Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Onder Redactie vanDs. L. BOÜMi, Ds. R. J. VAN DER VEEN en Ds. J. D. VIELENGA.
lie Jaargang.
Vrijdag 4 Juli 1913
No 3.
UIT HET WOORD.
kerkTbEijdehis, zending.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
1B0IIEMEHTSPRUS
Drakker-Ditgever
A. D. LITTOOIJ Az
PRIJS DER 1DYERTEITIEH
EEN KLACHT DES HEEREN.
Geen volk onder den ouden dag, dat zoo
bevoorrecht was als Israel.
Gij kunt natuurlijk een waardemeter aan
leggen, die enkel op het aardsche en tij
delijke berekend is. In dat geval moet
Israel het tegen andere volken afleggen.
Babel overtreft het dan in heerlijkheid,
Egypte in rijkdom, Griekenland in cultuur,
Rome in macht en heerschappij.
Zoodra ge echter uw oog vestigt op de
zedelijke en geestelijke schatten, die aan
Israel toegevallen waren, en die toch de
ware rijkdom en heerlijkheid van een volk
zijn, verstaat ge Israels superioriteit boven
alle volken, van wat naam of staat ook.
Al die volken gingen hun weg bij het sche
merlicht van Gods gemeene genade, maar
bij Israel brandde de kostelijke lamp der
kennis ten eeuwigen leven. De psalmist
zong er vanHij maakt Jakob zijne woorden
bekend, Israel zijne inzettingen en rechten
alzoo heeft Hij geen volk gedaan, en zijne
rechten, die kennen zij niethalelujah
(Ps. 147 19, 20).
Bij Hozea heet het in dit verband let
terlijk lk schrijf hem de voortreffelijkheden
mijner wet voor. De Heere was Israels
Rechter, Wetgever en Koning. Het volk
had Hem daartoe niet geroepen of verkozen,
maar Hij zelf had zich daartoe uitgeroepen,
naar de verkiezing van zijn eeuwig wel
behagen, en tot teeken en vastheid daarvan
had Hij met Israel opgericht het Verbond
zijner genade. Als Souverein en Verbonds-
God gaf Hij aan Israel zijn Wet.
Bij die wet moogt ge dus niet alleen
denken aan de Wet der 10 geboden, of aan
de schaduwachtige en burgerlijke wet, of
aan de beloften door der profeten mond
van den Messias gesproken, en die als
keerzijde hadden een roepstem tot geloof
en gehoorzaamheid. Neen, maar hier dient
alles saamgevat te worden wat God ge
sproken en gedaan, geboden en bevolen
heeft, om Israel van zijn dienst en wegen
te leeren, opdat het, daarin wandelende,
gezegend zijn zou voor de aarde, en hier
namaals erfgenaam zou worden van hemel-
sche en eeuwige schatten.
Geen wonder, dat hier sprake is van »de
voortreffelijkheden mijner wet". Israel
mocht wel met eerbied, hoogachting en
liefde vervuld zijn, voor 't geen het van
zijn God ontvangen had. God had het voor
een deel zelf met zijn eigen vinger geschre
ven in twee steenen tafelen. Een ander
deel had Hij hun bekend gemaakt door den
dienst van Mozes. En daarna had Hij
telkens door de profeten tot hen gesproken,
om hen te leeren en te vermanen, te be
straffen en te vertroosten. Een zuivere
openbaring maakte hun Gods heiligen en
goeden wil bekend. Zinrijke ceremoniën
beeldden hun eigen zonde en Gods ver
gevende genade af. En door de dierbaarste
beloften werd hun uitzicht geschonken in
den Messias op eeuwige en onvergankelijke
goederen.
Ongetwijfeld, Israel leefde onder eene
Wet, maar het was een wet, die een hart
had van genade, die een stem des Evan
gelies hooren deed, en die een paedagoog,
een tuchtmeester tot Christus wilde zijn,
in Wien al de schatten van wijsheid, recht
vaardigheid, heiligmaking en verlossing
verborgen zijn.
Heeft Israel die wet zijns Gods liefgehad
en bewaard Ge weet het wel beter. God
klaagt hierIk schrijf hem de voortreffe
lijkheden mijner wet voor; maar die zijn
geacht als wat vreemds. Welk een heilige
smart is het, die ge in deze klacht beluis
tert
Vreemde en uitheemsche dingen zijn bij
echte vaderlanders niet gezocht. Men kan
die wel eeren in den buitenlander, maar
zij zijn niet in overeenstemming met eigen
nationalen zin, en kunnen daarom onzen
volksaard niet bekoren. Het vreemde wordt
niet nagevolgd, maar vermeden.
