Kerk en Schoolnieuws.
Ofliciëele Berichten.
Verantwoording van Liefdegaven.
BOEKAANKONDIGING
INGEZONDEN STUKKEN.
DRIETAL
te Koog-Zaandijkds. H. Hummelen te Haar
lemmermeer
cand. dr. W. Gr. Harrenstein
te Amsterdam
ds. J. Runia te Westmaas.
BEROEPEN
te Raardds. H. de Lange te Gaastweer
te Fynaartcand. J. A. Tazelaar te Weesp.
BEDANKT
voor Giesen Ond- en Nieuwkerkds. T. J. Hagen
te N. Pekela
voor Ezingeds. H. Hummelen te Haarlemmer
meer
voor Doesburgds. J. J. Westerbeek v. Eerten
te Kampen
voor N. Amsterdamds. B. J. Lagtenberg te
Lutten.
CLASSIS ZIERIKZEE.
De Classis Zierikzee zal D. V. vergaderen op
Woensdag 7 Mei, gewone tyd en plaats. Even-
tueele voorstellen en punten voor 't agendum
in te zenden vóór 25 April by den eersten onder-
geteekende.
Namens de roepende Kerk,
D. Mulder, l.-praeses.
W. den Boer, l.-scriba.
De Gereformeerde Kerk van Westkapelle
bericbt aan de Kerken in de Classis Middelburg,
dat D. Y. Dinsdag 6 Mei a. s. de gewone ver
gadering der Classis zal gehouden worden.
Stukken in te zenden vóór 20 April a. s. by
den actuarius ds. de Kruyter te Oostkapelle.
Namens den Kerkeraad,
F. J. v. d. Ende, Praeses.
W. van den Berg, Scriba.
resolutiën worden door hem de vergadering
voorgelegd, die na een vry breede bespreking
met een kleine aanvulling door de Conferentie
worden overgenomen en aldus worden vastge
steld
I.
Het diaconaal ambt, reeds tydens de Apostelen
onderscheiden van'de ambtelijke bediening, die
den dienst des Woords en die bet opzicht raakt,
verbasterd in de volgende eeuwen, is door de
Reformatie, onder invloed van Calvyn, in ons
vaderland gezuiverd, en is en wordt ook, na
scheiding en doleantie, in de Geref. Kerken
van Nederland, wat de beginselen aangaat,
bediend naar de oorspronkelijke instelling.
II.
In aansluiting aan deze schriftuurlijke be
ginselen hebben diakenen er zich helder reken
schap van te geven, welke de bijzondere taak
zy, die zy naar ambtseed hebben te vervullen
en daartoe met name
a. Gods Woord naarstig te onderzoeken
b. het Formulier van bevestiging te herlezen
en den inhoud er van zich in te denken en eigen
te maken
c. door middel van het Diaconaal Correspon
dentieblad en door Diaconale handboeken, zich
op de hoogte te stellen van de Diaconale vraag
stukken, van vroeger en van den tegen woor-
digen tyd
d. bij moeilijkheid van hun denken inlichting
en voorlichting te vragen aan den Kerkeraad
e. Conferenties te houden, hetzy zelfstandig
als diaconiën eener Classis, hetzy in samen
werking met de diaconiën van genabuurde
Classis.
III.
Omdat de Geref. Kerken in Zeeuwsch-Vlaan-
deren voor het meerendeel in verloop van jaren
in getal aanmerkelijk zijn toegenomen, en ook
het aantal Kerkeraadsleden is uitgebreid, zullen
de diaconiën althans van die Kerken, waar vier
diakenen zyn, pogingen doen om te leven over
eenkomstig art. 40 K. O.
IV.
Indien in niet kleine kerken der Classis dia
kenen geregeld in vergadering samenkomen,
zullen de Dienaren des Woords nu en dan,
mits door diakenen aangezocht, een vraagpunt,
't Diaconale ambt rakende, behandelen en op
deze wyze aan de ontwikkeling van het diaco
naat, in aansluiting aan de eischen ven onzen
tyd mede-arbeiden.
Als slot van de morgenvergadering werd nog
een referaat gehouden door ds. G. R. Kuiper
overwat moet worden verstaan, onder dat deel
van den diaconalen arbeid, dat het bevestigings
formulier noemtmet troostelyke redenen uit
het Woord van God aan den armen en ellen-
digen hulp bewyzen. ZynEerw. zette uiteen
met aanhalingen uit Gods Woord, hoe dezen
zin moet opgevat worden.
Hierover wordt door verschillende predikan
ten nog het woord gevoerd, wat voor velen
tot leering kon strekken.
Pauze.
De middag-vergadering wordt geopend met
het zingen van Ps. 95 1.
