Een Dorpsgeschiedenis
FEUILLETON.
Zomermaand in Lerwick.
De wegen tot het Leeraarsambt.
Vierssen. Vrijdag om de 14 dagen 's avonds
8V4 uur in het Evang. Gemeindehaus.
Wattenscheid. Gemeindehaus bei 't Evangel.
Krankenhaus. Zondag 's middags 2Vs nur.
in België:
Antwerpen: eene Gereformeerde kerkZon
dagsmorgens 10 'uur en 's avonds 5 uur, 85
Sanderusstraat, ds. V. Hepp.
Brusseleene Gereformeerde kerk, Zondags
morgens 10 uur en 's avonds 5 uur, 5 Nieuwe
Graanmarkt, ds. Chr. Warner.
Vooral vergete men niet, hoezeer den geloofs-
genooten in den vreemde vreugde verschaft
wordt, als hunne samenkomsten door landge-
nooten bezocht worden.
J. D. wlelenga.
I.
Te Schiedam, donkere en zwarte stad, in de
ruime en vriendelijke pastorie, waar de gast
vrije familie ds. S. T. Goslinga woont, kwamen
wij (ds. G. H. A. v. d. Vegte van Urk en on-
dergeteekende) op den namiddag van den tweeden
Juni bijeen om de reis naar Lerwicks rotsen te
ondernemen en daarna te arbeiden onder onze
Hollandsche haringvisschers.
Enkele weken tevoren was er besloten in een
vergadering der deputaten tot dezen arbeid, waar
wü als „de te zenden predikanten" mede aan
zaten, dat wü in Rotterdam scheep gaan zouden.
Müne zwakke hope, dat wü ons uitgangspunt
hier te Vlissingen zouden kunnen nemen en
dat ik dan de zoo belangrüke predikanten-con
ferentie zoude kunnen büwonen, ja misschien
ook nog de Particuliere Synode zoude mogen
openen, was daar weggeblazen als üle rook voor
een flinken bries van degelüke argumenten.
Niet dat er ook maar eenige vreeze in mü was
als zouden deze beide gewichtige vergaderingen
zonder mü niet vlot van stapel loopen maar
eenig spütgevoel had ik toch wel, dat ik afwezig
moest wezen juist nu voor de eerste maal Vlis
singen de eere zoude genieten als gastvrouwe
op te tredende gedachte evenwel, dat een
mensch toch niet alles op eens en tegelük heb
ben kan, bracht mü spoedig troost en rust.
Hoe goed deed het mü nochtans, dat één der
eerste briefkaarten, die ik te Lerwick ontving,
kwam van een Zeeuwschen predikant, wiens
naam ik nu maar verzwügen zal, om mü te
melden, dat èn Conferentie èn Synode uitnemend
waren geslaagd en dat Vlissingen had bewezen
de kunst van „recipieeren" te verstaan; voor
deze verrassende vriendelü'kheid zeg ik hem hier
openlü'k dank en hü wete, dat ik mü in ge
dachten hen heb voorgesteld als lezende doch
ook beoefenende Salomo's spreuk„Een goede
ty'ding uit een ver land is als koud water op
een vermoeide ziel."
Voor wie op een verre reis uit moet, is beter
nog dan zulk een vriendschapsuiting de wü'ze
voorlichting van een met-kennis-van-zaken-
sprekenden vriend, gelü'k wü dien in onzen
gastheer ds. S. T. Goslinga voor ons hadden.
Blü'kbaar is op hem de mantel van wülen
ds v. d. Valk gevallen voor het werk, dat nu
al jaren achtereen in Shetlands hooge Noorden
wordt verricht. Groot van gestalte, forsch van
bouw en breed van schouderen, daarbü M sterk
gry'zend, maakt hü den indruk te midden van
zü'n talrü'k gezin van een patriarchmaar 't
is een lust om te zien met wat een jeugdig
vuur en heerlüken moed hü redeneert over
Lerwick, over Lerwicks inwoners en over den
arbeid, die daar onder de Hollanders zoo ge
zegende vruchten draagt.
