De wegen tot het Leeraarsambt. v. SPROKKELINGEN. 't Kwaad volgt, waar de drank komt. Nog nooit. Kerk en Schoolnieuws. Officiëele .Berichten* Vacaturebenrten Classis Middelburg. Verantwoording van Liefdegaven BOEKAANKONDIGING. Een belangrijke Uitgave. In de allereerste plaats willen we nog iets zeggen over het bieden van steun aan jonge lieden, die zulk een tydroovende en kostbare studie als die der Theologie met hare zes-j arige noodzakelijke voorbereiding zelve niet geheel of in 't geheel niet bekostigen kunnen. Yry talrijk zijn bij het staan naar het Leer aarsambt de gelegenheden, om finantiëel voor een klein gedeelte of voor het grootste deel, of soms zelfs geheel geholpen te worden. Onze kerken allereerst arbeiden, krachtens Art. 19 K. O., voor zooveel noodigdat er stu denten in de Theologie zyn, die door haar onderhouden worden. Zij vormen als kerken van een provincie of van een deel eener pro vincie voor dit doel een kas, waarvoor zij jaar lijks, indien noodig, één of meermalen collec teeren. Deze kas is niet een kas E(x) B(onis) P(ublicis)een benaming, die de laatste maan den weer in sommige classicale verslagen van classes in het Zuiden van ons land opdook, en die maar hardnekkig schijnt stand te houden bij een Part. Synode in het Noorden des lands. Sinds we als Gereformeerde kerken vrij zijn van den Staat, ontvangen we geen geldelijken steun meer uit goederen, waar de Overheid de beschikking over heeft. Wat de kerken zelve door middel van collecten bijeenbrengen voor de kas ter uitvoering van Art. 19 K. O., is geen publiek goed, maar is privaat goed der kerken. De private gelden uit deze kas worden aangewend tot steun van hulpbehoe vende studenten, voor zoover er aanvragen in komen en op goede gronden kunnen worden toegestaan, en voor zoover de inhoud van deze kas strekt. Behalve langs dezen kerkelyken weg is het ook op andere wijze mogelijk tegemoetkoming te zoeken in de hooge onkosten voor de Theo logische studie. De Yereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag heelt bij hare stich ting de Vrije Universiteit, gelijk in het bloei tijdperk der Gereformeerde beginselen de Leidsche Academie, een hospitium, dat dienst doet om in leeren, leven en samenleven de studenten te steunen. Dit huis tot ontvangst en onderhoud van jonge, bekwame studenten neemt de jongelieden op, die voornemens zijn de studie der Theologie te kiezen, en die wèl bekwaam zijn voor de studie, maar niet be middeld" geribég vöor de daarmee verbonden studie-kosten. Lezenswaard over dit vriende lijk tehuis van gastvrijheid is„Universiteit en hospitium in onderling verband, naar den eisch der Geref. beginselen", door Dr. A. H. de Hartog, 1888. Sinds het jaar 1904, het gedenkjaar van het 50-jarig bestaan der Theol. School, is er te Kampen een generaal Studie-fonds, waaruit hulpbehoevende studenten steun kunnen ont vangen. Dit fonds draagt een particulier ka rakter; het staat onder beheer van de Profes soren der Theol. School. Het heeft thans, ook mede door kerkelijke collecten, over een ka pitaal van eenige duizenden de beschikking. En zou het nu niet mogelijk zijn, bij gebrek aan studenten, en wanneer men inderdaad over tuigd is van predikanten-nood, van dat kapitaal iets meer af te nemen voor het doel, waartoe het is bijeengebracht? Wie over dit punt meer wil weten, leze hierover de Handelingen van de vergaderingen van de Curatoren der Theol. School, in de laatste jaren gehouden. Er blijkt hieruit dus, dat voor diegene, die het tfceffeljjke ambt van Herder en Leeraar begeert en bijzondere gave voor de studie' be zit, maar in meerdere of mindere mate gehol pen moet worden, ergens nog wel een hulp kantoor is te vinden, waar hij kan aankloppen. De groote moeilijkheid voor een jongmensch is echter om zóó ver te komen, dat hij aan een Hoogeschool kan worden toegelaten. Met dat doel voor oogen, zijn ook nog een drietal wegen, die achtereenvolgens beproefd kunnen worden. Allereerst