ZENDING. De Zending en de verkiezingen! Allerlei. Brieven aan een Vriend te Kampen. Ongedoopte kinderen. Roomsch Onze zwakheid. Ik hoorde wel een weinig vreemd op, maar ik ben er nu dankbaar voor, want nu kwam het niet geheel onverwacht voor mij. Bovendien kan het goed zijn en dit zal het zeker, indien het de belijders van Jezus Naam tot veroot moediging brengt. Er is wel oorzaak voor. Doch daarover bjj welzijn later. Bouma. Door de wijze en christelijke politiek van ons Ministerie en den Gouverneur-Generaal van Idenburg, heeft de Zending in onze koloniën de laatste 5 jaren groote vorderingen gemaakt. Dat de overheid als zoodanig aan geen Zen ding doet, spreekt vanzelf. Doch zij kan de Zending in de hand werken, omdat dit is tot heil van de Nederlandsche onderdanen in onze bezittingen. Het is onbegrijpelijk, dat er Zendingsmannen zijn, die dit niet hebben ingezien, en ertoe hebben meegewerkt ons christelijk ministerie omver te kegelen. Wat heeft de Zending van een linksch kabinet te verwachten Zullen mannen als Van Deventer en Fock steun bieden voor Zendingsscholen of Zendingshospitalen En toch hebben voormannen in den arbeid der Zending de coalitie bestreden en den bond der liberalen bevoordeeld. Met name drie van deze heeren hebben zich geroerd Prof. Mulder, (of Muller?) hoofdbestuurder van het Nederl. ZendelinggenootschapDs. van Hoogenhuyze, idem van de Utreehtsche Zendingsvereeniging en Ds. Lindenborn, Zendingsdirector te Rot terdam. Na eerst meegeholpen te hebben het christelijk ministerie en alzoo de Zending een duw te geven, zijn zij verschrokken van hun eigen onverantwoordelijk gedoe, hebben voor fle herstemmingen de coalitie-candidaten aan bevolen. Het kwaad door hen gedaan is echter onherstelbaar. Wij hebben tevens voor de zooveelste maal gezien hoever deze mannen van ons, Gerefor meerden, afstaan. Er kwam bericht in, dat ds. D. K. Wielenga te Batavia behouden is aangekomen. Ds. Ing- wersen en huisgezin zijn verleden week met verlof in ons land teruggekeerd. Een gemeente, die geen hart heeft voor het Zendingsgebod haars Heeren, zal ervaren, dat het heidendom in verkapten vorm indringt in haar eigen leven. Arthur Pierson (Ned. Zend. jaarb.) Men heeft voor dit jaar in Friesland de Pre dikanten- en de Zendingsconferentie samen gesmolten, De vergaderingen zyn deze week Woensdag en Donderdag gehouden. Ds. Koop- mans van Sneek refereerde over „Het Hindoe isme op Java" ds. Bouwman van Hallum over „Het ambt en den naam van den Missionairen Dienaar des Woords"dr. van Es van Leeuwar den over: „De Evangelisatie-methode van het Leger des Heils". De Christelijke gemeente heeft op het punt der Christelijke Zending groote behoefte aan een drievoudige bekeeringdie van het hart, ter verkrijging van heilige liefde voor de Zen ding die van het hoofdter vorming van degelijke kennis aangaande de Zendingdie van de beurster bereidwilligheid in het offeren ten bate der Zending. Prof. Christlieb (Ned. Zend. Jaarb.) De Ned. Zendingsschool te Rotterdam, waar aan o. a. Zendeling Krijger op Soemba eenigen tijd studeerde, is te klein geworden en zal ver plaatst worden naar Oegstgeest, op een uur afstand van Leiden. Daar zal een nieuw en ruim gebouw worden gezet. Giften zijn van harte welkom. De Knapenvergadering te Middelburg heeft een afdeeling voor Zendingsstudie opgericht met aanvankelijk een kleine twintig leden. PrachtigDie Zendingsknapen zullen Zendings mannen worden De Particuliere Synodes van Groningen, Drente en Overjjsel hebben