Door God geleid. FEUILLETON. Verraden. Booze raadslagen tegen het Heilig Woord. In de Gevangenis. Jaarvergadering dhr. Bewaarschool. Geref. predikanten, die deze Conferentie be woonden, verzuimde ik ds. Krijger te noemen. Gij hebt zyn naam zeker wel eens gelezen, en weet alzoo, dat by omstreeks Kerstmis naar Soemba denkt te vertrekken. Hy zal dan de vierde Zendeling zyn op dit eiland en terwyl ds. de Bruyn zyn post te Kambanoerie beeft en ds. Colenbrander te Melolo, zal myn broer zich met hem in het Westen van Soemba ves tigen. Des Woensdags hebben wy op deze Confe rentie twee belangrijke referaten gehad. Ds. Rauws behandelde „Het alcoholvraagstuk in de Koloniën". Hij wil geen halve maatregelen, doch eischt niet minder, dan dat een algeheele verbodswet wordt uitgevaardigd, om invoer van spiritualiën te beletten. Het onderwerp van ds. Dykstra boezemde my meer belang in, vooral, daar het in hooge mate actueel kan worden genoemd, en er tevens vele voetangels en klemmen op dit terrein liggen. Dat ds. Dykstra zelf op deze vergadering op kon treden bewyst, dat hy van zyn ziekte her steld was. Ge weet, dat hy langen tyd man- keerende is geweest en zelfs het by wonen van de Generale Synode te Zwolle om deze oorzaak moest verzuimen. Wy danken God, dat Hy onzen broeder weer heeft opgerichtmoge hy nog vele jaren voor den arbeid der Zending gespaard blyven. Het onderwerp van ds. Dykstra was„Wat kan, raag en moet de Koloniale Regeering doen in het belang van de uitbreiding van het Ko ninkrijk Gods?" Een by uitstek interessant onderwerp, niet waar Hoe keurig het referaat is, kunt gy zelf beoordeelen, door het in zyn geheel te lezen het is afgedrukt in het laatste nummer van „De Macedoniër". Naar de meening van ds. Dykstra zal de Overheid zich moeten onthouden van alles, wat Christus aan Zyn Kerk heeft opgedragen. Deze gedachte alleen werpt reeds de geheele Indische Staatskerk omver. Steunen mag de Regeering de Zending in haar onderwijs, ziekenverpleging, taalstudie enz. En ook is het roeping der Regeering party te kiezen voor het Christendom in het erkennen van den Christelyken Zondag, de keuze van haar ambtenaren, hét handhaven van een zendeling op zyn post en het straffen van heidensche gruwelen. In zyn laatste stelling betoogde de referent, dat de Koloniale Regeering de Inlandsche Kerken moet opvoeden tot zelfstandigheid. Er zyn toch in Indië Kerken, dagteekenend uit den tyd der O.-Indische Compagnie vooral. Deze Kerken verkeeren in diepe afhankelijkheid en worden bediend door vreemdelingen eigen leden der Kerk komen nooit tot het ambt. Ook worden de Kerken niet eraan gewend finantieel voor zich zelf te zorgen. En dat is onrecht. Ds. Dykstra meent, dat de regeering deze arme Kerken kan helpen tot zelfstandigheid te komen, door de goeroes een goede opleiding te geven, kerkeraden in te stellen, de Kerken vrijheid van beweging te geven en te laten enz. De byeenkomst op Guntersteyn, een buiten plaats by Breukelen, kon ik tot myn spyt niet bywonen. In de „Ned. Zendingsbode" wordt er een verslag van gegeven, en in „De Spiegel" hebben twee fotografiën van deze bijeenkomst gestaan. Al de deelnemers der Conferentie waren op Guntersteyn genoodigd door de familie Willinck van Collen en werden daar rykelyk onthaald. Onder het geboomte werden onder scheidene toespraken gehouden, o. a. door ds. Gunning over „het Yoortzettings-Comité" van de Wereld Zend. Conf. te Edinburg