Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Onder Redactie van: Ds.L. BOUMI, Os. H. W. LIMAN en Ds. R. J. TAN OER VEER. 10e Jaargang. Vrijdag 11 April 1913 No 43. iBOOEMEMTSPRIJS Drntter-OItgefer PRIJS DER iDYERTEHTIEN UIT HET W00R1). Met medewerking van onderscheidene Predikanten. D LITTOOIJ Az. MIDDELBURG II. Op de vraag, waarom de discipelen zulk een gewicht hebben gehecht aan de ver schijning van Jezus aan Petrus, hebben wij een antwoord gezocht en naar wij meenen gevonden. Doch nu richten wij meer bepaald het oog op de liefde van den opgestanen Christus, welke ons uit deze ontmoeting tegenstraalt. Ditiseene roeping, waaraan wij ons niet onttrekken mogen, want nooit genoeg kunnen wij beschouwen de hoogte en de diepte, de lengte en de breedte van de liefde Christi. Als wij een maal de zaligheid beërven mogen, en als er daar nog plaats 'voor is, dan zullen wij ons beklagen, dat wij zoo weinig doordron gen zijn geweest van deze liefde. Petru3 heeft haar gezien, haar bewonderd, haar geprezen.48 Gaat dat rijke leven van den Apostel eens na, overal ziet gij den vurigen Petrus in het eerste gelid om voor de zaak van Jezus te kampen. Hij heeft de liefde tot zich zelf verloren en de zelfzucht, waaruit koele berekening geboren wordt, is verdwenen door de macht van Christus' liefde, welke de bron is, waaruit hij steeds nieuw voedsel ontving. Petrus was eertijds het schaap gelijk, dat ver van de kudde gedoold was. Had hij nu nog maar kunnen zeggen, dat het onbedacht was geweest, maar dit was geenszins het geval. Moedwillig was hij gaan dwalen. Hoevele waren de waarschuwin gen geweest om hem te herinneren aan de gevaren, welke hem straks omringen zullen, aan de zwakheid des vleesches, welke hem zoo licht ter zijde zou kunnen afleiden, doch hij had niet willen luisteren. Moedwillig had hij zich zelf in het gevaar begeven. Evenals een reiziger, die een steil en gevaarlijk gebergte beklimmen gaat, en in zijn overmoed denkt, dat hij de hulp van een gids wel ontberen kan, zoo had Petrus alle hulp van de hand gewezen, en op eigen kracht gesteund. Diep was hij gevallen, maar de Herder had zijn schaap niet uit het oog verloren. Zijn oog had hem bespied, toen hij al verder afdwaalde en eindelijk gelijk was aan het schaap, dat tusschen de struiken verward was, en ver moeid en aamechtig smachtte naar een verfrisschende teug, zonder uitzicht op redding. Dat wij niet te veel zeggen, waar wij beweren, dat Jezus hem niet vergeten had, blijkt overvloedig uit de mededeeling, dat toen de vrouwen bij het graf geko men waren, de Engel haar in last gegeven had om het vooral Petrus te zeggen, dat Jezus opgestaan was. Reeds hieruit kon de Apostel het wettig besluit trekken, dat de Heiland nog aan hem dacht, hem nog goed gezind was, en daardoor werd hij op eene schoone wijze voorbereid op eene persoonlijke ontmoeting. Welk eene teedere liefde straalt ons hierin tegen, want ware de Christus hem plotseling verschenen, hoe gemakkelijk zou Simon door schrik en ont steltenis overmeesterd geworden zijn. Wij zien hier alzoo eene liefde aan het werk, die alles van te voren berekent, die alle omstandigheden in oogenschouw neemt, en die niet verzuimt om alle hindernissen te overwinnen. Zulk een Heiland is onze Jezus, en zulk een Hoogepriester past ons. In alles is hij verzocht doch zonder zonde, zoodat Hij de kracht der verzoeking door persoonlijke ervaring kent en nu kan Hij medelijden hebben met onze zwakheden. Niet hard zal Hij de zijnen vallen ook al bezwijken zij in de ure der verzoeking geen grievende verwijten zal Hij hun doen. In tegendeel zijne ziel zal vol ontferming zijn over den diepgevallene en juist deze ontferming is 't, die balsem stort in de wonden door eene beschuldigende cons ciëntie geslagen. Eens toen zijne jongeren nog met Hem rondwandelden, waren zij tot Hem geko men met de vraaghoe dikwerf zij een broeder vergeven moesten, die tegen hen zondigde Tot zeven malen Zouden zij wel zoover mogen gaan, zou dit niet reeds te veel zijn Doch hij antwoordde tot zeventig maal zeven. Welk een vergevens gezindheid moet dit wel zijn? In eigen voorbeeld echter zal Hij de groote kracht dezer waarheid laten