Verantwoording van Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. op de gebruikelijke wyze de vergadering door te laten zingen Ps. 105 :*5, te lezen Openb. 2 17 en daarna haar voor te gaan in een ernstig smeekgebed, waarin de algemeene en bijzondere, de kerkelijke en persoonlijke nooden den Heere werden voorgelegd. Op zijn verzoek zagen daarna de D.D. v. d. Ende eri Scheele de lastbrieven na, die rap-, porteeren konden dat alle kerken wettig ver tegenwoordigd waren, en één kerk, met name Middelburg A een instructie had. Als praeses nam daarna, volgens classicale regeling daartoe aangewezen, ds F. W. J. Wolff de verdere leiding der vergadering op zich, hij koos ds. A. Scheele tot zijn assessor, terwijl als scribae fungeeren zouden de D.D. Veen en Ferwerda. Aanstonds nam nu 't préparatoir examen van den heer A. M. Boeijenga een aanvang. Na 't houden van een predicatie over Joh. 7 3739 en na examinatie in de Exegese van 't O. T. door ds. Wielenga, en die van 't N. T. door ds. van Loon, en in de Dogmatiek door ds. Koopmans, besloot de vergadering met alle stemmen bovengenoemde broeder 't te vergunnen te staan naar den Dienst des Woords en der Sacramenten in de Geref. Kerken in Nederland. Van deze beslissing werd hem nadat hij de door de classis vastgestelde vraag naar de be weegredenen waarom hy stond naar 't ambt van Bedienaar des Woords ten genoege der vergadering had beantwoord, bij monde van den praeses mededeeling gedaanhem werd 's Heeren zegen voor weg en leven toege- wenscht, terwijl daarna de vergadering hem met Ps. 134 3 dien zegen toezong en bij monde van ds. Veen hem dien zegen toebad. De notulen der vorige vergadering werden nu gelezen, en, onder dank aan den scriba, goedgekeurd. Bij de rondvraag naar Art. 41 D. K. O. kwamen verschillende zaken ter sprake. Ga- pinge's zwakke kerk kreeg twee vacaturedien sten per maand. St. Laurens deed de mede deeling dat daar ter plaatse een Christelijke School geopend was, iets, waarover de classis hare blijdschap uitsprak. Een andere kerk meldde, dat de censuurzaak, waarover in de voorgaande classis-vergadering gehandeld was, in orde was gekomen, en dat deswege de cen suur was opgeheven. Wat meer tijd van bespreking kostte, was de behandeling van 't rapport omtrent de ineen smelting van A, B en C in Middelburg. Was op de voorgaande classisvergadering dat rapport reeds uitgebracht, op die vergadering was tevens besloten dat rapport te overwegen en op de verschillende kerkeraden te bespreken. Bij de meeste kerken was dit echter nagelaten, wat evenwel niet verhinderde, dat over dat rapport menig woordje gewisseld werd. Op de morgenvergadering kon dit punt dan ook niet afgehandeld worden. De praeses liet om 1 uur de hamer vallen, en schorste de vergadering tot half drie. Ds. Koopmans ging voor in dankzegging. Nadat om half drie gezongen was Ps. 118 11 en gebeden was door ds. Wielenga, werden de besprekingen over de ineensmelting voortge zet. Mededeeling werd gedaan zoowel van Middelburg A als C dat de respectieve kerke raden 't nuttig en wenschelijk oordeelden de zaak der ineensmelting op haar beloop te laten en vooralsnog geen nieuwe pogingen tot ver- eeniging aan te wenden. De vergadering was algemeen van gevoelen dat deze zondige toe stand toch niet mocht blyven voortduren, en sprak dan ook de wensch uit, dat deze zaak van vereeniging in Middelburg's kerk een zaak van veel gebeds zou zyn. Ds. Bouma achtte 