Door God geleid. FEUILLETON. Geen blijvende Stad. Aanspraak of barmhartigheid Kerk en Schoolnieuws. Ofticiëele .Berichten* te zwaar en te veel. Als hy iets doet, nu ja, dan doet hij het, omdat hy wel moetmaar niet omdat hij er plezier in heeft. Wat zoo'n jongen dan wel het liefst doet Ik zal u beschrijven, wat gewoonlijk het geval is. 's Avonds, als zyn werk is afgeloopen, met zjjn ziel onder den arm, gelijk men zegt, langs de straat slenterenden eenen avond na den anderen; den heelen avond, totdat de lichten in de winkels uitgedraaid worden vijf-en-twin tig maal denzelfden weg op en neer grinniken om flauwe grappen; praatjes maken over al lerlei onbenullighedenzeuren over alles, wat hem niet naar den zin isen dan naar huis en naar bed. Overdag doet hij veelal met een hekel in zijn lijf zijn werkmaar 's avonds komt hü op streek, als hij kan lanterfanten met zijn kameraden, even lamlendig als hy. Zoo heb ik ze dikwijls zien gaan en staan altijd weer diezelfde gezichten week in week uitbij mooi weer, bij druilig weet's zomers en 's wintersde straatsteenen uitslijtend op hun slentergangof samenscholend op den hoek van een straat, den tijd doodend met geestelooze kletspraat, en wat daar gewoonlijk bij komt, met vuile gekkerny. Is het niet naar het leven geteekend Kent ge zulke Jan-Salie's niet in uw omgevingzulke jonge jongens, waar geen geest in is, waar geen drift, geen courage in zitdie hun jongen tyd niet uitkoopen om wat te worden die niet van aanpakken weten En zulke jongens zyn er in onzen tyd vele. Salomo zegt: der jongelingen sieraad is hun krachtmaar het twijfelachtige sieraad van sommige jongens, en neem dat „sommige" maar wat heel ruim, bestaat daarin, dat ze uitmunten door flauwheid. Er zit geen geest, geen fut, geen degelijkheid in. En wat nu het meest te betreuren is, mag dit wel zyn, dat deze ziekte der lusteloosheid, dat Jansalie-achtige, dat lamlendige (vergeef my het woord, maar het teekent zoo prachtig), zich ook vertoont bij sommige zonen der ge meente. o Zeker, Gode zy er dank voor, we hebben onder onze jongelingen ook flinke borsten, dege lijke, ernstige jonge menschen, die voor maat schappij en kerk wat beloven j ongens met een frisschen geest, met een helder oog, met be langstelling en lust ook in de dingen van het Koninkrijk Gods. Maar er zyn ook anderen, by wie ge het aan hun uiterlijk kunt zien, aan welke ziekte ze lyden. 's Zondags komen ze soms éénmaal, misschien tweemaal ter kerk, doch hoe zitten zy daar dan meest! Ze beginnen met overal rond te kijken, en ze eindigen met slapen, de armen op de bank en het hoofd er bovenop. Luisteren doen ze niet, want luisteren kost inspanningen in spanning vermoeit. Op de catechisatie, als ze er eens zoo nu en dan verschijnen, komen bij stukken en brokken de weinige vragen er uit, en dan klagen ze er nog over, dat ze zoovéél moeten leerenonder de bespreking suffen ze wegen als de tyd nog niet half verstreken is, zien ze al op het horloge, of het uur nog niet voorbij is. De jongelingsvereeniging Daar moeten ze niets van hebben. Om je avond daar aan te geven, en dan nog werk er voor te doenDat zint hun niet Neen, op de straatdaar kunt ge ze vinden, avond aan avond, uren lang, lanterfantend, elkander bedervend met gesprekken, die niet anders dan als „flauw" kunnen worden gekwa lificeerd. Een verhaal uit de eerste helft der 16e eeuw door Zelandia. 