Gereformeerd Gymnasium
UURWERKEN enz.
O. J. HONDIUS,
Kantoor Vlasmarkt K 146
GROOTE SORTEERING
I J. Mil vl F. Keulemans.
Gereformeerde Zoiidagssehool-Vereeniging
„Jachin".
Kerk en Schoolnieuws.
Verantwoording van Liefdegaven.
INGEZONDEN STUKKEN.
Nog vier-en-twintig jongens.
Wie spoedig helpt, helpt dubbel.
Advertentiën*
te KAMPEN.
Dinsdag 12 September a.s,
Beste middel tegen Moesten
tot verzuim van den Dienst des Woords, wil ik
er wederom op wijzen, boe betamelijk dit is
De dag des Heeren is niet onze maar Gods
dag, dien zult gij dan ook den Heere heiligen.
Ik wil gaarne toestemmen, dat menigeen in de
dagen der week geen tijd heeft om iets te ge
nieten van Gods heerlijke natuur, maar mij
dunkt, dan behoeft uw ziel, en den dienst van
God in zjjn huis, op den Zondag daar toch
niet om te lijden.
Laat ik nu eens onderstellen, dat ge 's mor
gens om 7 uur den dag aanvangt, en om 10
uur 's avonds eindigtdat is dan een Zondag
van vijftien, zegge 15 uren.
Kan daar nu niet hoogstens 2x2 4 uren
af voor den dienst des Heeren in zijn huis
Dan houdt ge nog 11 uren over.
Mij dunkt, hier kan geen uitvlucht baten.
Zoo behoort ge dan allen tweemaal per dag,
dus evengoed des avonds als des morgens, in
Gods huis te verschijnen met uwe kinderen.
Ouders, ziet toe op uwe kinderengij dient te
weten waar zij zich, op Gods dag vooral, be
vinden. En geeft gij zelf toch een goed voor
beeld.
Het is een droevig feit, dat men tegenwoor
dig soms heele gezinnen onder kerktijd, vooral
's avonds kan vinden op de Nieuwe Weg, in
het Plantsoen en thuis. Ik zonder van
mijn beschouwing uit, die om wettige redenen
bij hun jongere kinderen moeten thuis blijven,
maar overigens vind ik het eenvoudig een
schande. En zulke leden moeten avondmaal
vieren, en een goede attestatie mee krijgen als
ze naar elders vertrekken
Maar ik gruw er van, en vraag mij afwaar,
waar is de vreeze Gods? Wie met de daden
toont, dat hij in God en Zijn dienst, met name
in Zijn heilig huis, niet vindt zijn lust en zjjn
leven, die deed beter met zich dan ook niet
uit te geven voor een levend lid van Christus'
Kerk.
Een ieder behartigé deze vermaning.
Als God Zijn Woord opent en ons roept,
heeft niemand het recht te zeggenIk kom
niet. Kamp. Kerkb.
Bovengenoemde Yereeniging hield haar jubi
leum-vergadering op 26 Juli j.l. In de keurig
versierde Oosterkerk te 's Gravenhage waren aan
den morgen van dien dag vele afgevaardigden
van afdeelingen en corporaties, benevens zeer
veel belangstellenden saamgekomen om herin
nerd te worden aan Gods weldaden.
De tweede voorzitter, ds. J. Douma, leidde
de vergadering. Nadat Ps. 68 10 gezongen
was, las hij 2 Kron. 15 17, en riep, na
voorgegaan te zijn in gebed, den aanwezigen
een hartelijk welkom toe. De feestrede werd
hierna gehouden door den voorzitter ds. J. N.
Lindeboom van Zutphen, naar aanleiding van
2 Kron. 15 7. Aan het einde der feestrede
werd door de vergadering een paar coupletten
gezongen van een voor dezen feestdag vervaar
digd lied door het bestuurslid D. Mulder van
Zierikzee, welke hierom door den voorzitter tot
Jachin's dichter werd geproclameerd.