gehouden. De algemeene indruk van deze Conferentie is de arbeid der Zending moet rusten op weten schappelijke basisde vele probleemen moeten ernstig bestudeerd. Hoewel de Conferentie uit ging van Hervormden, Lutherschen en Gere formeerden, heb ik van die eenheid, welke o. a. de Wereld Zend. Conf. te Edinburg kenmerkte, niet zooveel gevoeld.Doch dat kan aan my liggen. Samenwerking kan en moet er zyn tusschen de vele Nederlandsche Zendingsvereenigingen, en het Zendings-consulaat draagt dan ook zeer schoone vruchten. Maar overigens zal een meer intieme aaneensluiting wel onmogelijk blijven laten wij hopen vooreerst onmogelijk. Wie weet wat de toekomst in haar schoot verborgen houdt. J. D. wlelenga. Een verhaal uit de eerste helft der 16 eeuw door Zelandia. 7) HOOFDSTUK IV. „Dien man vertrouw ik, eerlijk gezegd, maar half," brengt de bedachtzame Guarino in 't mid den. „Hoe fel vijandig toonde hy zich en juist hy was het, die ons dezen weg aanwees. Welke bedoelingen mag hy daarmee gehad hebben „Geene", antwoordt Curione, minder wan trouwend van aard. „Die man is door zyn pastoor geheel en al in een verkeerden waan gebracht en daarbij schijnt hy mij tamelijk onnoozel toe. Bovendien, ge herinnert u toch, dat ook de andere aanwezigen en ook hy, dien zy Antonio noemden, ons evenzeer dezen weg aanprezen. Me dunkt, we mogen dankbaar zyn voor hun aanwijzingen." Intusschen zyn de vrienden de driesprong genaderd. Zonder aarzeling slaan zy links af en bevinden zich weldra tusschen het struikgewas. Op eens weerklinkt een schel gefluit. Vóór hen, op slechts weinige schreden afstands, vertoonetf zich in 't eigen oogenblik een vijftal Wie Christus lief heeft, heeft ook de H. Schrift lief. Christus komt tot ons in het gewaad der H. Schrift. Maar ook omgekeerd wie Christus haat, haat ook de H. Schrift. Zoo ooit vijand schap wordt gezien tegen den By bel dan heden ten dage. In volkskringen en in de kringen der geleerden, overal speurt gy weerzin tegen het Woord. Vooral in onze eeuw past het woord uit den Catechismus ant. 123, mitsgaders alle booze raadslagen die tegen uw Heilig Woord bedacht worden. Het Woord is vleesch geworden en de H. Schrift is de dienstknechtgestalte van de open baring. De wereld heeft Christus gekruisigd, ze zal niet rusten voor zy ook het kleed van Christus, de H. Schrift, uit elkander heeft gerukt. Doch wat zy ten kwade gedacht heeft, heeft God ten goede gedacht. Christus dood werd het leven der wereld. Ook het woelen tegen de Schrift zal haar ten goede komen. Zal de gemeente biddenUw Naam worde geheiligd, dan moet zy iets weten van de ont heiliging van dien Naam en den strijd tegen 't Woord waarin die Naam ons ontvouwd wordt. Lessing verzuchtte eens O Luther, gij groote en heilige man, gij hebt ons verlost van het juk van den Paus, maar wie zal ons verlossen van 't juk der letter, van den papieren paus Wie? Velen hebben zich opgemaakt. Eerst heeft men zich opgemaakt om met grooten ijver ons de geloofwaardigheid der Schrift te ontrooven straks werden Egypte en Babyion opgeroepen om de verhalen der Schrift naar het rjjk der sagen te verwijzen. Reeds vroeger had men de evolutie-theorie toegepast op de H. S. Leert de Bijbel ons dat de volkeren der aarde langzamerhand gezonken waren en al meer van de ware kennisse Gods verstoken zoodat zy in grof heidendom neer zonken, nu leeraarde men dat uit het lagere zich langzamerhand het hoogere ontwikkelde. De