28) HOOFDSTUK XVII. Een loven en bieden volgt, 't Eind is, dat de eisch wordt ingewilligd. De bezoeker vertrekt. De hulptroepen van den inquisiteur blyven achter. Julio verzwelgt reeds den eigen nacht een deel van zyn judasgeld. Laat ons even ophelderen, hoe Curione thans te Pavia vertoeft. We verlieten hem na zyn ontvluchting uit het kasteel te Turijn. In het dorpje Salé, waar hy een eenzaam buitenverblijf bewoonde, kon hij niet lang verborgen blyven. Al spoedig werd hij door een zyner vrienden herkend; deze rustte niet, voordat hy den begaafden en geleerden redenaar een plaats had bezorgd aan de hoogeschool te Pavia. Weldra maakte hy ook hier grooten naam. Van alle zijden stroomden de studenten toe. Zelfs waren er verscheidene, die van hoogeschool Ik zeg nog eens: zóó zyn onze jongens in de gemeente gelukkig lang niet allen. Dan zou het er droevig uitzien. Maar er zyn er toch zoo, En het doet my leed, dat er zoodanigen zyn, En als ik ze zie, dan zeg ik met medelijden „Arme jongens!" En ik vraag, wat kan er worden gedaan om zulke j ongens van hun ziekte te verlossen; om dien Jan Salie-geest uit hen uit te bannendat lustelooze en lamlendige van hen af te schudden en van hen te maken frissche, flinke, ernstige, degelijke jongens, die al wat hun hand vindt om te doen, ook in de dingen van Gods Koninkrijk, doen met al hun macht o Zeker, er zyn ook by deze jongens som migen, die later nog aardig terecht komen maar de regel is tocheen slappe, geestelooze jeugd geeft ook een slappen, krachteloozen mannelyken leeftijd. Flauwe jongens worden gemeenlijk ook mannen, waar men weinig aan heeft. Als een jongmensch tegen wat inspan ning zucht en tegen wat moeite opziet, dan zucht hy als man nog veel luider en dieper, En daarom, myn zoon, als deze krankheid u aangreep, laat er u van genezen. Bedenk het der jongelingen sieraad is hunne kracht. En bedenk ook ditdeze ziekte vaart niet uit dan met werken en bidden. Schaam u weg, dat ge nog zoo jong en toch reeds zoo lusteloos zyt schaam u voor u zelfschaam u voor de men schen, die met deernis u aanzienschaam u bovenal voor uwen God. Laat dat ziekelijke straatslenteren na; haat de flauwheid en de smakeloosheid. Leef frisch en krachtig. Frisch voor uw werk. En frisch voor uw kerk. Jüvenis Eram. De Geref. Kerken in Zeeland brengen sinds 1892 telken j are door het houden van een collecte een vollen Zondag een niet onbelangrijk bedrag byeen, opdat dit zoude strekken om die diaco nieën harer kerken, die ellendigen op bijzondere wyze te verplegen hebben, zulk een bijzondere diaconale taak finantieel te vergemakkelijken. De kerken hebben zelve min of meer duidelijk aangewezen, voor welke ellendigen zy de dia conieën uit het door collecte bijeengebrachte wil steunen. Zy staan de diaconiën by voor behoeftige ideoten, doofstommen en voor kin deren, wier ouders volgens de Kinderwetten uit de ouderlijke macht zyn ontzet ot van de voogdij schap ontheven. Zy verleenen geen steun voor behoeftige ^reumatiek-, tuberculose-lyders enz. In het reglement van deze Prov. Kas heeft de algemeene term„voor andere ellendigen" reeds by meer dan één kerk de gedachte gewekt, hetgeen zeer begrijpbaar is, dat ook voor een lyder, die niet met name genoemd is, indien de kas-inhoud steun toelaat, steun