behoort het ook tot de roeping van de kerken, niet slechts om te arbeiden, dat er studenten in de Theologie zullen zijn, maar ook, indien ze er niet of niet genoegzaam zijn, te arbeiden, dat ze er komen zullen. Een tijd lang maakte een stroom van candidaten den arbeid der kerken in dezen minder noodig, waardoor hier en daar steun aan gymnasiasten werd buitengesloten. Maar nu de omstandig heden zich langzamerhand hebben gewijzigd, zal deze wijziging der omstandigheden ook langzamerhand wel inwerken op de wijze van beheer van de kerkelijke kassen naar Art. 19 K. O. Godvreezende jongelieden, zoowel in 'provinciën, waar deze weg niet, als in provin ciën, waar deze weg wèl werd afgesneden, doen goed de Deputaten van zulk een kas voor een aanvrage te plaatsen. Ook het studiefonds van de Theol. School biedt niet alleen steun aan hen, die reeds in de Theologie studeeren, doch ook aan gym nasiasten, die zich daartoe voorbereiden-, en reeds in een hoogere dan de eerste klas van het Gereformeerd Gymnasium te Kampen zitten. Zij, die voornemens zyn, na volbrachte voor bereidende studie, de colleges te volgen aan de Theol. School, kunnen hier hulpe zoeken. Verder is er in ons vaderland, volgens het Kerkelijk Handboek, uitgave Oosterbaan Le Cointre, een „Vereeniging tot instandhouding van het Gymnasiale Studiefonds „Kerkhulp". Deze Vereeniging heeft ten doel tijdelijken steun te verleenen aan die jongelingen, welke aan een Geref. Gymnasium wenschen te stu deeren met het voornemen om later de Geref. kerken te dienen. Zie hierover verder genoemd Handboek, jaargang 1918. En eindelijk blijft de weg nog open, dat een mingegoede steun zoeke óf bij een rijk familie lid öf bij gegoede broeders of zusters in het geloof, die uit liefde tot Gods Kerk er lust in hebben om een godvreezende en leergierige knaap voort te helpen, öf bij broeders en zus ters naar den bloede, die hun deel van de ouderlijke bezitting beschikbaar kunnen stellen om de vurige begeerte van een eigen broeder vervuld te zien. Wat al een arbeid, door kerkelijke en parti culiere actie, om leeraren te vormen uit minder gegoede jongeliedenHoe menigvuldig kan hulpe worden gezocht en hulpe worden geboden Wie langs de meeste van deze verschillende wegen hulpe biedt, werkt krachtig mee om te bevorderen, dat er studenten zullen zijn in de Theologie. Wie dan bovendien nog contribueert voor het Geref. Gymnasium te Kampen, steunt daarin wederom op indirecte wijze de Theol. School. Hoe pover steekt, bij zóó breede actie om predikanten te vormen, het zwakke pogen af, om de reeds gevormde predikanten met eere te onderhoudenEn alsof deze veelvuldige arbeid langs die onderscheidene banen in zijn ontwikkeling reed3 nu het hoogtepunt had be reikt en in breedte nog te kort schoot, is in verschillende provinciën daaraan nog toe te voegen de actie van provinciale comité's tot steun van de Theol. School. Van meer dan één zijde is in den laatsten tijd gezegd „Men kan het eene doen en het andere ook". Maar waarom is dan over het algemeen nog zóó weinig geschied om aan den algemeenen mistoestand inzake de salariëering der leeraren een einde te maken? Moet niet ieder toestemmen, dat de levensstandaard ver geleken met die van vóór vijftien jaar 20 pCt. is omhoog gegaan? En indien predikantsge zinnen met vele kinderen nu nog geheel of bijna geheel een tractement hebben als vóór 1015 jaar, waar is dan de diepte van in- en doorzicht bij de gemeenteleden, en waar is het solidariteitsgevoel van hen, wier inkomen met dat van vroeger wel 20 pCt. verschilt? Aan den veelvoudigen arbeid om studenten te kweeken moet voorafgaan een even kracli- tigen arbeid om den leeraarsstand uit zijn maatschappelijke verlaging op te heffen, en om te voorkomen, dat de leeraren bij overvloed van kinderen, wetenschappelijk verhongeren. Maar al staat dit op den voorgrond, we kun nen toch ook niet buiten studenten. Het levensbelang van de kerk en het bestaan van scholen