't echter niet voldoende 't by zulk een wensch te laten, maar waar hy oordeelt dat een classis ook ten opzichte van 't kerkelijke leven in eigen ressort een roeping te vervullen heeft, diende hij 't volgende voor stel in „De classis wijze een commissie aan van drie personen, aan wie opgedragen wordt een rap port saam te stellen over de motieven, welke een gedeelde kerk op één plaats leiden moeten tot ineensmelting. Na eenige discussie werd dit voorstel aange nomen, terwijl bij schriftelijke stemming tot leden dier commissie werden aangewezen de D.D. Ferwerda, Kerkhof en Scheele. Verschillende rapporten werden uitgebracht. a. Het rapport van de afgevaardigden naar de Prov. Synode. Een schriftelijk rapport van de handelingen der Synode werd niet ingediend, in de gedachte dat zulk een schriftelijk rap port, nu de Acta der Synode reeds verschenen zijn, overbodig was. De classis sprak uit dat toch een, zij 't kort, verslag, gewenscht bleef. Ds. Bouma stelde zich echter beschikbaar om mondeling zoo mogelijk de gevraagde inlich tingen te geven. Van dat vriendelijk aanbod werd een ruim gebruik gemaakt. Middelburg A bracht bij deze gelegenheid haar instructie handelend over de kas E. B. P. ter sprake, en werd geheel en al bevredigd. Over Art. 9 Acta Synode werd door ds. Boeijenga gespro ken, hij kon zich met de redactie van dat Art. niet goed vereenigen. De afgevaardigde en de classis waren 't daarin met hem eens. Ook over Art. 28 dier Acta dat de grensrege ling VeereGapinge behandelt, gaf de afge vaardigde ter Synode inlichtingen. Na de gehouden discussie over dit rapport en in verband daarmede over de gepubliceerde Acta der Prov. Synode stelde ds. Kerkhof voor dat er van deze classis een verzoek zou worden gedaan aan de Prov. Synode om voortaan geen Acta der Prov. Synode te publiceeren, tenzij geteekend door het geheele Moderamen. Met alle stemmen werd daartoe besloten. Br. 't Hart vroeg en kreeg inlichtingen over de regeling der quota voor de kas van Emeriti. Ds. van Loon vroeg naar den stand der Zen- dingskas, maar kreeg geen opheldering, waar om besloten werd Middelburg A te verzoeken jaarlijks een gedrukt verslag alle kerken toe te zenden, dat een overzicht geeft van de fi- nantieele zaken der Zending van Zeelands kerken betreffende, terwijl de praeses zelve de rij der vragers besloot, toén hij inlichtingen vroeg over de kas tot ondersteuning van Dia- coniën met 't oog op een ellendige in eigen gemeente. Hem werd mededeeling gedaan van een beslissing op de Prov. Synode gevallen, maar in de Acta niet vermeld, dat in gevallen waarin 't twijfelachtig is of men uit die kas als Diaconiesteun kan ontvangen, beroep op de classis waar onder men als kerk ressorteert, mogelijk is, opdat men bij gebleken gegrond heid van zulk een aanvrage, met advies der classis zich dan zou kunnen wenden tot deze Provinciale kas. b. Rapport grensregeling Serooskerke- Vrou wepolder. De conclusie van dit rapport, dat reeds vroe ger in de kerkelijke bladen gepubliceerd is, wer.den door de classis aangenomen. Seroos kerke teekende protest tegen dit besluit aan. c. Zendingsrapport. Ds. Kerkhof rapporteert dat 28 Juni een Zendingsconferentie te Kapelle-Biezelinge is gehouden, maar dat hij slechts matig bezocht was, en voorts dat hij van drie kerken in de classis nog geen Pinkstercollecte ontvangen had. d. Nog een ander rapport werd in comité behandeld. Na de behandeling der rapporten bleef