Niettegenstaande zün jaren al wat geklom
men waren, is hü er een paar malen heenge
togen, om zelf te doen, wat hü anderen zoo
gaarne ziet doen en waarvoor hü ook nu nog
geen moeite te groot acht. Op alle onze vragen,
wüze en domme te saam, gaf hü on^al aanstonds
zulk een duidelü'k en afdoend antwoord, dat
wü volkomen bevredigd waren. En toen hü,
als hoofd van de tafel, waaraan wü den af-
scheidsmaaltüd nuttigden, ons op onze reize
Gode had aanbevolen en den zegen over onzen
arbeid had afgesmeekt, verlieten wü met dank
baarheid maar ook met grooten moed züne
woning, door een paar züner zonen uitgeleid naar
Rotterdams Parkhaven.
Rommelige drukte van haastende bedryvig-
heid verbreekt de teere stilte van den vredigen
avond, die langzaam zü'n valen sluier spreidt
ook over de werkvolle Parkhaven. Rechtop naar
boven gaan de krinkelende rookpluimen uit
de breede pü'pen der trotsche zeebootenals
vlugge vogels scheren de snelle sleepbootjes over
het lichtelijk gerimpelde water; 'twüst alles
op een goede reis voor de Whitby Abbey",
die haar zware lading niet op tü'd binnen krü'gen
kan, en ook voor hare reizigers, die zy' over de
diepe wateren der Noordzee zal voeren naar
Engelands groote havenstad Huil.
Eindelü'k, ongeveer drie kwartier te laat,
worden haar de banden en touwen losgemaakt
maar even meer en wy' glüden den waterweg
af't lükt één groote illuminatie, al die dui
zenden lichtjes, vroolü'k flikkerend over het
donkere water van den trotschen Maasstroom,
die Hollands tweede koopstad zooveel welvaren
aanbrengt; en als zü eindelü'k wegkwijnend
verdwü'nen uit het gezicht, dan verkondigen
de breede en wü'd-zich-welvende lichttinten
tegen den duisteren avondhemel, hoe Rotterdam
zü'n gas en electriciteit weet aan te wenden,
als het groote licht van den dag is uitgegaan.
Donkere massa's gebouwen, in lengte zich
opheffend aan den oever, zeggen ons, dat wü
voorbüvaren Ylaardingen en Maassluis, de
plaatsen met hare vele en groote reederü'en,
die jaarlüks zoovele loggers en bommen en
drifters uitzenden om haring te vangen of aan
te brengen naar het Vaderland. Vele der
visscherslieden, die wü na eenige dagen hopen
te ontmoeten, zün vandaar al vertrokken of
zullen nog uitzeilen en gü denkt met eenige
huivering hoe zuur verdiend het stuk brood is,
dat zü al visschende op de woelige wateren
verdienen moeten.
Voor wü er op bedacht zün, zien wü de
schitterend-verlichte Harwichboot, die over
enkele uren vertrekken zal naar de overzijde;
wü zü'n aan den Hoek van Hollanddaar pas-
seeren wy' de plaats, waar een der Harwich-
booten enkele jaren geleden zoo jammerlü'k
stuk geslagen is, toen zü bü noodweer trachtte
de zoo nauwe opening binnen te komen leven
dig komt ons de schrikkelüke ramp van de
„Berlin" weer voor den geest, waarbü zoovele
menschen omkwamen en in stilte heft zich het
hart tot God, die ook de zeeën gebiedt, dat
züne bewarende hand over ons mag zü'n en
blü'ven.
Met een zwakke schommeling klieft onze
Whitby Abbey door de in donkere verten zich
voor ons uitstrekkende wateren der Noordzee
zoetjes aan begeven de op het dek wandelende
passagiers zich naar beneden, naar hunne hut
ten; en als er niets meer te zien is dan don
kerheid van boven en van beneden en van
rondom, volgen wü hun voorbeeldgedachtig
aan de spreekwüze, dat wat in de slaapkamer
geschiedt verborgen moet blüven, zal ik daar
van echter niet meer zeggen, dan dat het slapen
in een klein langwerpig kooitje, het eene een
heel klein eindje boven het andere, eerst wel
wat vreemd is, maar toch veel meevaltgy'
denkt terug aan de dagen toen moeder al wie
gende U voerde in Morpheus'^ zachte armen.
