Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie vanDs. L. BOÜMA, Os. H. W. LAMAM en Ds. R. J. YAM DER YEEN. 10e Jaargang. Vrijdag 21 Februari 1913. No 36. UIT HET WOORI). Met medewerking van onderscheidene Predikanten. iBOIEEMEHTSPRIJS per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 3 eent. DrukKer-Uitgever A. D. LITTOOIJ MIDDELBURG. Az. PRIJS DER ID ÏERTENTIEH van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. ZIET, HET LAM GODS. I. De Evangeliën geven ons een nauwkeu rige beschrijving van het lijden en sterven van den Christus. Wij kunnen van uur tot uur nagaan wat er voorgevallen is. Zoodra zij zoover gekomen zijn, datJezus met zijn apostelen in de paaschzaal bijeen is om naar de wet gedachtig te zijn aan de groote daden des Heer en, waardoor Hij eenmaal het volk Israëls verlost heeft uit Egypte, laten zij den draad der ge beurtenissen ook niet voor een oogenblik los. Onder hun leiding zien we al wat er voorgevallen is in den hof Gethsemané, in het paleis van den Hoogepriester Ca- japhas, in 't rechthuis van den Romeinschen Stadhouder Pontius Pilatus, in het slot van den koning Herodes, op den weg naar Golgotha en eindelijk op den kruisheuvel zelf. Wij kunnen den Man van smarte van schrede tot schrede volgen en tot in kleine bizonderheden kunnen we ons een voorstelling van de laatste uren vormen. Sober is de teekening, maar duidelijk geeft zij ons het beeld van een lijden, dat zonder wedergade is. De Christelijke kerk heeft van de vroeg ste tijden af begrepen, dat zij ook haar volle aandacht aan deze geschiedenis moest geven. Zij verstond, dat de heilige man nen, die door den Heilige Geest gedreven werden, niet zonder reden zulk eene breedvoerige beschrijving gegeven hadden. Van daar dat zij in navolging van de Apostelen deed uitkomen, dat zij ook niets zich voorgenomen had te weten dan Jezus Christus en dien gekruist. Met den hei ligen Paulus sprak zijhet zij verre van mij te roemen anders dan in het kruis van Christus, waardoor ik der wereld in de wereld mij gekruisigd is. Zij heeft dan ook altijd zich beijverd om in woord en beeld het lijden, het sterven en de begra ving van Jezus als voor 't oog der volken te plaatsen, geloovende, dat zij daarmede beantwoordde aan de bedoeling Gods en dat zulk een prediking vruchtbaar zou zijn voor velen. Zelfs kwam de gewoonte op om zeven weken vóór het paaschfeest opzettelijk te overwegen de diepe verne dering, waaraan de Heiland zich overge geven had. Zij werd daarbij geleid door diepen eerbied, welke haar vervulde voor Hem, die aan den Vader gehoorzaamd had tot in den bitteren dood des kruises. Uit de eerste eeuwen zijn de berichten tot ons gekomen, die ons vermelden, welk een indruk deze lijdens-prediking op de groote schare maakte en welk een invloed zij op de volken uitoefende. Gedurende deze weken drukte zij haar stempel af op het geheele leven. De kerken stroomden vol en aan de publieke vermaken werd het zwijgen opgelegd. Gelijk we het nu nog een schande achten, als iemand, die pas een naastbestaande verloren heeft, zich overgeeft aan uitgelaten vreugde, zoo achtten de christenvolken het destijds on betamelijk, dat de stem der vroolijkheid gehoord werd op de straten en in de open bare gebouwen. Hoever staan we van deze tijden en ook van deze zeden af en nu weten we zeer goed, dat het in dien tijd ook niet alles de vrucht was van waren levensernst en van inweudige vernieuwing des harten, maar dit neemt niet weg, dat er toch veel goeds in was. Thans is er een groote schare, welke nooit of bijna nooit meer een lijdensprediking hoort, voor wie het toch bittere sterven van den Heiland geen enkele beteekenis meer heeft. Zij kennen misschien nog enkele namen, welke in die geschiedenis voorkomen, maar in elk geval weten zij van de gebeurte nissen weinig meer af. Zij trekken zich geen oogenblik meer uit het gewone, alle- daagsche leven terug en zij gaan niet meer uit om het oog te vestigen op het kruis van Golgotha. Het oude evangelie boeit hen niet langer. De vragen van den dag nemen hen geheel in beslag, terwijl de groote en gewichtige levensvraag niet tot hun bewustzijn doordringt. Zij leven zon der Christus en zij sterven buiten Hem. Het leven gaat dan ook