Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland»
Onder Redactie vanDs. L. BOOMA, Os. R. J. VIN DER VEEN en Ds. J. D. WIELENGA.
lie Jaargang.
Vrijdag 22 Augustus 1913,
No 10.
Drokker-Ditgefer
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
1B0NHEMEHTSPBUS
A. D. LITTOOIJ Az
MIDDELBURG.
PRIJS DER iDVERTEHTIEN
GELOOVEN IN ZIJN NAAM.
De Zone Gods, het eeuwige Woord des
Vaders, was in de wereld eer Hij mensch
werd, en de wereld heeft Hem niet gekend.
Wat meer is, in de volheid des tijds is
Hij vleesch geworden, Hij is gekomen tot
het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem
niet aangenomenIsraël heeft Zijner niet
gewild. Nu zou de vraag kunnen oprijzen
heeft God zijn Eengeborene dan doelloos
aan de wereld gegeven, is Christus tever
geefs op aarde gekomen Dat zij verre 1
Hing het van de verdorvenheid en boos
heid der menschen af, dan zou nooit eenig
zondaar zien naar Hem, die ons heeft aan
gezien. Maar heeft de mensch zijn- raad
en gedachten, onze God heeft ook de zijne,
en naar zijn eeuwigen raad en barmhar-
tigen wil is het, dat er zondaren tot
Christus komen dat er een volk is, saam
geroepen uit Joden en Heidenen, dat
Christus aanneemt met een oprecht geloof,
en dat door Hem nu en in eeuwigheid
gezaligd wordt. Johannes spreekt er van
als hij zegt: Maar zoovelen hem aange
nomen hebben, dien heeft Hij macht ge
geven kinderen Gods te worden, (namelijk)
die in Zijn naam gelooven.
Of dat nu velen of weinigen zijn die
Christus aannemen, daarover laat hij zich
hier ter plaatse niet uit. Wij leeren thans
van hem alleen dat er zijn, die Christus
aannemen. Uit de Schrift en de ervaring
weten we echter, dat het niet ieder ge
geven is en dat het niet ieders lust of
behoefte is. Dagelijks zien we, hoe verre
weg de meesten den Christus verwerpen,
en bij eenige kennis van Gods Woord en
van het menschelijke hart is het ons wel
duidelijk, dat er voor het aannemen van
Christus een zekere geestelijke gesteldheid
des harten noodig is, die den mensch van
nature niet bezit, maar die een gave der
genade Gods is. Wat een mensch niet
kent, dat waardeert hij nietwat hy oor
deelt noodig te hebben, dat versmaadt hij
en als zijn hart aan eenige zaak geen lust
heeft, dan is het een kwaad werk hem
daartoe te bewegen. Zoo nu is het bij
den natuurlijken mensch ten opzichte van
Christus hij kent hem niet, hij heeft geen
lust aan Hem. Daarom komt het bij hem
niet tot een aannemen, maar blijft het
bij een verwerpen.
Maar anders wordt dit, wanneer wij met
ons zeiven zijn bekend gemaakt en ons
zielsoog Christus gezien heeft in Zijn Mid
delaarsheerlijkheid. Als God door Zijne
genade u bij uwe zonden bepaald heeft;
als ge uw schuld hebt ingezien, waarmee
gij schuldig zijt voor Zijn heilig aangezicht
als ge uwe verlorenheid en verdoemelijk
heid voor God verstaan hebt, dan ziet ge
in uw nood en ellendigheid naar een helper
uit. En als dan de eenige, die redden
kan als dan door het Evangelie onze lieve
Heiland en Zaligmaker Jezus Christus tot
u komt, en Hij zegt het u dat er bij Hem
vergeving is van al uwe zonden, bedekking
van al uw schuld, behoudenis en volko-
mene zaligheid bij al uwe ellendigheid,
dan werpt ge u, zooals ge zijt, in zijn ge
opende liefdearmenge vertrouwt u aan
Hem toe en ge neemt Hem aan tot een
redder en bijstand in al uwen nood. En
dat is het nu, wat Johannes u noemthet
gelooven in Zijn Naam; een vertrouwen
des harten, dat Christus is, wat Hij heet,
een Gezalfde Gods, die op aarde kwam
om zalig te maken, dat verloren is. Een
aannemen van dien Christus voor eens,
maar een aannemen dat zich ook altijd
weer herhaalt; een aannemen, dat telkens
wint in innerlijke kracht, naarmate gij
zelf bij den voortgang des levens overtuigd
wordt van uw eigen doodelijke onmacht
en van des Heeren algenoegzame volheid.
Een aannemen, waarbij ge met uw ziel
amen zegt op het woord van den apostel
Paulus Christus is ons geworden wijsheid
van God en rechtvaardigheid en heilig
making en verlossing.
Het voorrecht dat in de aanneming van
Christus gelegen en aan het gelooven in
zijn naam verbonden is, is onuitsprekelijk.