Wonderlük toch zooals onze gedachten by'
een eenigermate diepgaande impressie dooreen-
spelen kunnen
Onder den overweldigenden indruk der majes
tueuze zee, zoo vriendelü'k plooiend haar gelaat
bü het zachte ochtendgloren, stonden mü eens
klaps twee mannen voor den geesteen heiden
van vroeger en een christen van thans. Ik
meen dat het was by' de vertaaloefeningen van
Horatius, dat wü op het Gymnasium lazen, hoe
deze dichter toornde over Romes zedelüke ver
wording bü het binnenstróomen van allerlei
schatten en daarom een hartely'ke verwensching
ten beste gaf over de schippers, die landen en
volken verbinden, die de goden door de zeeën
gescheiden hebben. Zou deze cynicus wel ooit
zü'n mooie Tiberstad hebben verlaten om zich
te wagen aan een zeereis, waaraan toen zooveel
meer gevaren verbonden waren dan thans en
wat zoude zü'n oordeel wel zü'n als hy' thans
eens die heel de aarde omvattende wereldhandel
kon aanschouwen? Vermoedelük zou hü, on-
verbeterlük als verlichte wüsgeeren zy'n, toch
nog aan de omstandigheden hebben verweten,
wat op rekening van het booze en diep-zondige
menschenhart moet gezet worden.
Hoe gansch anders sprak een der grootste, zoo
niet de grootste christen-wü'sgeer van ons tegen
woordig Nederland prof. dr. H. Bavinck, toen
hü in een openbare vergadering hier ter stede
ons de majesteit van den Oceaan schilderde en
de vastheid der wetten, waardoor het al gedragen
wordt en met een wending, gelük hü dat nog
zoo aangrü'pend doen kan, zü'n gehoor bepaalde
by' de nog hechtere vastheid dan die der groote
wateren voor wie in Christus Jezus gelooft, het
onwankelbaar verbond van Gods genade in zü'n
Zoon.
Een mensch gevoelt zich zoo verdwy'nend
klein bü de ontzaglü'ke elementen der schep
ping. Ziet daar ginds, die stoomers, producten
van 's menschen stoutste denkkracht, zoo groot
als zü op de werf staan, speelgoeddingetjes
En dan wü zelf, wü menschen, die by' honder
den tegelük door zoo'n reuzengevaarte als het
voor ons is, gedragen worden over de onmete
lijke wateren! Maar wie is Hij dan, die alle
deze dingen en het gansche heelal gemaakt
heeft en draagt door zü'n almachtige kracht,
God de Schepper van hemel en van aarde't Mag
zü'n dat de knie zich recht strekken blü've, de
ziel buigt zich diep ter neer om in het gevoel
harer nietigheid te aanbidden Hem, die zoo
hoog is gezeten en van tüd noch ruimten ge
meten wordt, en zü spreekt het morgengebed
zoowel anders dan in den gewonen levensgang.
Zooiets van kinderlüke vreugde brengt het
als de roep weerklinktde kust is in 't zicht
langzamerhand wordt de streep duidelük zicht
baar en komen vage omtrekken opdoemen aan
den horizontweldra stoomen wü het eerste
mers „den ty'd aan zich zelf" heeft.
Geen wonder, dat er ditmaal meer dan ge
wone spoed werd gemaakt, want 's middags
wilde ieder, die maar eenigszins kon toch zeker
op het appèl wezen.
Elk was ten dringendste uitgenoodigd dien
morgen, aan het eind der predikatie, toch aan
wezig te zü'n.
Ge raadt ongetwüfeld reeds wat er aan de
hand was.
Dien middag zou de christelüke school, na
zooveel zorg en moeite en gebed bovenal ver
rezen, feestelü'k worden geopend.
En het verwondert ons dan ook niet, dat
reeds vroeg velen hun schreden richten naar
de pasgebouwde school.
Zoek geen sieraad aan het gebouw.