Aan de orde komt: referaat van denEdelachtb.
heer L. J. den Hollander, over de inrichting
en samenstelling, bevoegdheid en werking van
een Armenraad. Duidelijk werd dit uiteengezet.
Een paar vragen werden gedaan, die zeer be
vredigd werden beantwoord.
Daarna volgt een bespreking over de vraag,
of het wenschelyk is, voor het eventueel houden
eener Diaconale Conferentie, samenwerking te
zoeken, met de Diaconiën in de Classis Mid
delburg. Inleider ds. W. van 't Sant, die het
nut bepleitte om met Walcheren samen te
werken. Hierover ontstond een zeer levendige
discussie, waaraan alle predikanten en ook een
diaken deelnamen. Besloten werd de volgende
Conferentie te doen houden dcor de diaconiën
in de Classis Axel.
Een commissie werd benoemd tot het ont
werpen van een voorloopige gegeling voor het
houden eener Diaconale Conferentie. Hiertoe
werden benoemd het moderamen met diaken C.
de Feyter van Zaamslag tot algemeen secundus,
aan welke commissie als adviseurs werden toe
gevoegd ds. J. II. Lammertsma en ds. H. P.
M. de Walle.
De tyd was te ver gevorderd om de gestelde
vragen van punt Vni ditmaal te behandelen.
De Diaconie van Axel B wordt aangewezen
als roepende diaconie, voor de eerstvolgende
Conferentie.
Ds. Bruins dankt de sprekers, vragers en
bezoekers hartelyk voor hun arbeid en belang
stelling, waarna ds. H. P. M. de Walle met
dankzegging sluit.
Het was een leerzame en aangename Con
ferentie.
Namens het moderamen,
t 7
P. dk Regt, Scriba.
Vhssingen. In de collecte van 23 Maart ont
vangen fl,voor de lichtbeeldenlantaarn van
ds. Merkelyn.
Namens den Kerkeraad,
P. G. Laernoes, Scriba
Van strfld en overwinning Verhalen
uit de geschiedenis der Zending,
door J. C. de Koning, hoofd eener
christelyke school te Zaamslag.
Uitgave van Kemink en Zoon, Utrecht.
„Het is ons een reden tot groote vreugde,
dat wy dit boekje met een woord van aanbe
veling de wereld mogen doen ingaan. Het
feit alleen, dat boekjes als dit geschreven wor
den, wyst er op, dat in onze christelyke scholen
meer en meer het besef ontwaakt, dat de school
een roeping heeft tegenover 't werk der Zen
ding. De school moet dien arbeid steunen
door haar leerlingen ermede bekend te maken.
De Nederlandsche school moet dat doen door
haar kinderen te leeren, wat er in onze kolo
niën op het gebied van de Zending wordt ver
richt. Reeds te lang heeft zy wel het oog
gericht op rijstvelden en irrigatie-werken, op
handel en verkeer, maar vergeten, dat de aarde
is des Heeren. En dat wie zich noemt naar
Christus, niet anders kan en mag doen dan de
wereld voor Hem opeischen. En dus uit den
aard der zaak een Zendingsman moet zyn."
Wy hebben deze woorden ontleend aan het
voorbericht, waarmede wy instemmen en wij
laten hier ook volgen het slot van ditzelfde
voorbericht
„Op den inhoud heeft ze geen critiek willen
oefenen. Het werkje, zooals het haar werd
aangeboden, leek de commissie een aanbeveling
ten volle waard. Moge het in de christelyke
scholen een plaats verkrijgen en goed werk
doen tot eere van God en tot uitbreiding Zyns
Koninkryks."
Zie hier het oordeel van de Onderwys-Com-
missie van den Zendingsstudie-Raad en wy
gaven hieraan een plaats, omdat de uitspraak
van deze deskundige mannen gehoor en over
weging verdient.
Wy hebben er ons in verheugd, dat het
oordeel dezer heeren zoo gunstig luidt, want
het lijkt ons volkomen verdiend. Wy heb
ben deze drie-en-twintig verhalen met zeld
zaam genoegen gelezen en wy zouden gaarne
zien, dat al onze christelyke scholen het als
leerboek gaan gebruiken. Het is daarvoor
uitnemend geschikt.
Voor vele volwassenen biedt het ook aange
name lectuur en het zal de liefde tot de Zen
ding vermeerderen.
Over de illustraties zegt de schrijver Bij de
keuze heeft de gedachte voorgezeten, dat de
plaatjes in hoofdzaak moeten geven voorstel
lingen op het gebied van land- en volkenkunde.
Zy zyn ontleend aan bekende werken, o. a.
