Door God geleid.
Vermaning en vertroosting.
FEUILLETON.
Christelijke
arbeid Jonkvr.
Unas in Uno.
Salomo, Daniël Het eerste opstel lazen we.
en de Hope De andere zagen we door. Be-
Israëls. Kam- paald nieuw is het niet, wat
pen. J. H. Kok. Bettex in het eerste stuk zegt
maar hy zegt het mooi. De andere opstellen
zyn niet vrij van den ehiliastischen zuurdeesem.
Ik zou daarom zeggen menschen, die wat zwak
op hun theologische beenen staan, moeten dit
boek maar niet lezen; ze verliezen er niets by.
Doch wie de gave des onderscheids heeft, die
leze het, want er is ook veel moois in.
DrB.Wielenga Dr. Wielenga schreef over
Ons Av,ond- „Ons Doopsformulier", over
maals „OnsHuwelyksformulier". Nu
formulier. verscheen afl. 1 en 2 van Ons
Kampen. Kok. Avondmaalsformulier". Dat
kan wat moois worden, en er staat ook in deze
beide afleveringen vry wat moois. We komen
later op dit belangwekkende werk terug.
Toelichting
van het Kort
Begrip derChr
Religie. jGro-
ningen. Haan.
Een werk der Duisternis.
Oude en Dit is een bundel liederen
nieuwe Zangen voor een driestemmig vrou-
M. v. Woensel wenkoor. Dezelfde liederen
Koou. Rotter- zyn ook uitgegeven voor een
dam. Bredüe. vierstemmig gemengd koor,
Met Tekstb. Over de muziek matig ik my
geen oordeel aan. Maar de versjes zijn wel mooi
en mooie verzen op mooie wyzen zijn een ver
rijking van het huiselyk leven. De druk van
noten en woorden is duidelyk ook is er een
klein boekje by met enkel de woorden.
Zondagsschool Handboek van StockRen-
rooster 1912. kema.
Scheurkalen
der Barnabas.
1912. Goes.
Mijn zoon, hoor de tucht uws vaders,
en verlaat de leer uwer móeder niet,
want zij zullen uwen hooide een aan
genaam toevoegsel zijn, en ketenen
aan uwen hals.
Een wijs zoon verblijdt den vader
maar een zot zoon is zijner moeder
droefheid.
ZENDING.
Kist voor ons Zendingsterrein.
l>oel des BE. Avondmaal*.
Kerk en Schoolnieuws.
Oftieiëele Berichten.
Aan de Correspondenten der Theol. School
in de Classe Middelburg.
In Gevaren.
ter aan, en brengt tal van bijzonderheden naar
voren, die voor den bijbellezer van beteekenis
zijn. Goed verstaan: dit boek moet niet ge
bruikt worden in plaats van den Bijbel, het is
ook geen verklaring van den Bijbel, maar het
is een wegwijzer door den Bijbel. De druk is
best, de uitgave royaal. Wat niet mooi is, dat
is de nieuwerwetsche alineering. Doch dit is
een kwestie van smaak.
G. Wielenga. Thans is dit werk compleet.
De Wonderen Heb t ge het al Een kostelijk
van den boek, nietwaar Degelijk en
Zaligmaker. duidelijk. Ja, zoo is het, zulke
Kampen. Kok. boeken moeten op het boeken
rekje in onze huiskamers. Ze zijn zoo uitne
mend om te helpen bij het onderzoek der Schrif
ten, waartoe de Heere ons roept. Vanzelf zoudt
ge hier en daar nog wel eens met den schrijver
van gedachten willen wisselen. Een uitlegging
van de wonder verhalen is het gemakkelijkste nog
niet. De acteur laat zelf ook de verschillende
gedachten ons zien. De heer Kok zal dit mooie,
kloeke boek wel weer plaatsen, mocht het voor
een goed deel ook in Zeeland zijn.
de la bassecoür
Caan. Bootsma.
Den Haag.
2e druk.
M. J. v.d.Hoogt.
P. de Waal.
Alkmaar. Ie
jaargang.
