Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Onder Redactie vanDs. L. BOÜMI, Ds. R. W. LAMAH en Ds. R. J. YAM DER YEEN. 10e Jaargang. Vrijdag 6 September71912 No. 12, UIT HET WOORD. Met roede werking van onderscheidene Predikanten. ABORHEMEITSPRIJS Drakker-DitgeYer A. D. LITTOOIJ Az. MIDDELBURG. PRIJS DER AD YERTEETIEH DE HEERE GÜED EN RECHT. Ons leven op aarde is een weg, die heenleidt naar de eeuwigheid. Het is er daarom verre van daan, dat het nietig en onbeduidend zou wezen, of dat het zelfs geen doel of bestemming zou hebben. In tegendeel, het is van rijke beteekenis en hoogen ernst, want al wat wij hier zijn en doen, is grondleggend voor ons eeuwig leven hiernamaals. Een onwedergeborene denkt dit niet diep in, en wandelt daarom zonder veel onrust voort naar het goeddunken zijns harten. Wat bekommert hij zich over den gang zijns levens, waar hij de betee kenis en het doel van dat leven niet door grondt? Hoe verschillend het dan ook geleid wordt, de levenspractijk van den natuurlijken mensch komt, welbezien, ten slotte hierop neerLaat ons eten en drin ken en vroolijk zijn, want morgensterven wij. Wie echter door genade een oog ontving voor den heiligen ernst van het leven, die begeert dat leven wel te besteden, ter eere Gods, tot eigen zaligheid en met stichting van den naaste. En omdat hij tevens leeren mocht, hoe onmachtig en blind, hoe onbekwaam en onwillig hij van zich zeiven is, is het hem tot rijken troost te mogen weten, dat de almachtige en getrouwe God in deze zijn Leidsman wezen wil. Want de Heere is goed en recht; daarom zal hij de zondaars onderwijzen in den weg. De Heere is goed. David bedoelt met deze belijdenis uit te spreken en saam te vatten al wat liefderijk, goedertieren, barmhartig, lankmoedig en genadig in zijn allergoedertierendsten God is. Hij had daar persoonlijk kennis aan, want de Heere had die goedheid rijkelijk aan hem bewezen, en dat in de meest verschillende levensomstandigheden. Zonder die goed heid des Heeren zou hij niet leven, veel minder blijdschap en vertroosting smaken. Maar in geloof mocht hij zich verlustigen in de veelvuldige en oneindige goedheid van zijn God, had hij God leeren liefhebben en bewonderen in zijn onbegrensde en genadige liefde. De Heere is ook recht. Zelf heilig en waarachtig, bemint Hij ook al wat recht, heilig en waar is. En gelijk nu de goed heid de grondslag is zijner genade, zoo is zijne rechtheid het van zijne recht vaardigheid en heiligheid. Daarom is het ook onmogelijk, dat God zijne gunstge- nooten zou laten blijven in hunne zonden. Neen, wie door zijne goedheid de genade der rechtvaardigmaking verkrijgen, worden ook door zijne rechtheid geheiligd, en van het pad der zonde geleid op den rechten en eeuwigen weg. De Heere is goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg. Zijn onverbreekbaar recht zoowel als zijne goedheid dringen Hem daartoedie twee volmaaktheden zijn van eeuwigheid in Gods harte, en voor den zondaar zijn zij ver lossend, heiligend en zaligmakend werk zaam, door den Messias, Jezus Christus, en in de kracht zijns Heiligen Geestes. Wat is dat liefelijk voor een verbroken hart en een verslagen geest te mogeirweten, dat God genadig en rechtvaardig is, en het daarom aan leiding en onderwijzing niet zal laten ontbreken. David wist bij eigen ervaring, hoe noodzakelijk, liefderijk, wijs en goed 's Heeren onderricht en leiding voor hem geweest was. Hij kende maar al te goed zijne blindheid, zijn dwaasheid en onwil, die 's Heeren onderwijs voor hem noodzakelijk maakten. Zonder eindelooze goedheid zou hij niet op den levensweg gekomen, maar evenmin op dien weg ge bleven zijn. Maar de Heere had zich over hem ontfermd. Met liefdekoorden had die God, die goed en recht is, hem getrokken uit de macht der duisternis, en hem over gebracht in het Koninkrijk van zijn won derbaar licht. En de Heere had dat niet eens gedaan, maar deed dit telkens zonder ophouden of moede te worden, deed het nog dagelijks. En is dit ook niet de ondervinding van ai Gods kinderen Zou er wel iets van hen terecht komen, als de Heere niet telkens zich met hen bemoeide, als Hij zich niet de genadige, sterke en getrouwe betoonde Maar lof zij