Reuzenpakket f1.05. W. P. MALJERS. Markt. II NMMKMRTJES FIRMA N. YERHULST. IJZERWAREN, LANDBOUW WERKTUIGEN EN VERFWAREN. Prof. Mr. P. A. DIEPENHORST, (1. M. FEU. Magazijn bjj den Watertoren. sr Des Donderdags op deMarkt. J. W. BOEIJENGA, Sneek. 1STeemt proef met mij n Beste middel tegen Hoesten vindt men „IN DEN HERCULES", BURG, MIDDELBURG, meer dan lOO soorten. Tevens voorhanden Chr. Kalenders. Solied adres voor het binden Uwer complete Tijdschriften. Aanbevelend, is het goedkoopste adres voor 7 nog geen begu^stigsters zyn zoowel als by hen die lid wenschen te worden. Meisjes boven de 16 jaar zyn steeds hartelyk welkom. Namens het Bestuur, De Secretaresse. Middelburg B, 20 Dec. 1911. „Alles heeft een bestemden tyd, en alle voornemen onder den hemel heeft zynen tijd er is een tijd om te zwijgen, en een tyd om te spreken." Aan deze woorden van den Prediker dacht ik, toen ik me neerzette om een kort verslag uit te brengen over den arbeid, die verricht wordt door de Vrouwenvereeniging „Phöbe", de Yereeniging, welke, als diaconaal hulpbe toon optreedt in het midden onzer gemeente. Een gansch jaar toch wordt door haar in stilte gearbeidgoederen worden vervaardigd en aangekocht, hulpbehoevende kranken wor den verkwikt en versterkt en alzoo aan menige lydende het leed des levens verzacht. Woensdagavond werd, naar jaarlijksche ge woonte, onze diaconie ook weer verblyd met een groot aantal goederen, welke doordeVer- eeniging werden overgedragen om by de Win ter uitdeeling aan de behoeftige leden der gemeente te worden uitgereikt. We meenen dan ook, dat thans de tyd van spreken is aangebroken om by deze gelegen heid openlyk onzen dank aan deze Yereeniging te brengen voor al den arbeid, door haar, onder Gods zegen, weer verricht. Zal „Phöbe" haar werk van barmhartigheid verder kunnen doorzetten, dan heeft ze den steun noodig van allen, die in staat zyn deze te bieden. Daarom, vooral gy, zusters, beve len we U deze Yereeniging en haar arbeid ten zeerste in uwe liefde aan. Sterk haar door ywen arbeid en uwe gave. Namens de Diaconie, P. B. Tazelaar. BEKNOPT VERSLAG van de rede, over „Judas deMaccabeër" uitgesproken door den WeLEerw. Heer ds. T. Ferwerda van Vlissingen, in de Geref. Kerk te Nieuwdorp. Het is Donderdagavond 14 December. Klok slag half zeven gaan de deuren van het Kerk gebouw open, en treedt een belangstellende schare binnen. Een bewijs dat velen van de gelegenheid, die de Jongelingsvereeniging had opengesteld, gebruik wilden maken, om dezen avond iets te hooren, uit dit gedeelte uit de geschiedenis van het volk Israël, dat voor velen nog in nevelen gehuld was. Onder het zingen van Ps. 68 7 trad spreker, gevolgd door het bestuur der vereeniging het Kerkgebouw binnen. Nadat door den heer Melse nog was voorgelezen den 20en Psalm ging spreker voor in 't gebed, en begon hy na het zingen van het 9e vers van den 33en Psalm zyn met onverdeelde aandacht gevolgde rede, welke wy hier in hoofdtrekken laten volgen. Toen Jezus op zyn kruisweg was naar Gol gotha kwam hy voorby het huis van een zekeren Ahasverus, een schoenmaker, die in de deur van zyn woning stond. En toen Jezus vroeg om daar een óogenblik te mogen rusten, kreeg Hij ten antwoord Hier geen rust voor U, verachte Nazarener, voorwaarts naar Golgotha. Maar Jezus keerde zich om, en sprak: Voor u zy geen rust meer op de gansche aarde, gy zult zwervende en dolende zijn, gy zult den dood zoeken, maar hem niet vinden. Dit is een legende, maar ligt hier niet een diepe les in voor het volk