Hildryks Beelden uit„Neerl. Indië" Hirtz
Bilderschatz etc. De cliché's zyn alle nieuw.
Wy twijfelen niet, dat als onze onderwijzers
er kennis mede maken, zy het opnemen zullen
onder de reeks van uitnemende leerboeken.
Met den schryver wenschen we van harte,
dat Gods zegen het boekje vergezellen moge
op reis. Bouma.
Buiten verantwoordelijkheid der Eedactie.)
Een pessimist en een gezond bijbelsck christen
en een samenspraak op een bruiloft, op een
huiselijk feest en in de kerk.
II.
Op een huiselyk feest.
Wy kwamen daar in huis, zy waren ons genegen
Verblijd dat zy dien dag, zoo veel bezoeken
[liegen.
Daar zat de vader Jan, de moeder heette Grietje
En Kees en Klaas en Piet, en Koos en Kee en
[Mietje
En nog wat personeel, wat knechten en wat
[meiden
Die allen zich te saam, recht hartelyk verblyden.
Het feit waarom zy saam, daar feestlyk zyn
[gezeten,
Verlichtte alle smart, deed alle leed vergeten.
Men zorgde voor den mond, 't was wenschen,
[handen drukken,
Gezegd zoo in een woord, men had het op zyn
[krukken.
Wy deden onzen plicht, zy langden ons twee
[stoelen,
(Ik dacht, wat zou myn vrind, toch nu zoo al
[gevoelen).
Men sprak van dit en dat en allerhande zaken
En hoe de Heer het steeds, zoo wel met hen
[wou maken.
Men zong een Psalm van lof, er werd gedankt,
[gebeden,
Dit alles bracht myn vriend, wel eenigszins tot
[reden.
Myn vriend die zag my aan, hy kon ook ernstig
[wezen,
Hy had, zooals het scheen, den by bel ook gelezen,
Hy zeija in dit huis zyn vele schoone zaken
Maar evenwel ik weet niet wat er van te maken.
Hy wees op David's smart, om Absalom zyn
[zoone.
En by een Delia zou hy ook liefst niet wohe.
Ook hoorde ik hem nog van Eli's zonen spreken.
Waarom hun vader nog, den nekke kwam te
[breken.
Gehazi scheen wel vroom, maar kon toch nogal
[liegen,
En Mefiboseths knecht, een schelm om te be
driegen
En sehynt het nu by Jan, wel niet zoo kwaad
[te wezen
Maar dat is een uit tien, althans zoo zou ik
[vreezen.
En daarom neen, geen vrouw, geen knecht o
[meid of kinderen
Een enkel misschien goed, de meeste zullen
[hinderen
Nu weet ik wel ik kan, niet alle kwaad ont-
[loopen,
Maar zie dan ga ik weer, maar wat morfine
[koopen.
Ik zeide ach myn vriend, wil my nu eens ge-
[looven
Gy moogt uw edele ziel, zoo maar niet gansch
[verdoven.
Hy zei het kan wel zyn, maar moet u dan eens
[vragen,
Waar haal ik dan de kracht, om al myn leed
[te dragen?
Want waar wy zyn geweest,dat waren optimisten,
Die in de werkelijkheid, zich wel ietwat vergisten.
Zy waren wel oprecht, maar wel wat opgewonden,
Dit kwam m' althans zoo voor, zoo heb ik het
[bevonden.
De man keek my zoo aan, de ernst sprak uit
[zyn oogen.
Hy sprakik vraag in ernst, heb ik my niet
[bedrogen.
Ik zei, ik weet het niet, zoo iets zou kunnen
[wezen.
De mensch is wel geneigd, hartstochtelijk te
[wezen.
Maar desalniettemin, er zyn toch waarlijk
[menschen
(En dat gij ook zoo waart, zou ik van harte
[wenschen
Die alle leed en smart, geduldig kunnen dragen
En ook op goeden grond, van levenslust gewagen,
Er is zoo iets dat staaltin 't moeitevolle leven,
Elk kan die dat bezit, zich in den strijd begeven,
Want 't leven blijft een stryd, en dat aan alle
[zyden.
De grootste optimist, die kan zulks niet ver
dijden,
Dat blijft zoo na den val, gevolg is 'tvan de
[zonde,
Voor ieder menschenkind, voortdurend aan
[verbonden.
Toen ik van zonde sprak, als oorzaak van ellende
Zoo scheen my dat myn vriend, daar nog niet
[veel van kende.
Maar met het woord gestaaldscheen my wel
[wat gewonnen,
Hy vroeg my is dat ernst, of is dat maar ver
jonnen,
Want als dat alzoo is, dan wil ik wel gelooven
Dat zoo gestaald te zyn, is beter als verdooven.
