Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie vanOs. L. B0UM1, Os. H. W. LAMAfl en Os. R. J. VAN DER VEEN. 10e Jaargang. Vrijdag 10 Januari 1913 No. 30. ABORHEMENTSPRUS Drubker-Oitgever PRIJS DER 1DYERTENTIEN UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. A. D. LITTOOIJ Az. DE HEERE ZEGENE U. Het was een tredend oogenblik, als de talrijke scharen van Israëlieten, die eenige dagen te Jerusalem geweest waren om den Heere in zijn heiligdom te dienen, gereed stonden om naar hun woning en werk terug te keeren. Vooral greep het de ouden van dagen aan, die misschien voor 't laatst in de heilige stad waren geweest, want zij stonden bijna aan 't einde van hun laatste levensreis. Is het wonder, dat allen het oog nog eens richten naar den tempel, die op de vaste rotsen van Sions heuvelen gebouwd was, en die reeds geslachten had zien komen en gaan Er was een behoefte in aller hart om nog een laatste groet te zenden aan de dienaren des Heeren, wien het voorrecht te beurt gevallen was om de wacht in den tempel te mogen waar nemen een vriendelijke opwekking om den Heere met een toenemenden ijver te loven en te prijzen. De priesters en de Levieten zien bij het schijnsel der lampen die breede rijen en hooren in de stilte van den nacht duidelijk de woorden tot hen gericht. Ook hun hart is bewogen en zij verstaan nog helderder dan anders wat hun taak is. Met het oog naar boven welt vanzelf de bede uit hun borst De Heere zegene u uit Sion. Hij die den hemel en de aarde gemaakt heeft. Het is alsof zij zeggen willen Ofschoon gij Jeru zalem moet verlaten en velen uwer naar ver verwijderde plaatsen zult trekken, toch behoeft het u niet moedeloos te maken, want de Heere kan u zegenen op uwe tochten. Hij kan uw leven en uw arbeid kronen met Zijne goedertierenheden, Hij kan overal bij u en met u zijn en het is onze hartelijke begeerte, dat Hij u in Zijn gunst steeds gedenke. Wel woont Hij tus- schen de beide cherubins, maar Hij is niet aan deze plaats gebonden, want Hij heeft den hemel en de aarde gemaakt. De goden der volken waren bepaald tot een land, tot een volkzij hadden een zeker gebied, over welks grenzen zij niet gaan konden, maar Hij die in Sion zijn zetel heeft, heeft den hemel en de aarde gemaakt. Voor Hem zijn er geen perken en de volheid van Zijn macht is onuitputtelijk. Wij zijn beweldadigd boven de Kerk onder de oude Bedeeling. Wij behoeven niet meer onze oogen op te heffen tot het aardsche Sion, dat voor ons alle beteekenis verloren heeft, maar wij mogen opzien naar den hemel, tot den Troon des Heeren. Wij kennen geen priesters op aarde meer, maar wij kennen den eenigen Hoogepries- ter, die de hemelen doorgegaan is om te verschijnen voor het aangezicht Gods. Wij gelooven, dat Hij altijd leeft om voor ons te bidden en wij hooren Hem duidelijk zeggen De Heere zegene u. Waar Hij nu voortdurend de begeerte uit, dat de Heere al zijn volk zegenen zal, daar mogen wq vertrouwen, dat deze begeerte volkomen in vervulling gaat. Op Zijne bede stroomen dagelijks zegeningen neder op allen, die waarlijk Israël zijn. Het woord, eenmaal door Hem, toen Hij op aarde was, ge sproken Ik wist, dat gij mij altijd hoort, waarborgt het ons meer dan voldoende. Is dit niet een reden tot bemoediging? Hij zal niet vergeten voor zijn volk te bidden, Hij zal in zijn ijver voor zijn erf deel nooit verflauwen, en daarom zal Zijne voorbede nooit iets van haar kracht ver liezen. Wij hebben de reis in dit nieuwe jaar weer aanvaard. Ieder onzer begon weer aan zijne taak en wandelt weer op zijn weg. Doch wij hebben ook behoefte aan den zegen des Heeren. Wij kunnen veel ontberen, wij moeten misschien veel mis sen, er zijn ledige plaatsen in onze nabij heid en met weemoed gedenken wij aan hen, die vroeger met ons waren maar wij kunnen den zegen des Heeren niet missen. Aan dien zegen is het alles ge legen. Als ge daarvan overtuigd zijt, heft dan uwe oogen op tot den Hoogepriester onzer belijdenis, om deel te hebben aan Zijne voorbede, welke altijd verhooring vindt. Ons bidden is zoo zwak, menigmaal werktuigelijk, maar Zijn gebed is altijd krachtig en verliest zelfs in den donkersten nacht niets van zijn beteekenis. Wil dit nu zeggen, dat er op aarde geen voorbede meer noodig is? Weineen. Gij draagt den naam van christen en