zien. Petrus' schuld was zwaar, zijne zonden vele, de beleedi- gingen den Meester aangedaan ontelbaar. Welnu, zal de Heere het wreken, zal de vrees van Petrus zich vervullen? Dit zij verre. Zonder verwijt zal Hij vergeven, ruim, mild, overvloedig en koninklij k werpen zal Hij die zonden in eene zee van eeuwige vergetelheid, Hij zal ze uitdelgen als een nevel. Veel is er sinds de ure, waarin Petrus hem verloochende, veranderdde vergui zing, waaraan de Christus blootstond, de smaad, waarmede men hem bejegende, de schande, welke hem aankleefde, het lijden, dat zijn deel was, het is alles verdwenen, het is alles voor altijd voorbij. Wandelde Hij vroeger rond in het schamel kleed eens dienstknechts, thans toont Hij zich in den glans van het nieuwe leven, ja Hij staat reeds op den drempel van het paleis des Vaders, gereed om te beërven de heerlijk heid, welke Hij had van voor de grond legging der wereld. Doch wat ook veranderd moge zijn, Zijne liefde is dezelfde gebleven. Welk een bron van rijke vertroosting ligt daarin voor Petrus. Eens toen een straal van heerlijkheid door het geringe kleed der menschelijke natuur heenviel, had de zelfde Simon uitgeroepen Ga uit van mij, want ik ben een zondig mensch, wijl hij zich niet voorstellen kon, dat er tusschen een groot zondaar als hij en zulk een mach tigen Christus eene zalige gemeenschap kon zijn, maar het was hem thans nog veel duidelijker, welk een afstand er lag tusschen hem en zijn Meester, en niettemin was in hem de zalige bewustheid versterkthet hart van Jezus klopt nu nog van liefde ook voor hem, in weerwil van zijne ontrouw en al zijne- afdwalingen. Hierin ligt dan ook een onuitputtelijke troost voor al Zijne discipelen. Zij mogen door onverstand op eigen kracht steunen wegens eigen ingebeelde wijsheid, Zijn woord veronachtzamen, door roekeloosheid van Zijne wegen dwalen, Zijne liefde tot hen neemt niet af, zij vermindert niet, zij ver koelt niet. Zij blijft dezelfdevoor ver andering is zij niet vatbaar. Gelijk Hij hen liefgehad heeft, zoo heeft Hij hen lief gehad ten einde toe, riep Johannes in vervoering uit. Dat Jezus zelfs in het hoogste lijden aan Zijne volgelingen bleef denken, dat Hij zelfs aan het smartelijk kruis de zijnen gedachtig bleef, dat was voor Johannes een rijke stof van heilige verwondering, en wij mogen daarvoor de oogen wel openhouden, overmits deze liefde al ons denken te boven gaat. Maar niet minder treffend is het, dat wij nog verder gaan mogen en betuigen Zoo lief heeft Hij hen nog, nu Hij het graf heeft verlaten en verheerlijkt is aan de rechterhand des Vaders. Ofschoon Hij als Overwinnaar de zichtbare hemelen door gegaan is, ofschoon Hij plaats genomen heeft op den Troon der heerlijkheid, of schoon Hem macht gegeven is over den hemel en de aarde, toch blijft Hij met dezelfde liefde gedenken aan allen, die op Zijn Naam vertrouwen, en op Zijne goeder tierenheid hopen. Het kan wel wezen, dat zij behooren tot de geringen onder een volk, dat zij wonen in een arme hut, dat hun naam weinig bekend is onder de menschen, het doet er niet toe, als zij zich onder de schaduw van Jezus, vleuge len hebben gesteld, dan zal de Heiland hen nooit begeven, hen nimmer verlaten. Wat dunkt u, is dit niet een heerlijk voorrecht, is dit niet eene zalige kennis? Nooit bestaat er reden om Jezus' liefde te verdenken, nooit hebben wij oorzaak om aan Zijne genade te twijfelen. Reeds eeuwen achter elkander regeert Hij zijn volk, en zwaait Hij Zijn schepter over alle creatuur, en eens zal alle knie zich buigen, en alle tong zal belijden, dat Hij de Christus is tot heerlijkheid des Vaders. Wie kan de hoogte meten, waartoe Chris tus geklommen iswie kan den afstand berekenen, die er bestaat tusschen Hem en den schuldigen zondaar, die hier op deze lage aarde ademt in het uitspansel? Niemand voorzeker, maar elk mensch, die aan zichzelf ontdekt werd, die op zijne heup leerde kloppen, die tot belijde nis van zijne zonden kwam, merkt er toch iets van, en om nu te gelooven, dat deze Middelaar, die met macht en heerlijkheid bekleed is, hem den onwaardige lief heeft, dat is niet zoo gemakkelijk. Inzonderheid kan dit moeilijk zijn, als hij na zich ge heel overgegeven