geschiedenis van den godsdienst was eene ontwikkelingsgeschiedenis. Uit de natuurgods diensten zyn langs lijnen van geleidelijkheid de hoogere religiën voortgekomen, totdat door het jodendom heen de godsdiensten van de latere eeuwen ontstonden. Al wat de Schrift dan ook vertelt van Abra ham, Isaac en Jakob is sage. Uittocht uit Egypte mythe, wetgeving door Mozes een ver zinsel van de priesters in latere eeuwen om hun bevoorrechte posities te handhaven. Israël was toen een aantal zwervende herdersstammen, gewapende mannen, die met getrokken sabel hen den weg versperren. „Terug, vrienden, terug," waarschuwtGuarino. Ons drietal tracht te vluchten, maar achter zich ontwaren ze tot hun grooten schrik meerdere vijanden, aangevoerd door den verraderlijken Julio. „Gevangen, vrienden! Geeft u over!" Inderdaad, hier is geen uitweg meer. Eer zy zich helder bewust zyn, wat er is geschied, zien zy zich door de bende omringd, gekneveld en van elkaar gescheiden. Het is hun zelfs onmogelijk geweest een af scheidsgroet te wisselen, zóó snel is alles in zyn werk gegaan. Curione schynt als de kostbaarste buit te worden beschouwd, ten minste Julio belast zich speciaal met zijn bewaking. Het valsche gelaat van den verrader herinnert Curione aan de waarschuwingen van Guarinohy verwjjt zich zyn te groote openhartigheid. Moedeloos laat hjj zich meevoeren. De zon is nog niet hoog gerezen, als de ge vangenisdeuren zich voor hem openen. Van zyn vrienden bespeurt hy niets meer. Spoedig valt de gevangenispoort achter hem dichteen knecht van den cipier leidt hem door een doolhof van gangen naar een eenzame cel. die lezen noch schrijven konden. Wat Israël heeft aan letterkunde, de Psalmen b.v. zyn uit het tijdperk na de ballingschap. Ontwikkeling, evolutie de groote wet waaraan alles beantwoorden moest. Men zocht in de aanhankelijkheid van den hond het zaad van den godsdienst, uit het kwispelstaarten van den hond kwam de Christelijke godsdienst voort. Anderen, die vonden dat het toch wel wat minder vleiend was, spraken van feheïsme en animisme, dat by de heidenen nog gevonden wordt. Feheïsmezie maar hoe uw dochtertje haar pop voor een levend wezen houdt, zöo zien Hottentotten en Boschjesmannen in zonderling gevormde steenen en grillige boomstruiken be zielde wezens. Het animisme verklaart den godsdienst uit droom en nachtmerriën. Uit de lagere gods diensten ontwikkelen zich de hoogere. In de latere jaren moest zich de beschouwing over de Schrift wel eenigszins wijzigen en wel door de rijke vondsten uit Egypte en Babylonie. Sinds jaren gaan de geleerden met tal van arbeiders naar die landen om te graven in die oude bouwvallen. Uit het stof, eeuwen oud, zijn die beide machtige cultuurstaten van 'toosten uit het stof herrezen. Daarom voor ons zoo belangrijk omdat Israël tusschen die volken in woonde en menigmaal twistappel was. In die verhalen in rotsblokken etc. ingegrifd wordt Israëls naam nog al eens genoemd. We kunnen nu dien ouden tijd beter leeren kennen en de omgeving zien waarin Israël, het volk der openbaring, geplaatst was. Veel wat vroeger alleen uit den Bybel bekend was, en door velen geloochend werd, kwam uit het stof van Egypte en Babyion tevoorschijn. Voor ons behoeft de H. S. geen bewijs, wy gelooven haar inhoud niet omdat en inzoover die bevestigd wordt door de opgravingen. Wy gelooven omdat de H. Geest in onze harten de overtuiging werkt, dat God spreekt tot ons in de