Door God geleid.
FEUILLETON.
Verandering Tan Zendingsterrein.
Een moeilQke keuze.
Ofliciëele Berichten.
Verraden.
telyke zede te hebben geleefd in hun onkunde
weten zy niet altyd hoe een Christen handelen
moethun omgeving werkt afmattend en ver
leidend en ook de oude mensch is in hen
niet geheel dood.
Ziende op hetgeen God aanvankelyk gewrocht
heeft (ongeveer 1400 bekeerlingen op ons terrein),
hebben wy goeden moed, al mogen wy geen
overdreven verwachtingen koesteren. Laten wy
alzoo het gebed vermenigvuldigen voor de Zen
delingen en hun gezinnen, de inlandsche helpers
en de bekeerlingen.
Met de opwekking om zichzelf eerst of by ver
nieuwing aan Christus' dienst te wijden ein
digde ds. Bakker zyn degelyke toespraak.
Buste 's Heeren zegen erop.
Gisteren, Donderdag, hebben het Zendings
comité van Middelburg en de Zeeuwsche Zen-
dingsdeputaten vergaderd met ds. Bakker, om
te spreken over verandering van Zendingsterrein.
De belangstelling was grooteen 40-tal broe
ders toch was aanwezig, uit alle deelen van
Zeeland. Het bewyst, welk een groote sympathie
de Zending allerwege verworven heeft.
Ds. Bakker gaf een keurig overzicht van ons
Gereformeerd Zendingsterrein. Door de goede
zorgen van ds. Kerkhof was een kaart van
Midden-Java aanwezig, wat het geven van
onderricht zeer vergemakkelijkte.
Op 't goede van Bandjar-Negara wees ds.
Bakker doch liet daartegenover uitkomen wat
Magelang, gelegen in de oude Kedoe, boven
Bandjar-Negara voor heeft.
Dat ds. Bouma, die de leiding van deze samen
komst had, ds. Bakker hartelijk dank zeide voor
zyn leerryk betoog en het beantwoorden der
vele vragen, hem gesteld, spreekt wel vanzelf.
De beslissing zal binnenkort D. Y. door het
Comité en de Deputaten worden genomen.
J. D. wlelenga.
Kruithof-avond.
Wy vestigen de'aandacht onzer lezers op de ad
vertentie, deze en de vorige week in het Kerkblad
opgenomen, waarin de blinde Kruithof meldt
van zyn voornemen te Middelburg weer een
muziekavond te geven.
De heer Kruithof van Kampen voorziet door
het geven dezer avonden in zyn onderhoud.
God nam het licht uit zyn oogen weg, doch gaf
hem een muzikaal talent, een goede stem om
te zingen, en veel vaardigheid in het bespelen
van het orgel. Bovendien is hij in het voor
dragen een meester.
Met vrymoedigheid wekken wy dan ook jong
en oud op den blinden Kruithof volgende week
Yrydagavond te gaan hooren. De uitvoering
wordt gegeven in de Bogardzaal en begint
's avonds om 8 uur. Kaarten a 15 en a 25 ct.
per stuk zyn te verkrygen by de boekh. D'huy,
Fanoy en Smits.
De heer Kruithof, die belydend lid der Geref.
Kerk te Kampen is, zingt en geeft slechts be
slist christelijke muziek en voordrachten.
Moge een dicht bezette zaal de moeite van
den kunstenaar loonen. J. D. Wielenga.
Toen op de Part. Synode van 1 Juni 1910 te
Middelburg, na breedvoerige besprekingen en
door tal van overwegingen geleid, het gewich
tige besluit werd genomen om Bandjar-Negara
in de residentie Banjoemas aan te vragen als
zendingsterrein voor de Zeeuwschen kerken, is
er ongetwijfeld een zucht van verlichting op
gegaan, dat eindelijk aan de vele en langdurige
beraadslagingen over dit punt een einde was
gekomen door het nemen van een eenparige
beslissing, en de keuze van het zendingsterrein
niet de klip was geworden, waar de Zeeuwsche
Zending op strandde.