Beide boeken nemen we sa
men, want beide zyn gidsen
op het terrein van den Chris-
telijken arbeid. Wat is dan
het verschil. Het eerste boek
heeft een 2e druk, het andere
begint zjn lste jaargang. Het
eerste is geïllustreerd, het an
dere niet. Het eerste is grooter
en fijner, het andere is kleiner
en eenvoudiger. Maar nu nog
één punthet laatste is rijker
van inhoud dan het eerste. In beide vindt ge
inlichtingen omtrent Ziekenverpleging, Philan
thropic, Sociaal werk, Vereenigingsleven, On
derwijs, Evangelisatie en Zending, enz. Gemak
kelijke boekjes. Ds. v. d. Hoogt zond het toe
aan alle notarissen, predikanten, hoogleeraren,
hoofden van chr. scholen, redacties van chris
telijke bladen, etc. tot een oplaag van 5000 ex.
De2e gids wordt jaarlijks vernieuwd, doch daartoe
is de medewerking noodig van alle corporatiën,
die inlichtingen kunnen geven. Wie dit nuttige
boekske van pl.m. 190 bl. wil ontvangen, vrage
het aan by ds. v. d. Hoogt. Het eerste boekje
kost f0,50. Het laatste kost blijkbaar niets;
goedkooper kan het niet.
F. Bettex, Weer een boek van Bettex.
S. Idema.
Yan dit boekje verscheen
de tweede druk. Dit is een
goed teeken. We herinneren
ons, dat we een tyd geleden
den eersten druk met warmte
hebben aangeprezen. We doen
Een verhaal uit de eerste helft der 16e eeuw
door Zelandia.
13) HOOFDSTUK VIII.
Nauwelyks is hy eenige schreden voortge
gaan, of, als schiet plotseling een gedachte hem
door het hoofd, hy houdt stil en begint zyn
zakken te doorzoeken. Het onderzoek schynt
niet te bevredigen, ten minste hy keert, zooveel
de duisternis hem de richting laat behouden,
op zyn schreden terug en tast al zoekend langs
den ongelyken weg.
Wat geschied is?
By zyn val is Antonio zyn bybel, dien hy
voorzichtigheidshalve steeds by zich draagt,
kwyt geraakt.
Welk een teleurstelling, wat ontsteltenis zich
van hem meester maakt, laat zich denken. Den
pas verworven schat zoo spoedig te moeten
missen, verstoken te zyn van het Boek, hem
nu reeds zoo dierbaar, valt Antonio al te zwaar.
Hy geeft niet spoedig het zoeken op, schoon
een by na tastbare duisternis heerscht. Ten
slotte ziet hy in, dat zóó alle moeite vergeefsch
moet zyn. Hy besluit, zich zoo haastig mogelyk
het dezen tweeden niet minder. De vragen
zijn nu bij de lessen gevoegd. Wie dit boekje
er in heeft, die weet aardig wat van de god
geleerde waarheden af.
Stock's Deze rooster behoort by het
Uitgave A. Wij vestigen de aandacht
van belanghebbenden er op.
oosterbaan
le CoiNTRE.
het zaad rijke vruchten.
Een stemmig schild. Een
blok met degelijken inhoud.
Voor velen een goeden en
ouden bekende. Vinde deze
kalender zijn weg, en drage
Laman.
Als nagift kan ik, met vriendelyke dank
zegging, verantwoorden de gift van f 1.van
de kinderen van ds. W. te Y.
J. D. Wielenga.
Waartoe is het Avondmaal ingesteld En
aanstonds is het antwoord versterking van het
geloof. Maar dat antwoord zou ik toch niet
in de eerste plaats geven. De mensch staat
niet op den voorgrond. De Heere heeft alles
gewrocht om Zijns zelfs wille.
Jezus zegt dan ookdoet dat tot mijne ge
dachtenis.
Tot myne gedachtenis, eene zinspeling op
tlam, dat in Egypte geslacht werd, welks
iloed het volk had bewaard en tot gedachtenis
van welk feit men het paaschmaal vierde. Deze
dag zegt Ex. 12 4 zal ulieden ter gedachtenis
wezen.
