Een Dorpsgeschiedenis
FEUILLETON.
Een volksuitgave.
Brand
Verandering.
Javaan8cke Christenen.
De Geref. Zending op Java.
Een vermakelijke druklont.
Onze Zendtngsdag,
Giften voor de lantaarn voor Ds. Merkelijn.
nu genomen in den zin van de volkstaal
ook, en van een socialist is natuurlijk niets te
wachten voor een kerk, maar neen zoover gaat
de vrees van deze, die zich noemen protes-
tantsche kiezers, dat zy niet eens onzen can-
didaat willen stemmen. We hebben meer din
gen in dagen van eene verkiezing zien gebeuren,
waarover we het hoofd moesten schudden en
denken hoe is het ter wereld mogelijk, dat de
menschen zoo handelen en spreken kunnen,
maar onzinniger hebben we het niet veel gezien.
Het is te hopen, dat onze lieden niet door
schade wys worden, want dan zou het er treurig
voor elke kerk uitzien.
Wanneer we er op letten, wat dit kabinet
gedaan heeft voor de publieke zedelijkheid,
voor het christelijk onderwijs, voor de ouden
van dagen en de ongeschikten tot den arbeid,
voor de wegneming van de hinderpalen be
treffende de zending, dan zullen we den wensch
koesteren, dat het veilig voortarbeiden moge
in 't belang van ons land en we zullen Dinsdag
aanstaande van ons kiesrecht gebruik maken
om den candidaat der rechterzijde te stemmen.
De strijd is reeds hevig en onze staatkundige
tegenstanders zyn rusteloos bezig om ons mi
nisterie te bestoken, want zy kunnen niet dulden,
dat het land zonder hen geregeerd wordt. Wy
begrijpen het, dat zy bang voor den invloed
van het oude christendom op ons volksleven,
alles op haren en snaren zetten om aan de
denkbeelden van de revolutie en van de evolutie
de heerschappij te verzekeren. Het is de wor
steling van deia geest der eeuw tegen den Ge
zalfde des Vaders, tot wien gezegd isZit aan
myn rechterhand, tot dat ik uwe vijanden zal
gezet hebben tot een voetbank uwer voeten.
Het gaat om de vraag, of de Rede van den
mensch of het woord Gods de eerste plaats zal
hebben in het staatsbeleid.
Zeeuwseh Kerkblad weet wel, wie het stem
men zou. Gy weet bet zeker ook wel
Het was in onze kringen een aangename
tijding, als we vernamen, dat er een werk ver
schenen was van de hand van den bekenden
dominé van Andel. Velen hadden hem hooren
spreken op vergaderingen en Zendingsfeesten
en wisten te vertellen, met welk een bezieling
hy zyn woord ten beste gaf. Scheen het eerst,
dat zyn ryke verbeeldingskracht zich alleen
ontplooien zou, weldra getuigde wat hy uitgaf
van ernstig nadenken en eenvoudige Schrift
kennis. Hy had de H. Schrift zoo innig lief,
bewonderde haar met een kennersoog en be
geerde steeds vuriger om haar nauwkeuriger
te kennen. Wie hem in die dagen hoorde op
den kansel, verwonderde zich steeds over den
diepen blik, welken hy geslagen had in het
heiligdom onzer verlossing. Hy groef in de
goudmyn van het woord en hy bracht de
schatten aan 't licht. Hy was inderdaad een
Schriftgeleerde onderwezen in het Koninkrijk
der hemelen, die uit den schat nieuwe en oude
dingen te voorschijn deed komen.
Wie eenmaal een boek, door hem geschreven
aandachtig gelezen had, verlangde naar een
ander, dat nog komen moest en als hy dit
verlangen bevredigen kon, dan klom zyn ach
ting alweer voor den schrijver en hy wilde
graag- van hem leeren. Dit is reeds jaren ge
leden, maar Van Andels werken zyn niet ver
ouderd. Daarom hebben we ons er over ver-
door
ZBLANDIA.
20) HOOFDSTUK XV.
Brandsen leefde en geen spoor was aan hem
waar te nemen, dat wees op een getroffen zyn
door den bliksem.
Kampman maakte licht, door de lamp die
in het vertrek hing op te steken. Op de tafel
stond nog het ijzeren geldkistje.
Laten we hem te bed leggen en den dokter
halen", stelde de veldwachter voor.
Zoo geschiedde. Met hun beiden legden zy
Brandsen te bed, waarna Kampman zich naar
buiten spoedde, om den dokter te halen. Weldra
was deze er.
Een vluchtig onderzoek bracht den waren
stand van zaken spoedig aan 't licht.
„Een aanval van beroerte", luidde dokters
uitspraak. „Kan hier niemand by hem komen
en waken?"
„Als er niemand anders is, dan zal ik het
doen", was Kampmans antwoord.
