van den helper kon worden gebouwd en zeiden hun hulp by den bouw van de woning toe. Behalve deze bijeenkomst hebben we nog de koempallan in Magelang zelf, die ik geregeld iederen Zondag houd en bijgewoond wordt door Christenen en Mohammedanen tot een getal van ongeveer 15. Nietwaar, er is reden om God te danken voor dit begin, maar ook stof om te bidden of God de werken van Satan willen verijdelen, die aan gewend worden om deze bijeenkomsten te doen ophouden of nutteloos te maken. Met hartelijke groete blyf ik als steeds, de Uwe in Chr. A. Merkelijn. BEROEPEN te Langeslag, te Nordhorn en te Ouddorp eand. B. A. Knoppers te Rotterdam te Bozum ds. F. H. Boersma te Geldermalsen te Houwerzylds. G. D. Scheepsma te Roodeschool te Doesburgds. A. Schweitzer te Buiksloot. AANGENOMEN naar Nieuwveen ds. A. Ph. S. Schaafsma te Lioessens BEDANKT voor Amsterdamds. J. Douma te Water graafsmeer voor Duurswoude ds. W. L. Korfker te Jutryp voor Molenaarsgraafds. W. Weener te Oudega voor Ezingeds. H. Meulink te Hendrik Ido Ambacht. VERGADERING van het Comité der Zen dende Kerk met de Zendingsdeputaten, 22 Oct. 1913. 1. De samenkomst wordt met gebed geopend door ds. Wielenga, die als voorzitter fungeert. 2. De notulen der laatste vergadering van het Comité worden gelezen en goedgekeurd. 3. De Deputaten, die als gewoonlijk in den voormiddag waren vergaderd geweest, kónden zich in allen deele met de handelingen van het Comité in de afgeloopen maanden vereenigen. De brieven van onzen Zendeling getuigen van een geleidelijken voortgang van den arbeid en geven stof tot dank aan den Heere voor den aanvankelyken zegen. Er zyn teleurstellingen. Na een krankheid van 3 weken (typhus) is de colporteur Joram overleden, wat voor ds. Mer kelijn een heele slag is. Hy verkocht circa een 1000 boeken en boekjes per maand. En wie zal zijn werk voortzetten Er is een jammerlijk gebrek aan helpers, wat den missionaris reeds veel hoofdbrekens kostte. De arbeid in de ge vangenis moest tijdelijk worden gestaakt wegens tegenwerking van den cipier. En de aanvan kelijk hoopgevende belangstelling in de desa Blabok gaat achteruit. Maar er staat ook veel bemoedigends tegenover. Van den overledene zag de zaken echter anders in. Hy vond het ook wel niet prettig in zoo'n langen tyd Grietje niet te zien, maar toch verlangde hy weer naar Oom Gerrit. Vooral de laatste dag, Zondag, was hem lang gevallen. Hy moest nu wel tweemalen met Oom en Tante ter kerk, maar hy deed dit alleen, daar hy moeilijk anders kon. Hy wilde geen aanstoot geven, maar in zyn hart dacht hy „Hoe is 't mogelijk dat ik vroeger zoo lang kon stilzitten in de kerk. 't Is toch eigenlijk dwaasheid, tweemaal op één dag zoo'n preek te hooren". Oom Jan nam dien avond afscheid van neef Willem, daar hy reeds zeer vroeg naar de fabriek moest. Welgemeend gaf hy hem nog eenige wyze raadgevingen, die echter by Willem het eene oor in, het andere uitgingen. Maandag morgen stond Willem weder aan het Haagsche gtation en ondernam de terugreis. HOOFDSTUK IV. Een roepstem tot bekeering. Een paar maanden na Willems uitstapje kwam oom op zekeren dag verheugd de huiskamer binnen. Tante en Willem waren juist aan den avondmaaltijd. „'k Heb het werk gekregen", sprak oom ver blijd, „'t wordt een mooi karwei. Ook voor jou Willem. Als je zoo'n villa mee helpt zetten, leer je zoo 't een en ander, dat bij gewoon werk niet te pas komt." Dien dag was het bouwen eener villa aan_ mag ds. M. hopen, „dat hy heengegaan is uit een klein clubje naar de schare, die niemand tellen kan". Door de bereidwilligheid van ds. van Dyk is er gelegenheid, een flinken helper te krijgen, Padija genaamd, zy het tijdelijk. En mede door de hulp der broeders op Java worden er thans 6 aanstaande helpers voor Zeeland's Zending opgeleid. De koempoellan in Magelang zelf wordt soms door een 25 hoorders bezocht. Voorts wordt aan een 40 a 50 priaji-kinderen onderwijs in het Hollandsch gegeven, wier leef tijd gelegenheid biedt, met hen ook over gods dienstige onderwerpen te spreken. En met name is er blijdschap over de oprichting van de Hol- landsch-Chineesche school, die mede een niet onbelangrijk Zendingsbelang vertegenwoordigt. De Chin. Vereeniging „TiongHwaHweKwan" stelde hare schoollokalen beschikbaar en ds. M. wist eene vereeniging voor de school op te richten. 