Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Onder Redactie van: Ds. L BOOMA en Ds. H. 1. LAMAM. 9e Jaargang. Vrijdag 1 December 1911. No. 24. UIT HET WOORD. Met medewerking van onderscheidene Predikanten. 1B0NSEMEHTSPRUS per half jaar franco per post Enkele nummers 70 cent. 8 cent. Drnkker-Uitgever A. D. LITTOOIJ MIDDELBURG. Az. PRIJS DER ADVERTEHTIEN van 1—5 regels 80 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN yan 5 regels 50 cent, iedere regel 10 cent meer. DE KERK DOOR SATAN VERVOLGD. Het was een kritieke ure in het leven van Israël, toen het pas uit Egypte getogen door Pharao achtervolgd werd. Mozes was gelijk wij weten naar Egypte gegaan en voor den koning verschenen met den eisch des HeerenLaat mijn volk Israël trekken, opdat het Mij diene in de woestijn. Een weigering was het antwoord. Daarop had Mozes onderscheidene plagen over Egypte doen komen, die wel indruk op des konings hart maakten, maar die hem toch niet bewegen konden om Israël te laten gaan. Ten slotte echter gaf hij toe, nadat de engel des verderfs in elke woning was binnengegaan om er den eerstgeborene te dooden. Welk een schrikkelijke nacht, die het gansche volk in diepe rouw dom pelde, van het paleis des konings af tot de schamele hut van den verworpene toe. Voor Israël bracht deze donkere nacht evenwel het licht der vrijheid, want na het Pascha staande gegeten te hebben, verliet het het land der slavernij, met den buit van Egypte beladen. Onder de leiding van Mozes sloegen zij den weg naar de Roode Zee in en legerden tusschen Migdal en de stranden der groote wateren. Nau welijks was het gerucht hiervan ter oore van Pharao gekomen, of hij gaf last, dat zijn dappere ruiters verzameld moesten worden, want hij wilde nog eens beproeven wat hij vermocht. Spoedig waren allen voor den tocht gereed en zij achtervolgden het pas bevrijde volk. Is het vreemd, dat het Israël bang te moede werd? Geen ont komen scheen mogelijk. Voor hen was de zee, aan weerszijden hooge bergen en steile rotsen, achter hen een geduchte ruiter schare, die geen medelijden kende. Het zou niet goed zijn, als wij met hardheid oordeelden over de angst van 't volk, welke zich in kreten van wanhoop uiting gaf. Passend zou het geweest zijn ik weet het ook wel dat het in dien nood zijn weg gewenteld had op Hem, die de boeien had verbroken en den trotschen dwinge land vernederd, maar de zucht tot het leven was sterker bij hen, dan de kracht van het geloof. Voor Mozes was de toestand ontzettend. Uiterlijk bewaarde hij zijn kalmte, doch zijn hart schreide tot God, bij Wien er uitkomsten zijn tegen den dood. Dit zou thans blijken, want het ant woord luiddeWat roept gij tot Mij, zeg den kinderen Israëls, dat zij voorttrekken. Hoe? Voorttrekken? Maar er is geen weg. Het bevel was echter volkomen duidelijk dat liet geen twijfel over. Mozes was nu reeds gewend om te gehoorzamen en hij aarzelt dan ook niet. Hij strekt den staf uit over de onmetelijke watervlakte en hij zet zijn voet op het nog nooit betreden spoor. Waarlijk de weg des Heeren was in de zee en Israël ging er droogvoets door. Zoo bereikte het den tegenovergestelden oever en kwam in de woestijn van Arabië, waar het geheel buiten het bereik van zijn vijanden was. Gij vraagt niet, waarom ik aan deze oude gebeurtenis herinner, want bij het lezen van de woorden, welke hierboven staan hebt gij begrepen, dat op dit feit gezin speeld werd. Gelijk Israël eenmaal door de zee trekkend ontkwam in de woestijn, zoo ontvlucht ook deze vrouw aan de klau wen van haar vijand in de woestijn, waar zij veiligheid en voedsel vond. Het is echter wel noodig, dat wij nader onderzoeken, wat dit zeldzame tafereel uit Johannes' visioenen ons te zeggen heeft. Ter nadere aanduiding letten wij al aanstonds op de bijvoeging, dat dit de vrouw is, die het manneke gebaard had. Voor het oog var den Ziener van Patmos verschijnt hier de kerk in de gestalte van een. vrouw. Wij verstaan ook wel. waarom. Tot haar sprak God reeds onder den ouden dagIk zal u Mij ondertrouwen in barmhartigheid en goedertierenheid, in