ISoekli. FANOY.
Offieiëele Berichten.
INGEZONDEN STUKKEN.
BOEK A ANKONDIGING.
Advertentiën.
Ruime keus In Prentenboeken, Kin*
derboeken, Briefkaartalbnms, Plak'
albums. Postzegelalbums, doosjes met
Potlood en Penhouders Zelfdrukkerljen
KERKBOEKJES VOOR KINDEREN.
AUes zeer geschikt voor Cadeau!
voor Assen dr. T. Hoekstra te's Hertogenbosch
voor Bozumds. F. Wiersma te Engwierum
voor Ridderkerkds. J. Koelewyn te Kruiningen
voor Middelburg Cds. A. v. Dijken te Overtoom.
Wijlen de heer J. van Alphen heeft aan
de Geref. Kerk te Hengelo f13000,— gelega
teerd.
In de eerste helft van dit jaar ontvielen
aan de Geref. Kerken vier dienstdoende en vyf
emeriti-predikanten. Zeven predikanten werden
emeritus verklaard. Het aantal dienstdoende
predikanten bedroeg op 1 Juli 563 en dat der
emeriti 86.
Middelburg C. De Kerkeraad ontving heden
het teleurstellend bericht, dat de WelEerw.
Heer A. van Dijken, pred. te Overtoom, voor
de beroeping naar deze Gemeente bedankt.
De Kerkeraad voornoemd,
in zijnen naam,
A. Punt, Scriba.
Middelburg, 27 Juli 1911.
Wegens het verrichten van werkzaamheden
in de Noorderkerk, zal ondergeteekende a. s.
Donderdag 3 Augustusin de Consistoriekamer
der Hofpleinkerkdes voorm. van 11 tot 12 ure,
zitting houden om van de Gereformeerde Ker
ken in de Classe Middelburg de collecten voor
de Theologische Faculteit der Vrije Universi
teit in ontvangst te nemen.
Voor de goede orde verzoekt hij beleefd alle
bedoelde kerken, hieraan wel te willen voldoen.
De correspondent voor de Classicale
Collecten,
A. Punt.
Middelburg, 27 Juli 1911.
Axel A. Den 20 Juli j.l. ontvingen wij be
richt van onzen Herder en Leeraar den Wel
Eerw. Heer ds. J. H. Lammertsma, dat liy
eene roeping ontvangen had van de Geref.
Kerk te Asperen.
Namens den Kerkeraad,
Joz. de Feijter Jsz., Scriba.
Kruiningen, 26 Juli 1911. Deze dag was
voor kerkeraad en gemeente een dag van
vreugde, daar ze van haar Leeraar vernemen
mocht, dat Z.Eerw. vrijmoedigheid gevonden
had om voor de roeping naar Ridderkerk te
bedanken. Ruste 's Heeren zegen verder op
dit besluit en zij Hij de teleurgestelde gemeente
nab\j, naar 't woord Zijner belofte.
Namens den Kerkeraad,
C. Lavooij, Scriba.
Gryjpskerke 27 Juli 1911. Zondagavond om
zes uur zal D.V. in de Kerk alhier eene open
bare Zendingsbijeenkomst worden gehouden,
waarbij ds« Merkelyn een inleidend woord zal
spreken over: „De Zending in betrekking'tot
den Islam/ waarna gelegenheid wordt gegeven
tot het vragen van inlichtingen.
Namens de Gecommitteerden tot de Zending.
A. P. Rotte, Secretaris.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur
Met de meeste bescheidenheid vraagt onder
geteekende een klein plaatsje in Uw veel gele
zen blad.
leman" hem misschien wel toe zou staan dien
éénen nacht bij het vuur te gaan liggen„en
heusch waar mijnheer, wij zullen geen kwaad
doen".
Maar de jonge Dokter wilde er niets van
hooren en vond het een vreemde vraag van
het kereltje.
„Neen, neen, kinderen, zei hij beslist, daar
kan niets van komen; en wat zou jullie Moeder
daar wel van zeggen.
