ZËNDINO. Kerk en Schoolnieuws. Officiëele -Berichten* dingen over de Gereformeerden weten te zeggen, maar dat is dan ook de uiterste welwillendheid, welke zü betrachten. Een bepaalde belijdenis houden zy gemakshalve er niet ap na, gij her kent ze dan ook alleen aan een zekeren wys- geerigen trek, welke zij met elkander gemeen hebben. Tegen de leerstukken van de verkie zing en de particnliere voldoening kunnen zy op een geweldige wijze uitvaren niet minder kras dan de remonstrantsche jjveraars in hun tijd Hebben nu in den strijd de historische ker ken met haar bepaalde belijdenis iets van deze mannen te wachten Zeker wel iets n.l. dat zy ook hunne wapenen daartegen richten zullen en hun best doen om ze te ondermijnen. Van daar dan ook, dat zy in de Hervormde Kerk zoo gekant staan tegen de confessioneelen en den Gereformeerden Bond en dat zy vaak saam- werken met de modernen om de Gereformeer den uit den Kerkeraad en andere colleges te weren. Het is geen persoonlijke haat tegen dezen of genen maar tegen de bepaalde belij denis, welke nu eenmaal in ons land tot zoo grooten invloed is gekomen. Wie hierover een open oog heeft, weet dus, dat ook deze anders achtenswaardige mannen, die nog veel voelen voor het oude christendom, niet helpen zullen om de kerken en om de belijdenis voor bezwijken te bewaren. Zy hebben alleen een kerk noodig, waarin ieder leeren en leven kan, zooals het hem behaagt. Bouma. Magelang, 9 September. Amice. De plaatsen waar tegenwoordig koempoellan gehouden worden zyn Semarangan, Blabak, Glagahomba, Mantjessan en zoo nu en dan ook in Blabok, een desa aan den voet van den berg Merbaboe. Ge zult wel nieuwsgierig zyn te weten hoe het met die samenkomsten gaat; of er nog al wat hoorders komen, of die hoorders nogal be langstelling toonen. Daarom wil ik u ditmaal eens inzage geven in myn aanteekenboekje, waar in ik elke week het verslag opteeken, dat myn helper over de koempoellans uitbrengt. 't Is Maandagmiddagmyn helper en myn huisjongen gaan beiden naar Samarangan, een desa, die een paar uur van Magelang verwijderd ligt. Aangekomen in het huis waar de bijeen komst zal gehouden worden, worden ze vrien delijk ontvangen, en onder gezellig gepraat met den eigenaar van het huis, rusten ze wat van hun vermoeienis uit. Om 7 uur begint de bij eenkomst en even voor dien tijd gaat de eige naar de menschen, die tot hiertoe de samenkomst bijwonen, mededeelen dat de „goeroe kristen" gekomen is en zy dus op de bijeenkomst worden verwacht. De opkomst is niet groot in Sema rangan slechts 4 Javanen zyn opgekomen toch zyn we blij, dat die 4 zoo geregeld komen we hebben in ieder geval een samenkomst waar Gods Woord gebracht wordt en we houden vol in de hoop, dat het aantal zal vermeerderen. Dezen avond is de eigenaar een beetje gedrukt het gesprek na de koempoellan vlot niet erg en eindelijk komt myn helper te weten wat de oorzaak van die gedruktheid is. De eigenaar van het huis deelt mee, dat er in de desa iemand uit Solo geweest is, een lid van de vereeniging Darma Atmaka om propaganda voor die vereeniging te maken. Aangezien het doel van die veree niging niet goed bekend is en zeer waarschijnlijk tegen de Hollandsche regeering gekant is, is die man door de desapolitie gegrepen en gebracht naar den Wedono, die het hoofd is van een groep desa's, die tezamen een district vormen. Die gebeurtenis heeft heel wat ontsteltenis in de desa gebracht en nu is de eigenaar van het huis bang, dat ze den goeroe kristen ook zullen aanzien voor een lid van Darma Atmaka, die voor die vereeniging propaganda komt maken. De eigenaar van het huis is er dan ook nau welijks toe te bewegen om logies aan myn helpers te verleenen en verzocht om voortaan op een anderen tyd te komen, zoodat ze 's avonds nog weer kunnen terugkeeren naar Magelang. Nu is het onze taak om den Wedono en den loerah van de desa op te zoeken om meerdere bekendheid aan myn helpers te geven en ze goed begrypen dat myn helpers geen lid zyn van een verkeerde vereeniging. 