goedgevonden, dat een vijfde Zendeling voor Soemba wordt be noemd. Het ligt in het plan deze vijfde met ds. Krijger te zenden naar het Westen van het eiland ds. Colenbrander blijft in Melolo en ds. de Bruijn in Kambaniroe. Ds. Wielenga blijft zetelen in Pajeti, omdat daar het Hospitaalen de Kweekschool komen te staantevens is hij de tusschenschakel tusschen regeering en Zen ding op Soemba. De kerk van Nijverdal zal den vijfden Zendeling beroepenzoo deze kerk weigert, dan die van Zwolle. Het Zendingsprogram Luc. 24 46,47 leert 1. dat de arbeid der Zending bestaat in de prediking van bekeering en vergeving der zonden 2. dat die Zendingsarbeid tot de volken, en zoo tot alle volken zich moet richten, begin nende van Jeruzalem 3. dat die arbeid wor telt in en te danken is aan het lijden, sterven en opstaan van Christus. Friesche Kerkbode.) K. J. D. J. D. Wielenga. Amice. Den langsten dag hebben wij al weer achter den rug, en zoo zyn wij den zomer ingetreden. Wat men noemt een mooie lente, hebben wy niet gehadhet weer was zoo ongestadigde meest drukkende hitte maakte meermalen plaats voor gevoelige koude. Toch staan, naar ik hoor, bloemen en vruchten er goed voor, tenminste in Zeeland. Neem b.v. de rozener is overvloed allerwege. En ik houd zoo van rozen, net als gij. Jammer, dat zy zoo spoedig uitvallen. Als wy onze oogen maar opendoen, wat valt er dan veel schoons en goeds te bewonderen. Het aardrijk is wel vervloekt; doch God toont toch ook Zyn genade. Laten wy dan Zyn weldaden met dankbaarheid aannemen en genieten. Is het by jullie ook druk met vergaderingen Hier is het bar geweest in de laatste weken. Onze candidaten en hun verdedigers traden soms avond aan avond op, en onze tegenstan ders sliepen ook nietdat hebt gij aan den uitslag kunnen zien. Onze kinderen raken on willekeurig mede in vuur. In den tuin van onzen buurman staat een groote kastanjeboom; en eiken avond komen zwermen kraaien daar te zamen. „De kraaien houden ook al verga dering, vader", zei onze jongen van de week. Indien die vogels verstand hadden om naar menschelyke manier vergaderingen te houden, zouden zy gewis de dwaasheid der menschen, en vooral van vele christenen, tot onderwerp van bespreking kiezen. Een gewoon mensch kan er niet meer by. Neem nu de christen-staten van den Balkan. Hoewel in vele opzichten afkeerig van elkander, hebben zy toch elkander gezocht en gevonden om den gemeenschappelyken vijand, de Turken, te weerstaan. En „eendracht maakte ook hier macht"; Turkye moest het afleggen. Maarzoo dra is de zege niet bevochten, of zy heffen de hand tegen elkander op, en als God het niet verhoedt, straks het zwaardIeder wil, in grooten landhonger, een zoo groot mogelijk stuk van de buit hebben. Is het niet droevig V- at moeten de Mohammedaansche Turken van zulk een christelyken broedertwist denken? Onverantwoordelijk is ook de tweedracht onder de christenen by de stemmingen voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten ge weest. Blijkens een manifest, door de Hervormde Predikanten van Hoogenhuyze en Wagenaar in de wereld gezonden, hebben vele Hervormde heeren, waaronder verscheidene Predikanten, spijt van hun ruziestoken. Maar wat denkt gy nu van zulke mannen (geen kinderen anders, hoor!) die op 17 Juni tot parool gavennooit een coalitieman stemmenen op 23 Juni roe pen wèl den coalitieman stemmenDeze ver andering moet worden toegeschreven, zeggen zy, aan het feit, dat de liberalen zich hebben verkocht aan de socialisten. Doch spreekt dit niet