Jezus zegt nuwanneer gij voortaan dezen
heiligen maaltijd zult houden doet dat niet meer
ter herinnering aan het lam, welks bloed uwe
vaderen heeft bevryd, maar tot Myne gedach
tenis en het offer dat ik ga brengen tot uw
heil.
Telkenmale als dit feestmaal wordt gehouden,
dringen zich de discipelen rondom Christus en
beschouwen aandachtig Zyn werk.
't Is als wil Jezus zeggen: laat toch alle eeuwen
door totdat ik kom levendig blyven in uw be
wustzijn wat ik gedaan heb, vergeet het toch
huiswaarts te begeven, zich te voorzien van een
lantaren en de plaats, waar hy viel, dadelyk
weder te gaan opzoeken. Hij voedt de hoop,
dat hy dan het verloren boek spoedig weer
vinden zal, daar immers de straat afgelegen
en stil en verlaten is.
Nauwelyks heeft hy zich verwyderd of een
gedaante, die reeds geruimen tijd nedergehurkt
zat aan de zyde van den weg, richt zich op.
Yan onder den langen mantel straalt eensklaps
het licht eener lantaren, en Julio (want deze
is 't) vindt byna dadelyk, wat de arme Antonio
zoolang vruchteloos zocht.
Julio overlegt by zich zelf, dat zijn vondst
gewis van groote waarde moet zyn, daar im
mers de cipier zich zoo had beijverd het boek
weder in zyn bezit te krygen. Wel valt het
hem eenigszins tegen, dat het slechts een beek
is, maar tegelykertyd begrypt hy instinctmatig,
dat hy hiermee een wapen tegen zyn vyand in
de hand heeft. Zélf kan hy niet lezen, hetgeen
echter geen bezwaar is, voor 't geval hy wer-
kelyk in het gevondene zyn tegenstander treffen
kan. Pater Silvestro zal hem straks wel ver
klaren, wat geschrift dit is. Julio, heeft im
mers reeds hooren spreken van den overmoed
der ketters, hoe zelfs hun geschriften worden
verspreid en tevens heeft hy vernomen, hoe
het een ieder op zware straffen is verboden,
die schrifturen te hebben of te lezen.
nooit dat ik mijn lichaam heb gebroken en myn
bloed vergoten tot een losprys uwer zielen.
Het Avondmaal brengt ons naar Golgotha,
doet ons zien het kruis, wijst ons op het bloed
der verzoening, doet ons by vernieuwing inleven
in het lydens-tafereel. Zoo ergens, dan moeten
wy aan het Avondmaal zingenhet Lam dat
geslacht is, is waardig te ontvangen de eere
en dankzegging en heerlijkheid.
Het is maaltijd ter eere van Christus.
Gelijk wij onze geliefde dooden in herinnering
houden, zoo wil de Heere dat Hy zelf, zyn werk,
zijn dood nooit vergeten zal worden.
En van Christus klimmen wy op tot den
Vader, die Hem gaf en Hem den liefdemaaltyd
deed instellen. Van Christus klimmen wij op
tot Hem die Christus gaf wij zingenzyn
naam moet eeuwig eer ontvangen.
De dood des Heeren te verkondigen, dat is
wel het doel van het Heilig Avondmaal. Te
veel wordt het door de menschen over 't hoofd
gezien, hoewel ons formulier het wel op den
voorgrond stelt.
Verkondigt den dood des Heeren. Het Griek-
sche woord door verkondigen vertaald, herinnert
sterk aan het woord hogadah, zegt Godet, dat
by het Joodsche Pascha de historische verklaring
te kennen gaf, die de vader als antwoord op
de vraag van den oudsten zoon den zijnen deed
van de beteekenis van al de plechtigheden van
het Paaschmaal.
Waarschijnlijk gaf men wel eveneens bij den
maaltyd van het Avondmaal het verhaal van
den dood des Heeren. Paulus verstaat dus
onder verkondigen de persoonlijke en gemeen
schappelijke bekendmakingen van de liefde van
Christus in zyne offerande."
Het Avondmaal vieren zelf is al eene ver
kondiging.