Spoedig echter bleek, dat de ambtsdragers op
Midden-Java omtrent de geschiktheid van dit
Zendingsterrein, op grond van meer en meer
juiste gegevens, zich een ander oordeel hadden
gevormd, en ii#Algem. Yergadering verklaarden
zij, op grond van afgelegen, dun bevolkt, aan-
knoopingspunten worden gemist, Bandjar-Ne
gara ongeschikt.
De Zendende kerk, in contact met prov. Zen-^
dings-deputaten en evenmin de kerken der pro
vincie inSynode konden na de gevallen beslissing
wijziging brengen in hare keuze van arbeids
veld, noch mogelijke wijziging overwegen, daal
de Gen. Synode, die verschillende Zendings
terreinen aanwyst, waaruit een kring van ker
ken een keuze kan doen, nadat de aanvaarding
van Temanggoeng te bezwaarlijk geacht en
Solo door de kerk van Amsterdam gekozen was,
niets anders meer over liet dan Bandjar-Negara.
Nu de laatstgehouden Generale Synode even
wel meerdere Zendingsterreinen heeft aangewe
zen, en de Part. Synode van Zeeland, 14 Juni
1911 te Goes gehouden, in dat geval hare De
putaten heeft opgedragen, in overleg met de
Zendende kerk, ernstig te overwegen, of ver
andering van zendingsterrein voor de Zeeuwsche
kerken noodig is, is in deze week een vergadering
te Middelburg, om over dit zoo belangrijke punt,
liefst met afgevaardigden uit vele kerken, te
beraadslagen.
De algemeene vergadering der Zendings
arbeiders op Midden-Java heeft de aandacht
gevestigd op de oude Kedoe als een geschikt
arbeidsveld, met Magelang als hoofdplaats. Dit
terrein is onder meerdere ook door de Generale
Synode genoemd.
Nu gebleken is, dat tegen het eenmaal ge
kozen terrein ernstige bezwaren zyn, is het
onze roeping, om, biddende en denkende, be
raadslagende en handelende, deze bezwaren te
ontzenuwen, of indien ze met het oog op den
aan te vangen Zendingsarbeid onoverkomelijk
zyn, nogmaals te bezinnen, eer we beginnen.
De Zeeuwsche Kerken zullen nog eenmaal
overwegen, waar zij missionair zullen arbeiden
en hoogstwaarschijnlijk voor de keuze zich stel
len Bandjar-Negara of Magelang.
Ik heb getracht, voor zoover me daarvoor
bronnen van ouderen en jongeren datum ten
dienste stonden me althans eenig denkbeeld te
vormen van de residentie Kedoe met het Oog
op mogelyke Zendingsarbeid aldaar.
Dit terrein verdient aanbeveling, om ver
schillende redenen
1. De natuur is er schoon en het klimaat
gezond. De residentie Kedoe, het dal van den
bovenloop van de rivier de Progo, is door ber
gen ingesloten. De daartusschen gelegen vlakte,
door bergruggen doorsneden, is de vlakte van
Kedoe, die door rijkdom en afwisseling van
de Cultuurgewassen, die er worden verbouwd,
wel de tuin van Java is genoemd. Het klimaat
is er gezond, en het komt voor, dat de hoofd
plaats van de Kedoe, Magelang met haar schil
derachtige omgeving, door kranken gezocht
wordt als herstellingsoord.
2. De ligging is zeer gunstig. Magelang ligt
in het midden van de residentie, aan de rivier,
en zoowat juist in het centrum van Java. Uit
verschillende richtingen komen als in een
middelpunt in deze stad groote en goed ver
harde wegen samen, die gewenschte middelen
zyn voor het verkeer. Bovendien ligt ze aan
een stoomtram, waardoor vrij snel noordelyk
gelegen plaatsen kunnen worden bezocht, en
eveneens zuidelyk gelegen plaatsen, in de rich
ting van het welbekende Djokdja, waar de
stoomtram bij den spoorweg aansluit. Eindelijk
is het van verschillende zyden omringd door
Zendingsterreinen van andere Geref. Kerken
in ons land.