„Wij hebben geen moeder, mijnheer."
„Maar je vader dan?"
„Ook geen vader mijnheer".
„Waar wonen jullie dan?"
„Nergens Mijnheer, op de straat".
„Och kom, jongetje, nu moet je me niet met
draaierijen aankomen heb je dan geen familie
of vrienden?"
„Neen mijnheer, eerljjk waar niet," zei de
arme Jimen ook Polly zei met een treurig
stemmetjeheusch mijnheer, Jim jokt nooit,
vader en moeder zijn dood en wij wonen op
de straat, maar och toe Mijnheer, laat u ons
hier als 't u blieft blijven, 't is buiten zoo
koud; dan krijgt u een doosje lucifers van mij,
want die verkoop ik," vervolgde ze heel ge
wichtig.
Dr. Barnardo moest lachen om het groote
aanbod, doch wenkte de kinderen bij het vuur
en liet ze op een bank plaatsnemen.
Indien het waardig is, geplaatst te worden,
dan bij voorbaat mijn hartelijken dank.
Ik wilde nog een en ander zeggen over het
houden van den Zendingsdag der Geref. Kerken
in Zeelapd.
Ik heb al uitgezien in „Zeeuwsch Kerkblad"
of er /niemand van de broeders was, die zijn
pen op bevoegder wijze kon kanteeren, om in
zyn schrijven ook mijne gedachten te vertolken.
Maar te vergeefs. Iedereen schijnt er over
uitgedacht te zijn.
Maar, M. d. R. als ik dan Z. K. van 30 Juni
nog eens ter hand neem en ik lees het artikel
van ds. Laman aan het slot, dan moet ik zeg
gen Juist broeder, juist zoo is mijne gedachte
precies.
En dat is niet alleen een gedachte maar dat
bewijzen de feiten. Ja, zij bewezen het al op
den volgenden dag.
Toen de goedkoope trein naar Nijmegen reed
waren er al Gereformeerden wiens aangezicht
wij op den Zendingsdag tevergeefs zochten.
Waarom kan men dan den geheélen dag het
werk staken? en op den Zendingsdag zelfs
nog niet een halve, hoewel ook het bijwonen
van den Bidstond behaaglijk is.
Nu wil ik hier niet mee zeggen„De
Woensdag was de meest geschikte dag." In 't
geheel niet.
Van ganscher harte hoop ik dat de Zendings-
deputaten, zoo de Heere wil, op een volgend
jaar een geschikter dag kunnen vinden, opdat
er dan meer in de gelegenheid zouden zijn om
te komen. Maar ziet nu eens naar verleden jaar.
Indien ik me niet vergis, was het juist één
week nadat in Oostelijk Zuid-Beveland op
Zaterdag de Goesche kermis was gevierd.
Men had dus toen een dag vrijaf gehad en
toch waren er de volgende week ook uit te
voren genoemde streken op Koudekerke om
den Zendingsdag mee te vieren, terwijl er later
geen stemmen zijn opgegaan over een moeilijke
dag en nu het toch maar hetzelfde is, nu hoort
men anders niet.
Of is het soms, dat voor de arbeidende klasse
de inkorting van loon dan te veel in één week
kwam.
Och broeders Als wij het er nu toch voor
over hebben, kan het dan niet zoo goed deze
week, als de volgende. Is dat verschil nu toch
waarlijk zoo groot
M. d. R. Zou dat wel de oorzaak zyn
Nu hoop ik van harte, dat de broeders my
goed zullen verstaan.
Ik spreek hierboven met het oog op de lauwe
Gereformeerden, die nog niet geheel koud zijn
maar ook in geen geval warm voor de zaak
des Heeren. Die wel weten, dat hun plicht is
„mee te leven met de Kerk," maar die al spoe
dig een reden van verontschuldiging weten in
te brengen.
By dezulken is het niet gemakkelijk goed
te doen.