zijn gewonen gang en de lieden van onzen tijd onderzoeken niet, of het kruis hun nog wat te zeggen heeft. Zij zien naar allerlei vanen, die ontplooid worden, maar van de kruisvaan verwachten zij geen heil meer. Te midden echter van al de drukte en het rumoer, van het haasten en jagen, blijft de stem klinken, welke eenmaal door den Dooper aan de Jordaan uitgesproken werdzie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Zij moge niet meer een geheel volk bereiken, toch wordt haar geluid nog in breeden kring gehoord en er zijn gelukkig nog velen, die met nieuwe belangstelling overdenken, wat dit woord te kennen geeft. Merkwaardig vinden zij het reeds, omdat het kwam van den man, die met een lederen gordel zijn kemelsharen mantel vastmaakte en zich voedde met sprinkhanen en wilde honig. Zijn levens wijze was geheel in overeenstemming met de taak, waartoe hij gekomen was. Of schoon hij in de eenzame woestijn van Judea leefde, was hij toch in de gelegen heid het woord van zijn tijd tot het ge heele volk te spreken, want allen kwamen tot hem. Forsch klonk zijn woord tot rijken en armen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Hij was dan ook de stem van den roe pende in de woestijn en hij was gezonden om den weg voor den Heere, den Koning Israëls te bereiden. Hij had Jezus ontmoet, hij had met Hem gesproken, hij had Hem gedoopt. Nadat Jezus verzocht was in de woestijn en zege vierend uit het strijdperk was terugge keerd, was Hij naar Johannes gegaan. Hoewel er velen waren, die de prediking van den Dooper verwierpen, toch waren er onderscheidenen, die zijn woord geloof den. Enkelen hadden zich zeer nauw bij hem aangesloten en beschouwden zich als zijn leerlingen, die met groote nauwkeu righeid letten op al wat hij sprak. Zy be waarden zijn woord, zij kregen licht over de profetische taal van het oude testament, zij begonnen de teekenen der tijden te verstaan en zij verwachtten Hem, die met den Heiligen Geest en met vuur zou doopen. Evenals de wachters op hun posten uit zagen naar het licht van den morgen, zoo zagen zij uit naar het beloofde heil des Heeren. Zij genoten, als zij bij hun leer meester waren en het waren voor Johannes zelf de aangenaamste uren, als hij hun nader inwijden kon in de verborgenheden van het toekomstige rijk, dat weldra ge vestigd zou worden. Innig waren zij aan elkander verbonden en zij steunden elkan der bij het gewichtige werk. Welk een oogenblik moet het geweest zijn voor den Dooper, toen hij Jezus wan delen zag in zijn nabijheid en hij er ge heel van overtuigd was, dat Jezus de Hope Israëls was. Gij kunt het merken dat zijn hart vol is geweest, dat er geestdrift in zijn ziel was, want met welk een kracht en nadruk spreekt hij tot hen, die hem omringenZiet, welk een oogenblik zal het ook voor de jongeren geweest zijn, toen zij opeens hun leeraar zoo hoorden spreken. Zij volgen dadelijk de opwekking en richten hun oog op aanwijzing van Johannes op Jezus. Als hemelmuziek klinkt het hun in de oorenZiet, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, want zij verstonden dit woord, zij begrepen, dat naar het oordeel van Johannes deze Jezus de vervulling was van de belofte, dat zij in Hem moesten aanschouwen den Gezant des Vaders, die gekomen was om den wil Gods ter onzer zaligheid volkomen te open baren en om diens wil geheel te volbrengen. Hoe menigmaal hadden zij vol aandacht naar den Dooper geluisterd, als deze van Hem sprak, hoe menigmaal hadden zij vol van vurig verlangen met Johannes om Zijne komst gebeden, en nu was Hij daar, dicht bij hen en die gedachte was hun te machtig, zij konden haar niet ineens op nemen en tot zich laten doordringen. Ziet, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, dit woord wordt ook thans de wereld ingedragen, het wordt toegeroepen aan de volken, het komt ook tot U, opdat ge evenals de jongeren van Johannes op Hem zoudt zien, die de schande veracht en het kruis verdragen heeft. Aanschouw Hem, gelijk hij met de zonde der wereld beladen, zijn lijdensweg is ge gaan om die zonde weg te nemen. Versta daarbij, dat ge uwe zonde niet wegnemen kunt en kom tot Hem, opdat Hij ook uwe zonde wegneme. Hij alleen kan het, Hij alleen wil het. Bouma. ZËNDING. Ziet