Johannes zegtZoovelen Hem aangenomen
hebben, dien heeft Hij macht gegeven
kinderen Gods te worden. Kinderen Gods
Dat zijn wij van nature niet, neen, dan
zijn we kinderen des toorns en een zaad
des duivels, ontbloot van Gods beeld en
vervreemd van zijn dienst. Maar door
Christus worden wij kinderen Gods. Chris
tus is de Zoon, de eenige en eeuwige Zoon
des Vaders, maar die in Hem gelooven en
Hem van harte aannemen worden om
Zijnentwil uit genade tot kinderen Gods
aangenomen.
Ge moet hier niet denken aan het won
dere en heerlijke werk der wedergeboorte
dat verborgene en almachtige werk des
H. Geestes ligt niet in de eerste plaats
in de lijn van Johannes denken. Zoodoende
zoudt ge de heilige orde van Gods werken
omkeeren. Een zondaar wordt niet weder
geboren als en omdat hij gelooft; maar
omgekeerd vloeit uit het wonder der we
dergeboorte hem al zijn heil en zaligheid
toe. Johannes zegt dan ook zoo duidelijk
zoovelen Hem aangenomen hebben, dien
heeft Hij macht gegeven kinderen Gods
te worden.
En daardoor verstaat hij niet dat den-
zulken daartoe gelegenheid en vermogen
gegeven wordt, terwijl het nu verder aan
hun vrijen wil overgelaten wordt, om al
dan niet van dit voorrecht gebruik te
maken. Neen, maar door macht wil hij
het recht, de bevoegdheid of de waardig
heid verstaan hebben, en alzoo wijst hij
met dit woord aan, dat allen, die Christus
aannemen, onmiddellijk en metterdaad
tot den rang van kinderen Gods verheven
worden. Door Christus worden zij aan
genomen tot kinderen Gods, want zij zijn
in Hem deelachtig de vergeving hunner
zonden en de verzoening met GodHij
schenkt ze beide, de rechtvaardigmaking
naar de Wet en de vernieuwing des levens
door de kracht van Zijnen H. Geest. In
nerlijk en uiterlijk ontvangen ze door
Christus de macht om kinderen Gods te
worden, om in heel hun wezen en doen,
in al hun denken, spreken en handelen
te openbaren hunne gemeenschap met den
Vader, wiens beeld zij door genade dragen
mogen. Ten aanzien van allen, die in
Christus gelooven, schaamt God zich niet
hun God genoemd te wordenja Hij noemt
ze Zijne zonen en dochteren.
Welk een voorrecht! Denkt u dat eens
in. Van nature verloren en verdoemelijk
voor Godvervreemd van het leven Gods
door de onwetendheid, die in u was met
geen andere gegronde verwachting in het
hart dan deze, dat gij eenmaal hooren
moestGaat weg van mij, gij vervloekten,
Ik heb u nooit gekend
En nu door Christus macht ontvangen
om Gods kinderen te wordenom uw
schuldig hoofd op te heften in het geloof,
dat al uwe zonden u door God om Christus
wil vergeven zijn om voor het aangezicht
van uw God in heiligheid en rechtvaar
digheid te wandelen al de dagen uws
levens; om tot dien God in den hemel te
gaan met al uw klachten, zorgen en noo-
denom Hem biddend in den naam van
uwen Heiland alles bekend te maken wat
u drukt en benauwt; om van Hem de
vervulling te verwachten van al uwe be
hoefte; om in de oogenblikken, waarin
de blijdschap des Heeren uwe sterkte is,
Hem te noemen »Abba, Vader"om uw
lot en leven in Zijn almachtige en getrouwe
Vaderhand te stellen, en te gelooven dat
Hij u straks en voor eeuwig opnemen zal
in Zijne heerlijkheid. Teveel om aan te
nemen als het niet alles in uw Heiland
was, die het met tranen voor u verworven
heett en door Zijne groote liefde het alles
uit genade u schenkt. Kinderen Gods,
dat zijt ge, allen gij die gelooftmaar
en vergeet het nooit kinderen Gods
zijt gij door Hem. Hij heeft u macht ge
geven kinderen Godé te worden.
En zoo hangt dan alles aan Jezus. Leeft
ge buiten Hem, dan kan het bij u niet
anders zijn dan donker en bang. Die den
Zoon niet eert, die eert ook den Vader
niet, die Hem gezonden heeftdan zult
ge 't leven niet zien, maar de toorn Gods
blijft op u. En dien Christus biedt God
nog steeds, nog heden aan door het heilig
Evangelie. Verwerp Hem nietHij zoekt
en roept u.
Of mogen de beginselen van 't gelooven
en aannemen in u gevonden worden, love
daarvoor uwe ziel Gods groote genade,
waarmede gij begenadigd zijt geworden
in den Geliefde. Bewaar in Godes kracht
wat u geschonken is, en zij er een be
stendig opwassen in de kennis en de ge
nade van onzen Heere Jezus Christus.