Moesten deputaten daar naar luisteren, dan
zou de Zendingsdag van de ééne maand tpt de
andere worden uitgesteld en eindelijk *afge
steld.*
En, waarlijk broeders Als de Zendingsdag
dan eerst gehouden moet worden als „alle"
br. en z. zeggen dat is een geschikte dag voor
my, dan zal er misschien wel nooit weer een
gehouden kunnen worden. Een oud spreekwoord
zegt: „Er kunnen zooveel schikkingen in een
zak." En daarmee geloof ik, dat wy in dit
geval ook rekering moeten houden.
Nu wil ik ook weer niet zeggen dat allen
die er niet geweest zyn zich zeiven op boven
„Nu Jim, moet "je mij eens alles vertellen,
en jullie krijgt allebei zooveel koffie als je lust
en een warm plaatsje om te slapen ook, als
je my je geheele vertrouwen schenkt," zei hun
vriend, want hy begon te vreezen dat de kin
deren de waarheid spraken.
Jim beschouwde zich volstrekt niet als een
martelaar en de warme koffie, bovendien een
lekkere slaapplaats lachte hem bijzonder toe,
en zoo vertelde hy dan met schitterende oogen
al wat hy zich kon herinneren. Van vaders
dood, hun armoede, toen van Moeder enz. enz.
Polly wierp haar opmerkingen er tusschen,
bang dat Jim iets zou vergeten aan die lieve
mynheer te zeggen.
„En heb je school gegaan Jim?" vroeg dr.
Barnardo toen.
„Ja mynheer, toen vader nog leefde."
„En eerlijk antwoorden hoor ken je
nog meer zulke arme jongens, die 't geheel
geen thuis en geen vrienden hebben in deze
wereld?"
0„ ja wel, Mynheer, een massa, ik zou ze
niet eens allemaal kunnen tellen!"
„En zou je me kunnen wyzen, waar som
mige van die jongens slapen?
„Zeker mynheer," zei Jim, opgewekt door
de lekkere koffie, die dr. Barnardo hun naar
hartelust had laten drinken. En direct opstaande,
nam hy Polly by de hand, die alweer zat te
bedoelde wijze willen vrijpleiten. Neen, ge
lukkig is dat zoo nietWant ik weet, dat er
altyd br. en z. in de gemeente zyn die wel
mee willen leven, maar die absoluut niet kun
nen. Zoo zal het ook nu wel by velen geweest
zijn. En dat is voor onszelven o, zoo treurig.
Het is bedroevend, te willen met al de liefde
van het hart en toch niet te kunnen. En welke
dag zullen deputaten dan uit schrijven als
Zendingsdag? Voorwaar, een moeilijke vraag.
Op een Christelijke Feestdag? Dat kan ook
voor iedereen niet altijd even gemakkelijk.
Dan zouden wij ook weer genoeg „ja maar's
hooren. Wy zouden hier ook op enkele feiten
kunnen wyzen, dat dit voor vele personen
moeilijk zou zyn. En op een gewonen werk
dag dan? Ja, dat is toch nog meest geschikt
en dat zou ook wel kunnen. Die ééne dag in
een geheel jaar.
Maar hoe jammer, hoe treurig dat wy dik
wijls nog zooveel lauwheid bespeuren in de
gelederen onzer Gereformeerden.
Een fietstochtje, daar nemen soms, het is een
jammerlijk feit, leden of doopleden der Geref.
Kerk deelaan, maar de Zendingsdag? Zouden
allen er wel aan denken
O, de Heere geve, .dat er een krachtig opwa
ken kome opdat ouden en jongen zich zouden
opmaken om te hooren naar de heerlijke woor
den die als van God zelf door den mond van
zijne dienstknechten tot ons gesproken worden.
En nu ten slotte nog één vraag.
Ryke broeders en zusters onzer Gereformeerde
Kerken werkgevers en werkgeefstersIk
durf het haast niet te vragen, maar het
moet my toch van het hart. Wanneer het dan
is, dat een arme buurman of arbeider door
financiëele omstandigheden gedrongen wordt
thuis te blyven en toch zoo gaarne zou willen
gaan, zouden u lieden dan niet eens in de beurs
willen tasten om hen het dagloon te geven?
