Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie fanDs. L. B0UM1, Ds. H. W. LAMiH en Ds. R. J. VAN DER VEEN. 10e Jaargang. Vrijdag 23 Mei 1913 No 49. UIT HET WOORD. kerkTHlijdenis, zendinb. Met co edewerking van onderscheidene Predikanten. iBOHHEHEITSPBUS Drnkker-Uitgever A. D. LITTOOIJ Az PRIJS DER iDYERTEITIEN IN DE LEER DER APOSTELEN VOLHARDEN. Als eens de geloovigen van den eersten Pinksterdag zien konden, hoe het er thans op de christelijke erve uitzag, dan zouden zij zich zeker verheugen. Destijds toch was de leer der Apostelen slechts bekend in de heilige stad Jeruzalem en thans is die leer uitgedragen in alle werelddeelen en uit vele verschijnselen blijkt, dat zij hoe langer zoo meer de aandacht begint te trekken. In verschillende deelen der wereld verwekt zij belangstelling en het is wel een teeken van haar invloed, dat er zoo groote en felle tegenstand openbaar wordt. Als we alleen maar letten op welke wijze de pers in onze koloniën spreekt over de pogingen om de bewoners van onze eilan den te kerstenen, dan wordt het wel dui delijk, dat daar ginds werking is en het evangelie veld wint. Het doet weldadig aan, dat er schier in alle landen nog velen zijn, die voor de verbreiding van de leer der Apostelen ijveren. Welk een machtig verschil tusschen de kleine schare toen in Jeruzalem, en de groote menigte thans, welke er eene eere in stelt om deze leer te kennen en te beleven. Er is in dit opzicht oorzaak van vreugde en erkentelijkheid aan Hem, die het kleine mosterdzaadje tot een schoonen boom heeft laten groeien, zoodat de vogelen des hemels komen om er een nest in de takken te bouwen. Merk waardige dagen zijn het, die we beleven, zoodat we gerust zeggen kunnen dat het een teeken des tijds is. De heele chris tenheid ontwaakt en benaarstigt zich om tot aan de einden der aarde te gaan naar het bevel van den verhoogden Christus. En al is het, dat de tegenstand fel is in de vijanden velen, we kunnen gerust zijn, want het Evangelie zal aan alle volken gepredikt worden tot een getuigenis. Zon der strijd is het nooit en nergens gegaan, maar elke strijd brengt ons nader aan de overwinning. Zoudeh zich derhalve die eerste disci pelen van Jezus verheugen, indien zij zagen wat we zien, zij zouden zich zeker ook bedroeven over vele verschijnselen. Zij schaarden zich rondom de Apostelen, zij luisterden naar hun woord, zij eerden in hun prediking de waarheid en zij waar deerden haar als hun grootste schat. Het kwam niet in hen op om af te wijken van den weg, door deze mannen hun gewezen zij twijfelden niet aan wat zij voorhielden, zij geloofden het evangelie en volhardden in de leer, welke hun verkondigd werd. Zij zagen in de Apostelen gezanten, die van Godswege tot hen gekomen waren, getuigen van Jezus' woorden en daden, gezanten des heils, dat de Ontfermer der wereld bereid had. Zij hadden die leer aangenomen, zij beijverden zich om haar beter te verstaan, zij drongen er eiken dag dieper in door, zij verlustigden zich in het licht, dat de opening van Gods woorden hun gaf en zij hielden niet op zich te verwonderen over de boodschap, hun ge bracht. Hun afkomst, hun opvoeding, hun maatschappelijke positie, hun karakter was verschillend, maar zij waren één van hart en één van zin. In de leer der Apostelen kwamen zij bij elkander en dit vereenigde hen innig en vast aan elkander, waarbij alle verschil als in 't niet verdween. Zij kenden dezelfde waarheid en zij beoogden hetzelfde doel. Ofschoon zij niet altijd bij elkander bleven, want ook voor hen brak de ure aan, dat zij uiteengaan moesten, maar zij namen deze leer mede en door haar bleven zij aan elkander verbonden. Zij hadden gemeenschap door de leer van de Apostelen en deze gemeenschap was onverbrekelijk, omdat zij de leer bewaarden, waarheen zij hun schreden ook richten en waar zij hun woonplaats ook opsloegen. Dat was de schoone heerlijke vrucht, welke de Pinkstergebeurtenis hun in den schoot had geworpen. Hoe aantrekkelijk zag het er bij hen uit. Ai ziet hoe goed en hoe lieflijk is het, dat broeders samenwonen. Wonderlijk zou het