Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Onder Redactie van: Ds. L. BODMA, Ds. H. W. UM1M en Os. R. J. VAK DER VEE1.
9e Jaargang.
Vrijdag 9 Februari 1912
No. U
UIT HET WOORJ).
Met. medewerking van onderscheidene Predikanten.
A. D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
JONA's PREDIKING EN HAAR
UITWERKING.
Jona was zwaar gekastijd. Hij had groote
angsten doorleefd. God had hem zijn onwil
diep doen gevoelen. Valsch medelijden
zou allicht gezegd hebben de arme man
heeft nu genoeg geleden. Laat hem nu
maar gaan. Als God hem later eenigen
last oplegt, zal hij wel gewillig zijn. Hij
zal niet zoo wederstrevig meer zijn. Doch
in Zijn wijsheid denkt de Heere anders.
De profeet zal dadelijk moeten toonen, dat
hij thans van zijn stugge ongehoorzaamheid
genezen is. Opnieuw spreekt Hij tot zijn
knecht: Maak u op, ga naar de groote
stad Ninevé en predik tegen haar de pre
diking, die Ik tot u spreek. Welk een
wenk wordt hier gegeven aan de ouders
voor de opvoeding hunner kinderen. Wan
neer de kinderen eenmaal weigeren om
zich te onderwerpen en het een of ander
bevel niet willen opvolgen, dan is het niet
voldoende, als zij daarvoor een kastijding
ontvangen, neen, eerst is het doel bereikt,
als zij hun tegenstand geheel opgeven en
gewillig volbrengen, wat van hen gevraagd
werd.
Wij kunnen ons wel voorstellen, dat
Jona een groote overwinning op zichzelf
heeft moeten behalen, maar hij zich thans
aangordde om te doen, wat hij eerst zoo
beslist geweigerd had. Hij zal er zich over
verwonderd hebben, toen hij den tocht
aanvaardde naar Ninevé en tot zichzelf
gezegd hebbennu staan uwe voeten toch
op den weg, welken gij tot geen prijs be
treden wildet. Het zal wel niet zoo ge
makkelijk gegaan zijn, want hij had telkens
nog met zijn ouden tegenzin te kampen.
Hij ging maar hij deed het niet van
harte, want hij achtte zulk een gang eene
dwaasheid. God was hem te sterk ge
worden en hij had zich nu eenmaal onder
worpen. Doch overtuigd was hij nog niet.
In zijn oog bleef het nog altijd verkeerd.
Hij kon dezen wil van zijn grooten Zender
nog niet verstaan. Zonder eenige vreugde
had hij den weg naar Assirie's hoofdstad
ingeslagen. Eindelijk staat hij voor hare
poorten. Hij treedt er binnen. Hij wan
delt over de breede straten. Hij aanschouwt
de geduchte paleizen en de schoone tempels,
welke hier ter eere van de goden gebouwd
waren. Met strengen blik en stroef gebaar
gaat hij verder. Hij heeft geen oog voor
de weelde, welke hier heerscht geen hart
voor den rijkdom, welke hier bijeenge
bracht is.
Nu hij een gedeelte van de stad door
gekomen is, begint hij zijn prediking. Kort
en snijdend scherp klinkt het van zijn lippen
Nog veertig dagen, dan zal Ninevé omge
keerd worden.
Velen hebben gemeend, dat Jona's pre
diking veel meer te hooren gegeven heeft.
Zij vermoeden dat hij duidelijk in 't licht
gesteld zal hebben de ontzettende zonde,
waaraan de bewoners zich schuldig gemaakt
hadden. In een breede schildering zou
hij hun voor oogen geplaatst hebben alles
wat zij bedreven hadden. Bovendien zou
hij gewezen hebben op de vlekkelooze
heiligheid en de onkrenkbare rechtvaar
digheid des Heeren om hen zoo met vreeze
en schrik te vervullen. Het is mogelijk,
maar de Schrift zegt alleen, dat hij de
omkeering van Ninevé aankondigde na
véertig dagen. Was een langere prediking
ook wel noodig De vraag, om welke
reden hun stad een prooi der verwoesting
zou worden, konden de inwoners zelf wel
beantwoorden. Zij wisten wel, hoe zij
leefden en wat zij misdreven. Ook zij
kenden nog wel het ondscheid tusschen
goed en kwaad en de geduchte bedreiging
kon voldoende zijn om hun consciëntie
wakker te schudden en hen te herinneren
aan de schandelijke levenswijze waaraan
zij zich overgegeven hadden. Het woord
van Gods knechten was soms in die dagen
zeldzaam kort en krachtig. Elia, de mach
tige profeet, bracht enkel aan Achab de
ontroerende boodschapZoo waarachtig
als de Heere leeft, er zal geen regen en
douw meer op de aarde zijn dan naar
mijn woord.