voor wetenschap en opleiding eischt, dat er studenten zijn. We moeten studenten hebben, bemiddelde, min-bemiddelde en onbe middelde studentenstudenten met volle, met half-volle en met platte beurs, maar die alle dit gemeen hebben, dat ze een hartelijke be geerte in zich dragen, in den weg van veel vuldig gebed versterkt, om den Heere in het evangelie te dienen. Bij de tegenwoordige stand van zaken dreigt er echter gevaar. Het gevaar, dat in onzen tijd het leeraars ambt „om het loon" zal worden gezocht, is vrij denkbeeldig. Er dreigt een heel ander, en wel drievoudig gevaar. Allereerst dreigt het gevaar, dat, indien niet met vereende krachten langs verschillende wegen er op wordt ingewerkt, dat de algemeene mistoestand van de salarieering der leeraren zoo spoedig mogelijk wordt weggenomen, de kerken door dit talmen jongelieden van deftigen Gereformeerden huize den weg tot het leeraars ambt zoo goed als afsnijden. Het onvermijdelijk gevolg daarvan zal zijn, dat er bijna uitsluitend studenten komen uit gewone burger- en boeren gezinnen. Een verder gevolg, dat de kerken daardoor moeten derven de uitstekende geestes gaven, de fijne beschaving en hoogen kunstzin, waarin jongelieden uit de hoogste standen vaak uitmunten. Een tweede gevaar, is, indien de beletselen tot de leeraarsambt niet tijdig worden weg genomen, dat zal moeten worden „omgezien" naar jongens en jongelingen, die niet allereerst uit eigen beweging het leeraarsambt zoeken, maar waarin die begeerte van buiten af moet worden ingebracht. En daarbij is ook niet slechts denkbeeldig, dat de zucht om college-banken te vullen er toe verleiden zal om het minder nauw niet het gehalte te nemen. En ten slotte dreigt, indien deze stand van zaken blijft, nog het gevaar, dat, omdat het leeraarsambt niet genoeg op de normale wijze wordt gezocht, over heel het land altijd mannen in de weer moeten zijn, om voor ieder volgend jaar leerlingen gereed te hebben. Het Ameri- kaansche systeem bij sommige Universiteiten Die commissionairs in adspirant-studenten komen dan voor een eigenaardige moeilijkheid te staan. Het uitgangspunt by hun arbeid wordt niet het gemeenschappelijk geloof in den Heere Jezus Christus en de gemeenschappelijke liefde tot één en dezelfde Kerk, maar de éénheid inzake een opinie over de Hoogeschool. Het zwaartepunt wordt uit de kerk naar de school verlegd. Een plaatselijke Kerkeraad, een plaatse lijke Dienaar des Woords, plaatselijke toestanden worden getoetst aan den maatstaf van die op- leidings-opinie. Worden deze naar dien maatstaf geoordeeld, te licht bevonden, dan komt de vraag zullen ze maar niet op zjj worden gezet Heilig en heerlijk is het doel, om uit liefde voor de zaak des Heeren en uit liefde voor Zijne kerk, jongelieden op velerlei wyze tege moet te komen, indien zjj zelve het Leeraar- ambt uit liefde tot den Heere zoeken. Ook den weg, waarin dit doel wordt nage jaagd, is niet onverschillig. Indien het nagejaagd zou worden met ver treding van heilige verhoudingen, dan komt by den dieper denkende de vraag is zulk een middel wèl [geoorloofd En wanneer daarbij als dekmantel iets zou worden ingebracht, dat tot nog toe in den kerkelijke weg niet ter tafel is gebracht, komt dan niet by vernieuwing de vraag opIs zulk een middel wèl geoorloofd Een leeraar is van Godswege geroepen te arbeiden voor de bestendiging van het leeraars ambt. Ook een Kerk moet arbeiden, dat er studenten zyn in de Theologie. Is een leeraar of een kerkeraad hierin slap, dan wordt hy by de visitatie opgewekt. En by gebrek aan studenten dient zich de arbeid der Kerken te vermenigvuldigen. Evenwel, laat ons kerkelijke zaken op kerke lijke wyze behandelen. Ook dat is allereerst de roeping van leeraren zelve. J. H. Lammertsma. Schrjjf op elke kroeg dit woord, Schrijf het op de kerkerpoort, Schrijf voor club en sociëteit, 't Woord, elk manend tot beleid „'t Kwaad volgt, waar de drank komt." Schrijf in ieder hospitaal, Schrijf m elke