En zie, juist omgekeerd o schande
deed Israel nu ten opzichte van de hooge
en heilige dingen, die zijn Verbonds-God
hem geopenbaard had. Hem, en hem
alléén, en niemand anders. Al de volken
gingen naar de gedachten huns harten. Aan
Israel alleen had God voorgeschreven de
voortreffelijkheden zijner wet. En die ge
nade van zijn God werd door Israel als
wat vreemds geacht. De vaderen hadden
die bekend en geloofd, en er het leven in
gevonden. Maar het Israel der profeten
brak met de voorrechten, waarmede het
van zijn God gezegend was. Het verloo
chende zijn God en Koning, en vergezel-
schapte zich met de afgoden men aanbad
de kalveren, men knielde voor den Baal,
men rookte voor allen god der volkeren.
Gods bevelen en inzettingen werden ver
acht, maar de practijken der Heidenen
werden nagevolgdhet land was vervuld
met vloeken, en liegen, en doodslaan, en
stelen, en overspelen, en bloedschulden.
Heel de rijke en heilige historie, waarin
de ontferming des Heeren en de trouw des
volks geopenbaard was, werd aan een kant
gezet, en het volk des Verbonds deed ergere
gruwelen, dan bij de onbesneden volken
gekend werden.
Zoo verdierf Israel zich bij den Heere.
Dwaas en ondankbaar hoereerde het
vreemde goden na. Het maakte zich wal
gelijk bij zijn eigen God, den God des Ver
bonds en des eeds. En door zijn hemel
tergende gruwelen riep het zelf om den
tijd, waarin de Heere Heere het uit zijn
mond zou uitspuwen. Er waren nog wel
vromen en godvreezenden onder hen, die
de getrouwigheden liefhadden. Maar de
groote massa ging straks onder in oordeel
en gericht. Vervreemd van God en zijn
dienst op aardevervreemd ook van God
en zijne zaligheid voor de eindelooze eeu
wigheid.
Ligt hierin ook voor ons waarschuwing
Als God klaagt, mogen wij wel toezien.
En voorwaar, er is voor God reden om te
klagen.
Rijker nog dan Israel zijn wij begenadigd.
Wij zijn niet alleen ingegaan tot Israels
erfenis,maar de voortreffelijkheden van Gods
wet zijn voor ons uitgegroeid tot het ver
vulde Evangelie. Sprak God vroeger tot
de vaderen door de profeten, tot ons spreekt
Hij door den Zoon. Zijn ganschen gena-
digen wil in Christus Jezus, tot zaligheid
een iegelijk, die gelooft, heeft God ons naar
zijn eeuwig erbarmen bekend gemaakt.
En wordt het gewaardeerd? Wordt
het Evangelie geloofd Is er een ootmoedig
wandelen Worden hart en leven den
Heere geheiligd tot matigheid, rechtvaar
digheid en godzaligheid?
Let eens op land en volk. Hoe wijkt
men zichtbaar van den Heere af. De vreeze
Gods wordt uitgebannen. Geen geloof in
zijn Woord, geen eerbied voor zijn dag,
geen lust tot zijn dienst. Maar tijd en geld
en lust voor de zonde en de ij delheid.
Jesaja's woord past voor duizendenZij
hebben den Heere verlaten, zij hebben den
Heilige Israels gelasterd, zij hebben zich
vervreemd, wijkende achterwaarts
Let eens op de kerk en haar zaad. Hoe-
vele gedoopten, die het Verbond verachten.
Hoe vele belijders, die door hun wereldliefde
smaadheid brengen over 's Heeren naam
en zaak. Hoeveel verflauwing, ook bij de
besten. Helaas, de getrouwen zijn weinig
geworden in het land.
Let eens op u zelf. Gij kent de voor
treffelijkheden van 's Heeren Wet, gij roemt
in het Evangelie. Maar spreekt de mond
de taal des harten? Is er niet veel mis
schien in uw leven, dat met uwe belijdenis
onbestaanbaar is Is het wel in waarheid
uw begeerte en bede, dat gij door Gods
Geest en Woord geregeerd wordt? Ach,
het is zoo droevig, als ons hart boeleert met
de goden van den tijd, en de dienst des
Heeren ons hoe langer hoe meer »wat
vreemds" wordt. Daar ligt de dood in
voor de ziel.
O, laat God over u niet klagenHoor
naar Zijn stem, als Hij u toeroeptTot de
wet en tot de getuigenis Acht gij die »wat
vreemds", gij zult geen dageraad hebben.
Maar zoovelen als er naar dezen regel
wandelen zullen, over dezelve zal zijn vrede
en barmhartigheid, en over het Israel Gods.
per half jaar franco per post
Enkele nummers
70 cent.
3 cent.
MIDDELBURG.
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 5 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
Ik schrijf hem de voortreffelijk
heden mijner wet voor; maar die
zijn geacht als wat vreemds.
Hozea 8 12.
Van der Veen.
Algemeene vergadering.