trouw en in waarheid, in gericht en in gerechtigheid. Tot haar werd toen reeds het woord gericht: Uw Maker is uw Man, Heere der heirscharen is Zijn Naam. Is zij niet de Bruid, voor wie de Bruidegom zijn bloed heeft gestort Ja, wordt zij niet in dit boek genoemd de vrouw van het Lam. Zij is een vrouw, zwak en weerloos in zich zelve, onaanzien lijk en gering, maar in wie eenmaal alle vrouwelijke schoonheid onvergankelijk zal glanzen. Doch zoover is het nog niet. Nu heeft zij nog een wederpartij der, die haar ver derf en ondergang zoekt. Hij verschijnt hier als de draak. Ook wordt hij genoemd de oude slang, de Satan, de duivel. Pas had hij een stouten, een overmoedigen aanval op den Christus ondernomen. Hij wilde beproeven of hij den overwinnenden Koning niet tegenhouden kon in zijn loop. Doch ofschoon hij en zijn booze geesten met den moed der vertwijfeling gestreden hadden, vruchteloos was het geweest, want Michaël en zijn engelen hadden hem in zijn vaart gestuit en de nederlaag toege bracht. Toen hij nu zag, dat hij op de aarde geworpen was, dat hij geheel ver slagen was, dat de grenzen van zijn ge bied, waarop hij zich bewegen kon, inge krompen waren, heeft hij zich bedacht en is hij er toe gekomen om den hopeloozen strijd op te geven. Weineen. Hoe zou het mogelyk zijnZijn haat en vijandschap tegen God en zijn gezalfde is nu eenmaal ongeneeslijk. Elke nederlaag doet zijn bit terheid toenemen, zijn woede stijgen. Zoo lang hij nog gelegenheid vindt om te strijden, zal hij volhouden. Daarom zal hij thans zich richten tegen de kerk, die nog op de aarde is. Waar het hem niet meer mogelijk is tegen den Christus zelf recht streeks op te treden, daar zal hij haar benauwen, en in haar Hem, die haar lief heeft, treffen. Wij verstaan zijn toeleg. Wij herinneren ons nog, dat indertijd de En- gelschen niet bij machte waren den dap peren moed van de Boeren te breken. Dat verdroot hen. Zij wilden en moesten het toch winnen. Het was wel barbaarsch, maar het moest. Zij verbrandden de hoeven en voerden de vrouwen en de kinderen naar de concentratiekampen, waar gebrek en armoede, krankte en dood heerschten. Wat smart daar geleden, wat tranen daar geschreid en wat rouw daar doorworsteld is, wie kan het zeggen, dit was alles om den taaien weerstand van de Boeren, die toch ook een mannen- en een vaderhart hadden te breken. De bedoeling van Satan was het om den verhoogden Christus te treffen in de kerk, waaraan Hij al de liefde van zijn hart verpand heeft. Wat zal daarvan het gevolg voor de kerk zijn? Zij is zoo zwak in zich zelve. Op haar lippen passen de woorden Klein van krachten en zwak van moed. Hoe zou zij opgewassen zijn tegen dezen geduchten vijand, die listig als de slang, krachtig als de leeuw en snel als de panter is Hij deinst voor niets terug, deernis heeft hij nooit gekend, in boosaardige wreedheid vindt hij een helsch genoegen. Rondom hem staan geesten, die hun beginsel niet be waard hebben en die zijn bevelen vol brengen. Over dat gansche heir en al over die krachten heeft hij de beschikking. Waar lijk, het ziet er zeer donker voor haar uit. Waar zal zij een toevluchtsoord zoeken, waar zal zij zich verbergen voor haar vijand? Is er wel eenig uitzicht, dat zij aan zijn machtigen greep zal ontkomen? Evenals de Egyptische koning dacht, dat Israël vallen zou in zijn handen, zoo ge looft Satan ook, dat hij haar wel in zijn geweld zal krijgen. Het lijkt ook wel zoo. Zij is de mindere en hij de meerdere. Dit maal zal zijn prooi hem niet ontglippen. Als overwinnaar zal hij thans uit den strijd terugkeeren. Wie zal hem dit beletten? Hoe bitter moet de teleurstelling hem gevallen zijn. De kerk toch ontvlucht hem en vindt een veilige plaats in de woestijn, waar zij evenmin iets te vreezen heeft, als Israël weleer, nadat Pharao met zijn leger omgekomen was in de wateren van de Roode Zee. Zonder ditmaal op de bizonderheden in te gaan bij welzijn zullen wij dit een volgend maal doen zeggen wij nu alleen Hij die op Gods bescherming wacht, Wordt door den hoogsten Koning Beveiligd in den duistren