Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie fanDs. L. BOUil, Ds. R. J. YAM OER YEEM en Ds. J. D. VIELEKGA. lie Jaargang. Vrijdag 26 September 1913. No. 15. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. ABOHHEMERTSPBUS Drukker-Oitgefer A. D. LITTOOIJ Az PRIJS DER AD TERTENTIEN IK JAAG ER NAAR. phil. 3 12. Het leven der wedergeboorte geraakt bij Gods kinderen hier op aarde niet tot de volmaaktheid. Dit moge door sommigen in vroegere tijden geleerd zijn en ook nog door enke len geloofd worden, de getuigenissen van Schrift en ervaring zijn hiermede in fla- granten strijd. Van al de bijbelheiligen worden ons grootere of kleinere zonden vermeld, en 's Heeren Apostel belet aan elk het roe men, door te zeggen dat wij allen strui kelen in vele. Wie maar geen vreemde ling aan eigen hart en leven is, weet deze dingen maar al te wel. Hoe vele zonden en overtredingen hebben wij eiken dag te boeken. Hoe schuldig staan wij telkens weer door allerlei zondige daden, booze woorden, onheilige gedachten. Aan de grovere zonden der wereld wel ontkomen, maar niet aan de fijnere en verfijnde, die dikwijls een langen tijd nog voor ons zelf verborgen blijven. Neen, wij komen hier op aarde de zonde met haar hydra-natuur niet te boven voor elk hoofd dat wij van haar lichaam afslaan, groeien er telkens weer nieuwe aan. Daarom mag niemand, die op de zaligheid hoopt, vreemd zijn aan de klacht van PaulusIk ellendig menschen be hoort elk, die in oprechtheid voor den Heere begeert te leven, het hem in diepen ootmoed na te zeggenNiet dat ik het aireede gekregen heb, of aireede volmaakt ben! Boven zullen wij roemen, de eer kroon dragen en met de witte kleederen der overwinning bekleed zijn, op aarde voegt ons het kleed der boete en zijn wij voor den Heere aangenaam, wanneer bij ons gevonden wordt een mishagen aan ons zei ven van wege onze vele bijblijvende zonden, en wij ons daarover recht voor Hem verootmoedigen. Toch mag het hierbij niet blijven. Bij het diep en ootmoedig besef van zijne on volmaaktheid, kan de Apostel evenwel voor den Heere en de Philippensen getuigen, dat er bij hem een lust en ijver aanwezig was om naar het hoogere leven der volkomen heid zich uit te strekken. »Maar ik jaag er naar getuigt hij of ik het ook grijpen mocht." Bij hem geen sprake van moedeloosheid of trage berusting, die de handen in den schoot doet leggen en zich haastig te ver zoenen zoekt met het tegenwoordig bestand. Neen, geen stilzitten, maar een opstaan in den naam en de kracht des Heeren om elke zonde te weerstaan en in den gees telijken strijd sterken wederstand te doen, ja om naar het voorgestelde doel te grijpen. Hij volhardt in het jagen naar de heilig making in weerwil van alle belemmeringen en tegenstandmeer nogdie belemme ring, die tegenstand vuren zijn ijver aan. Trouwens bij wien het anders is, die mag wel een ernstig onderzoek instellen of hij wel het leven, dat uit God geboren wordt, deelachtig is geworden. Het leven der wedergeboorte verdraagt zich met de zonde niet, heeft lust aan heiligmaking en vat de volmaaktheid in het oog. De oprecht geloovige, die weet dat Jezus voor zijne zonden gestorven is, kan in de zonde niet leven of blijven, maar zoekt door Hem steeds meer van zonde verlost te worden. Diep in het hart gevoelt hij een onafwijsbaren drang naar het heilig en zalig leven, dat in de gemeenschap met God geleefd wordt naar dat leven strekt zich altijd weer uit zijn hart en vurig zielsverlangen. Hij weet het, dat het op aarde nooit ten volle bereikt wordt, dat hij hier nimmer zal kunnen zeggen dat hij het gekregen heeft of aireede volmaakt is. Maar als hij dan toch maar iets verder mag komen als de kracht der zonde dan toch maar meer gebroken, de gemeenschap met God maar meer genoten, de vervulling zijner roeping maar meer betracht mag worden O, dan verblijdt hij zich in den Heere, dan leeft zijn ziele op in hope en verwachting, dan zal elke overwinning hem met bran dende begeerte doen verlangen naar een nieuwe victorie. Met belijdenis van eigene onmacht, zal hij in de kracht des Heeren voortgaan om in een werkzame