Eerst hoorden slechts weinigen het woord,
doch zij spraken er over tot anderen en
steeds groeide de menigte aan, welke Jona
bij zijn gang door de stad vergezelde. Het
was dan ook, voor de bevolking een on
gewoon schouwspel. Een man uit Israël,
alleen gekomen naar deze groote en volk
rijke stad met zulk eene prediking. Veel
was er gebeurd in deze stad, alle dagen
waren er nieuwe en belangrijke zaken,
maar zoo iets was nog nimmer voorge
komen. Het was geheel ongehoord. Het
trof hen op krachtige wijze. De profeet
ging van straat tot straat, van plein tot
plein, van markt tot markt en overal bracht
hij de ontzettende boodschap. Met krach
tige taal en klimmenden ernst verkondigde
hij den ondergang van de stad.
Opmerkelijk is de uitslag. Als zij ons
eens gevraagd hadden wat zal die pre
diking uitwerken, dan zouden we licht
gezegd hebbende trotsche Nivevieten
zullen er om lachen. Hun stad omgekeerd
worden, dat kunt ge begrijpen, wie zou
het doen? Vijanden, die den moed had
den tegen het sterke rijk op te trekken
waren er nergens. Was het niet onge
rijmd om te gelooven, wat deze vreem
deling predikte? Doch zie, het omge
keerde heeft plaats. De lieden luisteren,
zij nemen het woord aan, zij ontroeren
bij de bedreiging, zij gelooven, wat Jona
hun zegt. Rijken en armen, geleerden en
ongeleerden, aanzienlijken en geringen, de
koning en de onderdanen spreken erover
en twijfelen er niet aan. Niemand lacht
er om of spot er mede. Zij sidderen en
zien den dag reeds aanbreken, waarop er
geen ontkoming meer zijn zal. Elke avond
die aanbreekt wijst op het dreigend ge
vaar, en elke morgen vermeerdert in aller
hart de onrust. Wat moet er van hen
en van hun schoone stad worden. Hebben
zij tot dusver in hun goden geroemd en
geloofd, dat er geen machtiger waren dan
de hunne, thans zijn de tempels verlaten
en geen priesterhand ontsteekt meer de
offers op de altaren. Zij bekommeren zich
niet meer over hun goden, zij vreezen nog
enkel voor den God, dien Jona belijdt.
Het blijde vertier van de straten verdwijnt,
de vroolijkheid sterft weg. De zorgeloos
heid, welke de bewoners van de wereldstad
beheerschte, is opeens gevlucht, en op
aller gelaat ligt de vreeze voor de naaste
toekomst. Geen bruiloftslied wordt meer
gezongenalleen klaagtoonen worden er
nog gehoord.
Zeldzame uitwerking. Wie verklaart dit
buitengewone verschijnsel Men kan zeg
gen deze lieden waren heidenen, die nog
eerbied voor hooge machten hadden, die
wisten, dat zij in alles afhankelijk waren,
die nog geloofden, dat de Godheid zich
schrikkelijk vertoornt over alle ongerech
tigheid der menschen. Dit is natuurlijk
volkomen waar. Gij kunt er aan toevoe
gen, dat de gebeurtenissen in het leven
van Israël ook wel ter kennis gekomen
zullen zijn tot de Assyriërs. Meermalen
hadden zij vernomen, welke krachtige
daden Abrahams God had gedaan en hoe
gemakkelijk het hem viel om een geheele
stad aan het verderf over te geven. Ge
heel onkundig waren zij niet aangaande
de wonderen, die God van oudsher gedaan
had. Er kwam nog bij, dat zij wel ge
weten zullen hebben, hoe het met dezen
prediker gegaan was en ook dit zal er
toe bijgedragen hebben om hen met eer
bied te vervullen. Doch dit alles welk
een dienst het ook bewijzen kan ter ophel
dering is niet voldoende om het geheel
te verklaren. Wij moeten er aan denken,
dat God deze prediking door de werking
van Zijn Geest krachtig gemaakt heeft voor
het geweten van de Ninevieten. Op wondere
wijze heeft Hij de harten toegankelijk
gemaakt en vreeze over hen doen komen.
Welk een bewijs van Zijn wonderver-
mogen heeft God ons in deze uitwerking
voor oogen geplaatst. Zeker met de be
doeling, dat wij Hem zouden vreezen en
op Zijn woord achtgeven. Dat de Nine
vieten dan niet tegen u opstaan in den
dag aller dagen. Dit zou geschieden, als
gij het woord des Heeren verwerpt en
naar Zijn ernstige vermaning niet luistert.
Overreed u ervan, dat Hij u eenmaal be-
oordeelen zal naar Zijn woord en naar de
vrucht, welke de prediking bij u doe.t
rijpen. Bouma.
KERK, BELIJDENIS, ZENDING^
Een veertig-jarig ambtsfeest.
Een belangrijke samenkomst.
Sociale preeken I.
erfchlai
iBOHHEHEHTSPBUS
per half jaar franco per post
Enkele nummers
70 cent.