'tis best mo gelijk dat de eigenaar van dat huis van die bijeenkomsten verlost wil wezen en nu deze desagebeurtenis aangrijpt om van myn helper ontslagen te raken't kan echter ook zyn dat zyn bezwaren werkelijk gemeend zyn, en in ieder geval is het onze taak om zooveel mogelijk de bestaande bezwaren uit den weg te ruimen. Dinsdagmiddag. Myn helper, weer vergezeld van myn huisjongen, gaat naar Blabak. In deze plaats hebben we voor de tweede maal iemand kunnen vinden, die zyn huis voor het houden van samenkomsten wil afstaan. De eerste die daartoe bereid was, is later lid van Sarekat Islam geworden en werkte ons van dat oogenblik af tegen. De eigenaar van het tegen woordige huis is ook lid van Sarekat Islam, maar wil onzen helper tot hiertoe gaarne ont vangen onlangs bedroeg de opkomst 16 man en was het huis te klein om al de hoorders te bevatten, ditmaal zyn er 7 hoorders, de gewone opkomst. Erg belangstellend is dit clubje nietze komen, maar luisteren slecht, en zoodra myn helper gesproken heeft, halen ze de kaarten voor den dag om een spelletje te kaarten. Over het ge sprokene wordt niet meer nagepraat. Myn helper stelde me al voor om daar maar op te houden met het houden van koempoellan, daar de prediking toch geen ingang vindt. By zoo'n voorstel van den helper hebben we dan goede gelegenheid om hem weer tot den arbeid op te wekken. Ik wys er hem op hoeveel redenen tot dankbaarheid er zyn, dat er elke week 7 menschen komen luisteren naar de prediking van Gods Woord, voorts op den tegenstand die de samenkomsten daar reeds hebben ondervon den en ze toch ondanks dien tegenstand in stand hieven, en hoe duidelijk het is in Blabak dat Satan de prediking wil belemmeren en indien hy dat niet kan, althans wil zorgen dat de prediking geen vrucht draagt. Maar, zoo ga ik dan door, het is onze roeping om het Woord te prediken, het is Gods werk om de harten te ontsluiten en als wy nu maar doorgaan, zal God op Zyn tyd ook de vruchten te zien geven Ge ziet uit deze mededeelingen hoe noodza kelijk het is dat onze helpers een plaats innemen in uwe voorbede, opdat God ze voor moedeloos heid beware en ze met volharding doe voortgaan. Ditmaal kon myn helper me meedeelen, dat de kaarten na de godsdienstoefening wegbleven en al werden er geen gesprekken gevoerd, toch was het alsof er een andere betere gezindheid merkbaar was. Ge begrijpt hoe heerlijk deze mededeelingen zyn, omdat er dan weer zoo'n goede gelegenheid is om een bemoedigend woord te spreken. (Wordt vervolgd.) A. Merkelijn. BEROEPEN te Werkendam: ds.J.KoelewynteN.Lekkerland te Gaastmeerds. H. Popma te Tzum. BEDANKT voor Kapelle-Biezelingeds. den Boer te Gryps- kerk voor Houwerzij 1ds. E. C. v. d. Laan te Driesum voor Klundertds. K. van Anken te Pernis voor Rottevalleds. Geerds te Oldekerk voor Genderen ds. B. Meyer te Brouwershaven voor Voorthuyzen ds. L. J. C. Kreyt te Winsum. In het kerkgebouw der Geref. kerk te Noordeloos wordt een nieuw pijporgel geplaatst, dat vervaardigd wordt door den bekenden orgel fabrikant A. S. J. Dekker te Goes. Brouwershaven21 October 1913. Zondag j.l. maakte onze beminde leeraar de WelEerw. heer ds. B. Meyer aan de gemeente bekend dat hy voor de roeping naar de Geref. gemeente te Genderen (N. B.) had bedankt. Dit strekte en