In de laatste jaren kwam de vraag naar voren
of de dienaar spreken moest en mocht onder de
communicatie. Het formulier zelf geeft aan dat
het sacrament vergezeld ga van het Woord door
het te lezen of te zingen. Of nu de dienaar
dat Woord niet mag verduidelijken, zou ik niet
gaarne beweren. Alleen moet dit wel vast staan
dat de persoon van den predikant niet op den
voorgrond sta en de communiceerenden straks
zeggenwat heeft de domine toch mooi gespro
ten aan tafel.
Totdat Hij komt. De gedachtenisviering houdt
op wanneer de Heere'wederkomt. Het Avond
maal is de band tusschen de beide komsten des
Jeeren, het gedenkteeken van de eerste komst
en het onderpand van de tweede komst.
Dat het heilig Avondmaal de bedoeling heeft
de gedachtenis van Christus in eere te houden
moet invloed uitoefenen op de praktyk.
Was het enkel voor sterking des geloofs en
voor de genieting van 't oogenblik en 't gevoel,
dan deden wij alleen ons zelf schade door terug
te blyven. Was gevoelde behoefte de drangreden
dan werkt dat weinig uit als ons zieleleven
begeerteloos is.
Op het tijdelijke ingezonken zieleleven oefent
de belofte van vervulling weinig invloed. Hoe
kan de toezegging van drinken ons verblyden
als geen dorst gevoeld wordt.
Maar als de discipelen van Jezus worden op
geroepen tot een eeremaaltyd voor Christus,
zouden ze dan terugblijven?
Waar het Lam dat geslacht is beleden wordt,
zou daar iemand traag bevonden worden?
Behoefte kan tijdelijk afwezig zyn, het gebod
doe dat tot myne gedachtenis moet altyd ge
hoord worden.
Kwamen wy ten disch om te getuigen hoe
Na kort beraad begeeft hy zich de straat uit,
teneinde zijn huis op te zoeken, 't Is thans
reeds te laat, om den eerwaarden vader Silves
tro nog te vragen hem het meerdere of min
dere gewicht van 't gevondene mee te deelen.
Den lantaren voor zich uithoudend, vervolgt
Julio zijn weg.
Daar nadert van de tegenovergestelde zyde
eveneens een persoon, met een lantaren gewa
pend. Oogenblik dooft Julio de zijne en tracht
zich onder een zwaren luifel zooveel doenlyk
voor den naderende te verbergen. Hy begrypt.
wie die late wandelaar is. Deze heeft het licht
eveneens opgemerkt en het bevreemdt hem, dat
het zoo spoedig verdween. Yoorzichtigheid
past hem in een tijd, dat allerlei geboefte langs
de wegen dwaalt, en vooral in het nachtelyk
donker ongestraft de snoodste stukken worden
bedreven. Behoedzaam komt hy dus nader en
zyn speurende blik ontdekt, by het schynsel
der lamp, een gedaante, die hij aanstonds her
kent. Een somber voorgevoel maakt zich van
Antonio meester. Julio moet hem gevolgd zyn,
gelyk meermalen de laatste dagen het geval
was. Julio heeft licht den Bybel gevonden.
't Koste, wat het koste, dien moet de cipier
terug hebben; want niet alleen derft hy dan
het hem zoo dierbare boek, maar bovendien
staat in dat geval zyn. brood, zyn vryheid, zyn
leven op 't spell
groot ons geloof is of te belyden ons aandeel
aan Christus of dat wy verzekerd waren van
de erve der heiligen in 't licht, menig lid die
toch God vreest, zou niet durven. Wie de eene
maal durfde, zou een volgende maal de vrij
moedigheid missen. Maar niet om te betuigen
wat wy al hebben en wie wy al zyn, komen
wij ten disch, neen om te betuigen wie Christus
is, wat wy zien in Zyn dood, wat wy van Hem
wenschen te ontvangen.
't Is om als armen te gaan zitten rondom den
disch dien Christus vervülle met zyne gaven,
om de hand op te houden bij onzen ryken
Koning.
Zeker ons eigenbelang valt er niet buiten.