der Joden in zyn geheel Zy hebben den Christus Gods verworpen, en zy zyn dolende over de gansche aarde. Aan de Z. W. zyde van Jeruzalem is een muur, de muur der weeklachten genoemd. Daar zitten van tyd tot tyd eenige Joden, die daar hun hart uitstorten, en de vervlogen roem huns volks in weeklachten bezingen. Het is weemoedig hen zoo te hooren weenen. Hun volk is toch een volk met een roemryk verleden. Er scholey en schuilen nog mannen van beteekenis onder, getuige een Capadose en Da Costa Het is in dezen gedachtengang, dat wy U willen wyzen opJudas, de Maccabeër. Wy willen U dan verplaatsen in een van de berisping zouden bezorgen. En nu, is haar man niet zelf een ketteren zal monseigneur Boniface, straks door Julio van alles op de hoogte gebracht, hem er niet voor aanzien hem alszoodanig niet straffen Voorzeker, met een gewonen cipier zal minder omslag gemaakt worden dan met een man als Curione. Zal An tonio niet een welkome buit zyn om den ijver van monseigneur aan diens superieuren te toonen, om een voorbeeld te stellen niet 't minst „Wat nu Aspasia herhaalt haar vraag. Neen, ze ver- wyt niet. Echte liefde woont in haar harten haar eenige gedachte is thans, hoe in veiligheid te komen met haar man. Deze is zich volkomen bewust, hoe gevaarlijk zyn toestand is. Lange tyd tot beraad is er niet. Morgen zal, is hy niet gevlucht, zyn lot beslist zyn. „We moeten vluchten, Aspasia, vannacht nog. Julio zal zich haasten met zyn wraak. Pak het noodigste by een we vertrekken binnen een uur." Binnen een uur. Wat keer neemt haar lot, neemt het zyne m enkele oogenblikken. Maar het is thans geen tyd van klagen, van praten. Er moet gehandeld. (Wordt vervolgd.) donkerste perioden van Israëls volksbestaan. Reeds 200 jaar geleden had de Profetie haar zwanenzang gezongen. Diep waren zy gezonken. Maar God vergat ze niet. De Joden waren onder Egyptische heerschap pij. Maar in een strijd tusschen Egypte en Syrië, overwon Antiochus de groote, en kwamen de Joden onder zyn lieerschappy. Zyn zoon Antiochus volgde hem op. Deze werd door sommigen bijgenoemd Epifanes, 't welk beteekentDe verlichte. Maar anderen noemden hem Epimanis, beteekenendeDe waanzinnige. En deze laatste was wel zijn rechte naam, want als hy voor de ramen van zijn paleis stond, ontzag hy het niet om de voorbijgangers met steenen te gooien, dan weer nam hy een handvol goudstukken,' en strooide die over de straat, zoodat hy de laagsten en geringsten des volks achter zich verzamelde. In het jaar 169 voor Christus trok hy met een talrijk leger tegen Jeruzalem op, nam haar stormenderhand in, en besloot den Joodschen godsdienst uit te roeien. Nadat hij stad en tempel geplunderd had, ontheiligde hy den tempel door er een beeld van den heidenschen afgod JupiterOlympus in te plaatsen, en zwynen- vleesch in de plaats-, die den Heere gewyd was, te offeren. Eenigen tyd later vaardigde hy een edict uit, waarin hij verbood de uitoefening van den Joodschen godsdienst. De vervolging was alge meen. Geen wonder dat zy, die getrouw bleven aan den waren godsdienst, de vlucht namen. Maar ook nu bleek het, wanneer de nood op het hoogste is, is de redding naby. Dicht by het ons zoo welbekende Joppe lag het stadje Modin. Daar woonde een oude priester, Mattathias geheeten. Deze had 7 zonen die hy stipt had opgevoed in het vaderlyk geloof, waaronder ook de held van ons verhaal, Judas. Ook in Modin kwam een dienaar van Anti ochus die Mattathias wilde overhalen tot den heidenschen godsdienst, maar hy bleef standvas