Een Dorpsgeschiedenis FEUILLETON. Verschillende gevoelens. Een gedenkwaardige dag voor de geze° gende Stichting „Vrederust." Kerk en Schoolnieuws. Verantwoording van LleftUgaYen. Diaconaal Hulpbetoon. BOEKAANKONDIGING. De Avond. Woorden van J. van Dam, willen verleenen. Om U van alles een be schrijving te geven, verlangt ge van mij niet en daarom wil ik slechts enkele dingen wat nader met U beschouwen. Wat me vooral ge troffen heeft is onze medische arbeid aldaar. Het Petronellahospitaal met zfin doktoren en zusters mogen daar een arbeid verrichten, die my van veel beteekenis lijkt voor de komst van Gods Koninkrijk. In de eerste plaats toch verspreidt dit hospitaal een goede reuke van het Christendom. Dit hospitaal heeft onder den inlander een goeden naamhet is onder den inlander bekend, dat in dat hospitaal notitie van hem genomen wordt en er tot zijn herstel gedaan wordt wat kan. Den inlander, die niet gewoon is dat er veel notitie van hem genomen wordt, treft dit, hij weet dat deze behandeling, die hij elders tevergeefs zoekt, een vrucht is van den godsdienst, dien de arbeiders van het hospitaal belijden en zoo gaat er van dezen arbeid een invloed op hem uit, die hem eeni- germate toegankelijk maakt voor de prediking van het Evangelie, waarvan dit hospitaal een vrucht is. Ons Petronellahospitaal heeft ook een goeden naam in de Europeesche wereld alhier. Toen onlangs in Magelang sprake was om van ge- meenteraadswege een hospitaal te bouwen heeft een commissie, die benoemd werd om daarover te rapporteeren, in haar rapport het Petronella hospitaal als ideaal voorgesteld, zoowel wat de inrichting als manier van arbeiden betreft. Maar hoezeer dit ook op prijs dient gesteld te worden, waarde voor het doel van onzen Zen- dingsarbeid krijgt zoo een oordeel pas als het van inlandsche zijde komt. En de gezindheid van den inlander jegens het hospitaal is van dien aard, dat ieder zich bij den inlander van een goede ontvangst verzekerd kan houden als hy zegt te behooren tot den kring van het Petronellahospitaal. Doch in het uitoefenen van dezen invloed gaat de beteekenis van ons hospitaal niet op. Het is zeker reeds van be teekenis, dat zoo'n hospitaal voorbereidend werken kan voor den Zendingsarbeid buiten het hospitaal, maar van meer beteekenis nog is, dat het hospitaal met al zijn patiënten een zendingsgebied op zich zelf vormt. Dagelijks zijn er toch niet minder dan 200 patiënten, die met de prediking van het Evangelie in aanraking komen, waartoe wel is waar tal van loopende patiënten behooren, die alleen 's mor gens een of twee keer in de polikliniek komen en van wier bearbeiding daarom niet veel te verwachten is, maar waarvan het grootste deel dan toch voor eenigen tijd in het hospitaal is opgenomen en gedurende dien tijd onder ge regelde bearbeiding is van de prediking des woords en de zichtbare prediking, die uitgaat van de Christelijke verzorging. Temeer leert ge zóó'n hospitaal waardeeren als ge eeniger- mate weet hoe het leven van den Javaan en zijn verhoudingen in kampong of desa 't schier onmogelijk voor hem maken om Christen te worden, Levend in zjjn familiekring kan hij haast niet anders zijn dan Mahomedaanindien hij Christen wordt staat dit ongeveer gelijk met uitwerping uit de familie, uit de gemeen schap der bevolking, uit zijn bronnen van in komsten van alle zijden ondervindt hij tegen werking en wordt het leven hem onmogelijk gemaakt. De macht der publieke opinie in kampong of desa is zoo groot, dat wie daar tegen ingaat, het leven aldaar zich onmogelijk maakt. Ge gevoelt hoe moeilijk het daarom is in zoo'n desa ingang te vinden, maar ook hoe prachtig een hulpmiddel het Petronella- door ZELANDIA. 4) HOOFDSTUK IV. We- zijn vier weken verder. Boer Donker heeft zich gevestigd op de door hem aange kochte hofstede „De Kastanjehof." Al spoedig hadden de bewoners van het dorp zekerheid gekregen, omtrent de gevoelens van den nieuwen eigenaar; want was „De Kastanjehof'ook ruim een kwartier gaans van de kom verwijderd, zij hadden Donker eiken Zondag trouw met de zijnen naar het „kleine kerkje" zien gaan. En dat was genoeg. De nieuwe baas hoorde bij de fijnen. De schoolmeester vond het wel wat vreemd, dat Donker zijn kinderen, en hij had er nog al eenige, nog niet naar school had gestuurd, maar dat lag zeker in de drukte, die het verhuizen had meegebracht. Hij zou het maar eens afzien tot na kerstmis, zeker zou hij de kinderen met Januari wel krijgen. De burgemeester was in zijn verwachtingen, een flink lid op de soos te krijgen, zeer teleur gesteld maar, in ieder geval, naardien Donker hospitaal is voor Amsterdam's Zendingsterrein. Wie daar eenigen tijd vertoeft, is gedurende dien tijd dan ook onttrokken aan al die desa invloeden. Familie redeneert niet met hem, de macht der algemeene opinie is voor dien tfid grootendeels gebroken en dagelijks onder gaat hfi de zoekende en trekkende kracht van het Woord Gods, dat in zichtbaren vorm en in den vorm der prediking tot hem komt. Jammer alleen, dat met het oog op de be teekenis van zoo'n hospitaal de krachten, die er aan verbonden zijn, te weinig genoemd moeten worden. Wanneer ge den arbeid eens gadeslaat, die er al zoo verricht wordt, dan wordt het U al spoedig duidelijk, dat het moelfik gaat om onder die overstelpende drukte op den duur de noodige opgewektheid te bewaren, het geheel van den arbeid te beheerschen en te overzien. Zooveel arbeid is op den duur niet vol te houden en het zou daarom zeer gewenscht zijn, dat een derde dokter de aan wezige krachten kwam versterken, voordat zfi door te veel arbeid overstelpt, dien arbeid ge heel zouden moeten neerleggen. Dit tekort aan arbeiders geldt evenzeer wat den zusterlijken ar beid betreftnoodzakelijk moet er ook een tweede dominé bij. Zooals de stand nu is, zijn er tal van gelegenheden voor Evangelieverkondiging geopeud, waar geen gebruik van gemaakt wordt, omdat de krachten er toe ontbreken. De pa- tienten, die na eenigen tijd in 't hospitaal vertoefd te hebben naar huis gaan, worden zelden meer opgezocht; meer dan jammer; zoo gaat de invloed van het hospitaal weer verloren, zoo wordt het doel van het hospitaal niet be reikt en goed zou het pas zijn als er een tweede domine werd uitgezonden, die belast werd met al den arbeid waartoe het hospitaal onder de naar huis teruggekeerde patiënten de gelegen heid heeft geopend. Dit is echter een zaak van Amsterdam en ik deel U dit alles maar mee, om U iets te laten voelen van de beteekenis van een Zen dingshospitaal. Hoe heerlijk zou het zfin als ook in Magelang zoo'n hulpmiddel kon worden geopend. Ge vraagt of het mogelijk is? O zeker is het mogelijk; de ruime subsidie, die van re- geeringswege voor dien arbeid wordt verleend maakt het mogelijk, dat met eenige inspanning ook op Zeeland's Zendingsterrein zoo'n hospitaal ware op te richten. Voor alle andere terreinen der Gereformeerde kerken zijn er zulke plannen tot oprichting in de maak en als er maar vol doende doktoren waren, die zich voor dezen heerlijken arbeid wilden geven, dan zouden al zeer spoedig al die terreinen van een hospitaal zijn voorzien. Spreek er eens over met Uw vrienden en laat voor al deze dingen Uw gebed gedurig mogen opgaan. Met hartelijke groete verblijf ik als steeds De Uwe in Chr., A. Merkelijn. Vrijdag 15 November 1912 was voor de Ver- eeniging tot Christelijke verzorging van krank zinnigen in Zeeland een dag van niet geringe beteekenis. Ds. J. H. Donner toch. Voorzitter van het Bestuur dezer Vereeniging, zou de taak van geestelijke verzorger, die hfi op dringend verzoek van het Bestuur voorloopig op zich genomen had, overdragen aan ds. D. Aalders, Ned. Herv. Predikant. Op de Stichting heerschte een ongewone bfi de afgescheidenen hoorde, zou hfi wel niet veel last geven, dat waren immers allemaal makke lui. Voor de gemeentekas was het niet onvoordeelig, dat het dorp zulk een rfiken be woner er bfi gekregen had en zulks was ook, om verschillende redenen, den burgemeester niet ongevallig. Veel vriendschap van de zfide der „notabelen" ondervond Donker niet; en hfi was er nu juist niet erg rouwig om. De notaris, met wien hfi enkele zaken te regelen had, had hem heel vriendschappelijk uitgenoodigd, 's Woensdags avonds ook eens van de partfi te wezen, maar Donker had te kennen gegeven, dat men daar niet op hoefde te rekenen. „O, er zat anders volstrekt geen kwaad in," vergoelijkte de no taris, „een enkel glaasje zou toch niet schaden en, wanneer men voorts netjes en fatsoenlijk leefde, mocht men toch ook wel eens een kleine ontspanning hebben; hfi, de notaris, was er ook niet voor, dat men zich onbetamelijk ge droeg en drinkgelagen hield, maar op de „soos" ging het altfid uiterst net en ordelfik toe." Boer Donker wilde dat volstrekt niet tegen spreken, ofschoon hfi er het zfine van dacht, maar verklaarde, dat hfi van een tegenovergesteld gevoelen was, waarop de notaris, vreezende, dat er een soort afgescheiden preekje opvolgen zou, zich haastte te verklaren, dat natuurlfik ieder vrfi was en zfi desniettemin even goede vrienden drukte. Tfidig waren afgevaardigden van de afdeelingen en corporatiën uit heel Zeeland, zelfs uit het noordelijkste en zuidelijkste hoekje, opgekomen, om van deze plechtigheid getuige te zfin. De eenvoudige houten hulpkerk was te 10 ure flink bezet, toen de energieke figuur van ds. Donner de spreekplaats betrad, en zfin ge hoor op boeiende wfize bepaalde bfi de gelfikenis van den Heere Jezus over den zaaier, uit Mare. 4 26, om, sprekende van het werk des men- schen als een zaaien zonder meer, en van het werk Gods, als het geven van den wasdom en het doen rfipen van den oogst, in 's Heeren beeldspraak den benoemden geestelijken ver zorger diens werk voor te houden, en daarbfi te laten zien, welk deel van den arbeid heeft te verrichten, en welk deel God de Heere voor zichzelf heeft behouden. Daarop volgde, nadat ds. Donner den arbeid als geestelfik ver zorger, ruim drie jaren door hem verricht, had nedergelegd, op plechtige wfize de installatie van zfin opvolger. Met deze installatie treedt de geestelfike verzorging op de stichting „Vrederust" een nieuw tfidperk in. Allen, die met ingenomen heid de gestadige uitbreiding der stichting gadeslaan en in het Evangelie-woord, zelfs meer nog dan in geneesmiddelen, de artsenfi der kranken zien, zullen over dit meer zelf standig optreden van den geestelfiken arbeid zich met het Bestuur hartelfik verblfiden. Alles kan niet in één oogenblik. „Vrederust" kan niet in één dag worden gebouwd. Maar ook deze dag is ongetwfifeld profetie van een goede toekomst, en naar deze toekomst leidt de altfid werkzame Voorzitter de ontwikkeling der stichting heen. In den namiddag sprak ds. D. Aalders het eerste woord. Onder de teksten, die de wanden van de hulpkerk versieren, is ook deze: God is getrouw. Dat nu was het uitgangspunt bfi het eerste optreden van dezen prediker als geestelfik verzorger. Hfi sprak over 1 Thes. 5 24 een ernstig en passend gelegenheids woord, waarin uitkwam dat hfi stond in de overtuiging dat God roept, dat God getrouw is, dat God het ook doen zal, waarom hfi vrij moedigheid had, steunende op die belofte en staande in die kracht, om de beteekenisvolle taak te aanvaarden. Voor zoover uit een eerste woord en een eerste optreden iets valt af te leiden, is deze geestelfike verzorger een man, die met zfin gansche ziel de Gereformeerde belfidenis ten volle wil aanvaarden, en een warm hart heeft voor de kranken. Tot welk een onberekenbaren zegen kan hfi niet zfin, indien het aan het Bestuur mag blfiken, dat hfi de rechte man is op de rechte plaats! Met het oog op de toekomst rfizen wél al lerlei vragen op betreffende den geestelfiken arbeid en den arbeid der stichting in haar geheelen omvang. Bfi de oefening der gees telfike zorg is reeds aanstonds de vraag niet te onderdrukkenWie r aakt deze eerst en allermeest Raakt deze de verpleegden en die voornamelfik? Of raakt deze het verplegend personeel allereerst, om hoofdzakelijk door middel van hen de patiënten te bereiken. Het antwoord daarop is nog zoo gemakkelfik niet. Ook bfi den anderen, zoo vèèl omvattenden arbeid, is een veld, met vraagteekens bezaaid. Laat ons niet te veel vragen. Laat ons bovenal voor betweterfi ons wachten. De beste stuurlui staan meest aan wal. Er is voor ons een plicht. Ons past veel meer dankbare waar deering voor die mannen, die hebben opgezien konden blfiven. Natuurlfik was dit onderhoud getrouwelfik op de Woensdagavond bfieenkomst overgebracht en ieder lid, wist nu, wat van den nieuwen boer was te wachten. Nu, in vredesnaam dan maar, het zou er niet minder gezellig om worden. Het kleine groepje der afgescheidenen voelde zich wel eenigszins gestreeld bfi de gedachte, dat een man van de positie als boer Donker zich bfi hen gevoegd had. 't Waren ook op het dorp waarvan wij verhalen, „niet vele edelen, niet vele machtigen", en, ofschoon men er zich niet op verhoovaardigen wilde, men vond het toch niet onaangenaam, dat althans één nu tot die machtigen behoorde. Zoo is het men schelfik hart. Zonder het te weten, had Donker zich reeds van het oogenblik, dat hfi „De Kastanjehof' kocht, een vfiand gemaakt. Die vfiand was boer Brandsen, de rfike Brandsen, zooals men hem in de wandeling noemde. Brandsen hoorde zich gaarne zoo betitelenhfi ging graag voor den vermogendste boer uit den omtrek door en droeg het hoofd dan ook hoog genoeg. Hfi had er zfin zinnen op gezet, reeds toen de vorige eigenaar van „De kastanjehof," een be jaard man, nog leefde, die stêe tot zfin eigen dom te maken. En wie zou hem daar trouwens voor in den weg staan? Wie kon tegen hem op in de buurt? Zoo had hfi zich reeds zeker naar den Christus en van Hem naar het ont zettende lfiden, dat geleden wordt door kran ken van geest. Onze Heiland omging geheel Galilea „predikende het Evangelie des Konin- krfiks en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk." Die mannen hebben dit ge west bearbeid, en met taaie volharding, onder krachtige, voorzichtige leiding, deze zware taak, belangrfik deel van de Christelfike roeping, in het bfizonder op hunne schouders genomen, en bouwen nu met bewonderenswaardigen moed voort. Yermenigvuldige voor [hen en voor hunnen arbeid, in de woningen en in de gemeentelijke samenkomsten, zich het gebed, en wanneer bfi verdere uitbreiding meerdere gelden noodig zfin, vermeerdere de Gever alles goeds ons het vermogen om te kunnen geven en de bereid willigheid om uit eigen beweging van harte te steunen, tot verdere uitbreiding en eindelfike voltooiing van deze gezegende stichting. J. H. Lammertsma. TWEETAL te Borssele en Driewegends. F. J. v. d. Ende te Westkapelle cand. J. W. Esselink te Stad a.h. Haringvliet. BEROEPEN te Middelharnisds. W.deHengst te Veenendaal te Oldebroek ds. S. Kamper te Werkendam B te Glanerbrug: ds. H. Brinkman te Duurswoude te Leiden (vac. ds. Rudolph)ds. T. Ferwerda te Vlissingen; te Schoonebeekds. H. Meulink te Hendrik Ido Ambacht te Monnikendamdr. J. G. Ubbink te Ooster Nfikerk te Bozum en te Zevenhuizencand. J. W. Es selink te Stad aan 't Haringvliet te Stellendamds. F. Drost te De Bilt te Zegwaartds. B. Roorda te Koevorden te Tienhovends. G. Kersies te Wolvega te Sleen, te Oldemarkt en te St. Jacobi Parochie ds. M. P. Parlevliet te Nes. BEDANKT voor Nigtevegtds. M. v. Alphen te Voorst. Vlissingen. Voor de kerk is in de col lecte van Zondag 24 Nov. j. 1. ontvangen een gift van f 25,' Namens den Kerkeraad, P. G. Laernoes, scriba. De kinderen, die met de busjes voor „Zie kenzorg" rondgaan, worden vriendelfik verzocht, hiermede te komen Zaterdag 7 December a.s. tusschen 3-5 uur ten huize van ondergeteekende. Mevr. VERHAGE. Muziek van H. D. Olthoff. De blinde finaap. Woorden van J. J. L. ten Kate. Muziek van H. D. Olthoff. Uitgave van J. M. Brëdee, Boekhandel te Rotterdam. Over de woorden van deze beide muziek stukken kan ik het best oordeelen en ik kan wel zeggen, dat ze schoon zfin. Er ligt iets in, dat tot onze verbeelding en ons gevoel spreekt, en wfi kunnen wel aannemen, dat als een bekwame hand de toetsen aanraakt en een geschoolde stem ze aanheft, het een genot moet zfin om er naar te luisteren. gewaand van zfin zaak, toen Donker zich, on bewust, op zfin weg,-had geplaatst. Misschien had hfi zfin zin toch nog doorgezet, maar hfi was uitermate gierig, en zfin vrekkigheid won het nog van zfin eerzucht. Hfi had van te voren naarstig berekend, hoe hoog hfi met zfin bod kon gaan, maar Donker was hem de baas gebleven. Werkelfik had deze een zeer duren koop gesloten, maar, daar hfi op zfin huurhoeve door verandering van eigenaar, niet kon blfiven, had hfi zich dien getroost, daar hfi anders zonder zou zfin geweest. Voor Brandsen was dat dus een ontzettende tegenslag; bovendien bemerkte hfi wel, dat sommigen met leedvermaak hadden gezien, hoe de vervulling zfiner wenschen, die hfi niet voor vreemden verborgen had gehouden, hem was ontgaan. Hfi voelde zich eenigermate in de schaduw gesteld, en kon dat in 't geheel niet verdragen, evenals alle kleinzielige men- schen. Hfi leefde zoo wat op zich zelf, voelde zich totaal onafhankelfik en stelde er min of meer eere in, den burgemeester in alles te dwarsboomen. Dat hfi nooit op de „soos" kwam, vloeide, behalve uit zfin grenzenlooze gierigheid ook voort uit antipathie tegen den burgervader, die hem in dezen niets toegaf. Toen hfi nu te weten kwam, dat Donker bo vendien nog tot de „nieuwlichters" behoorde, groeide zfin haat temeer. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1912 | | pagina 2