is te ver krijgen, maar indien in dat vermoeden eene hulp- aanvrage is geschied, is die opvatting gebleken te zyn een misvatting. De algemeene term is een generaliseering zonder beteekenis en daarom misleidend. Ze heeft dan ook by de deputaten dier kas verschil van opinie en by meer dan een kerk, die hulp vroeg, maar wier hulp- aanvrage werd afgewezen, teleurstelling gewekt. De ontstemdheid over de enge opvatting van de soorten van lyders, die voor ondersteuning in aanmerking kunnen komen, leidde blykens het verslag van de classe Axel van 2 Febr. 1911 tot het verzoek aan deze classe of er mogelijk heid zou bestaan om de Prov. Kas tot onder steuning van diaconiën der Geref. Kerken in Zeeland, om behoeftige ideoten, doofstommen etc. te verplegen, te doen vervangen door een verwisselden om in de gelegenheid te zyn, van zyn lessen te kunnen profiteeren. Wat woede en teleurstelling by de vervolgers van Curione, toen zy vernamen, dat de man, dien zy dood waanden, wiens spoor zy in ieder geval geheel bijster waren geworden, daar stoutelyk en publiekelijk zyn lessen gaf, en de pest der kettery te Pavia verbreidde. Onmiddellijk kwamen van uit Rome de streng ste en stelligste bevelen, om den stoutmoedige te vatten en uit te leveren. De Raad der stad was hiertoe echter niet te bewegen. De vryheid van het onderwijs was van ouds de glorie van Pavia geweest, de senaat duldde geen in menging van den Paus in haar eigen zaken. Vele der aanzienlijkste burgers sloten zich nauw by Curione aan; de studenten waren zyn geestdriftige bewonderaars. Ten einde raad namen de inquisiteurs hun toevlucht tot het middel, zooeven verhaald. Curione voelde zich veilig, niet in der men schen gunst, maar in de handen zijns Gods. In vrede mocht hij hier goede dagen beleven de pelgrimsreize door de levenswoestijn bood hier een lieflijke oase. Julio begeeft zich den anderen morgen de kroeg uit, de stad in. Nuchter is hy niet, dat is hy al in tyden niet meer geweest. Van de eene bedwelming stort hy zich in de andere, classicale kas. In het einde van datzelfde jaar werd door een andere kerk bezwaar ter classe geopperd over de wyze waarop de gelden door een naburige kerk werden gevonden voor een doofstom en een ideoot kind. Het bleek toch dat voor de verpleging van een van die kinderen overheids hulp werd genoten, omdat de betrokken diaconie zelve niet geheel bij machte was de verple- gingskosten byeen te brengen en hoogere toelage uit de Prov. Kas was geweigerd, omdat die kerk geen noodlijdende kerk was. Het spreekt van zelve, dat de classis aanstonds besloot deze zaak eerst ter Part. Synode te brengen, om daarna dit punt af te handelen. Op de vergadering der classe Axel van 2 Mei .1. kwam de kerk van Terneuzen met het voor stel om aan de Part. Synode voor te stellen om de categorieën van lyders uit te breiden. Ik weet niet of deze kerk van te voren ook een berekening gemaakt heeft van de kosten, die een dergelijke uitbreiding voor de kerken der Provincie zou medebrengen. Met haar toestem ming echter werd dit voorstel aangehouden tot de volgende vergadering. Wel blykt uit het genoemde, dat er eerst helderheid moet komen over de vraagaanspraak of barmhartigheid Heeft een kerk, die aan hare verplichtingen in verband met al de andere kerken der classe, voldoet, aanspraak uit die Kas op