Op voorstel van het bestuur werd vervolgens
een telegram gezonden aan H. M. de Koningin,
en staande werd gezongen het le couplet van
het „Wilhelmus". Nu kreeg de 2a secretaris,
ds. Tazelaar, het woord, die een kort verslag
uitbracht omtrent den arbeid der boekbeoor-
deeling en het orgaan der vereeniging„De
Zondagsschool". Hij noemde dit de vaandelen
Men sprak hem niet tegen, doch het was dui
delijk merkbaar dat men moeite had te ge-
looven, dat wat hij zeide, werkelijk waar was.
„En zouden er dan dus ook van nacht, met
dit koude en aangrijpende weer, in Londen
kinderen buiten slapen?" vroeg men hem.
„Zeer zeker", zei dr. Barnardo.
„Daar zouden wij ons dan wel graag zei ven
eens van gaan overtuigen," klonk het nu.
Onze vriend wilde niets liever dan aan dien
wensch gehoor geven; terstond werden er rij
tuigen besteld en reden de heeren, door hem
den weg gewezen, naar Billingsgate Market,
waar hij wist dat vele jongens 's nachts ver
blijf hielden. Toen men echter de rijtuigen
liet stilstaan en uitstapte, was er geen enkele
jongen te zien. Een oogenblik sloeg dr. Bar
nardo de schrik om het hartmaar een po
litieagent, die wacht hield bij een verwarden
hoop kisten, manden en leege vaten, waar
schijnlijk bestemd voor inscheping op de rivier,
en thans overdekt met reusachtige stukken
zeildoek, deelde hen mede, dat de jongens wel
degelijk aanwezig waren.
(Slot volgt.)
van „Jachin", die opgestoken werden in den
naam des Heeren.
In verband met. dit verslag werd meegedeeld
dat „De Zondagsschool" tot nog toe om de
3 maanden verschijnend, weldra verschijnen zal
om de 6 weken.
Uit het verslag van den penningmeester, de
heer Koster, bleek o. a. dat aan behoeftige
Zondagsscholen in 1910 werd uitgekeerd een
som van bijna f200, en er een batig saldo in
kas bleef groot f 15.09Vs> In den loop des j aars
ontvielen aan de vereeniging 6 leden door den
dood, terwijl 17 bedankten. Daartegenover staat
dat 48 nieuwe leden werden ingeschreven, ter
wijl 8 afdeelingen en corporaties toetraden, zoo-
dat het getal leden met ongeveer 100 werd
vermeerderd. In Den Haag heeft „Jachin"
slechts 4 leden en 1 corporatie. Dit ledental
werd voor Den Haag staande de vergadering
met één zegge één vermeerderd. Met
het oog op de groote uitgaven, verbonden aan
het verschijnen van „Jachin's gedenkboek",
drong de penningmeester zeeraan op het aan
werven van nieuwe leden voor „Jachin". In
aansluiting hieraan werd meegedeeld, dat het
„Gedenkboek", van „Jachin" voor leden van
„Jachin" bij den heer P. Koster te Appelscha
verkrijgbaar is voor f 1.25 ingenaaid en f 1.75
gebonden in prachtband. Voor niet-leden voor
fl.90 ingenaaid en f2.40 gebonden. Dit ge
denkboek is ruim 400 pagina's groot en ver
sierd met vele portretten en aardige kiekjes,
den Zondagsschool arbeid betreffende.
Vervolgens gaf de le secretaris, de heer Oranje,
een kort historisch overzicht van „Jachin's"
geschiedenis, waarin de namen werden genoemd
van allen, die als bestuursleden, hetzij langer
of korter tijd, de belangen van „Jachin" had
den behartigd. Vóór de pauze werd nog het
woord gevoerd door de heer G. P. Fruijt, af
gevaardigde van de Ned. Zondagsschool-Ver
eeniging, die de beste gelukwenschen voor
„Jachin" uitsprakterwijl ook nog werd mee
gedeeld dat de aftredende bestuursleden, de
heeren Koster en Mulder, waren herkozen resp.
met 53 en 51 stemmen.
Na de pauze werd de namiddagvergade
ring aangevangen met de uitvoering door een
kinderkoor, van het eerste gedeelte van een
kindercantate „Leiden's strijd en zegepraal,"
terwijl in den loop der vergadering ook de
andere deelen dezer cantate ten gehoore wer
den gebracht.
Prof. L. Lindeboom sprak in deze vergade
ring over het ontstaan van „Jachin" en ds.
Tazelaar over den Zondagsschool-arbeid in 't
algemeen, welke ook in onzen tijd nog niet
overbodig kon worden geacht. Voorts spreken
verschillende afgevaardigen, waaronder ook die
van het Geref. Tract. Gen. Filippus, ds. Mulder
van Broek op Langendijk, hunne heilwenschen
uit. Nog zy meegedeeld dat onder de afge
vaardigden ook twee gesteld werden van Geref.
Kerkeraden. Moge vooral ook door de Geref.
Kerkeraden „Jachin" nog meer worden gesteund.
Aan den gemeenschappelijken maaltijd, ge
presideerd door het bestuurslid A. van Namen,
zaten ruim 70 gasten aan en ging het zeer
gezellig en recht aangenaam toe, terwijl ook
hier nog menige heil wensch uitgesproken werd
en door den penningmeester al de leden van
het hoofdbestuur aan de gasten werden voor
gesteld.
In de avondvergadering, welke in de Ooster
kerk werd gehouden, en die ook tamelijk goed
bezocht was, sprak ds. v. d. Linden over Matth.
18 25terwijl de slotrede werd gehouden
door ds. J. Douma. Ook nu weer zong het
Haagsche kinderkoor, terwijl ook nog werd
meegedeeld, dat een telegram was ontvangen
van H. M. de Koningen, uit Brussel afgezon
den, en dat als secundus-bestuursleden voor
1911 waren gekozen de Heeren C. Maliepaard
te 's Gravenhage en dr. van Es te Leiden.
Met dankzegging werd deze samenkomst ge
ëindigd, nadat gezongen was Ps. 22 16.
Worde „Jachin" door den Heere gezegend en
ten zegen gesteld
Op reis, Augustus 1911. P. Koster.
TWEETAL,
te Blokzijlcand. E. Beukema te Hoogeveen
ds. R. Middelveld te Nieuw Bninen.
DRIETAL.
te Randwijk ds. H. W. Felderhof te Doesburg
ds. O. J. Geerling te 's Graveland
ds. E. Schouten te Bolnes
te Assends. J. E. Goudappel te Dieren
ds. H. W. Laman te Zierikzee
ds. J. A. de Vries te Zaandam.
BEROEPEN,
te Rozenburgds. J. van Haeringen te Hoek
van Holland
te Middelharnisds. J. van Henten te Dedems-
vaart
te Beilends. N. G. Kerssies te Den Ham
te Randwijkds. O. J. Geerling te 's Graveland.
AANGENOMEN,
naar Groningen Ads. R. Hamming te Zaam-
slag
naar Hollandscheveldds. W. Fokkens te
Stadskanaal.
BEDANKT,
voor Nieuw Amsterdamds. Joh. Jansen te
Burum
voor Tholends. J. Vesseur te Elburg
voor Oosterzeeds. J. M. de Jong te Raard
voor WerkendamBds. E. J. Wientjes te
Krimpen a. d. Lek
voor Lekkerkerk: ds. N. Diemer te Dronryp.
Ds. F. Bruinsma nam Zondag afscheid
van zijne gemeente te Sckarendyke, met een pre
dikatie over Ex. 18 20 en 21.
Vlissingen Ontvangen in de collecte voor
de Kerk, op 30 Juli j.l. een bankbiljet ad f 10,
Namens den Kerkeraad,
P. G. Laernoes, Scriba.
Zendings- Vereeniging Middelburg A
Gevonden in de Kerkcollecte f 1.en ont
vangen het busje van O, bevattende f2.685.
De Penningmeester,
A. D. Littooij Az.
(JBuiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur
Zeer gaarne zag ik onderstaande regelen ge
plaatst in 't Zeeuwsch Kerkblad, waarvoor bij
voorbaat mijn hartelyken dank.
Uw blad lezende, trof mij het opschrift„Het
gevaar der Geref. Jongelingsvereeniging".