Door Hem Gods kind geworden, Satan
betwist het ukleinmoedigheid betwijfelt
het bij oogenblikken; de wereld gelooft
het niet. Maar God zegt het u in zijn
onbedriegelijk Woord en de eerstelingen
des Geestes zijn u daarvan de zalige on
derpanden. Gij kunt in Christus niet
hebben geloofd of God heeft voor eeuwig
u aangenomen als Zijn kind.
Van der Veen.
ZENDING.
Solo.
Huwen op Java.
per half jaar franco per post
Enkele nummers
70 cent.
3 cent.
van 1—5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent,
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
Maar zoovelen Hem aangenomen
hebben, dien heeft Hij macht ge
geven kinderen Gods te worden,
(namelijk) die in Zijn Naam ge-
looven.
Joh. 1 12.
De brieven, door dr. v. Andel te Solo aan
den Kerkeraad van Amsterdam gezonden, wer
den gedrukt aan belangstellenden in de Zending
en aan de kerkelijke bladen toegezonden.
Plaatsruimte verhindert ons deze belangrijke
brieven in hun geheel op te nemen bovendien
houden ook de brieven van ds. Merkelyn -ons
op de hoogte van het Javaansche leven.
Twee merkwaardige voorvallen vermelden wij
echter, omdat zij ons een recht inzicht geven
in de moeilijkheden, waarmede de Zending te
worstelen heeft, en ook doen zien, hoe gezaaid
kan worden aan alle wateren.
Uit brief III het volgende, dat wij saamvat-
ten onder het opschrift
Op onze school is een jongen van 13 of 14
jaar, die christen wil worden en later onder
wijzer in een zendingsschool. Gisteren heeft
zijn vader hem weggehaald. Want hy wil hem
uithuwelijken. De loerah (burgemeester) van
de desa wil met dien vader „mede-schoonvader"
worden (hiervoor is in het Javaansch een af
zonderlijk woord), en nu zyn de oudere broers
en het jongere zusje al getrouwd, zoodat hij
alleen voor zoo'n huwelijk beschikbaar is. Als
hij getrouwd is, mag hy weer weggaan en voor
onderwijzer studeeren, en als hij dan later in
zijn vrouw geen zin heeft, kan hij van haar
scheiden. Die jongen heeft volstrekt geen lust
om te trouwen. Hy vindt zichzelf veel te jong
en houdt niet van dat meisje. Maar al zijn
tegenwerpingen baten niet. Ook wij hebben er
niets tegen kunnen doen.
Men zou zeggenwaarom kan dit huwelijk
niet tot later uitgesteld worden? Maar die
ouders hebben nu geld om een groot feest te ge
ven, en als zij dit doen, worden zy van allen
geprezen voor hun liefde tot hun kinderen. Daar
bij komt, dat een huwelijksfeest een voordee-
lige zaak is. Want de vaders krijgen een ge
schenk van de gasten. En nu heeft die loerah
al dikwijls zelf een geschenk moeten geven, en
hij vindt, dat het nu eindelijk eens tijd wordt,
dat al die menschen hem een geschenk geven.
Omdat hij loerah is, kan hij verwachten, dat
die geschenken vrij groot zullen zyn. 't Is dus
een handelszaak: hij wil de vroeger gegeven
geschenken met woeker terug ontvangen. Daar
worden die arme kinderen aan opgeofferd. En
die vaders worden door allen geprezen
voor hun liefde tot hun kinderen.
In brief II vinden wij een beschrijving van
De Jaarmarkt van Solo.
In Februari werd de beroemde jaarmarkt
van Solo, de sekaten, die zeven dagen duurt,
gehouden. Op de aloon-aloon, het ontzaggelijk
groot plein vóór het paleis van den Soesoe-
hoenan werden de bamboe-gebouwen opgesla
gen. Er was een reuzengebouw, dat meer dan
honderd winkeljes bevatte. Dit gebouw was
door den Soesoehoenan opgericht ten dienste
van de inlandsche nijverheid alleen verkoopers
van voorwerpen van inlandsch maaksel kregen
daar een plaats. Batik en houtsnijwerk, koper
en zilverwerk, bewerkt hoorn en juwelierswerk
werden daar ten verkoop geboden. Ook boeken
door Javanen geschreven, propagandaboeken
voor den Islam, en de Koran in het Javaansch.
Er waren ook fraai geteekende Koranteksten,
bestemd voor wandversiering. Boven den ingang
van het gebouw stond, behalve de initialen
van den Soesoehoenan Pakoe Boeana X„ten
toonstelling van inlandsche nijverheid". En nu
bleek weer eens, hoe eigenaardig een vreemd
woord kan verbasteren. De Javanen begrijpen
natuurlijk het Hollandsche woord „tentoonstel
ling" niet, en maakten ervan„toko stelling".
Als men in een andong stapte en zei „tentoon-