het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Joh. I 29b. Magelang, 13 Jan. '13. Amice. Zooals ik u vroeger al eens geschreven heb, valt het moeilik om een Hollandsch-sprekende Javaan te bewegen tot bewoning van de Hol- landsche koempoellantelkens als ze uitgenoo- digd worden vragen ze me of er reeds Javanen komen en daar ik die vraag telkens ontkennend moet beantwoorden, is dat voor hen een reden om ook weg te bleven. Niet moeilik valt het echter om zulke Javanen by me aan huis te krijgengeen week gaat er voorbij of er zyn er een of meer, die my, soms met hun vrouwen komen bezoeken. Voor enkele weken was er zelfs een die met zyn vrouw de uitnoodiging aannam om 's middags by me te komen eten. Nu belooft een Javaan wel eens wat dat hy niet volbrengt, maar deze kwam op den afgesproken tyd werkelyk tot ons om naar afspraak by ons te eten. Ge begrijpt hoe ik me daarin ver blijd en steeds meerderen tot zulke bezoeken aanspoor. Het geeft een goede gelegenheid om vertrouwen te winnen, om het Javaansche ka rakter te leeren kennen, het leert omgaan met de Javanen terwijl er soms gelegenheid is om op voorzichtige wyze een gesprek aan te knoo- pen over den godsdienst. Op Zondag 3 Januari werd ik verblijd met een bezoek van een der vooraanstaande Javanen uit Djokja met een zoontje van 10 jaar, die met het verzoek tot me kwam of ik dezen jongen by my in huis wou nemen en hem een Euro- peesche opvoeding wilde geven. Deze Javaan staat vooraan in de jong-Javaansche beweging, is onder de Javanen een zeer bekende persoon lijkheid en ik was dankbaar gestemd, dat juist zoo'n Javaan zyn zoontje aan ons wilde toever trouwen. Dat jongetje is bestemd voor de inlandsche rechtsschool, wil studeeren voor in- landsch advocaat en hoopt dus in de toekomst een voorname plaats in het Javaansche volks leven in te nemen. Toen ik nog in Djokja vertoefde, heb ik voor 't eerst met dezen Javaan kennis gemaakt en bij latere bezoeken deelde hy me mee, dat hy een geschikt kosthuis voor zyn zoontje zocht, waar hij een Europeesche opvoeding kon ont vangen reeds toen verklaarde ik me bereid zyn zoontje in myn huis op te nemen maar opdat hy zou weten van welken aard die opvoeding zou zyn, deelde ik hem tevens mede, dat deze opvoeding ook in Christelyken zin zou ge schieden. Op myn aanbod ging hy toen niet verder inby zoo'n domine in huis vond hy blijkbaar wel wat erg, maar ten slotte heeft hy toch zyn zoontje by me gebracht. Onder de overwegingen, die hem tot dien stap gebracht hadden, behoorde o. a. ook deze, dat hy, zooals hy zeide, nu zeker wist, dat zyn zoontje een godsdienstige opvoeding ontving. Hy vond niets treuriger dan een opvoeding zonder gods dienst en al was myn godsdienst de Christelijke, liever in den Christelyken godsdienst opgevoed, dan zonder eenigen godsdienst. Ge zult van zoo'n redeneering wel vreemd opkijken vooral nu men den laatsten tyd in pers en volksver tegenwoordiging wil doen gelooven dat de Javaan den geheelen dag zit te jammeren over al het Christelijk onderwijs, dat bovendien nog door de Regeering wordt gesteund. Nu wil ik u nog wat vertellen over een'nieu wen arbeid waarmee ik begonnen ben. U moet weten dat ik nu ook onderwijzer ben geworden in de Hollandsche taal. Een van de Europeanen, die geregeld onze Zondagavondbijeenkomsten bezoekt, heeft als chef van een pandjeshuis, een aantal Javanen in zyn dienst. De meesten ervan kennen al aardig wat Hollandsch, maar zouden o zoo graag die kennis vermeerderen. Meer malen hebben ze my reeds in het pandjeshuis gezien als ik myn koempoellan-bezoeker opzocht en eindelijk wetende wie ik was en geloovende dat ik hen wel wat Hollandsch kon leeren, heb ben ze door middel van hun chef my daartoe aangezocht. Ge begrijpt, dat ik daar aanstonds toe bereid wasik heb nu twee cursussen in 't Hollandsch geopendeen voor ambtenaren, die nog niets van 't Hollandsch kennen en een voor hen, die reeds eenige vorderingen hebben ge maakt. Iedere cursus wordt tweemaal per week gehouden, zoodat ik 4 avonden in de week bezet ben met 't geven van Hollandsche les. Ge begrijpt, dat ik zulke werkzaamheden liever overliet aan een Christelijk onderwijzer, maar

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 1