vanzelf? Wat is er van de liberalen te wachten Gelijk Herodes en Pilatus vrienden werden, toen het tegen Jezus ging, zoo sluiten liberalen en socialisten zich aaneen tegen de christelijke politiek. Op het einde van myn eersten brief uitte ik de bede, dat het den christelyken heeren, die tegen ons christelijk ministerie ingingen, tot zonde mocht worden. Is by sommigen er niet reeds wat van te merken? Ge zult wel zeggen, dat ik heelemaal in de politiek zit. Doch dat is niet te verwonderen, amice. De brievenbus wordt voortdurend vol gestopt met circulaires, kranten enz. De druk kers maken in deze dagen goede zaken. Heb je nog al hoop voor Dr. Beumer, den candidaat in uw district? Met velen twyfel ik aan de mogelijkheid een rechtsche meerderheid te ver krijgen in de Tweede Kamer. De Heere regeert dat is een troostrijke waarheid. Een linksch, liberaal-socialistisch ministerie, kan echter wel eens een goede geesel zyn voor vele lauwe christenen. Dringe het ons de hand te steken in eigen boezem. Ben je niet geschrokken van de cijfers der geboorte in Frankrijk? De bevolking nam in het laatste jaar meteenige duizenden toe doch dit moet toegeschreven worden aan het gerin gere sterftecijfer dan in vorige jaren. Waren er evenveel menschen gestorven als anders, dan ware de bevolking van Frankrijk weer achter uitgegaan. De zonde is de schandvlek der natie, en ook, het beperken van het kindertal is de ondergang van het volk. „Zie naar Frankrijk", mogen wy ook wel in deze zeggen. Want in Nederland neemt de zonde tegen het 7de gebod ook toe. Maar ik moet eindigen. Gelyk ik je een vorig maal meldde, zou ik bij Ds. Wisse, op zyn uitnoodiging, inzage gaan nemen van zyn doc torsbul. Helaas kon hy my niet ontvangen. Hy had toch spreekbeurten te vervullen te Kampen en te Elburg. Wel verzocht hy my op Zater dagavond 7 uur te Bodegraven te komendoch dit was voor my onmogelijk. Waar moest ik dan 's Zondags blyven Maar van uitstel be hoeft geen afstel te komen. By leven en wel zyn hoop ik, als ik weer eens in Holland ben nog eens belet te vragen. Hartelijk gegroet, t. t. Criticus. Van ongedoopte kinderen in onze Gerefor meerde kerken in Zeeland weten wy niets af. Onder ons komen de kinderen geregeld op ongeveer 20-jarigen leeftijd tot belijdenis, en als zy huwen, worden de kinderen uit hun huwelijk geboren, als vanzelf sprekend gedoopt. In het Noorden van ons land, met name Groningen en Friesland, is dit anders. Velen stellen het doen van belijdenis jaren uit, zoo dat soms grijsaards nog „doopleden" zyn. In vele kerken laat men de ouders, ook al heb ben zy nog geen belijdenis gedaan, toch by den doop hunner kinderen de doopvragen beant woorden. Doch in andere kerken maakt men daartegen bezwaarhet gaat toch niet aan, zoo meent men, aan ouders, die voor zich zelf niet durven of willen uitkomen voor den Naam des Heeren, wel by den doop van hun kinde ren dien Naam te laten belijdenen als iemand de doopvragen wel van barte toestemt, dan kan hy toch ook belijdenis doenIn zulke kerken blyven vele kinderen ongedoopt. Dat is een bedroevend verschijnsel. Op de Synode van Amsterdam in 1908 is over deze zaak gehandeld en besloten, dat in zulke gevallen getuigen moeten worden geno men. Omdat echter tegen dit besluit in gehan deld werd, heeft De Heraut in 18 lange, keu rig uitgewerkte artikelen, onder den titel „Ouders of getuigen?" deze kwestie nog eens goed onder de oogen gezien. Voor ons gewest is deze heele kwestie, wy merkten het reeds op, niet van actueel