Aanvalling Agendnm Part Synode. Zeeuwsch-Vlaamsch Zendiagsfeest. Verantwoording van Llefdggaven. INGEZONDEN STUKKEN. OP DE HEILIGE H0OGTE. Advertentiënu IZAAK ADRIAAN POÜWER, E. POUWERSmallegange. L. J. POUWER. A. J. POUWER. C. P. POUWER. G. C. POUWER-de Jonge. ,J. A. LITTOOIJ—Pouwer. !D. H. LITTOOIJ. J. L. POUWER. A. J. POUWER. 'sGravenhage, I. A. POUWER. I. A. POUWER, dat de Part. Syn. deputaten benoeme naar Art. 11 en 13 D. K. O. en bij die benoeming rekening houde met Art. 49 K. O. d. verzoekt dat de Part. Syn. aan hare afgevaardigden naar de laatstgehouden jGen|?. Syn. vrage hun stem uitgebracht tegen de benoeming van een vijfden professor aan de Theol. School, te moti- veeren. Van de Classe Goes: De Classe Goes stelt aan de Partic. Syn. voor 1912/13 niet te collecteeren voor de Kas tot ondersteuning van hulpbehoevende Idioten en - Doofstommen, tenzij het onverhoopt mocht blij ken, dat de kas in onvoorziene verlegenheid kwam. Van de-Classe Middelburg: Ingeval de Partic.- Syn. mocht besluiten haar handelingen weer te doen drukken, wenscht de Classe Middelburg, dat dit geschiede onder de leiding van het geheele Moderamen. (Wegens het niet op tijd aanwezig zijn der stukken uit de Classe Midd. is dit voorstel, gelijk ook de andere mededeelingen uit deze Classe, uit de herinnering opgeschreven, zoodat voor de let terlijke juistheid niet wordt ingestaan). Art. 8. Aanvragen om subsidiën: a. De Classe Axel steunt Zaamslag's diakonie in haar verzoek aan de Partic. Syn. om een hoogere toelage uit de Prov. Kas, om behoeftige idioten, doofstommen en andere ellendigen te verplegen b. De Classe Middelburg steunt het verzoek der kerken van Domburg en Westkapelle om den gewonen jaarlijkschen steun. c. De Classe Tholen vraagt voor de verzor ging van emer. pred., pred. wed. en weezen der kerken van Tholen f665 en Poortvliet f1300 van de Part. Synode. Art. 9. Benoemingenafvaardiging naar de buitengewone Generale Synode Art. 10. Regeling der volgende Synode. Art. 11. Omvraag. Art. 12. Lezing der korte Notulen. Art. 13. Sluiting. Na het afdrukken van het agendum ontvingen wij nog het volgende: De classis Middelburg richt het verzoek aan de Part. Synode om voortaan geen acta der Part. Synode te publiceeren, tenzij geteekend door het geheele moderamen. Ingezonden stukken: e. Een schrijven van den Kerkeraad van 's Gravenhage inzake het houden eener buiten gewone Generale Synode. f. Een schrijven van de Deputaten voor de uitoefening van het verband tusschen de Geref. kerken in Nederland en de Theol. Faculteit der V. U. g. Een protest. Namens de roepende Kerk van Middelburg Ds. L. Bouma. Ds. J. B. Netelenbos. Ds. J. D. Wielenga. Op het Zeeuwsch-Vlaamsch Zendingsfeest, dat D. Y. 20 Juni a. s. gehouden zal worden in de nabijheid van Terneuzen, zullen als sprekers optreden 1. Ds. G. F. Kerkhof van Souburg. 2. Ds. A. A. Vermeer van Vlissingen. 3. Ds. L. Kuiper van Delft. 4. Ds. S. H. J. James van Lage-Zwaluwe. 5. Ds. C. Lindeboom van Gorinchem. 6. J. L. D. van der Roest, oud-Zendeling Utr. Zendingsver. 7. Ds. D. Pol van Vlissingen. 8. Ds. M. Mooy van Ermelo. De Zang vereen igingen van Terneuzen „Ho sanna" en „Looft den Heere" en het Muziek- Inderdaad, deze is het. Daar ligt hij, geveld als een slachtoffer zijner eigen zondige be geerten; verdierlijkt in het volgen zijner lage lusten Curione weet wat hem te doen staat. Wrok kent hij niet. Eén ding weet hij, één ding vervult met ontzetting zjjn edele ziel, die man ligt als aan den oever des doods, maar, nóg leeft hijnóg is het niet te laat. De moordenaar aan het kruis werd ook slechts ter elfder ure, maar tóch gered Hij begint den diep gezonkene toe te spreken. Eigen veiligheid vergeet hijhet eeuwig heil eener onsterfelijke ziel