Maar hoe kom ik daaraan, en wie kan my
[dat geven,
En geeft dat ook de kracht, voor dit en 't ander
[leven.
Want als hier alle leed, gevolg isvandesowde
Door God in dezen tyd, als straf er aan verbonde.
Wanneer dit nu zoo is begin ik ook te vreezen
Dat er ook na den dood, vergeldinge moet wezen.
En ongevoeligheid, my daar dan zal verlaten
En ook morfine my daar niet zal kunnen baten.
Hy zeide dit in ernst, ik stond er van verslagen
Dit waren, zoo my dacht, wel teekenende vragen.
Ik deed hem wel een poos, op antwoord van
[my wachten,
De man die scheen ook zelfs verdiept in zyn
[gedachten.
Maar hy verwachtte raad, dat kon ik wel be-
[merke,
Ten laatste zei ik dan, ga met my eens naar
[kerke.
(Wordt vervolgd.)
De Jongelings-vereeniging op Geref. Grond
slag „Herman Faukeel" te Middelburg verga
dert iederen Zondagavond te 81/* uur in de
consistoriekamer der Gasthuiskerk aldaar. Ge
reformeerde Jongelingen boven de 16 jaar zyn
allen hartelyk welkom.
DIACONALE CONFERENTIE van deClassis
Axel, gehouden in de Ger. Kerk te Ter
Neuzen op 27 Maart 1913.
Vertegenwoordigd ware de Diaconieën van
de Kerken Axel A, Axel B, Ter Neuzen, Oost
burg, Scboondyke en Zaamslag.
De Conferentie wordt geopend namens de
roepende Diaconie van Axel A door ds. J. H.
Lammertsma, die laat zingen Ps. 72 vers 7,
Hand. 6 vers 18 leest en daarna voorgaat in
gebed. Een hartelijk welkomstwoord, waarin
de vraag wordt beantwoordWaarom is hier
een Diaconale Conferentie noodig, wordt uitge
sproken door diaken P. de Regt van Axel.
Ds. Lammertsma stelt nu voor om de volgende
regeling voor deze Conferentie, door de diaconie
van Axel A ontworpen, goed te keuren le om
de leiding dezer vergadering op te dragen aan
den WelEerw. Heer ds. Chr. Bruins2e als
Commissie van advies zitting te doen nemen
D.D. J. F. van Hulsteyn, W. van 't Sant en
H. M. P. de Walle3e om uit de Diakenen
een moderamen van drie personen te benoemen.
Aldus wordt goedgevonden.
Ds. Bruins neemt de voorzittershamerde
Commissie van advies neemt zitting tot mode
ramen wordt gekozendiaken N. J. Acke te
Ter Neuzen, vice-praesesdiaken P. de Regt
te Axel, scribaen diaken A. Contant te Schoen-
dyke, assessor.
Alsnu stelt de praeses aan de orde punt 4
van het agendumde verhouding van het dia
conale ambt tot het ouderlingen- en het leeeraars-
ambt. Ds. Lammertsma houdt hierover een
inleidend referaat, dat lynen aangeeft. Vier
werd gehouden. Steeds hielden zyn gedachten
zich bezig met koopen en verkoopenniemand
was zoo onhandelbaar als hy, wanneer in den
oogst het weer tegenliepniemand betaalde
lager loon en eischte meer van zyn werkvolk.
Er was nog één ding, waarin hy uitmuntte
in fijnenhaat. Wonderlijk scheen dat, want
zyn moeder was een waarlijk vrome vrouw ge
weest en ofschoon zyn vader zich minder van
den godsdienst had aangetrokken, 't was toch
nooit, wat men noemt een vijandig mensch
geweest. Kwam zyn vijandschap misschien
daaruit voort, dat hy tegen de vermaningen in
zyn hart verhard had en over zyn geweten
heenwerkte? 't Is meer opgemerkt, dat dezulken,
van wie men anders zou verwachten, tot de
felste tegenstanders behooren.
Brandsen liet, als gezegd, zyn blik met wel
gevallen weiden over zyn bezittingen. 'tWas
niet zoozeer een kostelijke, overvloedige maaltijd,
die hem in een aangename stemming bracht.
Zyn pas beëindigd maal was voorwaar voor een
man als hy, sober genoeg geweest en de oude
huishoudster, (een vrouw had Brandsen niet),
kreeg voortdurend aanmaning toch uiterst zuinig
het aan te leggentrouwens by de weinige
penningen, die Brandsen haar voor de huis
houding wekelyks toelei, zou het de sloof al
uitermate moeilijk zyn gevallen, dit gebod te
overtreden. (Wordt vervolgd.)