toelage of niet, en wel op zulk een toelage, indien de kas het toelaat, dat ze buiten het terrein der kerk zelfs geen aanvulling hoeft te zoeken. Christus gaf toch zulke ongelukkigen aan ons. Ons is de roeping ze te verzorgen. En klemt dit nog niet te meer, wanneer de kerken der provincie zelve genoegzame gelden beschikbaar hebben? J. H. Lammertsma. AANGENOMEN naar Rotterdamds. F. C. Meyster te Zegwaart, BEROEPEN te Hindeloopends. P. v. Hoven te Hoogvliet te Stadskanaal (2e maal)ds. H. J. Heida te Halfweg te Leidends. J. H. Donner, geestelijk ver zorger van „Vrederust", te Breda en ds. A. Roorda te Breda te Hoogkerk: ds. P. Bos te Delfzyl; te Micfdelharnisds. C. Staal te Oosterland. BEDANKT voor Houwerzijl en voor Schoonebeekds. G. Kerssies te Wolvega; voor Bunschoten ds. J. A. de Vries te Zaan dam voor Ureterp: ds. R. Middelveld te Nieuw Buinen. Ds. D. Hoek, van Enkhuizen, en ds. N. H. Koers, van Noord wijk aan Zee, zullen 3 Juni vertrekken naar Lerwick, om daar en kele weken te gaan arbeiden onder onze ha- ringvisschers. Door de classis Middelburg werd Dinsdag tot afgevaardigden naar de Prov. Synode be noemd, als primids. L. Bouma, ds. G. F. Kerkhof, St. Louwerse en A. Punt, en als secundids. L. v. Loon, ds. D. Pol, K. Hou terman en J. Louwerse. L. S. De kerkeraad der Gereformeerde kerk te Breda verzoekt den kerkeraden beleefd doch dringend, dat den miliciens, die te Breda in garnizoen zullen komen, een doopattest worde roes volgt op roes. Maar toch, hy is aan 't nadenken gegaan. Wat gisteren avond voorviel, wil hem maar niet behagen. Weder mede te helpen aan den ondergang van den man, die hem eens men- schelykerwys redde van den dood, die zyn ge weten wakker schudde, is hem gansch niet naar den zin. Maar hy kan niet terughy mist er de zede lijke kracht toe. Komt ook al een enkele maal de gedachte by hem op aan Curione de samen zwering te openbaren en zoo den aanslag te doen mislukken, de zucht naar drank, de begeerte naar geld, de vrees voor wraak, alles te samen en elk bijzonder, doet hem die gedachte spoedig weer terug dringen. Zoo loopt of liever zwalkt hy nu door de straten van Pavia. Hoe te ontkomen aan de immer pijnigende verwy tingen, die zyn geweten ïem doen? Daar is slechts één middel: de drank. Geld heeft hy, wat staat dan de vervulling der duivelsche begeerte in den weg? Spoedig is hy weer beschonken, het eene glas volgt het andere. Maar in zyn bedwelming blijft de wroeging hem by. Als Curione 's avonds zyn woning nadert, wacht hem een bedelaar op, die hem by den naam noemt. Curione vestigt zyn doordrin- meegegeven, of althans van hunne aanwezigheid aldaar worde kennis gegeven. Namens den kerkeraad, A. Roorda, Praeses. A. Oosterwijk, Scriba. KORT VERSLAG van de Vergadering der Classis Tholen, gehouden te Bergen op Zoom, 1 Mei 1912. Art. 1. ds. J. Sybrandy, consulent van de roepende kerk van Rilland-Bath, opent de ver gadering laat zingen Ps. 87 1leest Psalm 87; en gaat in den gebede voor. Art. 2. Lastbrieven worden ingediend, en onderzocht; alle primi-afgevaardigden zyn te genwoordig. Art. 3. In het moderamen neemt ds. A. H. v. d. Kooi zitting als praesesds. P. E. v. Schaik en ds. J. Sybrandy staan hem by, respect, als scriba en assessor. Art. 4. ds. L. Bouma van Middelburg, als Prov. Dep. tegenwoordig, wordt door den praeses welkom