3 cent-.
Drutter-UItgever
PRIJS DER iD VERTEHTIEI
van 15 regels 30 cent, iédere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel 10 cent meer.
En Jona begon in de stad te
gaan een dagreisen hij predikte
en zeideNog veertig dagen dan
zal Ninevé worden omgekeerd. En
de lieden van Ninevé geloofden
aan God.
Jona 3 4. 5a.
Het gebeurt maar zelden, dat een predikant
zyn veertig-jarige ambtsbediening mag geden
ken. Aan dominé Baajj te Kamperland valt
dit groote voorrecht op a. s. Zondag te beurt.
Hij mag terugzien op den weg, langs welken
hij gekomen is, op den arbeid, welke hij door
's Heeren goedheid heeft mogen verrichten,
en op den zegen, waarmede zijn werkzaamheid
is gekroond. Nog verricht hjj. met lust en op
gewektheid zyn taak. Wel heeft hij dus stof
om met den aartsvader Jacob te zeggenIk
ben geringer dan al deze weldadigheid en trouw,
welke de Heere mij bewezen heeft.
Wij verheugen ons met hem en de zijnen
over de ure, welke God hem in Zijne gunst
heeft bereid en het is onze bede, dat Hij, die
hem zoolang heeft bekwaamd om het Evangelie
te prediken, hem moge blijven sterken, opdat
hij nog verkondigen moge dat de Heere recht
en goed is. Hij geve aan hem, aan de familie en
aan zijne gemeente een blijden en gezegenden
dag, opdat zjj zich verlustigen mogen in de
genade, die onzen Broeder zoo ruim en mild
werd geschonken. Bouma.
Het is een verblijdend verschijnsel dat er
ook onder de onder-officieren van onze land
en zeemacht een opwaking in Christelijke geest
ontstaan is. Hoe menigmaal is er in onze
kringen geklaagd over de wijze, waarop onze
zonen, als zij in dienst kwamen, behandeld
werden. Wie heeft nooit op een exercitieveld
de onderofficieren hooren tieren en vloeken.
Langzamerhand is er een verandering ten goede
gekomen en dit moet ook toegeschreven worden
aan den arbeid, welke officieren en onderoffi
cieren verricht hebben. Vrucht daarvan is ook
geweest een vereeniging van onderofficieren,
die zich scharen om de oude christelijke banier.
Het is een voorrecht, dat er in ons legeren
bfj de marine mannen zijn, die zich hun be
lijdenis niet schamen, die daar openlijk voor
uitkomen, die in woorden en daden toonen,
dat men in dienst niet trouweloos behoeft te
zijn aan den Koning der Koningen, wiens veld
en merkteeken zij ook dragen. Veel goeds
heeft deze Vereeniging reeds tot stand doen
komen. Zij versterkt de leden in hun geloofs
overtuiging zij tracht tevens naar buiten een
betere beschouwing over ons leger ingang te
doen vinden.
De afdeeling te Middelburg houdt den 15en
Febr. e. k. een openbare vergadering in de Boo
gaardzaal, waarin de heer A. Helder, Adjudant
bij de Grenadiers en Jagers zal optreden. Hij
zal spreken over den arbeid en het doel van
de vereeniging. Wij faden onze lezers aan om
als zij kunnen deze samenkomst bij te wonen,
want het is noodig, dat wij onze mannen steunen.
Laat het blijken, dat wy belang stellen ook
in dezen arbeid, die niet anders dan ons volk
ten goede kan komen. Wij vergeten het wel
eens, dat ons leger aanspraak heeft op onze
sympathie. Uit al onze gezinnen gaan telkens
onze zonen naar de kazerne en de ouders willen
immers gaarne, dat ook onder onze militairen
het zuurdeesem van het koninkrijk der hemelen
meer tot doorwerking kome.
De vergadering begint des avonds om half
acht. Bouma.
UIT MKT LDTËN.
9 Februari 1912.
Waarde Vriend en Broeder!
„Wij leven in een socialen tijd, waarin de
sociale vragen aan de orde van den dag zijn;
sociale bemoeienis is eisch, sociale studie on
misbaar om sociale wetgeving wordt geroepen
en sociale vereenigingen dienen opgerichter
is vraag naar sociale preeken en niets is meer
van noode dan sociaal gevoel. De sociologie
viert dus hoogtij. Er moge een deel mode zijn
in al dat werken, al dat sprekener is zeker
meer dan één deel ernst in. In ieder geval, het
sociale leven wordt aldoor genoemdhet moet
dus zjjn van groote waarde".
Deze woorden zijn van den bekwamen dr.
Slotemaker de Bruyne. Ik vond ze in het begin
van zjjn opstel over Sociologieopgenomen in
Stemmen des tyjds, Dec. 1911. En het is zoo,
lieve vriend, we leven in een socialen tijdhet
4