ziekenzaal, Schrijf °P markt en school en huis 't Woord, dat wyst op'tschandvolst kruis „'t Kwaad volgt, waar de drank komt." Dat het in 's lands raadzaal prijk', Nooit uit oog en hart daar wijk', Schild voor huis en kerk en land, 't Woord, dat eens de drankpest bant ,'t Kwaad volgtwaar dè drank komt." John Wesley verhaalt ergens Ik bevond my eens in een gezelschap, waar zeer veel kwaad gesproken werd van zekeren W., toen opeens iemand zeer terecht de opmerking maakte, dat de Heere zich van verschillende middelen be dient om een mensch tot bekeering te brengen, maar voor zoover hy wist was nog nooit iemand tot de overtuiging van zyne zonden ge komen door kwaadspreken achter zyn rug. BEROEPEN te Gamerends. N. Diemer te Dronryp te Zevenhuizen cand. J. B. Jansen te Kampen te Kommerzylcand. C. Bouma te Groningen. BEDANKT voor Bunschotends. G. Doekes te Nieuwdorp voor Herwynen: ds. A. Voogel te Puttershoek voor 's Hertogenboschdr. J. G. Geelkerken te Epe; voor Eng wierumds. H. Enserink te Nieuw veen Ds. L. Neyens, de oudste predikant by de Geref. kerk te Amsterdam, is op 72-jarigen leeftijd overleden. ZEerw. kwam reeds jong tot de bediening des Woords. Op nog niet 22 jarigen leeftijd, op 12 Oct. 18G2, werd hy in de toenmaals Chr. Geref. Kerk van Apeldoorn door prof. de Cock bevestigd. Van 1868—1874 stond hy te Sneek en sinds dien, dus ruim 38 jaren, te Amsterdam. Ds. J. A. Bult, te Winschoten, is voor nemens op de met Nov. te houden classis- vergadering zyn verzoek om Emeritaatsver- leening op grond van 40 dienstjaren in te dienen. CLASSIS ZIERIKZEE. Deze classis zal op verzoek en met het oog op de pred.-conferentie niet 17 maar 10 Sept. vergaderen. Namens de roepende kerk, J. Sybesma, Praeses. D. Mulder, Scriba. GAPINGE. 12 Oct. ds. Netelenbos. 26 ds. Scheele. 9 Nov. ds. de Kruyter. 23 ds. de Jager. 7 Dec. ds. Koopmans. 21 ds. Wolf. TE ROOSENDAAL. In Oct. ds. Bouma. Nov. ds. Toebes. Zending Middelburg B. In dank ontvangen uit de volgende busjes: Families, J. inh. f 1,75V2 H. inh. f 1,65 v. O. inh. f 3,58Vsde H. inh. f 0,99v. S. inh. f 0,68 J. B. inh. f 2,25de C. inh. f 1,88 H.k. inh. f 1,17. Namens gecommitteerden tot de Zending. P. B. Tazelaar. 6 Augustus 1913. Naar wy vernemen zal de Uitgever J. H. Kok te Kampen weldra weer een nieuwe omvangryke uitgave het licht doen zien. Er is op zyne drukkery ter perse gegaan een nieuwe herdruk van den Statenbybel, en wel naar de bekende uitgave van Jacob en Picier Keur en voorzien van een inleidend woord van prof. L. Lindeboom. De origineele uitgave van dezen bekenden Bybel wordt opnieuw zorgvuldig nagezien en getrouw, dus geheel onverkortin onze heden- daagsche spelling overgebracht. In tweeërlei opzicht zal echter deze nieuwe uitgave onder scheiden zyn van de oude le door het formaat, en 2e door de wyze van zetten. In plaats van het onhandige folio formaat, wordt deze druk uitgegeven in een meer handig 8° formaat, en zal hy compleet zyn in drie deelen, in sterke Bybelbanden gebonden. En waar by de vroegere drukken het opzoeken der kantteekeningen altyd min of meer een lastig en tydroovend werk was, is het na vele proefnemingen gelukt een wyze van zetten te vinden, zóó practisch, dat alle aanteekeningen zonder tydverlies oogen- blikkelijk kunnen worden gevonden, wat zeker geen geringe verdienste van deze uitgave is. Ook de keuze van lettersoort en papier is niet dan na vele proefnemingen vastgesteld, en laat niets te wenschen over. De uitgave zal ook in afleveringen plaats hebben en de prys zal uiterst billijk zyn. Moge deze groote en kostbare onderneming, die onzen ouden en geliefden Statenbybel zal trachten ook voor het dagelyksch gebruik in onze gezinnen meer in eere te brengen, door ons volk op voldoende wyze worden gesteund. CORRESPONDENTIE. Volgende week hopen we te beginnen met een Feuilleton getiteld „Als een vuurbrand uit het vuur gered" door Pekah. Rkdaktie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 3