zijn naam gebrachtHij onderwijst de zondaars in den weg. Al de zondaars, die 't leven bij zich zeiven niet meer hebben kunnen houden, die 't verloren hebben en met schuldbelijdenis en zondepijn tot Hem gekomen zijn als de tollenaar, zeggende O God, wees mij zon daar genadig Zulke onderwijst de Heere in den wegin den éénen en goeden weg in den weg des heils, dien Hij in Christus geopenbaard heeft. Daarop leert Hij zijne kinderen wandelen in geloof en in godza ligheid bij 't licht van zijne beloften en van zijne geboden. Hij dwingt ze niet met uitwendige macht, zoodat ze als on willigen op zijn weg worden voortgedreven. Maar God leert en overreedt hen inner lijk door de kracht zijner genade, zoodat ze Hem in liefde achteraan kleven en met blijdschap het pad zijner geboden gaan. Hij onderwijst hen door zijn Woord en Geest. Wonderlijk en dierbaar wordt dat Woord, zoo dikwijls de Geest het opent en toepast aan het harte. Ze vinden daarin dan al hun vermaak, en beminnen het boven duizenden van goud of zilver. En daarbij neemt de Heere hen ook in de leerschool der bevinding en ervaring. Waarheid wordt door waarheid bevestigd vervulde en toe gezegde beloften worden hoe langer hoe meer tot een staf in de hand, om er moedig en vol vertrouwen mee voort te wandelen. De Heere onderwijst ook de gevolgen, die Hij ondervinden doet, wanneer wij moed willig en eigenzinnig den weg verlaten. De benauwing der donkerheid en de on vrede des harten gebruikt Hij om met berouw en belijdenis tot Hem weder te keeren, opdat Hij in ontferming de tranen weer afdroogt van onze schreiende oogen. In een woord, de Heere onderwijst de zijnen in teedere liefde, in eindelooze langmoedigheid, in eeuwige trouw. En daarom zal niemand hunner den rechten weg missen, dien weg die den zondaar door dit aardsche leven heenleidt naar het eeuwig licht. Vroolijk en moedig, hunnen God ter eere, zingen zij in dit Mesech des levens 's Heeren goedheid kent geen palen; God is recht, dus zal Hij door Onderwijzing hen, die dwalen, Brengen in het rechte spoor. Hij zal leiden 't zacht gemoed In het effen recht des Heeren; Wie Hem nedrig valt te voet, Zal van Hem zijn wegen leeren. (Ps. 25 4.) Van der Veen. UIT HET LEVEN. Laman. ZENDING. per half jaar franco per post Enkele nnmmers 70 cent. 3 cent. van 1-5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. De Heere is goed en recht; daarom zal Hy de zondaars onderwijzen in den weg. Psalm 25 8. Waarde Vrienden! Eenigen tyd geleden werd in een van onze christelijke weekbladen de prijsvraag uitge schreven: „Wat is het mooiste boek?" Er kwamen vele antwoorden in, en een paar boeken zijn met den ^eerepalm gaan strijken. Indien dezer dagen nu eens deze prijsvraag werd uitgeschreven: „Welke is in Nederland de meest beminde vrouw?" ik twijfel niet, of onze geëerbiedigde Koningin een machtig aan tal stemmen op zich vereenigen zou. Heel Neerland heeft haar liefen zoo er Nederlan ders mochten zijn, die geen liefde voor haar gevoelen, dan kunnen het onmogelijk Neder landers zyn van het onverbasterde ras. Er zijn inderdaad menschen, die beginnen te lachen, wanneer ge spreekt van liefde tot de historie, liefde tot het vaderland, liefde tot het vorstenhuis, liefde tot velerlei dingen, die ge met de oogen niet kunt zien en met de handen niet kunt tasten. En weest dan nog maar blij, indien zij er mede lachen, want er zijn er ook, die er tegen vloeken. Het verschijnsel is bedroevend, want het zyn voor een volk nooit de beste tijden geweest, wanneer het den zin voor het ideale verloor, wanneer het met een minachtend lachje sprak over den tijd, toen de menschen in geestdrift geraakten, wanneer gezongen werd het „Wil helmus van Nassouwen", of het „Wien Neêr- landscli bloed door de aderen vloeit", of een van de andere vaderlandsche zangen. Men noemt het dwaasheid en flauwheid liefde te gevoelen voor vaderland en vorst. Goed voor bakers en kinderen. Men kan het niet begrijpen, hoe iemand ontroeren kan op het gezicht van zyn Koningin, en hoe men zich zoo druk en warm kan maken by de herinnering van gebeurte nissen, die eeuwen geleden voorgevallen zyn. Men gevoelt daar hoegenaamd niets voor. Het raakt de koude kleeren niet. Zoo