tig weigeren. En toen hij zag dat een andere Jood voor het heidensch afgodsbeeld knielde, deed dit hem in yver voor den dienst des Heeren ontsteken, zoodat hij dienaar en Jood beiden doorstak. Nu plaatste hy zich aan het hoofd van onge veer 1000 mannen, die den worstelkamp begon nen tegen de Syriërs. En noemen wy onze vaderen, die een even zware stryd streden tegen Spanje, de Watergeuzen, deze mannen zouden wy wel kunnen noemen de Israëlitische Berg- geuzen. Antiochus neemt nu zelf de leiding der ver volging op zich. Schitterende voorbeelden van moed aan de zyde der Joden worden ons me degedeeld. Zoo wordt ons verhaald van den gryzen Eleazer die den dood verkoos, boven den schyn te geven van te zondigen, van een moeder, die haar zeven zonen zag slachten, om daarna zelf hen in den dood te volgen. Doch keeren wy tot den held van ons ver haal terug. Wy vinden hem thans aan het sterfbed van zynen vader. De stervende vader wijst elk zijner zonen hun levenstaak aan. Simon zoo zegt hy, gij zyt wijs, sta uwe broederen by met uw raad. Judas, gy zyt sterk, gy zult myn opvolger zyn in den heiligen stryd. Zoo wordt hij dan aangewezen als veldheer, de Maccabeër, welken naam hy krygt, en die strydhamer beteekent. Een veldheer by Gods genade. Zoo staat hy daar als een Hercules in kracht, als een Heros, als een hamer in de hand des Heeren om de Syriërs te tuchtigen. Gaan wy in vogelvlucht zyn levensloop na. Weder stuurde Antiochus een machtig leger naar Judea, 't welk gevolgd werd door een menigte slavenhandelaars, die reeds overeen gekomen waren om 90 gevangen joden voor een talent zilver te koopen. Te Mispa verzamelde Judas zyne mannen ten getale van 6000. Doch nadat hy hen die een huis hadden gebouwd, of die een vrouw hadden getrouwd, of die bloode of versaagd van hart waren, naar huis had laten gaan, bleef er slechts een Gideonsbende van 3000 man over. Doch door deze Gideonsbende zou God groote daden doen. Met doodsverachting wierpen zij zich als leeuwen op de overmacht, zoodat deze door die ongewone dapperheid verbijsterd, op de vlucht sloegen, en Judas triomfeerde, en een groote buit, benevens het geld voor de joodsche slaven, den triumfeerenden joden in handen viel. Maar hy liet het hier niet by Hy trok tegen Jeruzalem op, nam haar in en reinigde den tempel en vernieuwde den Joodschen eeredienst, welke vernieuwing des tempels nog heden door de Joden wordt herdacht. Zoo staat Judas, de Maccabeër dan voor ons als een lichtende gestalte, als de redder des volks, als behouder der Mozaïsche eeredienst. Waarlijk, de Heere had groote dingen door hem gedaan. My dunkt, toen zal het wel van de lippen der geloovige joden geruischt hebben, met den dichter van den 99en Psalm het 2e versGod, die helpt in nood, Is in Sion groot, enz. (Welk vers spreker verzocht te zingen.) Volgen wy den Maccabeër. Doch eerst willen wy U weder by een sterfbed brengen. By het sterfbed van Antiochus Epifanes. Welk een tegenstelling, met het uiteinde van den ouden priester uit Modin. Wy vinden geen vrienden aan zyn sponde, want een walgelyke ziekte had hem aangetast, zoodat niemand het bij hem in de kamer kon uithouden. Hy smeek te in zyn nood tot God, maar deze Kains zoon vond geene plaats des berouws, hoewel hy deze met tranen zocht. Zyn zon ging onder in eeuwige duisternis. Demetrius volgde hem op. Maar nog was de worstelkamp niet ten einde, hoewel er wel een rusttijd voor Judas, den strijd hamer was aangebroken. In dezen tyd beging Judas een misstap die wy niet van hem