hun te moede zijn, bijaldien zij onze toestanden kenden, bij aldien zij eens zien konden, hoe het b.v. in ons klein land is. Zij zouden eerder aan de spraakverwarring van Babel dan aan de Pinkstergebeurtenis denken. Reeds bij de meest voorkomende woorden treedt het aan 't licht. Allen in ons land willen nog christenen heeten, allen stellen nog het christendom op prijs, althans zij geven het voor, allen oordeelen, dat de christelijke religie een van de beste is, allen spreken nog van christelijke feesten en christelijke deugden, maar als het nu op de verklaring van het woord christelijk" aankomt, dan heerscht er een hopelooze verwarring. De een verstaat den ander niet meer en ieder waant, dat zijn verklaring de voorkeur verdient. En als ge dan zegtwelnu, dan is het allereenvoudigste en allerveiligste, dat we even onderzoeken, wat de leer der Apostelen is en laat ons daaraan vast houden, dan begint maar pas te blijken, hoever de geesten van elkander verschillen. Ge vindt dan, dat sommigen onder den christelijken naam denkbeelden huldigen, die veel meer aan het oude en het nieuwe heidendom herinneren dan aan de uit spraken der Apostelen. Sommigen zijn eerlijk genoeg om te erkennen, dat zij niets meer van de leer der Apostelen hebben moeten, wijl deze reeds lang ver ouderd en versleten is. Zij houden van nieuwe, frissche gedachten, die zich aan passen kunnen aan het leven van onzen tijd en zij koesteren den waan, dat het oorspronkelijk evangelie verdwijnen moet. Zij begrijpen zelfs niet, dat er nog velen zijn, die het in eere willen houden en het invloed willen laten uitoefenen op het ge- heele leven van ons volk. Hoe is het mo gelijk, roepen zij uit, dat ge meenen kunt, dat het nu nog een plaats moet hebben in 't gezin, in de school, in de kerk, in de maatschappij en in den staat. Ja, zij twijfelen aan de oprechtheid van hen, die daarvoor een lans breken, en zij durven het wel toe te schrijven aan minder edele drijfveeren. Dit maakt den toestand niet beter, maar zelfs bitter. Doch ook dit zou nog wel gaan, als er nu overigens maar eenheid gevonden werd bij hen, die nog altijd in de leer der Apostelen het einde van alle tegenspraak vinden. Welk een kracht en invloed zou er van hen in dit geval kunnen uitgaan. Hoe aangenaam zou het de samenleving en de samenwerking maken. Maar dit voorrecht is ons ten eenenmale ontzegd. Tusschen hen is de strijd over de school én de kerk, over de maatschappij en het overheidsgezag. Zij staan menigmaal fel tegenover elkander en bestrijden elkander in 't openbaar, zoodat er blijdschap is in de straten van Askelon. En was dit nu nog maar een strijd, die verheffend was, die op een ridderlijke wijze gevoerd werd, het mocht heengaan. Verschil van mee ning heeft er altijd bestaan en zal er wel blijven, zoolang we maar ten deele kennen, doch wie zou durven beweren, dat dit steeds in 't oog gehouden werd. Wie na gaat, wat de christelijke pers dagelijks ten beste geeft, weet er meer van dan hem lief is, en denkt bij zich zeil, als er zoo geschreven wordt, wat zal er dan gebeuren in de onderlinge gesprekken. Waarlijk, het is bedroevend, temeer omdat er zoo mach tig verschil is, zoodra het aankomt op de vraag: wat hebben dan de Apostelen ge leerd. Er zijn velen, die ter goeder trouw van oordeel zijn, dat de christelijke kerken de leer der Apostelen hebben vervalscht en die daarom den rug gekeerd hebben naar elke belijdenis. Zij zeggen, al die be lijdenisschriften van vroegeren en lateren tijd zijn mehschenwerk en daarom ge brekkig. Wij zijn er van overtuigd, dat zij meer kwaad stichten dan voordeel bren gen en daarom weg er mede. Zij willen terugkeeren tot het evangelie door den Christus en zijn Apostelen gepredikt en wijl dit zoo aangenaam klinkt, juichen velen, die niet gewoon zijn om door te denken het toe, in de meening, dat nu de oorspronkelijke leer der Apostelen weer van de gebrekkige en onvolledige formules bevrijd van de daken gepredikt zal worden en zij verblijden zich in 't vooruitzicht, dat daardoor een einde zal komen aan de tegenwoordige verwarring en dat dan