En zoo geschiedde.
Een van de knechts kwam eveneens naar
binnen. Samen zouden ze blijven, tot andere
blijd, dat de ondernemende uitgever, de heer
J H. Kok te Kampen, een volksuitgave van
sommige dezer boeken heeft willen bezorgen.
Wy vestigen hierop de aandacht.
De Morgenstond van Jezusleven een werk
van degelyken inhoud en schoonen vorm. Het
geeft weer wat ons bericht wordt in de eerste
vier hoofdstukken van het evangelie van Lucas.
Jezus* leer. Het is de poging, naar het
eigen woord des schrijvers, om de vele dingen,
die Christus ons geleerd heeft, tot één geheel
samen te vatten. Hy handelt daarin over:
de Zoon
Jezus en de wereld;
de Leeraar
het Koninkrijk
wet des rijks
de kinderen des Koninkryks
het onze Vader;
Jezus en zyne Apostelen.
Daarop volgeJezuslaatst vaarwel Dit op
schrift is duidelijk en doet vanzelf denken aan
de laatste woorden en handelingen van den
Heiland in den kring zyner discipelen. Het
eerste hoofdstuk is gewyd aan het Pascha en
het Avondmaal en het laatste aanDe bede
voor de Kerk. Het doet ons inleven in die
gewichtige uren en opent ons vergezichten,
welke tot lof en prys opwekken.
Fan Adam tot Abraham. De inhoud is deze
Licht achter het begin
Wy
's Menschen bestemming
zonde en straf
Adam en Christus
uitzicht op verlossing
het menschdom in tweeën gedeeld
Abraham
het ware Israël
de toekomst en het verleden.
De bedoeling is „om de leer der Schriften
te beschryven in de orde der feiten, waaraan
zy zich vastknoopt, teneinde den Bybellezer
het overzicht over de goddelyke openbaring te
gemakkelijker te maken". Ziedaar in weinige
woorden het verheven doel en we durven wel
zeggen, dat de schryver hier iets zeer voor
treffelijks heeft gegeven.
De Mozaïsche wet. Wy laten hier volgen
de opgave van den inhoud
Israëls God
karakter der wet;
werking der wet
de heiligheid der wet
de geest der wet;
de dienst des Tabernakels
het godsdienstig volksleven
recht, familie, volkslied.
Een kostelyk boekske, dat h'et verstand ver
heldert, het inzicht in de oude bedeeling ver
ruimt en een verkwikking kan zyn voor het
geloovig hart.
Het is een volksuitgaved. w. z. een zeer goed-
koope ook. De uitgever heeft den prys zeer
laag gesteld, opdat ieder, die zulke werken in
zyn bezit wenscht te hebben, daartoe in de
gelegenheid zou zyn. Maak van deze gunstige
gelegenheid gebruik om uw voorraad met enkele
degelijke boeken te verrijken.
Voor onze christelijke vereenigingen is het
ook zaak om ze aan te schaffen voor de biblio
theek. Bouma.
hulp kwam opdagen.
De morgen vond Kampman nog aan de
legerstede.
Door het geopende venster gleden de eerste
zonnestralen naar binnen, maar verduisterd
door de rookkolommen, die van depuinhoopen
opstegen.
HOOFDSTUK XVI.
We zyn drie weken later en treden opnieuw
de woning op den Pauwenhof binnen.
In de bedstede ligt boer Brandsen, nog steeds
niet geheel hersteld van den aanval in dien
schrikkelijken nacht, ofschoon het alles nog
boven verwachting is gegaan. Wel is aan hof
en have veel materieele schade geleden en de
bijnaam „ryke" Brandsen heeft veel van zyn
volle kracht verlorentoch is de bewoner van
den Pauwenhof niet tot armoe vervallenhet
ijzeren geldkistje, dat hy in dien bangen nacht
zoo angstig had bewaakt tot het laatste oogen
blikje toe, bergde genoeg schatten, om zyn
bezitter nog altijd een man „in goeden doen"
te doen zyn.
En tegenover de materieele schade, door
den brand aangericht, staat de geestelijke winst,
die werd behaald.
Want de Brandsen, dien ge hier, langzaam
herstellende op zyn legerstede aantreft is een
gansch ander man, dan dien ge de laatste maal
ontmoettet. De stilte van het ziekenvertrek,
ZESTPISTO.
Het oordeel over de Javaansche Christenen
loopt zeer uiteen. Aan de eene zyde worden
ze streng veroordeeld, en als huichelaars en
broodchristenen uitgeroepenaan de andere zyde
zyn er, die ze te hoog verheffen, en geen kwaad
van hen willen zien of hooren. Wy zullen ook
hier wel den gulden middenweg moeten be
wandelen.