nacht, Beschaduwd in Gods woning. En gij zegt dit met ons. Maar handelt gij er ook naar Zijt gij overtuigd van uw eigen zwakte en van de macht van uw vijanden, die omgaan en ook u zoeken te verslinden Vlucht gij tot Hem, die u alleen beschermen kan en dan kunt gij het dendichter ook met volle vrijmoedigheid nazeggen Dies noem ik God zoo groot als goed Voor hen, die op Hem bouwen, Mijn burgt, mijn toevlucht in den nood, Den God van mijn betrouwen. Bouma. KERK, BELIJDENIS, ZENDINB. Wees op uwe hoede! De Mormonen zyn ook tot ons gekomen. Enkele weken geleden hielden zij een vergadering in onze stad, waartoe de burgers per circulaire uitgenoo- digd werden. Thans reiken zü aan verschillende huizen tractaatjes uit en trachten zy in de woning te komen, teneinde hun leer aan te prijzen. Wij achten ons verplicht om tegen hen te waarschuwen, want velen weten van deze secte weinig af. Op verzoek van een lidmaat van een onzer kerken deelen wij iets mede. Wie meer wil weten over„ de heiligen der laatste dagen, "gelykzy zelf zich gaarne noemen, leze het pas uitgekomen boek, dat over het Mormonisne handelt en door ds. van Dellen, een predikant in N. Amerika geschreven is. Men kan het by eiken boek handelaar bekomen. De stichter van deze secte is een zekere Jo seph Smith, die in N. Amerika allereest zyn denkbeelden verbreid heeft. Zyn volgelingen wonen vooral in den Staat Utah. In het acht ste artikel van hun geloofsbelijdenis verklaren zij„Wy gelooven in den Bybel als het Woord van God, in zoover als hy nauwkeurig vertaald iswy gelooven ook in het Boek van Mormon als het Woord van God." Deze uitspraak al leen is voldoende om te laten zien, hoe ge vaarlijk hun dwaling is. Zy zeggen nog wel, dat zy den Bybel huldigen, maar het laatste werpt het eerste omver. Hun wijsheid zochten zy niet uit den Bybel, maar uit het boek van Mormon. Gelijk elke ketter zyn letter heeft, zoo is het ook hier. Zy gebruiken enkel de H. Schrift om haar te wringen in hun eigen gedrochtelijke voorstellingen. Het boek van Mormon is hun een en al. Hoe dit boek in de wereld gekomen is Zeer eenvoudig. Als alle andere boeken. Joseph Smith echter heeft door zyn sluwheid de kunst verstaan om velen in den waan te brengen, dat het een nieuwe openbaring des Heeren was. Wie de geschiedenis van dit bedrog leest, walgt er van. Haast onbegrijpelijk schijnt het, dat een man als hy, zooveel ingang gevonden heeft. Doch ge moet niet vergeten, dat deze beweging be gonnen is in Amerika, waar haast alles mogelijk is. Vervolgens is het een godsdienst die voedsel biedt aan zinnelust en hoogmoed. Zy komt derhalve den natuurlijken mensch in 't gevlei. En eindelijk prikkelt zy de nieuwsgierigheid door de geheimzinnigheid van een prachtigen tempel. Voor hen, die hun zinnen geoefend hebben tot onderscheiding der waarheid, is de poging om voor dezen ^obscuren godsdienst zielen te winnen niet gevaarlijk, maar er zyn zoovelen, die een oor hebben voor vrome klanken en vriendelijke woorden en die zoo licht een zij pad inslaan. Laat ieder, die de waarheid lief heeft en de dwaling schuwt, een oog in 't zeil houden en zorg dragen, dat deze mannen geen vrouwen en jonge meisjes vervoeren. Beproef de geesten of zy uit God zyn. Gy kunt den Christus en Joseph Smith niet gelijktijdig dienen. Bouma. UIT HET LETEN. Piëteit II. Assen, 28 Nov. 1911. Waarde Broeder In myn vorigen brief eindigde ik met de vraag, of er ook oorzaak is, dat de eerbied en het ontzag van de jongeren tegenover de oude ren, en van de minderen tegenover de meer deren, zoo zichtbaar afneemt. Ik heb u toen beloofd op die vraag eenig antwoord te geven. En belofte maakt schuld, nietwaar? En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen was, zoo heeft hij de vrouw vervolgd, die het man neke gebaard had. En der vrouw zijn gegeven twee vleugelen eens grooten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in hare plaats, alwaar zij gevoed wordt eenen tijd en tijden en een halven tijd buiten het gezicht der slang. Openb. 12 13 en 14.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 1