is by velen de liefde verkoud. Gelukkig echter niet by allen, zelfs nog niet by de meesten. Heel velen hebben nog hun vaderland lief, en hebben een hart voor de Koningin en voor haar huis. Heel velen heffen nog uit volle borst een feestlied aan wanneer de Koningin verjaart, en danken God, omdat Hij Oranje en Nederland vereenigd hield tot op den dag van heden. En er zullen velen nooit ophouden lief te hebben vorstenhuis en vaderland, zoolang maar de geschiedenis van land en volk verhaald wordt met geestdrift aan de kinderen onzes volks, en vooral zoo die geschiedenis verhaald wordt in den ouden trantals Gods daden niet vergeten worden, als de geschiedenis niet wordt behan deld als een verhaal van gebeurtenissen, maar als een verhaal van de Regeering desAlmach- tigen, als een verhaal van de leidingen der Voorzienigheid met vorsten en volken. Wij verheugen ons, als alom in den lande op 31 Augustus de driekleur met den Oranjewimpel wappert, en het vaderlandsche lied wordt ge hoord, maar vergete bovenal ons christenvolk niet in dankzegging en gebed de meest-geliefde Vrouw van Nederland steeds aan te bevelen in de hoede van Hem, door wien de Koningen reg'eeren, en die ook in het hart des volks kan levendig houden de liefde en de trouw. Nederland heeft weer feestgevierd, maar onder dreigende luchten. Wat een regen toch eiken dagHet stroomt maar van den hemelGaat het zoo voort, dan zullen we aan den zomer niet veel meer hebben. En dit is nog het ergste niet, maar zal, 't geen te veld staat, geen schade lijden? In sommige deelen van ons land heeft de vrucht reeds aanzienlijk geleden. En er kan in korten tijd veel bedorven worden. Eer de oogst is binnengehaald, kan er veel gebeuren, waardoor de hoop des landmans beschaamd wordt. Het is waar, gewoonlijk valt het ten slotte weer mee. Het eene jaar is het te droog, en het andere te nathet eene te koud en het andere te heeten nochtans maken de landbouwers door elkander genomen goede zaken. Maar dat neemt niet wegde Heere kon toch wel eens na zoovele jaren van milden zegen ons met mis gewas. bezoeken. Brutale boeren hebben wel gezegd: „dat kan tegenwoordig niet meer met de hulpmiddelen, waarover wij beschikken het verongelukken van den oogst is buitengesloten." Maar die in den hemel woont, lacht met zulke drieste taal van God-vergeten menschen. Eén wenk van zijn hand en de met onvruchtbaarheid geslagen aarde spot met alle kunstmeststoffen en wat dies meer zij. Het zou een wonder zijn, indien het altyd zoo goed bleef gaan. Op den vloed volgt gemeenlijk de eb. En als we dan zien, hoe door het grootste deel der menschen, die van het veld gediend worden, God niet gedankt wordten als we dan zien, hoe de menschen, al wat ze van God ontvangen, voor zichzelf noodig hebben, en voor verreweg de meerderheid nooit iets aan God wedergevendan kon het wel eens wezen, dat de Heere te zijner tyd komt halen, wat Hem niet gegeven is. De ondervinding heeft geleerd, dat de mensch in een oogenblik kan verliezen, wat hij in jaren vergaderd heeft. Eén jaar van oorlog verwoest het gewin van vele jaren van vrede. Er gaat van die donkere, zware regenwolken een prediking uit tot allen, die ooren hebben om te hooren. Yelen zeggen: Och, het zal ook nu wel weer losloopenMaar wie ernstig leeft, bewandelt een beteren weg. Wie wys van hart is, zoekt Gods aangezicht, belydende zijne en zyns volks zonden, en biddende om lankmoe digheid en barmhartigheid by Hem, die naar het gebed der rechtvaardigen hoort. Deze dingen raken het leven. Ernstiger, dan velen vermoeden, zijn de tyden, waarin wij leven. En het wordt hoe langer hoe meer als in de dagen van Noach, de menschen leven lichtzinnig, wuft, men schaamt zich om ernstig te wezen. De ernst is evenals de kuischheid uit de mode. En intusschen dartelt men lichtzinnig over een bodem, die onder de voeten golft. Van harte, t. t., Onze Zendingsdag. Woensdag a. s. zullen wy, zoo de Heere wil, onzen Zeeuwschen Zendingsdag houden te Middelburg. By dezen herinneren wy er aan, en wekken allen, die eenigszins komen kunnen, op den Zendingsdag by te wonen. Dat de dag te Middelburg gehouden wordt,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1912 | | pagina 1