te hebben opnieuw aan het dwalen raakt, en den Herder uit het oog verliest. Zoo duidelijk staat het dan voor zijn geest, dat hij gedaan heeft wat kwaad is in de oogen des Heeren zijne consciëntie verwijt hem zijne trouweloos heid zoo streng, en met een beschaamd aangezicht zit hij ter neer. Zou Jezus zich ook nu nog willen ontfermen over hem, die in strijd met de verschuldigde liefde gehandeld heeft Misschien kent gij de vraag uit eigen ervaring, misschien kwelt zij u zelfs op dit oogenblik. Wel aan in dit geval richt uw oog op den Heiland, die zich nederbuigt tot Petrus, en tot zijn hart van vrede spreekt. Ge loof, dat Hij ook nu nog dezelfde is, en dat Hij ook u ziet, terwijl gij u bekom mert over uwe ontrouw. Stel uwe hope op Hem, want Hij zal het maken. Hij zal tot u komen, Hij zal u opzoeken, wel licht in een oogenblik, als gij dit het allerminst vermoedt, en Hij zal u dien rijken en vollen vrede schenken, die alle vrees verdrijft, alle onrust verbant en hart en zinnen bewaart. Nooit kan het geloof te veel verwachten van de liefde Christi. Zijne liefde gaat alle voorstelling te boven de zalige troongeesten, die altijd door steeds dieper indringen in het werk der verlossing, kennen haar niet ten volle zelfs de geesten der volmaakt rechtvaar- nigen zien hoe langer zoo meer het on mogelijke in om haar naar waarde te ver heffen. O zalige liefde van Jezus, wan neer zullen wij u meer op prijs stellen wan neer zullen wij u meer waardig prijzen Bouma. KERK, BELIJDENIS. ZENDING. Frieslands Zuid-Oosthoek. per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 3 cent- van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. F AMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. Hij is van Simon gezien. Luc. 24 34b. Aan de Kerkeraden werd onlangs een circu laire verzonden, waarin steun gevraagd werd voor den evangelisatie-arbeid in Friesland. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat sommige Ker keraden haar ter zijde leggen zonder er een gunstig antwoord op te geven, want er komen zooveel aanvragen om hulp in, wijl het een gewoonte schijnt te worden voor alle mogelijke dingen steun te vragen. Wij meenen echter, dat deze circulaire een beter lot waardig is. Als grond daarvoor kunnen we aanvoeren, dat de Generale Synode der Geref. Kerken te Zwolle dezen arbeid bij name heeft aanbevolen en wie kerkelijk meeleeft, weet, dat een der gelijke vergadering niet mild is in het geven van zulke verklaringen en het ware wel wenscheljjk, dat meerdere kerkelijke vergade ringen evenzoo handelden. Hieruit blijkt reeds dat wij hier te doen hebben met een arbeid, welke ten volle aanspraak heeft op algemeenen steun. Wanneer ik hieraan toevoeg een korte toe lichting over het verleden van dien arbeid, dan zal het dunkt me voor anderen ook duidelijker worden. Ruim een uur ten noorden van Gorre- dyk ligt Terwispel, een uitgestrekt uitgeveend veld, dat langzaam voor veeteelt en akkerbouw geschikt gemaakt is. Daar was reeds lang een gemeente, waarvan de leden trouw ter kerk kwamen, maar die meest allen behooren tot daglooners, die niet veel verdienen. Zoolang de turf gemaakt werd, ging het nog, maar de voorraad veen verminderde met elk jaar. De arbeid van die kleine gemeente heeft echter vrucht gedragen en zij breidde zich bij voort during uit. Als ge van daar gaat naar Lippen huizen, vindt ge weer een kerkgebouw, waar reeds van de dagen der Afscheiding af het evangelie verkondigd werd. Het aantal, dat hier kwam, was lang zeer klein. Dit behoeft ook niet te verwonderen. In de Hervormde Kerk stonden aldoor predikanten, welke niets voelden voor het woord van den Apostel Paulus „Het zij verre van mij anders te roe men dan in het kr.uis van Christus". Meer naar het zuiden stond nog een Kerk, waar de ge- loovigen samenkwamen om Gods woord te hooren. Als ge nu weet, dat hier langen tijd slechts een predikant was, die beurteling in elk dezer drie kerken den dienst verrichtte, dan kunt ge begrjjpen, hoe gebrekkig en moei lijk deze arbeid was. Dit gezamenlijk terrein is zeker vijf uur lang en er was slechts een man, die zich daar wijdde aan deze taak.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 1