belang. In het wezen der zaak, als wy diep graven, vinden wy echter by ons in het Zuiden het zelfde kwaad als in het Noorden. Waarom blyven die kinderen daar ongedoopt? Omdat de ouders geen belijdenis doen. En waarom doen die ouders geen belijdenis? Omdat zy geen recht inzicht hebben in het Avondmaal. Het Avondmaal, zoo denken velen, is alleen voor de verzekerde geloovigentwijfelt men nog aan eigen staat, zoo is de toegang tot het Avondmaal gesloten. Denken, velen in Zeeland er niet evenzoo over By ons echter schrikt men dan niet voor de belijdenis terug; doch als belijdend lid komt men zyn belofte niet na, en viert geen Avond maal. De Groninger en Fries ziet echter dui delijk in, dat, wie belijdenis doet, ook Avond maal behoort te vieren. En daarom durft men geen belijdenis te doen. Wy als Zeeuwen zyn dus onze Groningsche en Friesche broeders en zusters niet vooruit. Alleen omdat wy hier inconsequent zyn en belijdenis doen zonder Avondmaal te vieren, hebben wy de kwestie van de ongedoopte kinderen niet. Zy, die belang stellen in deze kwestie, raden wy aan ernstig de stukken van dr. H. H. Kuy- per in De Heraut na te gaan. Over 't algemeen zal men zeker er mede accoord gaan. In een referaat voor ongeveer 7 jaar in de classe Grootegast gehouden, hebben wy ook dezelfde gedachte verdedigd de kinderen van ouders, die niet tot het doen van belijdenis kwamen, hebben, in 't algemeen genomen, recht op den doop. Met de Amsterdamsche Synode, het be toog van dr. Kuyper en de leer der vaderen meenen wy ook, dat getuigen in zulk een ge val moeten optreden. Maar de practyk maakt o zoo dikwyls dit getuigenstelsel tot een wassen neus. Als er goede getuigen te vinden zyn, en de ouders mee werken hun kinderen een christelijke opvoeding te geven, is het de aan gewezen weg. Dit zal wel niet kunnen ontkend worden. Met een beroep op Voetius acht De Heraut het niet ongewenscht, dat doopleden-ouders ook antwoorden op de doopvragen tegelijk met de getuigen, als zy niet beslist af keerig zyn van de belijdenis der kerk en goede hope geven," dat zy van hun verkeerden weg zich zullen be- keeren. Wy meenen, dat de kerkeraad dan als keuringsraad zal zetelenhy zal dan moeten uitmaken wie niet beslist afkeerig is en goede hoop geeft voor de toekomsteen lastig, ne telig zaakje voor een kerkeraad, een bron van wrijving, als toch het oordeel niet uitvalt naar den zin der ouders zal licht groot ongenoegen het gevolg zyn. Het is misschien beter in dezen geen onder scheid te maken. De ervaring heeft tenminste ons geleerd, dat ouders, in wier hart een goed beginsel lag, door het feit dat'zy'niet mochten antwoorden op de doopvragen, tot ernstig zelf onderzoek werden gedrongen en tot belijdenis kwamen. Als er geen goede getuigen gevonden kunnen worden, blijft wel het kind ongedoopt, doch dit ligt voor de verantwoording van de ouders. By ernstige, waarheidlievende ouders zal dit evenwel tot bekeering leiden. Degelijk catechetisch onderwijs, onderscheidende predi king en getrouw herdelyk bezoek kan ook, onder Gods zegen, veel misverstand en mis plaatste schroomvalligheid wegnemen. Onze ouders evenwel, die met een een ge rust geweten hun kind ten doop houden en toch geen Avondmaal vieren, mogen wel be denken, dat zy met de daad den doop klein eeren en achterzetten by 't Avondmaal, alsof dit tweede sacrament heiliger ware dan het eerste. Heeft de Heere ons i^et twee sacramen ten gegeven om te gebruikenden Doop èn het Avondmaal? Op het Evangelisatie-congres, in de lente