geloofs gemeenschap Christus gelijkvormig te wor den in zijn leven, lijden en dood, maar ook in zijn opstanding en hemelvaart. Nader bij God! dat wordt de leuze, de begeerte des harten. En zooals een looper in de grieksche wedstrijden zich inspande om toch aan het einde der baan de kroon te kun nen grijpen, zoo zal hij jagen en ijveren om voor zijn Heere en God een leven te leiden, dat naar belofte met de kroon der zaligheid en heerlijkheid zal worden be loond. Voor God alle gaven en alle talent, beide der ziel en des lichaams; voor zijn aangezicht een jagen, een benaarstigen om onbevlekt en onstrafïelijk voor Hem be vonden te worden in vrede. Hiertoe is Paulus ook van Christus Je zus gegrepen. Waarschijnlijk zinspeelt de Apostel, als hij deze woorden neder schrijft, op de ont fermende machtsdaad des Heeren, toen hij den weg naar Damascus ging. 't Was met een hart, dat met boosheid en wrevel ver vuld was; hij haatte Jezus en alle diens discipelen met een doodelijken haat. Maar zijn Ontfermer greep hem en hield hem staandede Heere maakte den bloeddor- stigen tijger tot een der schapen zijner kudde, aan welke Hij het eeuwige leven heeft toegezegd. Dien greep van Jezus heeft Paulus altijd gevoeld, en daarom bleef hij vol goeden moed, ook bij de ervaring van zijne zwak heden en onvolmaaktheid. De gedachte aan de machtige en genadige hand des Heeren vervulde hem met vertrouwen en blijdschap. Het stond voor Hem vast dat die Heere, die het met hem begonnen was, het ook voor hem voleindigen zou. En daarom geen lijdelijkheid en werkeloos zuchten, maar een vurig gebed en een ongeschokt vertrouwen, en als vrucht daar van een moedig en volhardend jagen om te grijpen naar dat hooge leven, waartoe Christus Jezus hem gegrepen had. Een beschamend en tegelijk bemoedi gend voorbeeld voor allen, die den Heere Jezus liefhebben in onverderfelijkheid. O, zij toch niemand traag in het be naarstigen. Hoeveel onvrede en donkerheid is daar de rechtvaardige vergelding van. En alle beroep op eigen onmacht en diepe afhankelijkheid, hoe waar ook op zichzelf, geneest de wonden niet, die wij door een onheiligen levenswandel ons zelf zoo smar telijk in het harte toebrengen. Richt op in 's Heeren naam en kracht de trage handen en versterkt de slappe knieën, en jaag de heiligmaking na, zonder welke niemand den Heere zien zal. En bedenk het dan steeds dat niet gij, maar Jezus de eerste is. Hij greep u, daarom kunt gij Hem grijpen. Hij wordt daarbij nooit ontrouw maar houdt u vast, wees ook gij dan getrouw en voleindig uwe heiligmaking in zijne vreeze. Zij het dikwijls uwe bede tot Hem Doe mij op 't pad van Uw geboden treên, Schraag op dat spoor mijn wankelende [gangen Daar strekt zich al mijn lust en liefde [heen (Psalm 119 18). van der Veen. KERK, BELIJDENIS, ZENDING. Geen politiek meer Bouma. ZEMDiyO. Een merkwaardig bericht. per half jaar franco per post .70 cent. Enkele nummers3 cent. MIDDELBURG. van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. Niet dat ik het aireede gekregen heb, of aireede volmaakt ben, maar ik jaag er naar of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook ge grepen ben. Het zy my vergund, nu we hier in 't midden van de verkiezingsdrukte zitten, U een oogen- blik bezig te houden over de politiek. Be vreemden doet bet me niet, dat menigeen een zekere afkeer gevoelt, als bij het woord boort, want er zit iets aan, dat niet weldadig aandoet. Zoolang bet recbtscbe ministerie achter de groene tafel zat, was er bijna niets goeds van te zeggen, als ge gelooven wildet, wat de vrij zinnige bladen ten beste gaven. Nauwelijks echter beeft bet plaats gemaakt voor een ander, of van alle kanten wordt de loftrompet gesto ken. Aan den oud-minister Heemskerk werd zelfs een zetel gegund in den Hoogen Raad. We [waardeeren bet, dat onze staatkundige tegenstanders er toe komen kunnen, maar bet is toch betreurenswaardig, dat de partij-poli tiek zoover gaat om alles af te keuren, zonder daar eenigen grond voor te hebben. Er blijkt tevens uit, boe er geoordeeld moet worden over bet geschrijf in vele couranten. Na de