De heer Crommelin, zendeling op Java, die
eenige jaren de plaats heeft ingenomen van den
Zendingsconsul, baron van Boetzelaar, heeft
zijn oordeel ook uitgesproken over de Javaansche
Christenen. Hy zegt er het volgende van.
Het Christendom der Javanen.is sterk Ja-
vaansch gekleurd. Zy hebben vooral in het
christelijk geloof de eisch gezien van volgen,
wat geheel in verband staat met hun volks
karakter, door de geschiedenis gevormd. Hun
volgen is passief, lydelyk, zij laten zich leiden
't is een uitwendig iets, het doen of nalaten van
bepaalde dingen. Zoo is de Javaan in door
snee.
Toch blykt het, dat het volgen van Jezus ge
heel iets anders is dan het volgen van Mohammed,
en duidelijk wordt hierin openbaar de invloed
van de machtige persoonlijkheid van Jezus.
Wat zyn godsbegrip betreftGod is voor den
christen-Javaan de Almachtige, de Groote Heer.
Weinig wordt over het algemeen gevoeld, dat
Hy ook de Heilige is. Zonde is dan ook zwak
heid, gebrek aan kracht; het zondebesef gaat
weinig diep.
In verband hiermee is het verlossingsbegrip
mechanisch. Als men maar den waren Leeraar
gevonden heeft, komt alles terecht.
Toch mag het christendom der Javanen niet
uitsluitend hiernaar worden beoordeeld. Van
beteekenis is b.v. wat het christendom uitwerkt
in het leven van den Javaan en dan blykt het,
dat hy christen wil zyn. Een der eerste gevol
gen van de prediking is, dat de menschen los
worden gemaakt van het oude, en dan is het
zaak, hun de goede leiding te geven van het
Woord Gods.
-
Op de Particuliere Synode van de Geref. Ker
ken in Zuid-Holland (ten Zuiden) te Rotterdam
gehouden, werd medegedeeld dat er verblijdende
berichten van de Zending op Java waren ont
vangen. De medische dienst bloeit. Het hulp
hospitaal te Poerbolinggo zal weldra worden
vervangen door een stevig gebouwen-complex.
Er is groote behoefte aan pleegzusters. Ook
ontwikkelt zich het onderwijs langzaam, maar
gestadig.
Dergelijke goede berichten komen niet alleen
van het zendingsterrein van Rotterdam, maar
allerwege is er werking, ja zelfs opbloei. De
feiten bewijzen dan ook genoegzaam, dat de
Zending op Java niet tevergeefs wordt uitge
oefend. God geeft kennelijk Zyn zegen.
Tegen de bewering van dr. Kromsigt, dat in
onze Geref. Kerken de dood zegepraalde, beriep
De Heraut zich op de gelden, door de Geref.
Kerk te Amsterdam opgebrachtde laatste
Pinkstercollecte had zelfs f15,000 bedragen.
Yyftien duizend guldenHet was om van te
duizelen In vele bladen politieke en kerkelijke,
werd het bericht overgenomen.
de gedwongen rust heeft bezinning, heeft inkeer
gebracht. Of neen, zóó mogen we het niet
zeggenGod heeft den boer neergeworpen,
alleen om hem weer op te richten, niet alleen
in lichamelyken zin, bovenal in geestelijke be
teekenis.
Een groote verandering heeft by Brandsen
plaats gegrepende leeuw werd een lam, de
spotter een bidder, de vervolger een vriend en
metgezel. De gebeden en vermaningen eener
vrome moeder waren niet vruchteloos geweest,
en het zaad, in tranen gestrooid, droeg toch
nog heerlijke vruchten.
Bevreemd het u, dat ge thans Kampman
vindt aan de ziekensponde
't Is stil in het vertrek.
Zoo pas hebben woorden van berouw en een
bede om vergiffenis geklonken uit den mond,
die nog zoo kort geleden hoonde en spotte.
Is het wonder, dat ook Kampman hier klein
onder wordt De woorden ontbreken hem,
om uit te drukken wat in zyn hart omgaat.
Wat hier is geschied, gaat zyn begrip, zyn
stoutste verwachtingen, zyn vurigste beden verre
te boven, zooals dat immers altyd het geval
is met het werk des Heeren. Vergeten en ver
geven zyn al die ruwe bejegeningen, hem vroe
ger door Brandsen aangedaan en zyn ziele kan
slechts juichen in de goedertierenheden des
Heeren.
„Wilt ge nu weer ^by me terugkomen,
Kampman
Doch spoedig kwam De Heraut melden dat
duizend moest zyn honderdde collecte voor de
Zending had f1500 bedragen.
Deze som is niet gering te achten; doch
een bijzonder mooie collecte is het toch niet.