Daar die vereeniging mijn volle symphatie
heeft, gesteund door een tienjarige praktijk,
kan het niet anders, of alles heeft mijn harte
lijke belangstelling, wat over haar gezegd en
geschreven wordt.
Bij het begin dacht ik, dat door inzender
van 't bewuste stuk een afgrond zou gewezen
worden, waar die vereeniging naar toe holde,
doch weldra bemerkte ik, dat myn schrik te
voorbarig was en in ieder geval inzender zelf
deelde in 't gevaar, toen ik gevoelde dat ook
hij nog in die vereeniging zat.
Gelukkig, dus geen kritiek van hen, van wie
wij zoo gaarne meerdere belangstelling zagen.
Vr. Melse, in de le plaats, wil ik buiten
bespreking laten, dr. H. Bavinck, evenzoo Sta
ring, verder Van Oosterzee, en Beets, ja zelfs
ook „een tuinier", om dan even in te gaan op
wat u zelf meende te moeten zeggen.
En dan zou ik u willen vragen Wat is toch
uwe ervaring op het gebied der Jongelings-
vereeniging Waar beslist men over vraagpun-
I ten, waarover de groote geesten onzes volks
nog dagelyks strijd voeren?
Welke onderwerpen behooren beter thuis op
een predikanten-conferentie, of op de kiesver-
eeniging
Geeft ons Jong.blad dan vergeefs leiding
Zjjn onze ringen dan niet bij machte dat
gevaar te keeren?
Hoe komt u tot de slotsom daaruit de wei
nige belangstelling in de Jong.-Vereeniging te
verklaren.
Zoo schrijven over „ootmoed" als u deed,
brengt ons verder weg.
Dat kan terugdringen de jongelingen zelf,
hen die juist bezig waren zich te geven aan
ons werk in vereeniging, want waar is de grens
U zegt dit niet, noemt groote dingen, waar
ik, met eenige ervaring, niets van weet.
Waarom terugdringen? Er zijn (gelukkig
slechts weinige) ouderen, die eenigszins min
achtend neerzien op het werk der Jong-ver
eeniging, en zoo die jongelingen het eens by
gelegenheid aandurven iets op te merken, dit
voor opgeblazenheid willen aanmerken.
Treft zulk een verpletterend oordeel nu som
migen, dan zullen zij, lezende uw stuk, zich
terneergeslagen voelen. En dit mag niet, daar
zyn geen feiten voor, „dat de vereeniging op
geblazenheid kweekt.
Liever had ik dan ook van uwe hand, als
medestrijder, dit oordeel van „enkelen" zien
weerlegt in een warme opwekking, dan die
grove teekening van een „denkbeeldiggevaar".
'k Zie liever bij onze jongelingen een warme
geestdrift en een moed tot onderzoek, dan een
angst om bij de „opgeblazenen" gerekend te
worden.
Rooit is opgeblazenheid een gevolg van de
vereeniging, daar hoe meer men onderzoekt,
hoe meer wij kunnen zien, hoe weinig wy
weten. Ten slotte, mijne ervaring is deze
Zy op wier belangstelling wij hoogen prijs
stellen, zjj hebben nooit afkeuring uitgesproken,
over ons hedendaags werken, maar zijn steeds
met warme belangstelling bezield.
Als zij meenen in 't algemeen, op den eisch
van den Apostel Petrus „Zyt met ootmoedig
heid bekleed" te moeten wijzen, zal dit dank
baar worden aanvaard.
Met groete,
F. D. G. Prins.
Vlissingen.
Aan den heer F. D. G. Prins
te Vlissingen.
Wij hebben dit stuk geplaatst, omdat wy
den inzender graag eens hooren uitpakken en
waarschijnlijk anderen eveneens oordeelen. Gij
beluistert toch in dit schrijven een heerlijke
warmte voor de jongelings-vereeniging en deze
is het waardig. Wij mogen wel die vurigheid
van geest, die iedereen past, maar vooral jeug
dige menschen.