zouden verwacht hebben, die wel eenigzings te ver klaren valt, want de stryd stond weer op han den, en zyn broeder Eleazer, die hem onge twijfeld tot veel steun was geweest, was ge sneuveld. Maar was hy vroeger tegen de coalitie met andere volken, en zocht hij in zyn isolement zijne kracht, in het jaar 160 v. C. sloot hij een verbond met de Romeinen. Dit verbond bracht echter den Joden geen voordeel aan, het scheen ook of de zegen des Heeren van Judas was geweken. Weder ont brandde een nieuwe stryd. Een machtig leger rukte tegen Judas op. Judas verzamelde weer zyn getrouwen, ten getale van 3000 man. Hiervan bleven slechts 800 man aan zyn zijde. Zyn broeder Simon gaf hem den raad om den slag te ontwyken. Maar daar was hy niet voor te vinden. Zijn oude glorie nioest gehand haafd worden. Met zyn handvol dapperen rukte hy op den vyand in. Én waarlyk, hun moed deed een oogenblik den vijand aarzelen. Doch slechts een oogenblik, en het gevolg was, dat Judas met de zynen werd omsingeld. Hy waagde te veel. De leeuw die nog nooit gekwetst was, zat thans in de val. Hy streed tot den laat- sten snik, slechts enkelen ontkwamen. Het is een dag later, twee mannen dwalen over het slagveld. De lucht, die vol was van het gekerm der gewonden, en het gereutel der stervenden, is thans stil. Zij hebben slechts de doode lichamen te betwisten met het roofge dierte. Eindelijk hebben zij gevonden wat zy zochten. Voorzichtig rapen zij het lichaam van hunnen broeder (want het zyn Simon en Jonathan) op, dat als doorzeefd is van de zwaardslagen, om het bij te zetten in het familiegraf te Modin. Zyn zon ging onder, en de hemel werd ge kleurd door het avondrood van Israëls volks bestaan. En vraagt gij nu, wat was de drijf veer' by Judas, den Maccabeër? Dan was het niet het ware vuur dat hem bezielde. Er is geen spoor van hooger leven by hem te ont dekken. Er is geen uitzien by het Joodsche volk, naar de komst van hun Verlosser in tegen stelling van het Israël onder David, Salomo, enz. Er school by hen veel Farizeïsme. En had Judas een honderd jaar later geleefd, hy zou ongetwijfeld het zwaard tegen Jezus van Nazareth, hebben opgeheven. Judas ijvert voor de zaak des Heeren maar zyn hart blijft koud. Hieruit klinkt een waarschuwing ook tot ons. Als wij rondom ons zien, wat een voor uitgang is er dan niet op Christelijk gebied. Wat wordt er niet gearbeid voor de Zending, voor de Christelijke barmhartigheid, en Gode zy dank, de Gereformeerden komen hierin niet achteraan. En ook de Jongelingen, zy beijveren zich om straks pal te staan tegen den vyand die het ware geloof bekampt, om straks pal te staan in den stryd tegen ongeloof en revolutie, ge tuige dien machtigen bond van Jongelings- vereenigingen op Gereformeerden grondslag. Wanneer wij op dit alles zien dan is het een lust om te leven. Maar dit alles brengt ons in veel verzoeking. Ook wy allen zijn geneigd om te vervallen in het Farizeïsme. Laat Judas, de Maccebeër, ons een vuurbaak zyn in dit leven, maar laat al onzen arbeid gegrond zyn op het waarach tig geloof. En gy, Jongelingen, die deze vergadering hebt belegd, staat vast in dit geloof, strijdt met den moed van een Judas, den strydhamer maar laat Uw oog gericht zijn op Golgotha, op het huis van Christus en de victorie zal aan Uwe zijde zijn. Hierop zongey wij nog het 7e vers uit den 89sten Psalm waarna spreker de vergadering sloot met dankgebed. En wij keerden huis waarts, met een danktoon in het hart voor het goede, dat wy dien avond mochten hooren. P. Dekker