3. Er is een dichte bevolking in de residentie.
Magelang zelf telt 26.000 inwoners. De bewo
ners zyn Javanen, oorspronkelijk heidenen, maar
het Mohammedanisme is er eenigszins doorge
drongen. Een opleidingsschool voor inlandsche
ambtenaren trekt zonen van inlandsche hoofden
en andere aanzienlijke inlanders naar Magelang
Bovendien is het een garnizoensplaats. De
landstaal (het Javaansch,) Maleisch en Hol-
landsch wordt er gesproken. De aanleg der
bewoners is goed ijver middelmatig bescha
ving en intelligentie wordt niet geheel gemist.
4. Niet onmogelijk is het, dat er aanknoo-
pingspunten zyn; Als vrucht van de Zendings
actie van wijlen Zendeling Wilhelm is te Ma
gelang in 1890 een inlandsche gemeente ont
staan, en hebben zich in dien tyd hier en daar
kleine kringen van christenen gevormd.
Het spreekt wel vanzelf, dat het -voor de
Zeeuwsche kerken niet gemakkelijk zal vallen
om Bandjar-Negara los te laten, en er Mage
lang voor in de plaats te stellen. Moeilijk zal
het vallen een beslissing te nemen, en nu in
het bijzonder zullen de kerken, die binnen kor-
teren of langeren tyd toch kiezen moeten, be
hoefte gevoelen aan de leiding van den H.
Geest De leiding van Gods Geest is ons in 't
algemeen toegezegd, maar de Heere geeft geen
bijzondere aanwijzing, waar we den Zendings
arbeid zullen moeten beginnen.
Hoe opmerkelyk is het echter, dat de Heere
juist in dezen tyd een dienstknecht van Hem
uit Midden-Java tot de Zeeuwsche kerken wil
doen komen. Naar Gods bevel en de aanbid
delijke leiding Zyner voorzienigheid, staan we
bykans gereed om den missie-arbeid te begin
nen, en juist nu komt ds. Bakker, docent aan
de Keucheniusschool te Djokdja, tot ons, om
ons de vaststelling van een antwoord op de
vraag, waar wij op Midden-Java den zegen des
Evangelies brengen zullen, te vergemakkelijken,
Is ook hierin niet een wondere bestiering van
onzen God Deze Zendingsarbeider weet mis
schien meer dan iemand anders in ons vader
land, waar de Zeeuwsche Geref. Kerken, voor
zoover menschelijk oordeel rykt, het meest
geschikte zouden kunnen beginnen te arbeiden.
Hij kan onze kerken tot raad en voorlichting,
tot hulp en bijstand dienen. En menschelijke
raad en voorlichting, indien goed, is ook een
groote gave van onzen God.
Ds. Bakker wil ons den gewichtigen dienst
bewijzen om ons voor te lichten en om ons
enkele residenties van Midden-Java door zyne
oogen te laten zien. Wij moeten van hier uit
oordeelen over de geschiktheid van een of ander
terrein voor Zending, op grond van gegevens,
waarvan de betrouwbaarheid niet steeds boven
alle verdenking verheven is. Hy kan het weten,
daar hij Midden-Java met eigen oog heeft aan
schouwd, en is daarom tot oordeelen in staat.
Door zyne voorlichting kunnen we een kyk
ontvangen op Midden-Java en inzonderheid op
de residenties Banjoemas met de afdeeling
Bandjar-Negaro en de Kedoe met de afdeeling
en hoofdplaats Magelang. Breedvoerig kan alles
morgen opbreken, naar ge zeidet
„Dat zullen ze, maar langs den weg, dien
ik hun heb gewezenwant ze zyn onbekend
in deze streken."
„Goed. En welke weg is dat?"
Een oogenblik zweeg Julio.
„'t Zijn dure tyden, Monseigneur," bracht
hij ten laatste op huilerigen bedelaarstoon uit,
„en de inkomsten de laatste weken schraal.
Indien Monseigneur."
„Hapert het daar viel de kardinaal ironisch
lachend in. Hy greep in een der laden van
zijn schrijftafel en haalde een goudstuk te
voorschijn, dat hy by het schijnsel der lamp
liet schitteren.