Alleen veroorlove hij me een vraaghy zegt
wel over wie hy het niet wil hebben, maar
niet tegen wien zyn schrijven gericht is. Ja,
tegen den Redacteur, maar tegen welken? En
wat heeft die Redacteur toch misdaanAls
ik het goed begrijp, dan heeft hy onbewezen
beschuldigingen tegen de jongelings-vereeniging
neergeschreven. Nu indien dit waar is, dan
is het onbehoorlijk. Dat mag nimmer. Maar
vooral niet tegen een Vereeniging, die zulk
een voortreffelijke handleiding, ringen en nog
andere uitnemende dingen heeft. Doch waar
en wanneer en hoe heeft die Redacteur zich
daaraan schuldig gemaakt. Het zal toch zeker
niet te veel geëischt zyn, wanneer wy vragen
noem het stuk en de uitdrukkingen, welke uwe
verontwaardiging hebben gaande gemaakt. In
dit geval kunnen wy weer zien. Eerst als de
aanklacht voldoende bewezen is, dan zullen
wy oordeelen, wat wy te doen hebben.
Bouma.
Geachte Redactie
Mogen we voor 't laatst in dit jaar, nog een
bescheiden plaatsje in uw blad voor onder
staand stuk vragen
Nu nog vier-en-twintig jongens. Reeds ruim
150 van onze zwakke kinderen vonden in dezen
zomer lcostelooze opname. Voor alle meisjes
hebben we reeds plaats gevonden. Dankbaar
zijn we daarvoor dankbaar aan God, dankbaar
aan de vele gegoede Christenen in de gezonde
streken van ons vaderland, die reeds voor ten
minste drie weken hun huizen gastvry voor
onze kinderen hebben opengesteld.
Maar wy zijn nog niet voldaan. Wy mogen
niet rusten voor ook de laatsten een plaatsje
hebben gevonden. Nog eenmaal zenden wy
daarom onze bede uit voor de 24 jongens
die nog overbleven. Ook deze hebben het alle
zoo noodig eens een poosje buiten te zyn, heeft
onze dokter verklaard. Heusck, gjj zult geen
last van ze hebben, al zyn het jongens. Dat
hebben het hoofd der school en de klasse-
onderwyzer ons van elk in 't byzonder uitdruk
kelijk verzekerd. Zie dan deze zwakke jongens
voor u staan. Vriendelyk zien zy tot u op en
vragen„Heeft U niet een plaatsje voor een
of meer van ons in uw huis?"
Komt, gy allen, die tot nu toe geaarzeld
hebt, aarzelt niet langer. Laat de geest der
barmhartigheid vaardig worden over u en zoo
gij een van deze kleinen wilt ontvangen in uw
huis, wendt u dan tot onzen secretaris, den heer
G. Muijs, le Hugo de Grootstraat 8, Amsterdam,
die u ook gaarne alle inlichtingen verstrekt.
Het Bestuur van „Vacantie Buiten"
J. Tii. R. Sciireuder, Voorzitter.
G. Muijs, Secretaris.
J. Klopper, le Penningmeester.
F. Letting a, Vice-Voorzitter.
J. v. d. Sluijs, 2e Secretaris.
K. v. d. Berg, 2e Penningmeester.
H. A. Scholtz, Algem. Adjunct.
Het tweede Toelatingsexamen voor het Gym
nasium zal D.V. worden afgenomen op
Aanvang 10 uur.
Schoolgeld f 80 's jaars (minimum).
Aangifte by den Rector
Dr. J. J. ESSER.
is het voortdurend gebruik van ROGGE
BLOEM des morgens vóór het ontbyt.
Deze Roggebloem is en wordt onderzocht
door het scheikundig bureau alhier en is vol
komen zuiver be? on den.
Verkrygbaar Magazyn „Groenen Draak",
hoek Langeviele te Middelburg. Pakjes van
5 ons a 13 cent en by de verdere Wederver-
koopers.
In EFFECTEN, COUPONS en INCASSEE-
RINGEN, BRAND-, INBRAAK-, ONGEVAL
LEN- TRANSPORT- en LEVENSVERZEKE
RINGEN.
Neemt gelden Ül deposito.
Vertegenwoordiger van de Noord-Nederland-
sche Hypotheekbank voor de uitgifte van
PANDBRIEVEN en het sluiten van HYPO
THEKEN.
LANGEDELFT H 20.
Aanbevelend,