van dit jaar te Amsterdam gehouden was de hoofd vraag, hoe de verhouding moet zijn tusschen de Kerk en de Evangelisatie. Wy merkten reeds vroeger op, dat deze vraag, naar onze gedachte, niet bevredigend beantwoord was. Het congres is niet tot een heldere conclussie gekomen. „Tegenover het dry ven van sommigen in deze dagen om als een Gereformeerd beginsel te poneeren, dat alle Evangelisatie-arbeid kerkelijk moet wezen en alleen van de kerk mag uit gaan, mag toch wel eens herinnerd worden dat dit beginsel niet Gereformeerd, maar Roomsch is". Zoo schrijft dr. H. H. Kuyper in De Heraut. Hy haalt het voorbeeld aan van het geven van onderwijs aan weeskinderen in een gesticht, dat toch zeker wel door anderen als door den kerkeraad mag gegeven worden. Niemand zal dit ontkennen, dunkt ons. Maar beslist dit voorbeeld nu over 't kerkelijke of niet-kerkelyke der Evangelisatie? Dat de ge loovigen krachtens het algemeen ambt der ge loovigen een roeping hebben, leert de Cate chismus reeds overduidelijk. Dit werd op het congres ook herhaaldelijk uitgesproken. Maar als de kerkeraad in deze de leiding op zich neemt, en steun geeft of toezicht uitoefent, zal dat dan ook Roomsch moeten worden genoemd 't Is hier tevens de vraag wat men onder kerkelijk verstaat. In het debat met ds. Taze- laar van Weesp vroeg ds. Wielenga van Zwolle dit, of de Zondagschool-arbeid niet door par ticulieren mocht geschieden, daar de inleider betoogd had, dat deze arbeid kerkelyk moet zyn. Indien wy goed geluisterd hebben, was het toen niet duidelijk wat kerkelijk was. Even min is duidelijk gebleken, waar de grens ligt tusschen de kerk, d. w. z. het ambt van de kerkeraadsleden, en de gemeenteden als zoo danig d. w. z. het ambt der geloovigen. Als de acta van het congres (waar blyven zy toch er was beloofd dat zy 14 dagen na 't congres zouden verschijnen verschenen zul len zyn, hopen wij nader op deze interssante kwestie terug te komen. Dat eenzijdig dryven in het kerkelyk maken der Evangelisatie meer naar het Romanisme dan naar het Protestan tisme riekt, heeft dr. Kuyper wel genoegzaam aangetoond. J. D. Wielenga. 'tis in het begin der vorige week by de eerste stemming voor de Tweede Kamer warm geloopen, en heviger is er nog gevochten by de herstemming. Vier jaren mocht een Christelijk ministerie de teugels van het bewind in handen hebben, en onze God gaf het kracht en wijsheid, om veel te doen voor de doorwerking onzer heili ge beginselen ook in de wetgeving. Thans moest in eersten aanleg en by eind beslissing het Nederlandsche volk uitmaken, aan welke beginselen het voor het regeer van land en volk den boventoon zou geven. Een concentratie van vrijzinnigen, hier en daar door de socialisten gesteund, liep tegen de rechtsche meerderheid te wapen. Het is u niet onbekend, wat deze mannen wilden. Ze wilden op staatkundig terrein God uit bannen en aan den invloed van de ordinantiën Gods paal en perk stellen. Ze gaan niet uit van de erkenning dat alle machten van God zyn verordineerd. Voor hen is het hoogste ge zag de menschelyke rede. De heugenis aan vroegere glorie-volle tijden werd by hen weer levendig. Ze eischten weer vrijheid: om God terug te dringen naar de binnenkamer, om de privilegiën voor de school zonder God voor de toekomst te verzekeren, om de Meiboom uit de kap onzer christelijke scholen te houden, en om in Nederland en onze koloniën hun invloeds feer weer overwegend te maken door een regeer zonder God.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 2