staat op het spel. Ook Julio schijnt, door den opwekkenden drank wat bijgebracht, zijn weldoener te her kennen. Hij wil een afwijzend gebaar maken, maar de kracht ontbreekt hem er toe. En Curione laat zich niet afwijzen. Als hij, om den stervende wat te verlichten, diens mantel en kamizool losmaakt, komt een boek te voorschijn, zorgvuldig bewaard. Stel u de verbazing van Curione voor, als hij in dit boek den Bijbel herkent, dien Julio eens Antonio had ontvreemd, waarmee de eerste den cipier ten val had gebracht. Hoe welkom is dit boek nu. Hij opent het en het Evangelie der behou denis, zelfs voor den diepstgezonkene, brengt troost aan den vertwijfelde, stilt de stem van korps „Hosanna" van Axel zullen het feest opluisteren. Namens het Moderamen van het Hoofdcomité ad hoe J. H. Lammertsma. Vlissingen. Ontvangen in de collecte van Zondag 25 Mei een gift ad f 10 met bijschrift „Pinkstercollecte." Namens den Kerkeraad, P. G. Laernoes, Scriba. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). „Christus is éénmaal in de -vol eindiging der eeuwen geopenbaard om de zonde teniet te doen door Zijne eigene offerande. En gelijk het den mensch gezet is eenmaal te sterven en daarna het oordeel, alzoo ook Christus éénmaal geofferd zijnde om veler zonde weg te nemen zal ten andere maal, zonder zonde, gezien worden van degenen die Hem verwachten tot zaligheid." Hebr. 9 26b, 27, 28. Ala we dit heerlijke, veelzeggende Schrift woord overzien, verbazen we ons over de diepe diepte der gedachten die er in liggen uitgedrukt. Hoe begint ons hart te trillen van zalige blij heid des geloofs, als we indenken en nadenken deze heilige woorden Gods. In de Heilige Schrift treft het ons telkens, dat de Heilige Geest zoo weinig woorden ge-, brui kt om de heerlijkste en diepste gedachten en waarheden van het Koninkrijk der Hemelen te verkondigen. Ook daarin ligt voor ons leering opdat we zouden verstaan dat we in het: spreken over de heilige dingen van het Rijk Gods sober en eenvoudig zouden zjjn en we niet door veel en lang spreken, door omhaal van woorden, de heerlijke dingen van het Eeuwige Rijk Gods zouden benadeelen of bederven. Onze wijsheid is trouwens dwaasheid bij God, onze rede verduisterd en menigmaal hebben we door ons spreken verknoeid, dat door zwijgen beter zou geworden of althans, niet bedorven zou zijn. Ach, wij menschen verknoeien en bederven de Goddelijke dingen zoo menigmaal, door onze betweterij, door onze verwaandheid en zelfver heffing. Maar ter zake. Ik wil, met deze heerlijke, goddelijke waarheid uit den Hebreër "brief vóór mij, niet al de rijke, troostende en leerrijke wenken neerschrijven, die er inliggen, maar slechts op eene groote waarheid de aandacht vestigen die bij het lezen van dit woord mij als vanzelf voor den geest trad. De waarheid namelijk, van de groote betee- kenis voor alle eeuwen van den kruisdood, van de heilige offerande van den Eeuwigen Zoon van God en hoe dit woord ons plotseling en ongezocht plaatst, op de heilige hoogte van Gol gotha, waar Christus, éénmaal geofferd zijnde om de zonde teniet te doen, ten tweede maal, zonder zonde gezien zal worden, van degenen die -Hem verwachten tot zaligheid. Duidelijk springt hier in het oog het innig nauw verband tusschen de offerande van Christus, éénmaal ge openbaard en Zijne tweede verschijning voor hen die Hem verwachten tot zaligheid. In de offerande van Christus ligt de volein ding der eeuwen, omdat in die offerande heel de schepping verlost is van den vloek der zonde om Adam's wil en van de zonde zelve. Al wat na Christus' offerande geschieden zou in het groote wereldgebeuren in verband met en om de gemeente van den. levenden God, is slechts heerlijk, Goddelijk naspel, nawerking, uitwerking en