de vijanden zich wel weer scharen zullen om de aloude Banier, want zij denken, dat die gebrekkige leerstukken der kerken er schuld aan hebben, dat velen zich afge wend hebben van de boodschap des heils. Dit zijn van die naieve zielen, die men om hun eenvoud zou kunnen liefhebben, als zij maar een weinig doorzicht meer had den. Doch als ge nu naar die voormannen luistert, dan begint hetLu te schemeren voor de oogen en te duizelen in 't hoofd, want ge behoeft nog niet zoo ervaren te zijn in de Schriften om spoedig te be speuren dat er een zeer wijde kloof gaapt tusschen hun voorstelling en die van een Petrus, een Johannes, een Paulus en andere Apostelen. Het is dan ook om moedeloos te worden, wijl ge klaar beseft, dat het niets dan leuzen en phrasen waren, waar mede alleen oppervlakkigen vrede kunnen hebben. Daarbij komt nog, dat zij samen geen enkelen band hebben, die hen aan- eensnoert, dan alleen uiterlijke dingen, die tot de beweeglijke wereld behooren. Is het wonder, dat de spraakverwarring toeneemt en de eenheid schade lijdt? Gode zij dank, er zijn ook nog anderen, die in hoofdzaak goed weten, wat de leer der Apostelen is en die daarin blijven vol harden. Of hun verweten wordt, dat zij niet meer passen in dezen tijd, dat zij geen rekening houden met de eischen van het moderne leven, dat zij geen oog heb ben voor de veranderingen, welke de weten schap in de beschouwing gebracht heeft, het doet er niet toe. Zij willen de leer der Apostelen niet loslaten, want zij weten, dat zij door gemeenschap te hebben met het getuigenis, dat deze mannen van Jezus gegeven hebben ook gemeenschap met God hebben. En om deze gemeenschap is het hun te doen. Zij hebben iets van wat David deed zingenGelijk een hert schreeuwt naar de waterstroomen, zoo schreeuwt mijn ziel tot U, o God. Mijn zïel dorst naar God, naar den levenden God. Bij hen komt het volharden in de leer der Apostelen piet voort uit lust om ook een beschouwing te hebben en zich een voorstelling te kun nen maken, maar uit behoefte aan waar heid, aan onbedriegelij ke waarheid en die vinden zij in het woord der Apostelen. Zij vertrouwen het niet om het huis hunner zaligheid te bouwen op de wisselende meeningen van den dag, want dan zouden zij nooit rust hebben en steeds vol vreeze zijn, maar zij hebben gezocht en gevonden den onwankelbaren bodem en daarvan laten zij zich niet meer aflokken. Kunt ge zeggen, dat ge tot hun getal behoort, dat ge bouwt op het fondament, door de Apos telen gelegd en dat ge al uwe zaligheid verwacht van dien Christus, welke deze mannen predikten? Bouma. Walchersche Diakonale Conferentie. per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 3 «cent. MIDDELBURG. van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. En zij waren volhardende in de leer der Apostelen, Hand. H 42a. Het is al lang geleden, dat er een diakonale Conferentie op ons eiland gehouden werd en ook om deze reden verwachten we, dat velen zich opmaken zullen om de vergadering, welke a. s. Woensdag te Yeere gehouden wordt, by te wonen. Het zyn in den regel gezellige en. leerzame samenkomsten en deze zal de ver wachting wel niet beschamen. De Oostkap- pelsche predikant zal er een Referaat houden over het onderwerp Het verband tusschen het diaconaat en het priesterschap der geloovigen en we mogen er wel op rekenen, dat onze jeugdige broeder De Kruijter het degelijk zal behandelen. Gemakkelijk is het niet en er zal licht gelegenheid zjjn voor een aangename bespreking. Bovendien komt er nog aan de orde de zaak der ziekenverpleging, welke van groot gewicht geacht mag worden en we zullen er ons over verblijden, als er van deze Conferentie eens een flinke stoot om te komen tot het voorge stelde doel uitging. Als we onze Zeeuwsche broeders niet kenden, zouden we hen toeroepen overreken de kosten goed vóór ge dezen toren gaat bouwen, maar dit is nu niet noodig. We verwachten niet, dat die zaak in eens kant en klaar voor ons zal staan, maar indien deze samenkomst alleen eens aanwees, langs welken

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 1