H. Schrift. Maar voor degenen die niet geloofden en hun Bybel wegwierpen als nog niet goed genoeg voor kinderen, wyl er zede- kwetsende verhaaltjes in stonden, voor zulken gaat het niet meer op dien Bybel te beschouwen als prulleboek vol bakersprookjes. En in de tweede plaats waren die vondsten belangrijk omdat zy licht verspreidden over uit legkundige moeilijkheden. Ik wil een paar voorbeelden noemenDe Chebar van Ezechiël 1 3 is weer gevonden in het kanaal Kaban. De eenhoorn uit Ps. 22 bleek een wilde os te zyn. Dat David een leeuw by den baard pakte, leek een kindersprookje. De afbeeldingen, die men vond, geven Sarda- napolis op gelijke wijze een leeuw bestrijdend. Heel de reis van Abraham uit Ur over Hazar was dwaasheid, maar Ur kwam uit het stofte voorschijn en het bleek dat de groote handels weg uit Ur over Hazar liep. De opgravingen bewijzen dat de geschiedenis der aartsvaders past in dien tyd. De rechts verhouding van het familieleven der aarts vaderen is geheel in overeenstemming met de rechts bepalingen van die dagen. In 1898 vond men een diörietblok waarop Hammurabi is afgebeeld, die een wettenverzameling van 282 bepalingen gaf. In zyn ryk was beschaving, was een rechts orde waardoor hy de volkeren van latere eeuwen overtrof. Maken wy ons druk over militaire wetten en hebben wy met anti-militairisme te stryden, in zyn ryk was alg^meenen persoonlijken dienst- HOOFDSTUK V. De hoofdcipier van de gevangenis van Ivrea is niet op zyn gemak. Zoo pas heeft hy zyn laatste ronde vóór den nacht gedaanalles is in orde. Alle uitgangen zyn behoorlijk gesloten en de wacht is op zyn post. En toch schynt er iets te wezen, dat hem hindert. Zyn vrouw bemerkt, dat haar man niet zoo opgeruimd is als gewoonlijk. ,Wat scheelt er aan, Antonio?" luidt baar belangstellende vraag. ,Och," is Antonio's antwoord, „'t is misschien wat overdreven van me, en tocher is vandaag iets gebeurd, dat me zeer heeft ont stemd." ,Hebt je ongenoegen gehad met een der knechts? Of heb je mogeljjk een of ander verzuimd, waarvoor je een berisping van je superieuren vreest? Niets van dit alles. Indien je er belang in stelt, wil ik het wel vertellen. Je weet, dat ik gisteren tegen den avond nog een boodschap in de buurt had te doenNu, ik landde aan in de „Aartsengel". Daar trof ik een drietal reizigers aan, waarvan één vooral my bijzonder aantrok. Hy scheen op weg naar Duitschland te zyn. Julio, je kent hem wel, dien gluiperd, was daar ook". En de goede Antonio verhaalt plicht, met enkele uitzonderingen, predikanten zouden vry geweest zyn en de landbouwers als ze onmisbaar waren in hun beroep. Een wel geordend postverkeer maakte briefwisseling ge makkelijk en veelvuldig. Een gevonden brief toont aan dat de vrouw aan den man eer zy schrijft over andere dingen, uitwydt over de kinderen hoe lief en zoet zy zyn. Toen en nu nog geen verschil. Gaat er nu uit onze universiteitssteden menig brief van studenten om geld, dien vader met samengetrokken wenkbrauwen leest, Babels puinhoopen toonen een dergelyken brief met den drangrede dat de zoon anders niet voor den vader bidden kan. De bestrijders van de H. S. hadden beweerd dat de wetten van Mozes onmogelijk uit dien tyd konden wezen, want Israël was toen nog een ongecultuurden nomadenstem, de menschen konden lezen noch schrijven. De El-Annawa kunnen bewyzen dat de hooge beschaving van Egypte en Babylonië zich over Palestina verspreid had in de 15de