Vele zielen zouden op die manier verkwikt
kunnen worden.
Gy hebt zoovele voorrechten die een werk
man missen moet en het zou hem zoo welda
dig aan doen als hy op die manier zyn wensch
en bede zag vervuld.
De Heere zelf neige de harten van br. en z.
om in alle omstandigheden zyn wil te doen,
van welke wy, Geref., toch belijden, dat die
alleen goed is.
K. M.
Menigerlei Genade. Wekelyksche leer
redenen onder Redactie van dr. P. A. E.
Sillevis Smitt en dr. B. Wielenga met
medewerking van vele Geref. Predikanten,
uitgave van J. H. Kok Kampen.
Wy vestigen by vernieuwing de aandacht
op deze leerredenen, die zeer geschikt zyn om in
de samenkomsten der gemeente gelezen te wor
den. Wat wij verwachten, is uitgekomen deze
leerredenen zyn degelijk en stichtelijk. Zy ge
ven in duidelijke taal de genade der H. Schrift
weer. Het is onze wensch, dat zy een goed
onthaal in breeden kring vinden.
De Wonderen van den Zaligmaker door
G. Wielenga Predikant te Zwolle. Met
een voorrede van Prof. H. Bavinck uitgave
van J. H. Kok. te Kampen.
Ook dit werk blyven we aanbevelen. Op
stevig papier met een flinke letter gedrukt laat
het zich gemakkelijk lezen. Eerst geeft de
schrijver een toelichting over de omstandighe
den, waaronder het wonder geschiedde, dan een
zeer duidelijke verklaring van de woorden,
waarmede het wonder verhaald worden en ein
delijk een aanwijzing van de beteekenis, welke
de daad van Jezus heeft.
knikkebollen verlangend om zyn nieuwen
vriend, in wien hy een echt kinderlijk vertrou
wen begon te stellen, alles te toonen wat deze
maar zou verlangen te zien.
Zoo gingen ze dan met z'n drieën half één
s'nachts de straat op, om een der slaapplaatsen
te bezoeken van de arme kinderen, die geen
thuis hadden en geen ouders om voor hen te
zorgen.
Dr. Barnardo en Jim hielden elk een handje
van Polly vast en zoo stapten zij vlug door,
tot zy eindelijk bij Houndsditch een smalle
straat insloegen, waar hy stil bleef staan.
„Nu zijn we er", zei Jim. Was dit de plaats
waar zy wezen moesten
„Maar waar zyn de jongens dan En dr.
Barnardo stak de eene lucifer na de andere
aan, keek onder kruiwagens en in donkere
hoeken, maar kon geen enkele jongen ontdek
ken. Hy zuchtte, had Jim hem dan toch nog
bedrogen? Maar Jim trok hem aan de jas
en schudde driftig het hoofd.
„Daar zouden ze nooit durven gaan liggen
Mynheer,zei hy op verontschuldigenden toon,
„de politie is zoo verschrikkelijk oplettend by
al die winkels hier Wy zyn er nu vlak by
als de jongens niet wakker worden, zullen we
hen heel goed kunnen zien.
Dr. Barnardo zag echter nog steeds niets dan
een hoogen, kalen muur en geen enkelen jongen.
Hier is lectuur, welke voedsel voor hoofd eü
hart geeft. Niemend zal zich beklagen, die dit
boek met belangstelling leest.
Kudde en Herder. Van Kerkelijk Koot-
wijks. Verleden en Heden door ds. de Wit
uitgave van G. J. Ruus te Utrecht.
Dit werk is thans compleet. Het is versche
nen in acht afleveringen en bevat negen illu
straties. Met de By lagen telt het driehonderd
en-zeventien bladzijden. Papier en druk zyn
voortreffelijk. De inhoud lokt tot lezen uit,
want het kleine Kootwijk heeft een zeer be-
langlyke bladzijde geleverd aan onze vader-
landsche kerkgeschiedenis. Voor zoover wy
liet konden nagaan, maakte het op ons den
indruk van onpartijdig te zyn. De gebeurte
nissen worden verhaald zooals zy zich voorge
daan hebben. En de schryver heeft er verstand
van om het op een aangename wyze te doen.