indien gij dien naam terecht draagt, dan zijt ge de zalving van Christus deelachtig. Gij zijt dan ook priester, die de belangen van anderen op het hart draagt. Rondom u zijn uwe verwanten, een gemeente, die den Naam des Heeren hoog houdt in de wereld, een maatschappij en een volk en elk hunner heeft den zegen des Heeren noodig. Aan u is de gewichtige en heerlijke taak toe vertrouwd om niet alleen voor u zelf, maar ook voor anderen tot den troon der ge nade te gaan en van den Vader der lichten te begeeren, dat Hij uit zijn volheid steeds zegeningen mededeelt. Hoe breed is het veld, waarop uw oog moet rusten, hoevele zijn de nooden, die om voorziening roepen en daarom behoort zich uwe voorbede te vermenigvuldigen. Voor huisgezin en school, voor de maatschappij en de kerk, voor de overheid en het volk, voor de uitbreiding van het Koninkrijk der hemelen in eigen omgeving en onder de heidenen moet uw gebed opklimmen tot den eenigen Ver hoorder van 't gebed. Om daartoe te komen is tweeërlei noodig. Evenals de priesters onder den ouden dag moet uw hart gehecht zijn aan al het volk van God en ge moet een open oog hebben voor de schreiende nooden dezer wereld, overtuigd dat armen noch rijken in de nooden voorzien kunnen. Door nauw keurige opmerking van de toestanden op de aarde zal uw hart tot medelijden be wogen worden en gij zult verstaan, hoe noodzakelijk het is, dat de eenige Redder, bij Wien er uitkomsten tegen den dood zijn, zijn milde en machtige hand ont- sluite. En indien ge daarvan doordrongen zijt, dan zult ge ook een oog meer en meer krijgen, hoe ge in u zelf geheel onbekwaam zijt om u van deze gewichtige taak te kwijten en dit zal u uit uzelf drijven tot Hem, die alleen u den Geest der genade en der gebeden kan vermenigvuldigen, want Hij kan alleen een voorbidder voor land en volk van u maken. Uit onze rijen gtngen onderscheidenen heen, die gebeden hebben voor al de be langen van het Koninkrijk Gods en de vraag rijst wel eens met bangheid in 't hart omhoog, of hun plaatsen wel inge nomen worden door anderen. Er wordt Gode zij dank druk gearbeid, er wordt veel gedaan om aan] het oude evangelie een eervolle plaats te geven in het leven der volken, maar zouden we ook mogen zeggen, dat er veel gebeden wordt. Ik bedoel natuurlijk niet in't openbaar, want met blijdschap zien we het, dat het gebed in steeds breederen kring weer tot eere komt, maar wij denken hier aan 't gebed in de eenzaamheid, aan het in de stilte pleiten op de beloften Godsaan het ge meenschap oefenen met Godaan dien innigen en teederen omgang met den Ont- fermer Israëls. Ge behoeft het niet te onderzoeken, hoe het bij uwe medebelij ders staat, het is voldoende, indien ge het maar eens nauwkeurig nagaat bij uzelf. Welzalig dien Gij hebt verkoren, Dien Ge uit al 't aardsch gedruisch, Doet naderen en Uw heilstem hooren Ja wonen in Uw huis. KERK, BELIJDENIS, ZENDING. per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 3 cent MIDDELBURG. van 15 regels 80 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. De Heere zegene TJ uit Zion, Hij die den hemel en de aarde gemaakt heeft. Ps. 134 3. Bouma. Woensdagavond was het onderwerp, door de Evangelische Alliantie aangegeven Volken en hnnne regeerders. Ter toelichting was hierbij gevoegd Gebed voor koningen en allen, die het gezag verte genwoordigen, presidenten, volksvertegenwoor digers en wetgevers dat ten opzichte van de verhouding tusschen kapitaal en arbeid de ver antwoordelijkheid jegens God en den naaste moge worden gevoelddat alle klassen in de maatschappij samenwonen in eendracht, ge meenschappelijke vreeze Gods en in gehoorzaam heid aan Zijne gebodendat elke gevaarlijke spanning tusschen de volkeren verdwijne en het gevaar voor oorlog worde afgewend voor allen die in leger en vloot het volk dienen en voor hen, die de rust voor het land hebben te bevorderen. Wij geven hier een plaats aan de toespraak, welke tot opwekking van het gebed moest dienen. By de wisseling van 'tjaar, geachte verga dering, vroegen velen, of de wapenstilstand op den Balkan leiden zou tot een eervollen en duurzamen vrede. Wij hoopten het, we baden er om. Maar gisteren kwam de tijding, dat de vredesonderhandelingen, welke te Londen ge voerd werden, gestaakt waren. Wel hebben we nog niet alle verwachting