Reken er op, dat alles zeer eenvoudig is in
gericht dat de meubelen sober, de leermid
delen niet overvloedig zün.
Maar daar is iets, dat dit alles vergoedt.
En dat is de blüdschap in het hart der man
nen, die, hun God en hun belüdenis getrouw,
thans zien de aanvankelüke vervulling hunner
dierste wenschen.
Wat dank woont in hun hart voor de groote
daden, die God deed.
Allengs worden de lokalen gevuld.
De kinderen nemen met opgetogen gezichten
plaats.
Het hoofd en de onderwüzer zü'n natuurlük
mede aanwezig.
vuurschip voorby' en de breede mond van de
troebelige Humberrivier in. Daar ligt ook
Grimsby, een der grootste visscherssteden van
Engeland, waar het naar het oordeel van be
voegde oordeelaars ook zoo gewenscht zoude
wezen, dat een paar Hollandsche predikanten
eenigen ty'd van het jaar gingen arbeiden on
der onze Hollandsche visschers, daar in die
stad met zü'n zeldzaam groote verleiding.
Een heele rij van douanen staat op de kade
al gereed, als wü de landingsplaats naderen
wy' mogen er niet af, ik bedoel van de boot,
vóór wü gevisiteerd zün. „Dienstdoenders" zy'n
deze Engelsche beambten zoo heelemaal niet
en toch krügt gy' den indruk, dat zü hun werk
zoo uitnemend doen. Wü mogen den slagboom
opheffen en wij staan weer op vasten grond,
op Engelands gebied. Meer dan een half uur
zün wü te laatzullen wü nog den sneltrein
van 12.05 naar Edinburg kunnen halen?
D. Pol.
III.
Het is een niet te ontkennen feit, dat de
gewone weg, die tot het Leeraarsambt leiden
kan, tegenwoordig door slechts een klein getal
jongelieden gezocht wordt. Er is daardoor ge
brek aan theologische studenten.
Gebrek aan theologische studenten en pre-
dikanten-wood is echter nog niet hetzelfde.
Die de vulling van college-zalen allereerst tot
het doel van hun sehrüven of spreken over
deze materie stellen, gewagen reeds nu eenigen
tüd van predikanten-wood, ja spreken zelfs van
grooten nooden dat niet als toekomst-muziek,
maar als kenschetsing van den tegenwoordigen
toestand.
In een ty'd van nood evenwel is datgene,
wat zeldzaam wordf, duur, en bü grooten nood
peperduur. Maar indien er, na den arbeid, die
door de Generale Synode van Amsterdam 1908
tot verbetering van de predikants-tractementen
is geschiedna den duren winter, die volgde
op den brandend heeten zomer van 1911na
den „toeslag" in tal van beroepen en betrek
kingen, nu nog kerken zün, die als voorheen
een tractement geven van f900,tot f1100,
en candidaten worden beroepen op f 1000,
tot f 1200,—, heuschdan mag de noodzeg
grooten nood, bestaan in het bewustzy'n van
sommigen, in de practük van het kerkelüke
leven komt er nog zoo heel veel niet van uit.
Volstaan we daarom voorhands met te zeg
gen, dat er gebrek is aan theologische studenten.
Er zü'n hinderpalen, waardoor de keuze van
de studie der Theologie in onzen ty'd op be
duidende wü'ze wordt belemmerd. Verschillende
oorzaken werken in meerdere en mindere mate
mee, dat de gewone weg tot het Leeraarsambt
slechts door weinigen wordt ingeslagen.
Laat ons enkele ideëele oorzaken en enkele
stoffelü'ke overwegingen noemen.
Allereerst kan worden gezegd, dat door ge
brek aan de juiste kennis van de goddelü'k-
heid van het ambt de beschouwing over den
Leeraar over het algemeen niet is, zooals ze
behoort te zün. In onzen tü'd dunt het aantal
van de huisgezinnen, die bewijzen in hun den
gezant van Christus te zien. Bü hen, die het aan
kerkbegrip ontbreekt, staat zy' vrü'wel op één
lÜn met een voorzitter eener vereeniging of
met een directeur van een vennootschap. In
tal van gezinnen is het dagelüksch gebed voor
hem verstomd. Zelfs er is, wanneer hy' zich in
Straks houdt een rütuig stil voor de deur.