en 19de eeuw voor Christus. Zoo wordt veel duidelijk en staat Israël daar niet langer in nevel-donker te midden van gansch onbekende volkeren. Er straalt licht over 't Oosten. H. Meulink. De Vereeniging tot oprichting en instand houding van eene Chr. Bewaar- en Voorbe reidingsschool te Middelburg kwam Woensdag avond in Jaarvergadering samen. Na de gebruikelijke opening door den voor zitter, werd door den secretaris een overzicht van het laatste jaar gegeven, dat tot groote erkentelijkheid stemde. Het hoofd der school en de helpsters konden geregeld hun arbeid verrichten en wy mogen gelooven, dat hun werk aan zoovele kindertjes besteed, niet ijdel zal zyn. Wy ontvingen opnieuw het bewys, dat God voortgaat te gedenken aan Zyn verbond. Met dank aan den Heere werd melding ge maakt van de door ons gemeentebestuur, op onze aanvrage, verhoogde subsidie. Kennelijk heeft God de harten onzer vroede vaderen ge neigd tot inwilliging van ons verzoek. Voor vele belijders Gods een beschamend voorbeeld, voorzekerHet vertrek van mej. Sluyk, het hoofd der school, baarde teleurstelling en zorg. Gaarne hadden we haar behouden, want ze was ten volle voor hare taak berekend. Gode zy dank, met zeer goede verwachting gaan we met het nieuwe hoofd, mej. Bakker, de toekomst tegen. Het kindertal laat niet te wenschen over 100 kindertjes bezoeken de dagschool en 's avonds ontvangen 40 meisjes les in de handwerken. De rekening van den penningmeester wierp een donkere schaduw op het inderdaad gezellig samenzijner was een tekort van f 447.446. Goede en gegronde hope bestaat er, dat voortaan de uitgaven gelijken tred houden met de ontvang sten, ofschoon daarvoor echter een uiterst zuinig beheer der financiën noodig is. Wie draagt een steentje by om dit tekort te dekken? Met vele harer zusters heeft ook deze Ver eeniging dit gemeen: te roemen over veel be langstelling heeft ze niet. Voor een bestuur, welks leden tyd en krachten geven, werkt dit niet bemoedigend. Van eene Bewaarschool willen velen niet weten; de kindertjes zoo redeneeren deze behooren in hunne prille jaren thuis te zyn. In theorie moge dit misschien juist zyn, maar uitvoerig alles, wat den vorigen avond in de herberg was voorgevallen. „En ziedaar", "be sluit hy zyn mededeeling, „van morgen vroeg wordt die heer de gevangenis binnengebracht en Julio stapt me met een gezicht voorby, alsof hy zeggen wilnu is 't myn beurt". „Dat is alles zeker treurig genoeg", herneemt de medelijdende Aspasia, „maar hoejedaarnu tot in den avond aan kunt blyven denken „Dat hindert me juist zoo", zegt Antonio, „dat ik gisterenavond dien edelen heer ook denzelfden weg heb aangewezen waar ze hem nu hebben opgewacht. Dat ik ook zoo dom was, om te begrijpen, dat Julio met zyn vriende lijkheid gewis slechte plannen moest hebben. Nu beschuldig ik me zelf, dat ik hem niet gewaarschuwd heb". „Kom", valt Aspasia in, „hoe kon je dat nu doen Je wist toch niet van te voren, dat het nu juist zóó loopen zou. En bovendien", voegt ze er zachter aan toe, „al is het van Julio een slechte streek, als die heer nu toch waarlyk een ketter is „Een ketter? menschals je hem eenshadt hooren spreken." „Nu ja, maar Monseigneur de Kardinaal zal dat toch beter kunnen beoordeelen dan wy, dunkt me. En die heeft toch de gevangenneming gelast!" En zegepralend, verbaasd over haar eigen logica, ziet de cipiersche haar man aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 2