Wz., Secretaris. CORRESPONDENTIE. Ds. G. de J. te W. Daar kan ik U niet aan helpen. Is my zelfs onbekend. De Uitgever. Blijkens advertentie zal aan den avond van den len Kerstdag te Grypskerke optreden prof. mr. P. A. Diepenhorst. Die kan, ver- zuime niet dezen begaafden spreker te hooren de vry e toegang maakt dit voor iedereen mogelyk. VERGADERING van den Bondsring „Zuid-Beveland" te houden op Dinsdag 26 December 1911, (2e Kerstdag) des morgens 10 ure, in de Gereformeerde Kerk te Yerseke. Agenda 1. Opening door den Voorzitter. 2. Lezing notulen. 3. Vaststelling plaats volgende vergadering. 4. Het Ringbezoek. (Inleider A. Poortvliet van Biezelinge. Pauze tot half twee. 5. Openingswoord door ds. G. W. Akkerhuis van Yerseke. 6. De betrekking tusschen Knapenvereeniging en Jongelingsvereeniging. Inleider een lid der Ver. van Goes. 7Inleider 8. Varia. 9. Sluiting. De Secretaris. AdTertentlëii. MAANDAG 25 DECEMBER, (le Kerstdag) hoopt van Amsterdam, in de GEREF. KERK te GRIJPSKERKE, half 6 ure, te spreken over „Misdaad en Misdadiger", Ieder is welkom. De Geref. Jongel. Vereeniging. is het voortdurend gebruik van ROGGE BLOEM des morgens vóór het ontbyt. Deze Roggebloem is en wordt onderzocht door het scheikundig bureau alhier en is vol komen zuiver beenden. Verkrygbaar Magazyn „Groenen Draak", hoek Langeviele te Middelburg. Pakjes van 5 ons a 13 cent en by de verdere Wederver- koopers. v.h. C. LOÜWERSE, Middglburg. $0$?' Wij gaan dóór enorme partyen met kleine winst van de hand te doen. Een aantal der mooiste en prachtigste boeken, die wy wenschen op te ruimen, vindt ge in dit pakket byeen. le. „De Geschiedenis des Vaderlands." Tot heden bygewerkt door K. Wielemaker, met 30 fraaie platen, 264 blz. Heel onze roemryke historie wordt hier op ongekend boeiende wyze verhaald. Vanaf de Batavieren en Friezen tot Koningin Wilhelmina. De platen verhoogen de waarde van dit boek niet weinig. Ge vindt er o.a. platen in vanDe plundering der Noormannen. Graaf Floris V vermoord Een wieg aan de Kinderdyk aangedreven. Jan v. Schaffelaar springt van den toren. De Watergeuzen voor den Briel. Prins Willem vermoord. Slag by Nieuwpoort. Dood van De Ruyter. Slag by Waterloo enz. enz. Samen 30 platen. Een geheel nieuw, prachtig boek, 264 bladz. 2e. Ds. C. E. v. Koetsveld: „Des Christens Huisaltaar." Ruim 170 hoofdstukken o.a. over In de waarheid wandelen. De kroon des levens. De smart eener moeder, enz. De schyver is bekond en geliefd, vooral in de dagen toen hy Hofprediker was470 bladz. (vroeger f 3.60). 3e. Ds. Westhof: Het ware Leven, 118 bladz. 4e. H. J. v. Lummel „Verhalen voor de Jeugd". Tal van mooie vertellingen, 0. a.De aardbeving te Lissabon. De mislukte aan slag. Een Dierenplager. De vloekers gestraft. De vrome slaaf, enz., 108 bladz. 5e. Dr. Hoedemaker: „Als Verleiders en nochtans Waarachtigen". Bekend verweerschrift tegen Prof. Valeton, 40 bladz. 6e. „Gedenkt den Sabbathdag", door L. Lindeboom e. a., 24 bladz. 7e. P. J. Kloppers: „Een Geloofsheld. Het leven van Maarten Luther," 24 bladz. met 3 platen. 8e. „Bunjan's Pelgrimstocht". Voorgesteld op eene reusachtige „Schildery plaat". Al de ontmoetingen, die de Christenreiziger in zyn boek vermeldt, ziet ge wonderschoon in beeld voor u. In één woordEen Prachtstuk. Wie verzuimt om dit mooie, goed- koope pak boeken te bestellen, zal er later spyt van hebben. Franco toezending na ont vangst van postwissel a fl.05, waarop staat Voor het Reuzenpakket

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 3