Daaruit stapt boer Brandsen, leunende op een
stok. De gevolgen zy'ner ziekte is hy' nog niet
geheel en al te boven. Toch kan hü niet na
laten thans hier te zü'n. Is het wonder, dat
bü zün binnentreden veler oogen zich naar
hem heen wenden en in het hart van velen de
gedachten zich vermenigvuldigen In 't by'-
zonder bü Kampman en den schoenmaker en
allen, die van nabü weten, wat felle tegenstand
hier moest worden overwonnen, eer dit kon
geschieden.
En als straks de leeraar, die dezen morgen
de godsdiensoefening leidde, het woord neemt,
om de school te openen, is de grondtoon van
zün rede: Gode de eer!
En daarmee stemmen allen in.
Mogen ook de menschen niet vergeten wor
den, die hielpen en bouwden, den Heere wordt
de eere toegebracht voor Zy'n groote daden.
Trots alle vüandschap stond er de school.
De vüand mocht smalen, het deerde niet. In
Go des kracht zouden ze kloeke daden doen.
En van harte heffen allen aan, als het uur
van scheiden is aangebroken
Zü'n Naam moet eeuwig eer ontvangen,
Men loov' Hem vroeg en spa,
De wereld hoor' en volg' mün zangen
Met amen, amen, na.
EINDE.
door
ZELANDIA.
22) HOOFDSTUK XVII.
Besluit.
In dezen staat van zaken was hem plotseling
een eigenaardige gedachte door het hoofd ge
schoten, die hem eerst onmogelük en onuit
voerbaar had toegeschenenmaar die hem al
lengs meer een meer aantrok.
En zoo zien we hem dan aankloppen bü den
man, dien hü eerst openlük heeft tegengewerkt
en zelfs ruw heeft bejegend.
Was het, omdat hü, ondanks zich zei ven, toch
vertrouwde in diens christenzinomdat hü',
als bü intuïtie gevoelde, dat hü hier het vei
ligst kon heengaan, en dat deze man althans
geen misbruik zou maken van het vertrouwen
dat hy', hoewel dan noodgedrongen, in hem
stelde
Hoe het zühy was gekomen en vroeg hulp.
En boer Donker?
Hoewel hy' thans een goede gelegenheid had,
om wat de wereld noemt „revanche" te nemen,
deed hü dit toch niet. Hü toonde zich bereid
tenminste eenigermate bü te springen, opdat
de burgemeester althans uit den oogenblikke-
lÜken nood zou gered zü'n.
En hü sprak of zinspeelde met geen enkel
woord op wat vroeger gepasseerd wasslechts
voegde hü een vermanend en waarschuwend
woord bü zü'n daad.
Van toen af, veranderde de burgervader ken-
nelük van gedrag tegenover de fü'nen wel werd
hü hun vriend niet, maar hü onthield zich dan
toch van openlüke of bedekte tegenwerking.
Helaas, dat het niet verder kwam. Hü was
opnieuw gelukkig in zü'n speculatiekon boer
Donker, die niemand met de zaak in kennis
had gesteld, de voorgeschoten som terugbetalen,
waarbü hü zelfs een bovenmatig hooge rente
vergoeding wilde voegen, wat door den boer
evenwel werd geweigerd, 't Was slechts een
aansporing te meer voor den burgemeester zü'n
operatiën voort te zetten en, na verloop van
enkele maanden vernamen de dorpelingen tot
hun grooten schrik, te grooter, daar niemand
ooit zoo iets had kunnen vermoeden, dat hü
de wük had genomen naar het buitenland zon
der orde op zaken gesteld te hebben.
Zoo vergaat 's werelds glorie
't Was weer de tweede Kerstdag.
De ochtenddienst in de „kleine" kerk was
juist afgeloopen en de schare spoedde zich
ïiswaarts.
Blükbaar was er haast by'anders dan ge
woonlijk op zulk een dag, waar men dan im-