„De kerk weet haar trouwe kinderen te be-
loonen, mijn zoon. Is dit voldoende
„Als het Monseigneur kon behagen het loon
te verdubbelenzooals ik zei, de tyden zyn
duur en"
„En de wyn niet 't minst, nietwaar?" vulde
schamper Zyne Eminentie aan. „Maar laat
ons daarover niet langer spreken. Ziehier de
helft van de belooning," en hy wierp het goud
stuk den begeerigen Julio toe, die het gretig
opving. „De andere helft bekomt ge, wanneer
het drietal in myn macht is."
„Ik dank Monseigneur wèl voor"
„Genoeg. Ik weet dat. Zorg morgen tijdig
genoeg hier te zyn en neem zooveel mannen
worden besproken, wat de betrokken terreinen
voor Zendingarbeid aangaat, en na licht en
schaduw te hebben gezien, kunnen de Zeeuwsche
kerken zelfstandig een definitieve beslissing
nemen.
In myne omgeving merk ik, dat er kerken
zyn, die afgevaardigden zenden naar de aan
gekondigde vergadering te Middelburg, waar
dit gewichtige onderwerp zal besproken worden.
Zóó behoort het. De belangen van de Zending
der Zeeuwsche kerken moeten door alle kerken
met kracht worden behartigd, en dit geschiedt
by ingrijpende zaken het best door afvaardiging.
Werpe de bespreking en beraadslaging een
resultaat af, dat de Zendingsarbeiders op Mid
den-Java, docent Bakker, de Zeeuwsche kerken,
de Generale Zendingsdeputaten, en niet het
minst onzen missionairen dienaar verblijdt, en
ons allen God doet danken.
J. H. Lammertsma.
Axel, 18 October 1911.
CLASSIS MIDDELBURG.
De gewone vergadering van de Classis Mid
delburg zal D.Y. gehouden worden op Woensdag
8 November a.s. Punten voor het agendum
worden vóór 24 October ingewacht by den eerst-
ondergeteekende.
Namens de roepende Kerk
van Oostkapelle,
Ds. C. J. de Kruijter, Praeses.
J. de Voogd, Scriba.
Schoondvjke15 Oct. 1911. Beroepen tot Her
der en Leeraar alhier ds. W. L. Milo te Vianen.
Namens den Kerkeraad,
C. P. de Keijzer, Scriba.
KORTE NOTULEN van de Classis Goes
der Geref. Kerken, gehouden 12 Oct. 1911
in de Consistorie der Geref. Kerk te Goes.
Art. 1. Ds. Bramer, praeses der vorige ver
gadering, opent de vergadering, laat zingen
Ps. 85 vs. 1, leest Ps. 135 en gaat voor in den
gebede.
Art. 2. D.D. de Jager en Postema zien de
credentialen na, waaruit bly'kt, dat alle kerken
wettig vertegenwoordigd zyndrie kerken heb
ben een instructie.
Art. 3. Ds. Bramer spreekt een welkomst
woord tot de broederen, hy feliciteert de die
naren des Woords Koele wyn en Postema met
de op hen uitgebrachte roeping, en spreekt zyn
blijdschap uit over 't besluit van ds. P. en zyn
spijt over 't vertrek van ds. K.
Het moderamen is samengesteld uit de die
naren des Woordsds. Doekes, praeses, ds.
Bramer, scriba, ds. Akkerhuis, assessor.
Art. 4. De notulen der vorige vergadering
worden gelezen en na een enkele opmerking
goedgekeurd en geteekend.
Art. 5. Ds. Doekes rapporteert aangaande
een bezoek inzake een broeder te K.B. en den
betrokken kerkeraad.
Art. 6. Ds. Bramer en br. Geelhoed worden
aangewezen om de bescheiden en boeken na te
zien van den vertrekkenden quaestor.De broeders
rapporteeren, dat alles in orde is.
Art. 7. De vacaturebeurten worden als volgt
geregeld
Borssele D.D. Doekes, de Jager, Lanning.
DriewegenAkkerhuis, Bramer, Doekes.
's GravenpolderLanning, Postema, v. d Veen.
Wemeldingev. d. Y een, Akkerhuis, Bramer.
Art. 8. De handelingen van de Part. Syn.
worden besproken. Niemand heeft iets op te
merken.
Art. 9. Een missive van de Gen. Syn. wordt
voor kennisgeving aangenomen.
Art. 10. Een instructie van de kerk van N.
wordt in behandeling genomendit verzoek
wordt door de Classis gesteund.
Art. 11. De kerk van Goes stelt voor unifor
miteit te brengen in het houden van den dank
dag. 't Bly'kt, dat de meeste kerken binnen de
Cl. Goes den laatsten Woensdag van November
mee, dat de vogels niet ontsnappen. Gy kunt
gaan."
Reeds twee uur na middernacht posteerde
Julio zich met een tiental handlangers van den
kardinaal achter het struikgewas van den zy-
weg, dien de drie vrienden zouden inslaan.
„Nu neemt onze tocht voorgoed een aanvang"
zegt Guarino. „Daar ryzen de Alpen, die we
over moeten. Ze zijn als het scherm, dat de
stralen van het licht nog voor onze oogen
verbergt."
„Maar iedere stap brengt er ons dicht by,"
valt Cornelio hem in de rede. „Met goeden
moed voorwaarts!"
„Ja, voorwaarts en excelsior!" laat Curione
zich hooren. „Hoe brandt myn hart van ver
langen, om den man te zien wiens geschriften
myn oogen hebben geopend voor de waarheden
van Gods Woord."
En werkelijk, aan zyn oog, dat fonkelt van
geestdrift, is het te zien, hoezeer deze betui
ging hem ernst is.
Opgewekte gesprekken voerend vervolgen zy
hun weg, in het vuur hunner redeneeringen
weinig de voorzichtigheid betrachtende.
„Ginds is de zyweg, waarvan die Julio giste
renavond sprak," zegt Cornelio.
(Wordt vervolgd.)
Een verhaal uit de eerste helft der 16 eeuw
door Zelandia.
6) HOOFDSTUK IY.
Vroegtijdig begeven onze drie vrienden zich
den anderen morgen weder op marsch. Ware
het doel der reis niet scherpe prikkel genoeg
geweest, om hen de slaapsteden by het krieken
van den morgen reeds te doen verlaten, gewis
had de schoonheid der natuur hen naar buiten
gelokt. En toch, het schoon der omgeving
maakte niet den diepsten indruk op hun geest,
hoewel het zeker in de reinste harmonie was
met de gesteldheid hunner ziel. Ze voelden
zich zoo wonder blijmoedig gestemd en hun
hart zong mee met de hymnen, die de ontwa
kende natuur haar Schepper wijdde.
Minder welgemoed waren ze voorzeker de
vallei van Aöste binnengetreden, indien het
hun gegund ware geweest een blik te werpen
achter 't dicht struikgewas, dat den weg om
zoomde, dien ze straks naar Julio's aanwijzin
gen hadden in te slaan.
Gaan we eenige uren in onze geschiedenis
terug.
We lieten Julio staan voor de deur van het
paleis van den kardinaal-bisschop Boniface te
Ivrea.
Ofschoon de avond reeds verre verstreken
was, werd de late bezoeker na eenige oogen-
blikken wachtens toch door den portier bin
nengelaten. Hy scheen niet geheel en al een
onbekende op deze plaatsten minste, de be
diende, die hem naar het doel van zijn komst
vroeg, toonde niet de minste verwondering,
toen Julio verzocht, onmiddelyk by den kar
dinaal-bisschop te worden gebracht. Weinige
minuten daarna verzocht de bediende Julio,
hem te volgen en weldra stond deze in het
studeervertrek van den geestelijke.
Boniface bleef eerst geruimen tijd aan den
arbeid. Onderwyl wierp Julio verholen blik
ken naar Zijne Eminentie. Eindelijk legde
deze de pen uit de hand, wenkte Julio nader
te komen en vroeg hem de reden van zyn komst.
Julio begon zyn wydloopig verhaal, telkens
afgebroken door vragen van den hoogwaardige.
Scheen hy eerst weinig belang te stellen in
het relaas, langzamerhamd teekenden zyn trek
ken grooter opmerkzaamheid.
„En waartoe komt ge me dit alles vertellen
luidde ten slotte zijn vraag.
„Omdat ik deze lieden in uw handen kan
leveren, Monseigneur."
„Ze zullen immers reeds in den vroegen