toepassing van de offerande van Christus op Golgotha volbracht. Voorspel van het nieuw begin Duidelijk wordt hier geleerd de centrale be- teekenis van het lijden van den Christus Gods, zoowel /voor de historie der wereld in verband met het komende Rijk Gods en voor heel de creatuur in het algemeen, als voor de gemeente des Heeren in het bijzonder. De offerande van Christus is middelpunt van alles, in de meest uitgebreiden zin van het woord. Middelpunt en uitgangspunt van de verlossing van het gansche schepsel, waartoe in de eerste plaats behoort, de mensch, als Kroon, als Heer, als Koning dier Schepping, als Beelddrager Gods. Maar zoo ook ligt in de eenmaal gebrachte offerande van Christus, de oorzaak van Zijne verschijning zonder zonde ten tweede maal aan hen, die Hem tot zalig heid verwachten. En zoo ook plaatst dit woord ons op de heilige hoogte van Golgotha als de plaats waar dit Goddelijk offer gebracht is en waar de Offeraar en 'het Offer samen in eenigheid des Persoons werkzaam zijn aan de herstelling van alle dingen. het beschuldigend en veroordeelend geweten, en doet in het stikdonkere hart een glans gloren van hope. Als de zon rijst aan den oostertrans, als de morgenschaduwen vlieden, staat Curione op van den grond, waarop een lijk ligt. Maar op het gelaat van den doode ligt zachte vrede ver spreid en de mond heeft zich 't laatst geopend, om in een woord zijn geloof te belijden, zijn hoop uit te spreken, zjjn leven uit te zeggen, in 't ééne woordgenade Een eenvoudig graf is spoedig gereed gemaakt. Hjj wikkelt den gestorvene in diens mantel en bewijst hem den laatsten dienst. Dan bestijgt hij zijn paard en Gods ontfer ming roemend, vervolgt hij zijn weg. ("Wordt vervolgd) Zoo zien we God het offer Zijner oneindige Liefde brengen in Zijnen Zoon Christus Jezus, op het altaar eener vervloekte en doemwaardige menschenwereld. Deze offerande heeft betee- kenis voor al de eeuwen, zoowel de eeuwen vóór als nel de offerande. Want het geloof des Ouden Verbonds staart in de heilige toekomst van het heilig Lam Gods dat beloofd was, terwijl het geloof des N. Verbonds staart in het heilig verleden van die zelfde belofte die vervuld is. Eénen Christus, één Offer voor al de eeuwen. „Want in eeuwigheid heeft Christus, door ééne offerande volmaakt, al degenen die geheiligd worden." Vandaar dat er geschreven staat„Christus is éénmaal in de voleinding der eeuwen ge openbaard om de zonde te niet te doen." Voor alle eeuw, voor élk die gelooft. Zoo is Christus het Lam Gods dat de zonden der wereld, der eeuwen, wegneemt. En daarom mogen onze voeten, ontdaan van de schoenen, betreden en staan op de heilige hoogte van Golgotha. O, ik raad u, dit heerlijke woord uit den Hebreërbrief te nemen, te lezen en te herlezen, opdat ge den troost moogt kennen en de heer lijke levenskracht des nieuwen goddel jjken levens en verstaan voor uw eigen leven de kracht van het Offer van Christus in de voleinding der eeuwen gebracht om de zonde, om uwe zonde, te niet te doen. Dan zult ge kunnen zingen in heilige ge- loofsjubel, de blijde taal van Paulus: „Opdat ik Hem kenne en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijnen dood gelijkvormig wordende, opdat ik eenigszins moge komen tot de wederopstanding der dooden". En dan staan we op de heilige hoogte. Dan staan we bij het kruis. Dan staan we op den heiligen grond van het koninkrijk der hemelen. Nooit kunnen we vertoeven op die heilige hoogte van Calvaria's heuveltop of we zullen er gezegend vandaan gaan. Telkens daalt ver meerdering van vrede, versterking des geloofs, meer innigheid der liefde, tot onzen Heiland, in ons. Telkens weer spreken de wonden en striemen Zijns lijdens tot ons, van de diepte der liefde van God en van