opgegeven de diplomatie toch heeft meermalen een verrassing gebracht maar toch bestaat er veel kans, dat het zwaard nog eens woeden zal en dat de rampen zich nog verder over die geteisterde landen zullen uitstorten. Wie nu met eenige nauwkeurigheid nagegaan heeft, welk een onheil de oorlog is, denkt met ontzetting er aan, wat de naaste dagen weer brengen kunnen. Bovendien weten we, dat er nog steeds een gevaarlijke spanning tusschen onderscheiden volken bestaat denk maar aan Engeland en Duitschland; aan Rusland en Oostenrijk. Dit blijft de gemoederen in onrust houden, want het is niet te berekenen, welke vreeselijke ge volgen het hebben zou, indien eens deze span ning overging in een strijd, waarin het doodend lood de beslissing moest brengen. Meermalen waren er zeer kritieke oogenblik- ken, waarin het zeer ongunstig stond en eiken dag kan een kleine oorzaak voldoende zyn om ons oud Europa te maken tot een schouwtooneel van een bloedige worsteling, zooals de wereld er nog geen gezien heeft. Waarlyk het nieuwe jaar bracht de oude zorgen mede, en het uitzicht, dat het ons biedt, is niet zeer bemoedigend. Ondanks de vele pogingen, aangewend om de wrijving tusschen de volkeren te verminderen, ondanks de groote beweging, welke het daarhenen leiden wil, dat de volkeren in rust en vrede zich wijden kunnen aan hun taak, blijven we leven als boven een vulkanischen bodem, die elk oogenblik dood en verderf kan uitbraken. En hoe is het nu binnen de grenzen van elk land gesteld Leven daar de verschillende bur gers met elkander in eensgezindheid Doet de eenheid van het volk zich krachtig gelden Hoe schoon zou dit zyn. In dit opzicht gedenken we nog met weemoed aan dagen van den oorlog tusschen de beide zuster-republieken Trans vaal en Oranje-Vrijstaat tegen het machtige Engeland. Toen gevoelden allen zich één, het nationale leven deed zich krachtig gelden. Rijken en armen, aanzienlijken en geringen, geleerden en ongeleerden dachten en handelden eenstem mig. Het was naar het hart van het geheele volk, toen onze geliefde koningin een oorlogs schip ter beschikking vau den ouden Krüger stelde, die zjjn land, waaraan hij zijn leven ge wijd had, moest verlaten. Maar dat gevoel van eenheid werd sedert dien tijd weer naar den achtergrond gedrongen en daar is niet alleen bij ons maar in alle landen een wrijving tus schen kapitaal en arbeid, welke nog altijd aan houdt, en reeds tot menige botsing aanleiding heeft gegeven. We hebben de Fransche revolutie gehad, die aan adel en geestelijkheid alle privelegiën ont nam en voor den derden stand de burgerij de deur opende en toegang verleende tot alle rijksbetrekkingen. Maar zeggen de mannen van de roode vaan zij deed half werkzjj liet het kapitaal ongemoeid, dat zich door de veranderde omstandigheden steeds opgehoopt heeft. Dat is een vijand, die de arbeidersbe volking nog meer onderdrukt dan de vroegere machthebbers deden. Om deze reden moet de klassenstrijd gevoerd, in alle landen moeten de burgers in twee rijen verdeeld worden alle proletariërs moeten zich vereenigen en den strijd aanbinden tegen het kapitaal. Die strijd moet steeds in kracht toenemen, en zoolang duren tot het kapitaal er geheel onder is, want dan eerst kan er een maatschappij komen, die aan allen gelijke rechten en voldoende goederen schenkt. En ge moogt u niet vleien, dat deze steeds meer spannende verhouding spoedig plaats maken zal voor een samenwonen in eendracht, want het „evangelie" der ontevredenheid heeft een vruchtbaren bodem gevonden en doet reeds een overvloedigen oogst rijpen. Daarbij komt nog, dat de verkondigers van dit „evangelie" steeds vermeerderen in alle landen en zij die het aanhangen, hebben er wat voor over. Vast beraden en met vurigen ijver gaan deze mannen en vrouwen op het voorgestelde doel af en zij laten zich niet licht ontmoedigen. Hier baat het niet, het oog er voor te sluiten, want hun gedachten dringen door de poriën van het lichaam der volkeren door. Waar het nu zoo staat, daar hebben de over heden en allen die in hoogheid zitten een zware en zeer verantwoordelijke taak. Vooral zult ge dit nog beter verstaan, als ge er op let, dat de fondamenten, waarop het overheidsgezag steunt, omvergewoeld worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1913 | | pagina 1