Het is winst voor onszelf, maar toch gy moet
beginnen met uw Heiland. Wie iets voelt voor
den Christus zal Hem niet smaden of verloo
chenen. Eén van tweeënwij belyden of ver
loochenen. Tot belyden worden wij geroepen
altyd, overal, ook aan 't sacrament des Heiligen
Avondmaals. Yoelt iemand niets voor den
Christus. Heeft het bevel geen klem op zyne
ziele, ziet hij van den Christus niets en heeft hy
aan de onderhouding van Sions geboden geen
lust, dan heeft hij natuurlyk ook geen belydenis
gedaan, dan heeft hy gebroken met de inzettin
gen van 't verbond.
Maar koos hy den weg des verbonds, dan be-
lydt hij ook den Middelaar des verbonds en wil
gehoorzaam zyn en de eere van den Middelaar
verbreiden. H. Meulink.
TWEETAL,
te Delfshavends. N. H. Koers te Noord wijk
aan Zee
ds. B. Meijer te Brouwershaven
te Kamerik ds. Joh. S. Langen te Gouda
ds. W. den Hengst teYeenen-
daal.
BEROEPEN,
te Leiden dr. T. Hoekstra te 's Hertogen
bosch
BEDANKT,
voor Wirdumds. B. Heeres te De Lier
voor Stroobos ds. S. Boersma te Ezinge
voor Nieuweroord ds. C. J. Bos te Spyk
voor Bozumds. W. F. C. v. Helsdingen te
Cubaard.
Enkelen uwer hebben reeds de quitanties
by my opgehaald voor de contribuanten der
Theol. Schooléén zelfs droeg heden de opge
haalde contributies af. De meesten echter
zyn nog niet aan het werk gegaan/ Mag ik
deze vriendelyk verzoeken de quitanties by my
op te halen Indien dit moeilijk valt, wil ik
ze ook wel zenden, zoo adres en getal exem
plaren worden opgegeven.
De Classic. Corresp. der Theol. School,
J. D. Wielenga.
Middelburg, 21 Dec. 1911.
MiddelburgWoensdag, 20 Dec. hield de
Christely ke J ongedochters vereeniging Doet
wel aan allen" enz. hare jaarlyksehe uitdee-
ling. Er werden uitgedeeld, 33 lakens, 24
sloopen, 37 hemden, 24 schorten, 27 broeken,
16 p. kousen, 8 rokken, 4 boezeroens, 2 dekens,
1 borstrok, aan 83 huisgezinnen. Met harte-
lyken dank aan den Heere, ook aan onze begun
stigster, die ons wederom in staat stelde eenig-
sints in den nood dezer behoeftigen te voorzien.
Neige de Heere opnieuw hunne harten
opdat we weder met lust en opgewektheid,
onze taak mogen hervatten. Yriendelyk beveelt
ze steeds de vereeniging aan bij ]Jdegenen,j die
Hy gaat recht op den booswicht af, houdt
hem den lantaren voor de oogen en duwt
hem toe
„Wat doe jy hier! Waarkom-jevan daan
Tegelykertyd strekt hy de hand uit, om hem
te grypen.
Bliksemsnel trekt Julio een scherp geslepen
dolk, en eer Antonio recht weet, wat er ge
schiedt, ligt de lantaren uitgedoofd op de straat,
terwijl uit een diepe wonde in den bovenarm
het warme bloed tappelt.
Als hij, de pyn niet achtend, den aanvaller
wil grijpen, is deze in de duisternis verdwenen
en onvindbaar.
HOOFDSTUK IX.
Met de handen voor de oogen zit Aspasia
aan de eenvoudige tafel in het woonvertrek.
Tegenover haar staat Antonio den linker
arm verbonden, zoo goed de teedere zorg van
zyn vrouw het vermocht.
Aspasia licht het betraande gelaat tot hem op.
„Wat nu? Wat nu, Antonio?"
Antonio heeft haar alles verhaald. Zy wist
reeds lang, dat hy veel by Curione kwam
hoe vaak had zij zelf niet geluisterd naar zyn
verhalen; hoe menigmaal had zy zich niet be
trapt op gevoelens ten opzichte van den gevan
gene, van de ketters in 't algemeen, die haar
voorzeker van haar biechtvader een strenge