Zijne onkreukbare gerechtigheid en heiligheid. Telkens weer leeren we op die heilige hoogte van Golgotha, de groot heid onzer schuld, den gruwel onzer ongerech tigheid maar telkens ook, buigen we in oot moed, ja, in zeer diepen ootmoed, het hoofd op de borst en onze oogen vullen zich met tranen, als we gedenken den rijkdom der genade Gods in Jezus Christuszóó rjjk en zóó onna speurlijk groot geopenbaard voor den zondaar, wiens schuld en zonden zulk een Goddelijk Offer noodzakelijk maakte, dat alle roem van 's menschen zjjde, ten eenenmale, in eeuwigheid, is uitgesloten. En zoo klinkt daarom, over al de eeuwen der wereld heen, het Woord onzes Gods„Zie het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt." En „zoo wie gelooft in den Zoon van God, die heeft het eeuwige leven en „is er geene verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn." Het groote, het inderdaad niet denkbeeldige gevaar van achter uit te gaan in het blijde en krachtige leven des geloofshet achteruitgaan in de kennis van onzen Heere Jezus Christus, schuilt dan ook hoofdzakelijk hierin, dat we te weinig, in den geest, de heilige hoogte van Golgotha betreden. Waarlijk en gij kind van God, keer tot u zelf in waarlijk, hoe meer krachtiger, hoe meer inniger, hoe meer toegewijd zou ons geloof, onze liefde, zou ons persoonlijk leven zjjn, indien we meer betraden de heilige hoogte van den top der gewijde heuvel van het kruis van Golgotha. Het kruis van Christus is door Zijne ver hooging gebleken middelpunt van alles te zjjn, zou dan dat kruis niet het middelpunt van ons persoonlijk leven zijn? Want, mijn broeder, versta het toch, dat het kruis van onzen gezegenden en machtigen Verlosser niet opgericht is in de beteekenis van een gewoon geschiedkundig voorval, niet in de beteekenis van een indrukwekkende we reldgebeurtenis zonder meer, maar, als een machtig feit, waar omheen, hemel en hel, En gelen en menschenwereld, eeuwigheid en tijd, barmhartigheid en zonde, gerechtigheid en genade, leven en dood, zich bewegen. Dit is de beteekenis van het Kruis wan Christus. Gelijk de planeten van ons zonnestelsel zich bewegen om de zon. Want, gelijk de zon, die in het heelal een vaste plaats inneemt, heur licht werpt op al de planeten en niet het minst ook op onze planeet, de Aarde, zoo is het kruis van onzen eenigen Verlosser en Heiland, Jezus Christus, de machtige zonne, het Eeuwige Licht van het Koninkrijk der Hemelen, dat zyn stra lenbundels werpt over dood en graf, hel en hemel, tjjd en eeuwigheid, en niet het minst op den mensch in het bijzonder, en op al het ware volk des Heeren in het algemeen. Eene heerlijke zonne, die allen verlicht, verkwikt, vertroost, bemoedigd. Maar, geljjk nu het machtige zonnelicht eenerzyds leven en vruchtbaarheid wekt en anderzijds dood en verbranding kan aanbrengen, zoo ook het licht des kruises van Christus. Voor den eenen, het licht dat de duisternis van zjjn leven verheldert en voor den ander een vuur dat verteert, bij hetwelk niemand wonen kan. Voor den eenen is de prediking van het Evangelie des kruises, een reuke des levens ten leven en voor den ander een reuke des doods ten doode. Want, „zie, deze Christus wordt gezet tot een val en tot eene opstanding en tot een teeken dat wedergesproken zal worden, opdat de gedachten uit vele harten zal geopenbaard worden." Christus, die gekruisigd is om onze zonden en opgewekt is om onze rechtvaardigmaking, is zoowel een steen die verplettert en een steen B des aanstoots, als het Brood des Levens. Hy is zoowel Rechter als Redderzoowel Dienaar als Koning; zoowel Vjjand en Recht vaardige Wreker, als Heiland en Broeder. Inderdaad, het komt er maar op aan hoede mensch staat, tegenover dezen grooten Christus en Zaligmaker