er nog wat klein-goed over, dat snel onder de hamer van den voorzitter doorging. Besloten werd voortaan te vergaderen in de Gasthuiskerk, een pauze te houden van slechts een half uur, om daarin de gelegenheid te vinden de broodjes te gebruiken, en 't sigaren- rooken op kosten der classis af te schaffen. Middelburg B trok zijn voorstel in op voor waarde dat 't op een volgende vergadering 't eerst behandeld worde. Oostkapelle werd aangewezen als roepende kerkeen volgende classisvergadering zullen we de inhoud der brochure te hooren krijgen, handelend over de reformatie der kerken. Ds. v. d. Hoorn kreeg machtiging tot Nov. a.s. de beurten in Aardenburg-Breskens te regelen, eindelijk werden nog de korte notulen gelezen, waarmede 't einde der vergadering bereikt was. Yeel was er besproken en besloten ds. Scheele riep er Gods onmisbaren zegen over in. In naam der Classis, K. Veen, le Scriba. KORTE NOTULEN van de Vergadering der Classe Goes, gehouden 13 Juli 1911. Art. 1. Ds. Akkerhuis, praeses der vorige vergadering, opent op de gebruikelijke wijze hy laat zingen Ps. 97 1, leest Psalm 115 en gaat voor in het gebed. Art. 2. De lastbrieven worden nagezien en in orde bevondendaarna wordt de vergade- geconstitueerd. Ds. Akkerhuis heet de broe deren welkom, inzonderheid ds. Lanning, voor 't eerst ter vergadering aanwezig en feliciteert ds. Koelewijn met het beroep van Ridderkerk, de hoop uitsprekende, dat de Heere bij de te nemen beslissing met zijn Geest hem voor lichte, kon het zijn dat hij besluiten mocht in deze Classe te blijven. Art. 3. Naar toerbeurt is ds. Bramer prae ses, ds. Akkerhuis scriba, ds. Van der Veen assessor. Art. 4. De praeses beveelt zich aan in de welwillendheid der broederen, en verzoekt den scriba der vorige vergadering, ds. Van der Veen, de notulen te lezen, die onveranderd goedgekeurd en vastgesteld worden. Art. 5. Deputaten ter Part. Synode hebben geen schriftelijk rapport en vragen, nu de Sy node besloot hare Handelingen te laten druk ken, of dit voortaan ook kan uitblijven. De Classe oordeelt bevestigend, maar besluit in de October-vergadering de Handelingen te be spreken. Art. 6. Een brief van br. A. Punt. waarin hij zijne bevoegdheid als Oefenaar omschrijft, wordt voorgelezen. De Classe, het schrijven gehoord, oordeelt dat er nu geen bezwaar is dat br. Punt in de Kerken dezer Classe op treedt, zoo een Kerkeraad hem hiertoe uit- noodigt. Art. 7. De Deputaat voor art. 13 stelt de volgende percentage voor Goes 23, Nieuwdorp 18, Heinkenszand 11, Ierseke 10, Baarland 10, Kapelle-Biezelinge 4, Driewegen 4, 's Graven polder 3, Wolfertsdijk 3, Wemeldinge 3, Bor- sele 3. Aangenomen. Art. 8. Uit een schrijven van Wemeldinge blijkt, dat deze kerk van de combinatie met 's Gravenpolder heeft afgezien. Art. 9. Borsele doet mededeeling dat in zake de combinatie met Driewegen geen na dere stappen gedaan zijn. De Classe bepaalt dat, gelijk regel was, alle kerken twee maal zullen collecteeren voor de Hulpbehoevende kerken. Ingeval de opbrengst ontoereikend is, wordt geoordeeld dat de verdere voorziening zal worden overgelaten aan de prudentie van den betrokken deputaat. Art. 10. Een schrijven van A. K. te K. wordt voor kennisgeving aangenomen. Mede wordt voorgelezen een brief van L. E. te B. Art. 11. De vacaturebeurten worden aldus geregeld BorseleD.D. Akkerhuis en Bramer Driewegen: D.D. Postema en Van der Veen 's Gravenpolder D.D. Doekes en de Jager; