Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Bs. L. BOUÏi. is. H. fUUi
10e Jaargang.
Vrijdag 20 September 1912,
No. llLu
UIT HET WOORD.
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
ABONNEMENTSPRIJS
BROEDER EN MEDEGENOOT.
Openb. 1 9a.
Johannes is voor Christus kerk een per
soon van groote beteekenis. Onder de
discipelen was hij het, die zich in een
gansch bizondere liefde van Jezus verheu
gen mocht, die aanlag in den schoot van
Jezus, en die meer dan eens nadrukkelijk
genoemd wordt »de discipel, dien Jezus
liefhad". In den kring der twaalven was
hij één der uitnemendstenmet Petrus en
Jakobus behoorde hij tot het drietal, dat
door den Heere op kennelijke wijze onder
scheiden werd, en boven allen werd hij
verwaardigd om Jezus laatste en hoogste
openbaring te ontvangen en over te bren
gen aan zijne kerk op aarde.
Toch vindt ge bij dezen Johannes geen
spoor of zweem van hoogheid. Alle ver
heffing van persoon of ambt blijft hem
verre. De ootmoed en de nederigheid zijn
in hem niet ondergegaan, al heeft Jezus
hem ook verheven tot nog zulk een voor
treffelijk Apostel. Wel noemt hij, naar den
trant der oude profeten, aan het begin
van zijn boek zijn naam, en vermeldt hij
ook de plaats, waar hij de openbaring des
Heeren ontvangen heeft, maar hij doet het
zoo bescheiden mogelijk, hij schrijft slechts
jlk Johannes, die ook uw broeder ben".
Hij. verblijdt zich meer over zijne betrek
king tot de kerk, dan dat hij zich ver
heffen zou op zijn gezag in haar. Judas,
de verrader, mag den Apostel-naam ge
dragen hebben, hij is geen broeder geweest
in het huisgezin van God. Maar Johannes
weet, dat hij uit God geboren en door 't
geloof Christus ingeplant is, zoodat hij één
met Hem is, gelijk de rank één is met den
wijnstok. En daarom gevoelt hij zich ook
één met allen, die, als hij, den Heere Jezus
Christus liefhebben in onverderfelijkheid,
en noemt hij zich hun ubroeder". Hij zwijgt
van datgene, waarin hij hoog boven zijne
lezers bevoorrecht is, en spreekt alleen van
de geestelijke verwantschap, die er tus-
schen hen en hem bestaat.
In deze geestelijke verwantschap ligt het
geheim van het eigenaardige leven dergenen,
die van God en Christus zijn. In natuur
lijke verhoudingen mogen zij onderling ver
scheiden zijn, zooveel als zulks maar mo
gelijk is, geestelijk genomen weten zij zich
één volk, voelen zij zich ééne groote familie,
handelen zij naar het woord van Jezus:
Eén is uw Meester, maar gij zijt allen
broeders. Broeders krachtens afkomst,
want zij zijn allen uit God geboren. Broeders
ook naar innerlijk bestaan, bedoelen en
streven, want zij hebben denzelfden Geest
ontvangen en worden allen door denzelf
den Geest geleid en geregeerd. Broeders
in gemeenschapsgevoel en betooning der
liefde jegens elkander.
Die broedernaam moet hoog en heilig
Drakker-Uitgever
A. D. L.ITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
gehouden, mag nooit van zijn kostelijken
inhoud beroofd en tot een zinledige klank
worden. De mensch der wereld kent hem
niet in zijn geestelijke beteekenis. Op ho
gebrachte hoofden mogen gedroomd hebben
van een algemeene verbroedering, de na
tuurlijke mensch komt het Kaïnsstandpun
nimmer te bovenBen ik mijns broeders
hoeder? Alleen wie in Christus Jezus is
en in Hem een nieuw schepsel is geworden,
die heeft het broederhart en den broeder
geest ontvangen, en kan alzoo de broeder
liefde beoefenen.
Ach, dat zulks meer geschiedde in onze
dagen Daar is waarlijk wel behoefte aan.
De tijden zijn koudde banden tusschen
menschen en menschen zoo slap en zwakjes,
niet alleen de natuurlijke, maar ook de
geestelijke; de broederliefde wordt zoo
weinig gevonden. Dat moge elke levend-
gemaakte ziel tot een schuld worden voor
God, en tevens oorzaak om ernstig tot God
te bidden, dat Hij vurige kolen uitschudde
op den vuurhaard der liefde, opdat haar
gloed weer het leven koestere en innig
verwarme. Niet waar twist en tweedracht
woeden, evenmin waar lauwheid en zelf
liefde heerschen, maar waar liefde woont,
daar gebiedt de Heere den zegen en het
leven tot in eeuwigheid. De broedernaam
roept om een broederleven, dat in warme
liefde zijn wijding en kroon heeft.
Maar niet alleen een »broeder" heet Jo
hannes zich, hij noemt zich ook een mede
genoot" en wel »in de verdrukking, en in
het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van
Jezus Christus". Wie een broeder is, heeft
in dit leven op verdrukking te rekenen.
Gods dienstknechten lijden niet alleenmaar
dezelfde verdrukking die zij ondergaan,
wordt, hoogstens met gradueel verschil,
vervuld aan alle discipelen van Christus.
Jezus heeft het van al de zijnen gewild en
het daarom aan allen voorspeldIn de
wereld zult gij verdrukking hebben. En
zijne Apostelen hebben het zoo kras mogelijk
uitgesproken Allen die godzaliglijk willen
leven in Christus, die zullen vervolgd wor
den. En de wereld, die ten opzichte van
's Heeren volk uit den bitteren wortel van
den haat leeft, heeft er in den loop der
eeuwen wel voor gezorgd, dat ook dit woord
der Schrift niet tot een leugen geworden
is, dat wij door vele verdrukkingen moeten
ingaan in het Koninkrijk der hemelen. In
dien wij discipelen van Christus willen zijn
en wij ganschelijk geen persoonlijke kennis
en verdrukking om 's Heeren naams wil
hebben, mogen we ons zeiven wel afvragen
öf we wel in waarheid den Heere Jezus
toebehooren, en in elk geval of we den
Heere wel getrouw zijn. Want bij ge
trouwheid zullen we ons, evenals Johannes,
een medegenoot in de verdrukking kennen.
Maar ook een medegenoot dan »in het
Koninkrijk." De haat en de vijandschap
der wereld, die om Christus wil ons over
komen, zijn als zoodanig reeds de bewijzen
dat wij niet van deze wereld zijn, maar
dat ons burgerschap in de hemelen is.
Onze wandel, zegt de Apostel Paulus, en
eigenlijk spreekt hij daar van burgerschap,
onze wandel is in de hemelen, waaruit
wij ook den Zaligmaker verwachten, n. 1.
den Heere Jezus Christus. En als die straks
PRIJS DER AD TERTENTIEN
zal geopenbaard zijn, zullen allen, die zijn
lijden deelachtig geweest zijn, ook met Hem
verheerlijkt worden. Want al worden ze
hier ook in het stof vertrapt en vertreden,
zij zijn toch kinderen Gods en erfgenamen
van het Koninkrijk, dat hier door genade
opgericht wordt, en eenmaal eeuwig in
heerlijkheid bloeien zal.
Wie nu een broeder is, en uit kracht
daarvan een medegenoot in de verdruk
king en in het koninkrijk, zal daarom ook
geen vreemdeling zijn in lijdzaamheid.
Onze Koning toeft nog steeds, want zijne
ure is nog niet gekomen. Intusschen gaat
de verdrukking door, en zal naar 's Hei-
lands voorzegging bij toeneming ernstiger
en banger worden. Maar die gelooven
haasten niet, maar verwachten met lijd
zaamheid. Zij worden, naar tijdsgelegen
heid en behoefte, door den Heiligen Geest
met kracht omgord, en weten alzoo te
verdragen, in het lijden uit te houden,
moedig onder het lijden het hoofd omhoog
te steken, ja, te roemen in de verdrukking.
Gods kinderen geven zich nooit gewonnen,
want zij leven uit het geloof en worden
daarin staande gehouden door de kracht
van hun almachtigen Ontfermer. Daarom
zal de vijand beschaamd worden, de god-
delooze mensch hier op aarde en Satan
zelf in de hel, maar de lijdzaamheid der
heiligen zal met een eeuwige blijdschap
bekroond worden.
Broeder en medegenoot. Vleesch en bloed
zien hier geen heerlijkheid in. Maar Gods
volk juicht over de onuitsprekelijke genade,
die hierin aan hen verheerlijkt wordt. Zij
het al door lijden, hun weg loopt naar de
heerlijkheid eenmaal zullen zij altoos bij
den Heere zijn.
Ook gij
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
Ter Gedachtenis.
Vrederust.
Bouma.
De opleiding.
Zeenvsch Kerkblad.
per half jaar franco per post 70 cent.
Enkele nummers3 cent.
Ik, Johannes, die ook uw broeder
ben, en medegenoot in de verdruk
king, en in het Koninkrijk, en in
de lijdzaamheid van Jezus Christus.
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van I5 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
Van der Veen.
Het bericht is gekomen dat de WelEerw.
Heer ds. Hubertus Elffers, emeritus-predikant
te Hillegom, is overleden. Hoewel hy reeds
den leeftyd van ruim acht- en zeventig jaar
bereikt -had, en wij gelooven kunnen, dat hy
uit zyn lijden verlost is, toch trof ons deze
tyding, want met hem is weer heengegaan een
man, dien velen in Zeeland gekend en geacht
hebben. Jaren stond hy te Wolphaartsdyk,
waar de gemeente hem waardeerde wegens
zyn kalmte en vriendelijke welwillendheid.
Uit liefde tot den Christus had hy zich eens
aan den arbeid in den wijngaard des Heeren
gegeven en het bleek daar, dat het zyn lust
en zyn leven was. Met toewijding heeft hy er
de kudde des Heeren geweid en zyn naam zal
er by velen in gezegend aandenken blyven.
Op de classicale vergadering van Goes was
hy zeer gezien en met belangstelling werd er
geluisterd, als hij over de eene of andere zaak
sprak. Hy was altijd gematigd in zyn oordeel
en hy stond steeds den vrede van Jeruzalem
voor. Heel zyn persoonlijkheid maakte een
gunstigen indruk en gaf aan zijn woord allicht
een goede plaats. Ofschoon hy zeer bevreesd
was voor wat ontstemming kon veroorzaken,
toch wist hy zeer goed wat hy wilde en hy
steunde elke poging, welke den voortbouw van
Sions muren beoogde.
By het klimmen van zyn jaren namen zyn
krachten af en hy begreep, dat de tyd gekomen
was om zyn taak neer te leggen. De kerke
lijke vergaderingen gaven hem op de meest
eervolle wyze zyn emeritaat en hy heeft nog
eenigen tijd van de rust kunnen genieten.
Het is onze bede, dat de Heere de weduwe
trooste, die hem langen tyd tot een trouwe hulp
is geweest en dat Hy ook de overige familie
sterke. Bouma.
Het was jammer, dat ds. Donner zich ver
plicht achtte om aan het bestuur van Vrederust
te vragen, dat het hem van zyn taak als gees
telijk verzorger zou ontslaan, want hy had uit
liefde tot de stichting dezen moeilijken en
teederen arbeid aanvaard. Het Bestuur billijkte
echter de redenen, welke hem daartoe noopten
en verleende het gevraagde ontslag op de meest
eervolle wyze, ofschoon het begreep, dat het
niet gemakkelijk zou gaan een goed opvolger
te krijgen.
De omstandigheden waren thans zoo, dat een
hervormd broeder de ledige plaats zou moeten
innemen, en het was een gelukkige gedachte,
welke het oog vestigen deed op den hervormden
predikant van Westkapelle. Nadat de noodige
inlichtingen ingewonnen waren, die alle voor
hem pleitten, konden de leden van het Bestuur
hem dan ook met volle vrijmoedigheid aanwijzen
en benoemen. En de benoeming viel by ds.
Aalders in goede aarde, want de bladen hebben
reeds het bericht gebracht, dat hy zich bereid
heeft verklaard om straks naar Vrederust te
gaan.
Dit is zeker voor alle vrienden van onze
stichting een oorzaak van blijdschap. Wy
mogen er toch op rekenen, dat hy onder den
zegen des Heeren daar op zyn plaats zal zyn.
Hy staat bekend als een kalm en gematigd
man, die een warm hart heeft voor de belangen
van het koninkrijk der hemelen en die in de
Gereformeerde belijdenis de meest zuivere uit
drukking der waarheid ziet. Voor zoover we
weten, is hy ook wars van alle kerkisme en
dit is in dit geval al heel gewenscht, want hy
komt door zyn werk dagelijks in aanraking
met Gereformeerden en Hervormden. Wy ver
heugen er ons over, dat hy bereid is om als
geestelijk verzorger van Vrederust op te treden
en wy wenschen, dat de Heere hem in goeden
welstand brenge op zyn nieuw arbeidsveld en
hem toeruste tot zyn gewichtig en heerlijk werk.
Laat aller gebed steeds ook voor deze stich
ting meer opgaan, in het levendig besef, dat
alleen onze barmhartige Ho ogepriester de gees
telijke kranken genezen kan.
Met belangstelling zien velen in onze kringen
uit naar de beslissing welke de beide benoemde
broeders dr. Ridderbos en dr. Wielenga nemen
zullen. De een vraagt den anderwat denkt
ge er van? Het wordt duidelijk, dat ons volk
op dit punt nog al meeleeft, en het is goed,
dat deze zaak de aandacht trekt.
Aan de Theol. Faculteit der Vrye Universiteit
werden eveneens twee broeders benoemd, de
doctoren Grosheide en Sillevis Smitt. Onver
wacht kwam dit niet. Er was reeds geruimen
tyd sprake van. En als deze heeren wat we
wel denken de benoeming aanvaarden, dan
is dit ook weer een winst voor de opleiding
van de aanstaande Geref. predikanten. Ik weet
wel, dat de Theol. Faculteit allereerst bedoelt
de beoefening van de Theol. wetenschap, maar
het is zeker dat het optreden van twee profes
soren meer ten goede komt aan de opleiding.
Duidelyk is het ook uit deze benoemingen,
hoe het staat met de beide scholen. Er waren
enkele weken geleden nog eenigen, die aan
rieden om een poging te wagen deze beide in
nauwer verband met elkander te brengen, doch