Met groot genoegen hebben wy het gelezen en
ons versterkt in de overtuiging, hoe noodzakelijk
de stryd is tegen het Genootschap, dat zich
Hervormde Kerk noemt. Wie onbevangen deze
historie leest, zal moeten erkennen, dat de be
sturen van de Hervormde Kerk er een treurige
rol hebben gespeeld. Maar ook nog iets an
ders zal hy er uit leeren n.l. hoe ook in dat
afgelegen en schier vergeten oord de waarheid,
die naar de Godzaligheid is, onder 's Heeren
zegen een kracht ten goede gebleken is, wat
tot erkentelijkheid stemt.
Ook nu dringen we er op aan, dat onze jon-
gelingsvereenigingen aan dit werk een plaats
geven in de bibliotheek, opdat velen het lezen
kunnen.
Het kleine Kootwijk mag niet weer in de
vergetelheid komen. Bouma.
Filippns Scheur-Kalender.
Filippus Scheur-Kalender heeft geen aanbe
veling noodig. Hy is een oude bekende, welke
in geheel ons land, in de Graafschap Bentheim
en zelfs in Amerika een geopende deur vindt.
Elk jaar is hy ons welkom. Het schild is
ditmaal al zeer schoon. Het geeft in juiste
teekening het tafereel van de verloren en ge
vonden penning. De vrouw met haar bezem
en de penning op haar hand spreekt in hou
ding en gebaar, en haar gelaat verraadt de
blijdschap van haar hart. Ook de anderen,
die komen en in haar blijdschap deelen zyn
juist getroffen. Het is een sieraad voor elke
woonkamer.
Als premie wordt gegeven „een heldere dege
lijke uitlegging" van het boek Esther, door ds.
Roorda van Breda een boek van blijvende
waarde. Bouma.
ONDERTROUWD
CORNELIS J. WIELENGA
Geref. Pred. te Ruhrort
en
JACOBA J. HONDIUS.
Middelburg, 26 Juli 1911.
Heden werden wy, ofschoon dankbaar voor
de voorspoedige verlossing, diep teleurgesteld
door de geboorte van een doodgeboren kind.
Ds. C. J. DE KRUIJTER.
E. B. DE KRUIJTER-Bolman.
Oostkapelle, 25 Juli 1911.
Eenige kennisgeving.
„Waar zyn de jongens dan toch Jim vroeg
hy ongeduldig. „Daar boven mynheer," zei
Jim, wyzend naar het ijzeren dak van de schuur,
waartoe de muur behoorde. Hy zette Polly
op een kruiwagen en zei dat ze stil moest
blyven zitten, waarna hy vlug als een kat
langs de afgebrokkelde steenen van de muur
naar boven klom. Toen stak hij zyn vriend een
stok toe, waarop deze met eenige moeite zyn
voorbeeld volgde en ook op het dak terecht
kwam. En daar lagen nu, in 't geheel niet
beschut tegen de koude, boven op het dak,
met de hoofden tegen het hoogere gedeelte en
de voeten ergens in de goot, in allerlei ver
schillende houdingen, elf jongens te slapen.
Dek hadden zy niet anders dan de lompen,
waarin zy overdag waren „gekleed". Groote
en kleine jongens waren het.
Toen de maan haar heldere stralen wierp op
de magere gezichten der slapers, kwam er een
gevoel van groote smarte en vertwijfeling in
het hart van dr. Barnardo. Hy vroeg zich af
hoe zulke vreeselyke dingen konden gebeuren
in de groote stad Londen, waar toch zooveel
gedaan werd om het lot der armen te ver
zachten en beter te maken! Wist men dan
deze dingen niet
Het scheen zoo onrechtvaardig, zoo raadsel
achtig, dat hy en anderen alles hadden wat
noodig was, en dezen en nog velen, velen meer
of niets of bijna niets
(Wordt vervolgd.)