In de Zeeuw maakte een inzender de op
merking, dat de kerkelijke bladen in ons ge
west de aandacht niet gevestigd hadden op de
samenkomst van de vereeniging voor Hooger
onderwas op Gereformeerden grondslag en hij
was zoo vriendelijk om te veronderstellen, dat
dit zeker moest toegeschreven worden aan de
verkiezingsdrukte. Wij kunnen verklaren, dat
deze veronderstelling juist was, althans wat
ons Blad aangaat. Wjj zyn altijd gewoon om
de aandacht te vestigen op de beide vergade
ringen, welke om dezen tijd gehouden worden,
die van de Vrije Universiteit en die van de
Theol. School, en we betreuren het alleen, dat
we bijna nooit in de gelegenheid zyn om ze
bij te wonen. Zulke vergaderingen toch zyn
noodig en nuttig en dragen er toe by om de
belangstelling voor de beide inrichtingen le
vendig te houden. Al is men overtuigd, welk
eene belangrijke plaats de School en de Uni
versiteit in ons volksleven innemen, ieder heeft
er behoefte aan, dat zulk een overtuiging voort
durend voedsel ontvangt en het bijwonen van
zulke samenkomsten verhoogt de liefde en
spoort tot meerderen ijver aan. Er is nog
zooveel te doen op dit terrein en de groei en
de bloei van onze School en onze Universiteit
kunnen bijdragen tot welzyn van de kerk en
de maatschappij in ons Vaderland en zelfs ver
buiten onze grenzen.
De volgende week wordt er weer een alge-
meene vergadering te Utrecht gehouden, dit
maal van de nationale vereenigiug voor gere
formeerd voorbereidend hooger onderwijs, die
een gymnasium te Kampen heeft. Behalve de
gewone werkzaamheden als verslagen, rappor
ten, mededeelingen en verkiezingen zal ds.
Kouwenhoven van Leiden er een Referaat
houden over De vreeze des Heeren het beginsel
der wijsheid, een Referent, die zyn gedachten
uitnemend kan zeggen en een onderwerp, dat
uitlokt en gelegenheid geeft tot een leerzame
behandeling. Wie den lOen Juli naar Utrecht
kan gaan, hy richtte zyn schreden eens naar het
gebouw voor kunsten en wetenschappen en hy
zal er zich niet over beklagen. Wy wenschen
dat de hoop van den secretaris verwezenlijkt
mag worden en dat het een ryk gezegende
vergadering mag zyn.
Er wordt echter ook gezorgd voor wie niet
in de samenkomst kan zyn. Elk jaar toch
wordt er een gedrukt verslag gegeven. Wy
ontvingen dat van 't jaar 191213. Het bevat
o. a. het referaat, dat dr. Westerhuis verleden
jaar gehouden heeft overDe beteekenis een er
gymnasiale opleiding voor den aanstaanden
dienaar des woords. Het loont de moeite ryk,
als men het met aandacht leest. Ook de be
spreking, welke er op volgde, wordt kort weer
gegeven. Wie het geheele verslag nagaat,
krygt een goed overzicht van het gymnasium
en hem blijkt, dat leeraren en curatoren zich
beijveren om het aan de gestelde eischen te
doen beantwoorden. Het aantal leerlingen nam
verleden jaar toe en de uitslag van de examina
was gunstig. Het is een verlies voor het gym
nasium geweest, dat dr. Noordtzy heenging,
want het is niet zoo gemakkelyk om de plaats
die hy ledig liet, te vervullen.
Laat ons volk erkentelijk zyn voor het vele
goede, dat ons in dit en andere christelijke
gymnasia geschonken werd, en gunne het in
zyn gebed ook aan dit deel van het onderwijs
een ruime plaats. Wy hebben reeds veel ont
vangen en dit moet een prikkel zyn om ook
op dit gebied voort te gaan. Waardeeren we het,
dat reeds zoovele leerlingen het onderwijs ge
nieten mogen op gymnasia, welke uitgaan van
de gedachte, dat de vreeze des Heeren het be
ginsel der wysheid is.
Drie-en-dertigste jaarverslag van de ver
eeniging voor Hooger Onderwijs op
Gereformeerden grondslag.'
Als ik me niet bedrieg, zyn er velen, die een
verslag van de eene of andere vereeniging on
gelezen ter zijde leggen. Dit is toch eigenlijk
niet goed. Wie een goed gesteld verslag naleest,
vindt er licht iets in, dat hem aantrekt. Elke
vereeniging benaarstigt zich dan ook om een
getrouw overzicht te geven van wat er in een
jaar voorgevallen is. De vereeniging, welker
verslag we thans bespreken, heeft bovendien
de goede gewoonte om ook mede te deelen, wat
er op de jaarvergadering gesproken is en dit
is altyd zeer belangrijk. Thans wordt ons aan
geboden het openingswoord van dr. A. Kuyper,
dat het lezen wel waardig is. Voorts vinden
we ook nog de redevoeringen van de proff.
Anema en Bouman, welke zy gehouden heb-