4. Komt ter tafel de laatste brief uit Ma gelang, gedateerd 11 Augustus. Daaruit blykt, dat gearbeid wordt in de desa's Blabok, Gra- bak, Pantjassan, Semarangan en. Glagahomba. De twee laatstgenoemde posten vooral geven goede hoop. Ds. M. is zoo gelukkig, Jacobus, zyn huisjongen, die zich goed ontwikkelt door ijverig onderzoek en getrouwe oefening, tot helper te kunnen aanstellen. De Holl.-Chin. School is op gang. Benoemd zyn de heer Jans'z van Magelang en mej. Weyers van Batavia, die van uit Holland op weg is naar Java en aldaar half November hoopt te arriveeren. Mej. Pruys neemt voorloopig haar plaats in. De Zendeling verzoekt eenigen steun voor deze school, om door de eerste finantieele moeielyk- heden heen te komen. Maar voorts bevat dit schrijven een dringend verzoek tot oprichting van een hospitaal te Magelang. Indien wy er niet mee beginnen, zal de gemeenteraad van Magelang er toe moeten overgaan. En blijkens een by den brief ingesloten schrijven van den resident aan de regeering wordt ook van die zyde een Zendingshospitaal wenschelyk geacht. Wellicht is er zelfs subsidie van den Gewes telijken Raad te wachten. Met het huisgezin van den Missionaris gaat het niet ongezegend. Het jongste dochtertje, i April j.l. geboren is goed in orde, en het oudste dat met krankheid was aangedaan (eerst een begin van dyssenterie en daarna Indische spruw) is door Gods goedheid weer beter. 5. Na eenige bespreking wordt besloten, voor de Holl. Chin, school een gift ineens van f 150, te zenden, en met de beslissing inzake het hos pitaal, dat even kostbaar als kostelijk is, te wachten, totdat'èn by andere Zendende Kerken èn by ds. M. nadere gegevens zyn ingewonnen. Zoodra de gegevens er zyn, zal het plan op de Classes ter tafel worden gebracht. En inmid dels zullen de Deputaten op onderzoek uitgaan, of er een dokter te vinden is, ingeval tot de oprichting van het hospitaal mocht besloten worden. Tevens nemen de Deputaten op zich, nogmaals pogingen aan te wenden, met de kerken van N.-Brabant de gewenschte samen werking te verkrijgen. 6. Aangezien de post voor het repatriatiefonds het vorig jaar niet is uitgetrokken, zal er dit maal een dubbele som voor worden afgezonderd, n.l. f 600, 7. De briever. van den Missionaris worden bewaard in het archief der Zendende Kerk, de afschriften dezer brieven in het archief van de Deputaten. 8. Tot vaststelling der grenzen van ons Zendingsterrein zal eene aanwijzing gevraagd worden aan de Algemeene Vergadering op Java. 9. Ter uitvoering van Art. 19 der huishoud, bepalingen worden de praeses en de scriba der Deputaten aangewezen. 10. De penningm. doet verslag van den staat der finantiën. Tot dusver is ontvangen f 5076,676 en uitgegeven f4567,625, saldo f509,05. Dit saldo versmelt echter door de nieuwe uitgaven, f 150,voor de Holl.-Chin. School, f 300,voor het te bouwen huis van den nieuwbenoemden helper Jacobus, en eenige kleinere uitgaven. 11. Ten slotte geeft ds. Lammertsma uiting aan de dankbaarheid voor den aanvankelijk goeden voortgang van den arbeid te Magelang, die verkregen is zonder te zwaren finantieelen last. 12. Sluiting. De scriba der Dep. gaat in dankzegging voor. Namens de vergadering voornoemd, G. Doekes. besteed, een paar uur buiten de stad. 'tHad Van der Hagen heel wat hoofdbrekens gekost, de berekeningen te maken, doch hy zag zyne inspanning thans met een gunstigen uitslag bekroond. Welwas hy niet de laagste inschrijver geweest, doch 'daar hy zeer dicht by de be grooting kwam, en zeker ook wel wegens zyne bekende bekwaamheid, was hem het werk ge gund. Willem verheugde zich, mee te mogen gaan, daar hy wel begreep, dat dit werk hem meer kon leeren dan de gewone alledaagsche kar weitjes. Alles werd in gereedheid gebracht, en na een paar weken waren de eerste werkzaam heden reeds aangevangen. 't Beviel Willem by aanvang uitstekend. Door de drukte werd echter het briefschrijven geheel vergeten. In den laatsten tyd was de corres pondentie van Willems zyde al niet zeer ge regeld gevoerd. Hy wist op den duur niet meer wat hy al schrijven zou, en nu bleef er volgens zyn oordeel geen tyd meer over om die plichten te vervullen. Het speet Grietje, zoo lang op een brief te moeten wachten. En telkens spoorde ze Willem aan, toch eens terug te schrijven. Het werk liep vlot van stapel. Het gunstig© weer had er niet weinig toe meegewerkt, en na verloop van enkele maanden was het gebouw klaar. Alleen moest het op sommige plaatsen nog afgewerkt worden. Willem was met een knecht op het dak, om de goten na te zien. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 2