Amsterdam's Kerk telt 22,000 zielen; dus
per hoofd is in de Pinkstercollecte gegeven7
centen. De kerk van Middelburg A gaf op
Pinksteren f55,terwyl alleen maar op
den eersten dag gecollecteerd werd. Deze kerk
bestaat uit 750 zielen dus per hoofd werd ge
geven 7Vs cent. Nog veel hooger wordt het
als gy de kerk van de Leek neemtdaar telt
de kerk ongeveer 500 zielen, de Pinkstercollecte
bracht er op (ook op den tweeden dag wordt
daar rondgegaan) i f 85, dus per hoofd 17 centen.
Er moet echter bijgevoegd, dat men op der
gelyke cijfers niet geheel aan kan. Als b. v.
de contributie's voor de Zending, de vrijwillige
giften, de opbrengst der Zendingsbusjes enz.
hoog zyn, dan ligt het voor de hand dat de
Pinkstercollecte niet zoo groot is als in kerken,
waar deze collecte eigenlyk hoofdbron der Zen
dingsinkomsten is.
De Zendingsdag te Krabbendyke is, naar de
berichten melden, uitnemend geslaagd. Het
getal bezoekers en bezoeksters werd geschat
op 6 a 700, inderdaad een mooie opkomst.
De met zorg uitgekozen weide bleek een zeer
geschikt terrein te zyn. De sprekers waren
vurig van geest en wel ter talehet muziek
korps van Goes begeleidde den zangen God
gaf goed weder, zoodat alles zonder stoornis
vlot van stapel liep. Het officieele verslag,
dat wy verwachten mogen, zal ons het volledige
beeld van dien dag geven.
Sinds de laatste opgaven kwam by my nog in
door J. Fokker gevonden in de collecte te
Bruinisse f 1,25door ds. de Kruyter gevon
den in de collecte Oost Kapelle f 1,van
L. L. te Domburg f 1,
Totaal is alzoo by my ingekomen f 106,31 Vs.*
Met hetgeen by ds. Kerkhof inkwam is er
dus totaal ontvangen f 254,46V2. Ons dunkt,
dat voor deze som een zeer goede lantaarn kan
worden aangeschaft, en de verzendingskosten
tevens er uit kunnen betaald. Eiken dag ver
wachten wy van ds. Merkelyn antwoord op
onze vraag om nadere inlichtingen. Wy lazen
in een Kerkblad, dat men in de provinciën
Groningen, Drente en Overysel ook bezig is
gelden te verzamelen voor een „Toover" lan
taarn voor ds. D. K. Wielenga op Soemba.
J. D. Wielenga.
Sinds de laatste opgave werd door my nog
in dank ontvangen
van P. C. te Geersdyk uit de collecte in de
kerk f 1,— van I. K. gecollecteerd te Souburg
in de Zondagavondbijeenkomst voor de Zending
f 5,en een extragift voor dat doel a f 1,
van A. J. te W. S. f 1,uit de collecte te
Oostburg 2 giftenf 1,— en f 0,60 van de
ZondagsckooLte Oostkapelle f 5,
Totaal van by my ingekomen giften is
f 148,15.
G. F. Kerkhof.
„Zeker baas", luidt het antwoord. „Alles is
thans vergeten en vergeven. Laten we niet
meer spreken, over wat vroeger is gebeurd.
Als de Heere U geheel en al weer heeft her
steld
„Als Hy dat zal willen doen en my zoo een
onverdiende gunst wil betoonen, zal ik in Zyn
kracht veel goedmaken, wat ik heb bedorven",
zegt Brandsen. „Haal van onder de bedstede
dat ijzeren kistje eens te voorschijn", vervolgt
hy tot Kampman; „het sleuteltje zult ge vin
den aan een spy kerfje ter zyde van de deur."
„Doe het maar open", gaat hy voort, als
Kampman besluiteloos staat by het koffertje,
dat hij op de tafel heeft geplaatst. „Doe het
maar open en zet het hier by my op dien stoel."
Kampman voldoet aan het verzoek.
De zieke richt zich op en werpt een blik in
het geopende kistje.
„Vroeger was dat geld myn God", zegt hy
met diepe schaamte„nu wil ik den Heere
er mee dienen. Ik weet het, je hebt me al
meermalen gezegd, voor je zelf wil je geen
geld aannemen, maar ziehier", en zyn hand
reikt aan Kampman een paar banknoten toe,
„neem dit voor de school."
Aarzelend komt het er uit en Kampmans
hart trilt van een blijde aandoening. Kon wel
ooit zekerder bewijs gevergd worden van de
waarachtigheid der bekeering by dezen man?
En als hy den warmen dank van zyn hart
op zyn eenvoudige, ongekunstelde wyze wil
uitspreken voor dezen ongedachten zegen, klinkt
het uit Brandsens mond„zwijg er overhet
te mogen geven is my grooter genade dan uw
blijdschap het te ontvangen."
(Wordt vervolgd.)