geheeten. Art. 5. De notulen van de voorgaande ver gadering worden gelezen, en zonder opmerkingen vastgesteld. Art. 6. Er zyn geen inkomen stukken. Art. 7. Op de aanvraag van het Militair Tehuis te Bergen op Zoom, ingekomen op de voorgaande vergadering en toen den afgevaar digden ter overweging in den kerkeraad me degegeven, zal worden geantwoord, dat de meeste kerken zich tot een contributie verbonden. Voorts komt weder ter tafel de zaak van Br. B. W. de Graaff, leerend ouderling in de kerk van Poortvliet, 'n Breede discussie volgt, aan 't eind waarvan de Classis besluit, op voorstel van ds. L. Bouma, zich tot de a.s. Partic. Syn. te wenden, om advies. Art. 8. Bergen op Zoom vraagt, en verkrijgt de aanbeveling van een verzoek aan deputaten der Zeeuwsche kas tot ondersteuning van Idioten, enz. voor een kind der gemeente, dat op - „Vrederust" verpleegd wordt. Art. 9. Een moeilijkheid, gerezen in de kerk van Krabbendyke, met betrekking tot een dooplid dat zich misging, wordt aan de prudentie van dien kerkeraad ter oplossing overgelaten. Art. 10. Het onderzoek naar Art. 41 D. K. O. levert niets bizonders op. Art. 11. Vacaturebeurten worden in dit trimester door de vacante kerken niet gewenscht. Art. 12. Naar de Prov. Syn. te Middelburg worden afgevaardigd de Dienaren ds. A. H. v. d. Kooi en ds. J. Sybrandy (sec. ds. P. E. v. Schaïk en ds. J. A. de Bruyn) en de oudl. P. Vogelaar en G. Augustijn (sec. B. W. de Graaff en C. A. Gunst Art. 13. Quota worden gestort, en de col lecten voor de Theol. School en de Theol. Fac. v. d. V. Un. geïnd. Art. 14. De rondvraag herinnert aan de a.s. kerkvisitatie, en brengt een verblijdende mede- deeling uit de kerk van Rilland-Bath. Art. 15. Roepende kerk voor de a.s. Class, vergad. is Krabbendyke. Art. 16. Nadat gezongen is Psalm 84 6, sluit de Prov. Dep. ds. L. Bouma de vergadering met dankzegging. Op last der Classis, P. E. van Schaïk. Anna Jacoba Polder, Mei 1912. VERGADERING der Ger. Kerken van de Classis Zierikzee, gehouden 1 Mei 1912 te Zierikzee. 1. De vergadering wordt door ds. F. Staal, genden blik op hem. „Wie zyt gij?" Hij herkent in dit wrak op de levenszee zyn vroegeren vijand niet. Julio", klinkt het stotterend van dienslippen. „Kom mee", zegt Curione. Als stak hem een adder, doet de ellendige een stap achterwaarts. „Neen, neen", brengt hy uit, „maar wacht u, heer, voor uw vijanden. Morgenochtend zullen ze u by uw gang naar de academie oplichten. Neem u in acht." „Kom mee Julio," noodigt nogmaals Curione. Zyn ziel is vol medelijden met den diepgezonke. Voert God hem thans voor de tweede maal op zyn weg, om hem van den dood te redden. „Neen, neen", stamelt Julio; „maar luister naar myn waarschuwing, heer!" Er ligt in die stem iets smeekends, dat de waarheid van zyn getuigenis staaft. Als Curione nader wil ondervragen, ziet hy, dat de onge lukkige zich reeds weer verwy dert met slependen, wankelenden tred. Zal hy hem nagaan? Wat zou het baten. Den hoek der straat is hy reeds omgeslagen, een herberg heeft hy bereikt en opnieuw bevredigt hy den jammerlijken hartstocht, die hem ten verderve sleept. Curione deelt dit voorval aan eenigen zyner vrienden mede, welke hun maatregelen nemen, den aanslag te verijdelen. Den volgenden morgen zyn de saamgezwo-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1912 | | pagina 2