kerkeraad en gemeente tot groote blydschap en dat te meer waar onze leeraar gehoor had gegeven aan de door zyn Zender gewerkte inspraak van zyn hart en niet aan de roepstemmen van hen, die hem zoo gaarne als hun herder en leeraar hadden gewild en waar aan hy niet dan ten koste van groote zelfver loochening heeft kunnen weerstand bieden. Ouderling M. van der Byl sprak in welge meende woorden èn leeraar èn gemeente toe. Allereerst dankte hy naast God den leeraar voor de keuze, die hy, met by ons te willen blyven, had mogen doen, en sprak daarbij Jen wensch uit, dat Z.Eerw. nog geruimen tyd tot zegen van de gemeente, met vrucht voor zich zelf maar bovenal tot eer en verheerlijking van 'sHeeren naam zou mogen werkzaam zyn. Verder spoorde hy de gemeente aan om den arbeid van onzen leeraar, die we, on waard igen die we zyn, weer behouden mochten, hoe langer hoe meer op prijs te stellen, haar ten zegen en Gode tot eer. Eindelijk verzocht hy de gemeente met hem te willen zingen Psalm 105 24. Dat de teleurgestelde gemeente berusten moge in wat God over haar beschikte en dat ze in afhankelijkheid van Hem de toekomst gemoe- digd moge tegengaan, vast geloovende dat Hy op Zyn tyd de man Zyns Raads zenden zal, is de wensch van kerkeraad en gemeente. Namens den Kerkeraad, J. NiEüWDORr, Scriba. VERSLAG der 6e Classicale Diaconale Conferentie van de Geref. Kerken in de Classis Goes, gehouden op Woens dag 24 September 1913. (Vervolg.) Wij staan dus met dit reglement voor deze feiten Aan de eene zyde is er geld, veel geld, zooveel, dat de Part. Synode besloot niet te collecteeren en aan den anderen kant hulpbe hoevende diaconiën die in nood zaten en vol gens deze regeling niet konden geholpen wor den. Zal uitbreiding van art. 1 afdoende ver betering brengen Zoo afdoende, dat deze rege ling berekend is op den huidigen toestand, nu onder den zegen des Heeren de diaconale arbeid zich zoo heèft ontwikkeldzoo afdoende, dat tevens deze regeling is naar den eisch der barmhartigheid, zoodat werkelijk hulpbehoeven de diaconieën steeds kunnen worden bijgestaan en geholpen? Ook deze vraag meen ik ontken nend te moeten beantwoorden, omdat, ook by uitbreiding van art. 1, elke omschrijving van de gevallen waarvoor steun zal worden ver leend, het gevaar met zich brengt, dat een waarlijk hulpbehoevende diaconie voor een ge val waarvoor zy geplaatst wordt, waarvoor zy dringend hulp noodig heeft, niet geholpen kan worden omdat in zulk een geval by de omschrij ving in art. 1 niet is voorzien. Meende ik dus de drieledige vraag ontken nend te moeten beantwoorden, zy het mij thans vergund u een andere regeling tot overweging aan te bieden, die wel aan deze drieledige eisch voldoet. De regeling, die ik thans onder uw aahdacht wensch te brengen is niets nieuws, is geen uit vinding van my, maar de oude beproefde rege ling inzake de hulpbehoevende Kerken toegepast en geldig gemaakt voor de hulpbehoevende Diaconieën. Indien de Particuliere Synode van Zeeland in aansluiting met de thans bestaande rege ling oordeelt, dat iets moet worden gedaan, opdat gemakkelijker behoeftige patiënten van wege de diaconieën in stichtingen van barm hartigheid zouden kunnen worden verpleegd, dan dient deze zaak als zuiver kerkelijke zaak op de gewone kerkelijke vergadering te worden behandeld en geregeld. Liefst zag ik, zooals reeds werd opgemerkt, elke beperking vervallen en steunbieding afhankelijk gesteld, niet van een omschrijving in een artikel, of het voor komend geval in deze of die catagorie thuis be hoort, maar afhankelijk gesteld van gebleken behoefte. Nemen wy de regeling inzake de hulp behoevende Kerken ten