begoocheling krijgt ieder een oogenblik van ontnuchtering en hjj keert zich van de politiek af en zegtneen, ik laat er my niet meer mede in. Vooral komt zulk een gevoel vaak voor in onze kringen. Dit kan wel niet anders. In 't midden van 't strijdgewoel zagen velen de Banier des evangelies en zy liepen uit om ook op te trekken tegen den vyand, die bet oude christendom bannen wilde van de publieke erve. Hy boog zyn knieën en smeekte God, dat Hy een dam mocht opwerpen tegen den stroom des ongeloofs en als er dan een over winning behaald werd, dan was er een dank lied op zyn lippen. Maar de geestdrift bekoelde van lieverlede, omdat hy izien moest, dat de mannen van rechts niet met vrijmoedigheid opkwamen voor de eere van onzen Koning en by schudde menigmaal bedenkelijk bet hoofd, als by de verslagen van de vergaderingen las, want dan zeide hy tot zich zelf, moest by die gelegenheid nu eens niet vertolkt worden, wat ons beginsel eischt ook al gaf hy toe, dat bet niet zoo gemakkelijk is om op bet meest ge schikte tijdstip bet juiste woord te vinden. Hoe goed deed menigmaal een kloek getuigenis afgelegd in vergaderzalen ten aanboore van een geheel volk, maar omgekeerd boe verlam mend werkt het, als er niet geijverd werd voor wat ons bewoog "om den strijd aan te binden. Het woord coalitie-christenen kreeg onder ons een bedenkelijke bijsmaak. Al deze en nog andere dingen hebben mede gewerkt om onder ons de politiek eenigszins in miscrediet te brengen en bet aantal van ben, die niet graag ter stembus gaan, vermeer derd en er zyn er, die niet dan met de grootste moeite er toe te brengen zyn. Wy willen dit niet verontschuldigen, maar we willen toch eerlijkheidshalve erkennen, dat we er in komen kunnen. Als al onze mannen in raden en staten trouw zyn in bet benaarstigen, dan zal bet heilig vuur ook weer ontbranden in de borst van ben, die nu lauw en laks zyn. Wie eenmaal kiest voor bet Christelijk beginsel, moet er ook voor uitkomen en bet overal be leven, anders zal hy de achting verliezen en de ware bezieling uitdooven. Doch we mogen nooit onbillijk zyn en ver geten, met welken zegen God onzen staats- kundigen strijd beeft willen kronen. Schéén bet vóór jaren, dat de belijders van Jezus' Naam overal terug gedrongen zouden worden om ben zoo van allen invloed op bet volksle ven te berooven, bet is thans geheel anders. God heeft ons ruimte gemaakt in ons dierbaar va derland en we kunnen onze plaats tot dusver handhaven. De eisch van bet woord Gods is meermalen gelegd aan de consciëntie van rijken en armen en ook gesteld aan de wetgeving van 't land. Niet alleen kon voorkomen worden, dat wat er in onze wetten nog overgebleven was van bet evangelie behouden bleef, maar zelfs is er heel wat op nieuw vastgelegd wat we van bet hoogste belang voor ons volk achten. Hoe zou het er uitgezien hebben in ons land, indien er eens niet ware geweest een krachtige christelijke actie, ge hebt ternauwernood den moed om bet in te denken. Boven bêe en denken beeft God wel gedaan en als er dingen en menscben zyn, die U tegen vallen, laat bet oog open zyn voor wat de Heere gedaan beeft ook door middel van de christelijke politiek, opdat geen zwartgalligheid U beroove van de erkentelijkheid, welke ons voegt. Geloof veel eer, dat we ook deze teleurstellingen noodig hebben, opdat we bewaard zouden blijven vleescb tot onzen arm te stellen, waarover de vloek is uitgesproken. Als we goed staan, dan weten we het wel, dat we dezen strijd niet voeren om overwinningsfeesten te kunnen vieren, om eere en voordeel van menschen te ontvangen, maar omdat ons de nood is opge legd en bet woord Gods bet van ons eischt. Wy verwachten dan ook bet heil niet van onze mannen, die we willen waardeeren, voor zoo ver ze door bet beginsel geleid zich geven voor de moeielyke taak, maar alleen van Hem, wien de strijd en de overwinning is en we bidden, dat Hy ons bekwame tot zyn dienst. Wy lezen in De Standaard van 24 8ept. bet volgende merkwaardige bericht: „naar De Ned. verneemt is ds. D. J. B. Wyers, pred. der Geref.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 1