der wereld. Het is maar de vraag of onze voeten staan op de heilige hoogte van Golgotha's Kruis, of, in de laagte van menscheljjk begeeren en zondige lusten. Wat dunkt U van den Christus? Dunkt gij Hem machtig om te redden Ook U Zoo niet, Hij zal U toonen machtig te zjjn om U te verdoemen, tot in eeuwigheid toe, indien gij het bloed der verzoening onrein hebt geacht en Christus vloekt, in wien enkel zegening en zaligheid te vinden is, voor wie Hem in geest en waarheid zoeken. Die in Christus leeft, begon zyn leven met Hem op de heilige hoogte van Golgotha; want van Golgotha voert de weg naar den Vader die in de hemelen is, om aan zyn barmhartig hart te rusten. „Ons hart is tot U geschapen o God, daarom zoekt U ons hart." In Christus Jezus is ons den Vader gegeven, het Vaderhuis en liet Vaderland der eeuwige ruste, die over blijven voor het volk Gods. Op de heilige hoogte van Golgotha. Daar leert de mensch, die een zondaar is, zich ver liezen in Jezus, den Goddelyken Middelaar en Borg voor zyn schuld en zonden daar ook leert hjj belijden zyn schuld en zonden daar ligt het zalig begin van zyn leven des vredes met God daar stond de klok van zyn leven op het uur der heilige minne. Daar komt zyn moegedacht hoofd, zyn moegeworstelde ziel, in den strjjd des zoekens naar Jezus, daar komen zyn door- loopen voeten tot volkomen rust. Inderdaad, zalig, driewerf zalig is hy, die het den dichter van heeler harte kan nazingen „Jezus, Uw verzoenend sterven bljjft het rust punt van ons hart". Op de heilige hoogte van Golgotha, daar en daar alleen, daar is rust. Die rust is, de vrede Gods door het bloed des kruises. Maar daar ook het begin van den nieuwen stryd, het begin van den kamp om het wit van den prjjs der roeping Godsdaar het begin van den strjjd om de Kroon der rechtvaardigheid. Daar klinkt het u tegen, gjj, die Uwen God, uw Heiland tevergeefs gezocht hebt in andere dingen: „die Mjj zoekt, vindt het leven en trekt een welgevallen van den Heere". „Komt her waarts tot My, gjj allen die vermoeid en belast zijt, en Ik, Jezus, zal u ruste geven". Dat woord klinkt troostend en noodigend, als klokgelui des kemjls, de wereld der men schen in. Dat is de Evangelieklank die blyft naklinken tot op den dag van Christus verschyning in heerlykheid. De kinderen Gods, de gelukkigen die Jezus toëbehooren, zullen dan als met arends vleugelen opvaren, hun Christus, hun Koning te gemoet. Hjj, die de heilige hoogte van Golgotha kent, als de gewjjde plek waar hjj met Christus der wereld gekruisigd werd en opstond in nieuw heid des levens, om nu niet meer zich zelf, maar Christus te leven, hij leeft En dat, tot eere des Vaders en tot volmaking van het leven des persoonlijken geloofs en tot een getuigenis van den naaste dat het Kruis van Christus de eenige en volkomene triumph is over alle macht der zonde en des doods, tot verkrjjging van het eeuwige leven door Jezus Christus, onzen Heere. Van harte, Uwe C. Kwikkel. Middelburg, 9 Mei 1912. Heden overleed, zacht en kalm, onze geliefde Echtgenoot, Vader en Behuwd- vader de Heer in den ouderdom van ruim 61 jaar. Dat zjjn einde vrede was, troost ons in deze diepe smart. Middelburg, 26 Mei 1912. Ter Neuzen Na een langdurig doch geduldig ge dragen ljjden ontsliep in zjjn Heere en Heiland onze zeer geachte en geliefde broeder in den ouderdom van 61 jaar. Meer dan 30 jaren mocht hjj onafge broken onze gemeente dienen in het ambt. Na een jaar zjjn verdiende rust te hebben genoten, heeft de Heere hem opgeroepen om het loon van de getrouwe dienstknech ten te ontvangen. Namens den Kerkeraad der Geref. Kerk A, Ds. J. D. WIELENGA, Praeses. L. SCHUMAN, Scriba. Middelburg, 26 Mei 1912.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1912 | | pagina 3