voorbeeld, dan benoe men de classes deputaten voor noodlijdende diaconieën. Komt by eenige diaconie een aanvrage in om voor de verpleging van een armen broeder of zuster zorg te dragen, dan onderzoeke ze, wat door den patiënt zelf kan worden bijge dragen. Voor het tekort wende men zich aller eerst tot de familie van den kranke. Blijft er een tekort bestaan, zoo trachte de diaconie het ontbrekende aan te vullen. Kan ze dat niet, dan ligt het op haren weg in de gemeente en waar ze voorts meent hulp te mogen en te kunnen vragen, om steun te verzoeken. Zyn deze middelen beproefd en is nog het noodige bedrag niet gevonden, dan zal de diaconie de medewerking der classicale deputaten hebben in te roepen. Deputaten onderzoeken de aanvrage nauw keurig en overwegen of en hoeveel steun er moet worden verleend. Op de eerstvolgende classicale vergadering stellen zy voor aan be doelde diaconie een zekere som toe te staan. De c 1 a s s i s en niet dus een bestuur, al of niet deputaten genoemd, besluit of en hoeveel ondersteuning zal worden gegeven. Om aan het noodige geld te komen besluit de classis één of meer collecten te houden voor hulpbehoe vende diaconieën. Zyn de gezamentlyke kerken der classis niet by machte om één of meer hulpbehoevende diaconieën voldoende te onder steunen, hetgeen mag worden vastgesteld, alsook eene herhaalde collecte in de kerken der classis het vereischte bedrag niet heeft opgebracht, dan wende de classis zich tot de Particuliere Synode, die evenzeer deputaten heeft te be noemen voor deze zaak. Natuurlijk heeft de Particuliere Synode een eventueel benoodigd bedrag om eene diaconale noodlijdende classis te helpen, te vinden uit een provinciale collecte. Dat deze regeling de goede lijnen vasthoudt en voldoet aan de eischen van het Gereformeerd Kerkrecht, behoef ik niet te verdedigen, trou wens daaraan zal niemand twijfelen, nu hierbij de regeling inzake de hulpbehoevende Kerken in alle opzichten ten voorbeeld heeft gediend, een regeling, die immers altijd als juist en goed werkend heeft gegolden, zooals de er varing heeft geleerd. Het zy my vergund u op eenige voordeelen te wyzen, die deze regeling voor heeft by de be staande regeling. Door dit onderdeel van den diaconalen arbeid in het rechte spoor te leiden, is elke diaconie in een voorkomend geval verplicht zelf han delend op te treden. De diaconie zelf onderzoekt, zoekt de noodige middelen, vraagt aan enz. In de bestaande regeling treedt het bestuur van het fonds op alsdoende wat de taak der diaconie is. Dit is de eerste vrucht. Eene tweede, dat door deze regeling de aandacht der Kerken voortdurend gevestigd wordt op den onzuiveren, principieel verkeerden toestand, dat vele kerken wel hebben diakenen, maar geen Diaconie, althans geen diaconale kas, een toe stand die als nood-toestand in kleine, zwakke kerken verklaarbaar en verschoonbaar is, maar die in vele kerken bestendigd wordt, hoewel daarvoor feiteljjk geen voldoende reden bestaat, een toestand, die zeer belemmerend werkt, en daarom schadelijk is voor de ontwikkeling van het diaconaat en een gezond kerkelyk levén. Op een vorige conferentie is zeer terecht opgemerkt, dat er principiëel onderscheid is tusschen het ouderlingen- en diaken-ambt. Een diaken moet geen ouderling willen wezen, maar omgekeerd geldt ookeen ouderling moet geen diaken willen zyn. In een kerk, waar geen diaconale kas is, komt deze principiëele on derscheiding der ambten niet tot haar recht. Een derde vrucht is, dat daardoor het verant woordelijkheidsbesef van de Br. diakenen beter wordt opgewekt, de energie wordt geprikkeld en een fonds werkt ontzenuwend, verslappend. Een vierde, dat de betooning van barmhartig heid beter wordt geoefend, wyl hierbij de hulpbehoevende wordt geholpen, 't Wil my voorkomen, dat als straks volgens deze regeling een collecte moest worden gehouden voor een hulpbehoevende diaconie, het oefenen van barmhartigheid by het offeren beter tot zyn recht komt en de offervaardigheid zal worden verhoogd. Wordt nü gecollecteerd voor een fonds, dan voor een bepaald geval, dat de gemeente kan worden medegedeeld en dat zeker niet nalaten zal sympathie en offer vaardigheid te wekken, wyl deze regeling is overeenkomstig de beginselen van het werk der barmhartigheid. Ook de vraag of deze regeling berekend is op den huidigen toestand, meen ik toestemmend te moeten beantwoorden, juist omdat deze rege ling aan de beide eerste eischen voldoet en in ons kerkelyk leven past, mag worden verwacht, dat de offers, die volgens deze regeling worden gevraagd, ook zullen worden gebracht. De er varing inzake hulpbehoevende kerken leert ons, dat zelfs zeer aanzienlijke offers het niet noodzakelijk hebben gemaakt van deze regeling af te wijken. Nog een paar opmerkingenle. Dat voor deze zaken, zoo ze op de classicale vergade ringen zullen worden behandeld, deputaten moe ten worden benoemd, spreekt vanzelf. De clas sicale vergadering als zoodanig is niet in staat het vereischte onderzoek in te stellen. Maar evenzeer spreekt het vanzelf, dat de beslis sing niet door de deputaten maar door de classis zelf moet worden genomen. 2e. Is het gewenscht, dat de classis de hulp behoevende diaconieën en zoo noodig de Parti culiere Synode de diaconale hulpbehoevende classis helpt door een collecte uit te schrij ven en niet door de benoodigde gelden over de diaconieën om te slaan. Gaat men quoti- seeren, dan gaat het karakter van echte betoo ning van barmhartigheid teloor. Onder Christe nen is het niet gewenscht de kosten van de oefening der barmhartigheid over elkanders beurzen om te slaan (dat doet de overheid, maar blyve uit onze Kerken geweerd), maar men doet wat men kan. Het omslaan der kosten over een diaconie heeft ook een practisch be zwaar, daar de draagkracht der diaconieën niet op dezelfde wyze kan worden gevonden en beoordeeld als die der Kerken. Door het houden eener collecte komt tevens beter tot zyn recht dat broederlijke steun wordt verleend. Boven dien de collecte kan gehouden worden zoo dikwijls als het noodig blykt te zyn. 3e. Schrijft de Particuliere Synode een col lecte uit voor een diaconaal hulpbehoevende classis, dan zal die collecte niet kunnen wor den gehouden in de kerken van die classis, die aan de synode om steun verzocht. Maar, zoo kan worden opgemerkt, deze rege ling wordt gedrukt door een practisch bezwaar, zy voorziet niet in spoedeischende gevallen, zooals zich vooral by operaties kunnen voor doen. In zulke gevallen zal echter wel geen enkele regeling kunnen voorzien. Altijd zal toch (ook de bestaande regeling wordt door ditzelfde be zwaar gedrukt) waar hulp wordt geboden, eenig onderzoek dienen vooraf te gaan. Dat onder zoek zal over 't algemeen moeten geschieden door personen, wonende op een andere plaats dan de arme patient. Zoo aal er steeds eenigen tyd verloopen. Wellicht ware dit bezwaar te on dervangen, doordat de classis, indien deze rege ling werd aangenomen, een dubbel stel deputa ten benoemde, primi en een secundi, en hen de macht gaf om in spoedeischende gevallen samen te beslissen, of, dat die macht werd verleend aan deputaten met den genabuurden kerkeraad van de hulpaanvragende diaconie. Al leen behoort vast te staan, dat dit alleen in

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 2