Een Christelijk Muziekcorps.
METHODISME en BEKEERING.
zEypiyq
Kerk en Schoolnieuws.
Ofiiciëele Berichten.
Uit een ingezonden stuk blijkt, dat er te
Middelburg eene vereeniging is bijgekomen,
die beproeven wil, of zij niet een muziekcorps
in 't leven kan roepen. Wij vinden het doel
goed en we hopen, dat zij slagen zal. Zal dit
echter gebeuren, dan heeft zy veler steun noodig
en wij noodigen dan ook uit om de gezonden
circulaire eens te lezen en de jeugdige ver
eeniging met een bijdrage te verblijden. Laten
inzonderheid zjj, die mild met aardsche goede
ren bedeeld zijn, er eens flink de schouders
onder zetten. Bouma.
y.
Drieërlei trek van der Methodisten beschou
wing omtrent het voor elk mensch zoo gewichtig
stuk der ware bekeering willen wij eerst even
naar voren brengen.
Vooreerst: de plotselinge komst en werking.
Gelijk de beide leiders Wesley en Whitefield
naar hun uitdrukkelijke verklaring op enkele
minuten na aangeven konden op welk tijdstip
en onder welke omstandigheden de Heilige
Geest het leven der bekeering in hun ziel had
gewerkt, zoo is ook alle ware bekeering slechts
zulk eene te achten, die oogenblikkelijk de ziel
des menschen overvalt en als met een electri-
schen schok tot verandering brengt.
Dande heftige beweging van het gemoed
waarmede zij gepaard gaat.
Denkbaar noch mogelijk is het, dat bij den
dooden zondaar, in wien zoo eensklaps het
nieuwe leven stormenderhand intocht houdt,
het diepe gevoelsleven onbewogen zoude blijven
of slechts lichtelijk aangedaan worden zware
smarten over de schrikkelijkheid en de afschu
welijkheid der zondeschulden met bangen strijd
in 'somber worstelen gaan in zulk een men-
schenziel het verruimend en blijde en warme
gevoel vooraf van vergeving door Jezus' Kruis-
bloed en van vollen vrede met God.
Met bekende termen uitgedrukt, het is noodig,
dat een mensch, wie en wat hij ook zij, „tijd
en wijze" kent en dat hij „verslag" doen kan
van zijne bekeering.
Daarbij voegt zich dan nog de derde karakter
trek, dat de bekeering slechts een kort geeste
lijk proces is, hetwelk in eenige uren, doch
althans in enkele dagen afloopt waarna de
bekeerde of wilt gij de bekeering zich voegen
kan in de gelederen dier anderen, die het hun
levensroeping achten om weer anderen tot deze
ware bekeering te brengenzooals onze Beets
dat zoo geestig heeft gecritiseerd, toen hy dit
puntdichtje schreef op een „Engelsch Trac-
taatje"
Op de eerste bladzijde, een die zich voor God
[niet buigt,
En voor de mensehen leeft in allen boozen
[handel
Reeds op de derde, een kind, geloovig, over
tuigd
Een voorbeeldop de vierdein leer zoowel
[als wandel.
Bepaaldelijk naar deze drieërlei karaktertrek
bij de bekeeringsbeschouwing wordt nu heel
de beweging, die eerst in Engeland zooveel
opgang maakte en zich daarna over Amerika
en Europa uitbreidde, gelijk hare nawerking
heden ten dage nog in allerlei „christelijke
werkzaamheden" gevoeld wordt, het Methodisme
genaamd.
Haar voorstelling en meening is toch maar
niet, dat de bekeering op deze wijze geschieden
kannoch ook, dat zy by een algemeen dood-
schen toestand in dagen van afval dikwerf zóó
plaats gryptzelfs niet, dat zy by een als het
vuur vlamvattende opwekking meestal zóó aan
schouwd wordtmaar dat zy overal en by
eiken mensch aldus geschieden moet.
Vast staat zy in hare overtuiging, gelijk ook
in haar uitspraken, dat het komen ten leven
by alle en elk zondaar op dezelfde wijze moet
plaats hebben, dat het opwaken uit den gees
telijken dood tot het waarachtige leven aan
een bepaalde methode gebonden is.
Alleen die menschen, welke een levensver
andering naar haar pasklaar gemaakt model
ervaren hebben en daarvan getuigenis geven
kunnen, acht zjj tot de wezenlijk-bekeerden te
behoorenvan anderen, die ook den christen-
naam dragen en voeren, mag zy hoogstens nog
het goede denken, tot haar heilige keurbende
van bekeerden rekent zy hen niet. Aan heel
haar optreden ligt de gedachte ten grondslag,
dat de Heere God bij de toebrenging der zynen
zich bindt aan een vaste methoded. w. z. hare
methode, en het is om deze jammerlijke een
zijdigheid aan te duiden, dat op haar den naam
van methodisme toegepast wordt.
Bezien bij het licht van de Heilige Schrift,
die ook met name in deze teedere zaken ons
ten richtsnoer moet zyn, blijkt deze ééne ware
bekeeringsmanier een uitvindsel van menschen,
dat aanrandt de veelvuldige wijsheid van Hem,
die op duizendvoudige wyze zyne genade ten
leven werkt.
Niet langs één weg, maar langs zoovele en
onderscheidene wegen voert de Heere de zijnen
op den nauwen weg, die naar den hemel leidt.
Zooals Hy in de natuur nooit naar één model
zyn schepselenwereld boetseert, maar immer
in rijke verscheidenheid naar den rijkdom Zijner
grootsche deugden, zoo verheerlijkt Hij zyn
levendmakende genade aan den zynen nooit
naar ééne methodemaar altijd naar zyn voor
ons immer diepzinniger wordend getuigenis
„Want myne gedachten zijn niet ulieder ge
dachten, en uwe wegen zyn niet mijne wegen,
spreekt de Heere; [want gelyk de hemelen
hooger zijn dan de aarde, alzoo zyn mijne
wegen hooger dan uwe wegen en mijne ge
dachten dan ulieder gedachten" (Jes. 55 8 en 9).
Om slechts een paar voorbeelden te geven
Op geheel andere wyze is het gegaan bij een
Samuël, het van der jeugd aan den Heere ge
wijd kind, dan by een Manasse, die 65 jaar
lang het woord des Heeren snoodelyk weer
stond en in Babels kerker eindelijk zich leerde
verootmoedigen voor zijn Godop geheel andere
manier by een Timotheus, die van jongsaf den
■Heere vreesde, dan by een stokbewaarder van
Philippi, onbekend met de waarheid der Schrif
ten langs geheel anderen weg bij Maria van
Magdala, door zeven duivelen bezeten, dan by
Maria van Bethanië, de stille peinzende vrouw
met haar teeder gemoed. En zoo wy nu eens
aannemen, dat Paulus op Damaskus even zulk
een krachtdadige bekeering ervaren heeft,
zonder dat er reeds voorafgaande invloeden van
den Heiligen Geest voorbereidend zyn geest
hadden bewerkt, dat staat nog altyd vast, dat
de apostelen zulk een oogenblikkelijke en plot
selinge omzetting niet hebben gekend, maar
op geleidelijke wyze tot hun Heiland zyn
gebracht.
Ook is er acht te nemen op het onderscheid,
dat de' H. Schrift steeds maakt tusschen hen,
die nog geheel vervreemd van God leven en
dezulken, tot wie de Heere zich in een byzon-
dere verhouding gesteld heeft, en die kin
deren des Yer bonds" genoemd worden (Hand.
3 25). Zij spreekt van ongeheiligden en van
geheiligden, gelyk zy ook de bekeering der
aatsten als een wederkeermg ons voorstelt
tot de Heidenen luidt hetwendt u naar My
toe, alle gy einden der aardel (Jesaja 4522);
maar als zy de geheiligden tot bekeering roept,
heet het: Keert weder, gy afkeerige kinderen
en Ik zal uwe afkeeringen genezen (Jerem.
3 22). Niet maar het scheppingsrecht Gods
kent zy, waarop het methodisme zich beroept,
doch ook en nog veel meer 's Heeren Bonds-
recht, dat haar zoo liefelyk-lokkend tot Gods
Genaderijkdom den afgedwaalden zoon roepen
doet.
En wat nog het meeste zegt, zij leert ons
nadrukkelijk, dat de Heere zijn verbond houdt
aan het volk, dat de getrouwigheden bewaart,
en dat Hij zelf naar Zyn vrijmachtig welbe
hagen en naar zyn oneindige wijsheid op zyn
tijd en op zyn wyze in de lyn des Yerbonds
en der geslachten zijn ryke genade verheer
lijkt niet naar ééne door menschen te bepalen
methode, maar naar Jezus woord, zoo verbor
gen en geheimzinnig als het suizen van den
wind is, wiens geluid wij wel hooren, doch wy
weten niet, vanwaar hij komt en waar hij
heengaat (Joh. 3 8).
Waarom wy hier nog afschrijven, wat wylen
ds. Yan Andel schreef in zijn keurig boekje
„Pastorale brieven"
„'tls dan ook opmerkelijk, dat er in de
Schrift zoo weinige geschiedenissen van be
keering medegedeeld worden. Yele, die er voor
doorgaan, zyn het zelfs niet. Dit teekent iets,
n.l., dat de hoofdvraag niet deze is „hoe zyt
gy op den weg gekomen"? maar: „zyt gij
waarlyk op den weg Wie een mishagen aan
zichzelven heeft, niet alleen wegens zyn dade
lijke zonden, maar ook wegens zyn onbereken
baar tekort in den dienst van God en zich
deswegens voor Hem verootmoedigtwie zyn
heil alleen in Christus zoektwie een afkeer
in zich bespeurt van de zonde, wijl zy Gods
eer en recht tekort doet, en een ernstig voor
nemen heeft om Hem in alles gehoorzaam te
zynzoo een mag geen geschiedenis zyner be
keering kunnen verhalenhy draagt toch de
merkteekenen van den waarlyk bekeerden
mensch in zich.
Tot deze vragen bepaalden zich onze vaderen
als zy Christenen opwekken om zich te be
proeven vóór zy ten avondmaal gingenvan
een zoeken naar „tyd en wyze" zwegen zy".
D. Pol.
Magelang, 4 November 1912.
Amice.
In dezen brief wil ik voortgaan met u te
vertellen welke middelen op onze Zendings
terreinen worden aangewend om het Evangelie
aan den inlander bekend temaken. Medische
dienst en schooldienst zyn wel de voornaamste
hulpmiddelen, maar daarnaast worden nog andere
wegen bewandeld, die wel niet zoo in 'toog
vallen, maar naar het mij toeschijnt van veel
beteekenis moeten geacht worden. Een van die
middelen is de colportagearbeid, het verkoopen
van boeken en boekjes, waarin op eenvoudige
wijze de hoofdwaarheden van het Evangelie
worden verteld. Met deze boeken wordt een
Christen-Ja vaan uitgezonden, die van stad tot
stad, van dorp tot dorp trekt en op de pasar
en aan de huizen zyn koopwaar aan den man
tracht te brengen. Zoo nu en dan bestaat er
voor zoo'n colporteur gelegenheid een gesprek
aan te knoopen en evangeliseerend werkzaam
te zyn doch die gesprekken zyn maar weinige
en de beteekenis van dezen arbeid ligt dan ook
niet zoozeer in de gesprekken, die worden ge
voerd, als wel in het feit dat er Christelijke
boekjes in de huizen der Javanen komen, die
zy op hun gemak kunnen lezen en ook inder
daad lezen. Die boekjes toch worden niet gratis
verspreid dit toch zou het gevaar meebrengen,
dat ze als waardeloos werden weggeworpen,
maar ze worden verkocht, wel tegen geringen
pry's, maar wat toch bewerkt, dat die boekjes
waarde voor hen hebben en daarom ook worden
gelezen. By myn bezoeken van de Zendings-
posten ben ik eens een morgen met een der
broeders meegegaan om dien arbeid te zien en
het verwonderde me zoo gereede aftrek als deze
boekjes vonden. Geen Chineesche toko of Ja-
vaansche woning konden we binnengaan of we
verkochten wat en er was een groot gat ge
komen in den trommel met boeken, die ons door
een koelie werd nagedragen, toen we van deze
colportagereis huiswaarts keerden. Ik had wat
geleerd dien morgen by myn voornemens was
dien morgen een nieuw plan gekomen, om deze
soort van arbeid ook toe te passen op het
Zeeuwsche Zendingsterrein. Wel is er iets dat
in colportagearbeid onbevredigd laat en dat
my ook vroeger in Holland nooit geheel be
vredigde by den arbeid der tractaatverspreiding
en dat isdeze arbeid wordt verricht zonder
nader onderzoek naar de resultaten van den
arbeid, zonder dat verder onderzocht en ver
pleegd wordt, wat deze arbeid aan vruchten
voortbrengt. Deze arbeid wordt toch verricht
in hope op vrucht en als deze vrucht er komt
is er niemand, die er naar omziet. Ik word
bij dezen arbeid teveel herinnerd aan den zaaier,
die slechts zaait en by het ontkiemen niet naar
het zaad omziet en straks in het onkruid ver
stikt. Noodig is daarom by dezen arbeid van
colporteeren een andere arbeid die controleert
en by den wasdom, dien God geeft, toeziet.
Schoon vond ik daarom den arbeid, dien ds.
Schouten in Watergraafsmeer heeft aangevangen
met zyn evangelisatieblad, dat telkens aan be
paalde personen werd verzonden, die dan later
opgezocht werden en verder werden bearbeid.
De vrucht, die op dien arbeid mocht worden
gezien, wjjst er op hoe noodzakelijk die verdere
arbeid is en hoe jammer als by gemis van dien
arbeid de vrucht verloren gaat.
Een ander middel om het Evangelie bekend
te maken, dat op enkele terreinen wordt toe
gepast is het verzamelen van menschen in het
huis van den loerah (den burgemeester). De
inwoners van de dessa worden opgeroepen tot
een by eenkomst, waarvoor dan op het bepaalde
uur de missionaire dienaar van dat terrein
spreekt.
Ik was nieuwsgierig om zoo'n dessa-byeen-
komst by te wonenby ons bezoek aan dr.
Esser was deze zoo welwillend my daartoe in
de gelegenheid te stellen in den morgen ging
er een verzoek om de dessalieden by een te roepen
en 's avonds gingen we naar deze by eenkomst
op stap. 'tWas donkereen belemmering voor
de dessalieden om te komen, om althans een voor
wendsel te hebben en voor ons een beetje lastig
om er heen te gaanwe zouden den kortsten
weg nemen, een smal dykje, waar we naast
elkaar niet konden loopen en geen hand voor
onze oogen konden zien. Dit laatste was echter
geen bezwaar een helper voor ons en een achter
ons met een lantaarn verschaften ons het noodige
licht en goed en wel bereikten we na een half
uur loopen het huis van den loerah, waar de
samenkomst zou plaats hebben. De loerah ont
ving ons beleefd, hoewel een beetje wantrou
wend wat moesten zulke witte menschen bjj
hem ook komen doende beleefdheid was
oorzaak dat hy ons geen weigering had ge
stuurd, maar zyn hart was zeker goed genoeg
om den toegang tot zyn dessa voor ons te sluiten.
Eenmaal in de pendoppo van het loerahhuis,
kwamen van lieverlede de dessabewoners aan
uit de duisternis sluipten ze onhoorbaar de
flauw verlichte pendoppo binnen en zetten zich
neer op de mat die voor hen was uitgespreid.
Op zy zaten, evenzoo op den grond, de loerah
en eenige andere van het dessabestuur. Het
was geen groote opkomstnaar de loerah ver
zekerde was dit te wijten aan een slamatan,
een offerfeest, dat dien avond op een ander ge
deelte van de dessa werd gehoudenby elkaar
waren er ongeveer 10 Javanen, zonder vrouwen,
en voor dat kleine clubje sprak br. Esser over
de eenvoudige waarheden van 't Evangelie, over
zonde en schuld en de genade van den Heere
Jezus; ze luisterden als vinken, met gespannen
oogen zagen ze naar br. Esser 't was hun aan
te zien dat het verkondigde hen nieuw was,
dat ze 't vreemd vonden en er waarschijnlijk
maar heel weinig van begrepen. Nadat br.
Esser gesproken had ging de helper het ge
sprokene nog eens bespreken en de vragen be-
beantwoorden, die by de Javaantjes onder het
aanhooren opgekomen waren hieruit bleek dat
ze in ieder geval nadachten over het gesprokene
en deze bijeenkomst dus niet vruchteloos was
geweest. Misschien was het de eerste maal
geweest, dat in die dessa het Evangeliewoord
had geklonken, dat de naam van Jezus als de
Zaligmaker der wereld werd beleden. Hoe diep
onkundig en hoe ellendig zyn onze Javaantjes,
hoe krijgt na zoo'n samenkomst het gebed nieuw
voedsel, dat smeekt om den opgang van het
licht des Evangelies voor deze in duisternis
gebondenen.
Talrijker worden zulke samenkomsten be
zocht als er lichtbeelden worden vertoond,
en aan de hand van de platen bybelsehe ge
schiedenis wordt verteld. Zoo'n bijeenkomst
heb ik helaas niet by kunnen wonen maar ik
hoorde toch, dat de Javaantjes er zeer van hou
den. Soms heeft men zulke samenkomsten na
moeten laten omdat er teveel kwamen en door
het rumoer dat gemaakt werd het spreken be
moeilijkt werd. Maar 't lijkt me toe dat er
wel maatregelen genomen kunnen worden die
meer orde en stilte verzekeren en dan is het
werken met lichtbeelden een middel dat men
schen trekt en daarom is het toch telkens
weer te doen. Ik wil u dan ook wel zeggen,
dat ik heel bly zal zijn als ik straks een goede
too verlantaarn mag ontvangen en daarin een
middel om in de dessa's te kunnen prediken.
Hiermede heb ik u de voornaamste middelen
beschreven, die op onze Zendingsterreinen wor
den aangewend b ehalve deze zyn er echter nog
tal van andere middelen en middeltjes, die zeer
nauw samenhangen met de persoonlijkheid van
den Zendeling, en waarin uitkomen de bijzon
dere gaven, die God aan onze arbeiders heeft
willen schenken. Deze zyn echter al te per
soonlijk van aard en voor beschrijving moei
lijk vatbaar.
Ontvang nu de hartelijke groeten van
Uw br. in Chr.
A. Merkelijn.
BEROEPEN
te Zuidwolde: ds. J. Yisser te Hyum.
te Yelzends. G. P. Oberman te Woudsend
te Nieuw-Leusends. G. S. SchaafsmateEmmer-
Compascuum.
AANGENOMEN
naar Glanerbrugds. H. Brinkman te Duurs-
woude
naar Amsterdam ds. K. Fernhout te Utrecht.
BEDANKT
voor Tienhoven: ds. G. Kerssies te Wolvega;
voor Zevenhuizencand. Esselink te Stad aan
het Haringvliet.
Krabbendijke. Dinsdagavond was het in de
consistorie der Ger. Kerk recht gezellig, zeer
genoeglijk, waar de Dorcas "-vereeniging haar
achtste jaarfeest vierde, onder de gepaste lei
ding van den Weleerw. heer ds. J. Sybrandy.
Alles wat er plaats greep, de zang met be
geleiding van 't orgel, de samenspraken, de
voordrachten die werden gehouden, 't was
lieflijk, een harmonie't middernachtelijk
uur brak aan, eer men er aan dacht, tot het
scheiden riep.
Er was ruime dankenstof aan den Heere,
waar niemand der leden, door den dood ont
viel, de ruim 24 leden, ieder op zijn wyze met
ijver 't werk der barmhartigheid had uit
geoefend94 kleedingstukken konden worden
uitgedeeld. Ook werd het Instituut voor Doof
stomme kinderen te Dordrecht bedacht, dat men
zes lakens zenden zouook hetgeen weer ge
geven was als contributie en vrye giften, f 94.25,
stemde tot dank.
Het vereenigingsleven vormt, verheft, adelt,
waar het zich richt naar Gods Woord, ervaren
te worden in 't verstand der dingen, waarin
ten grondslag ligt de eere Gods 1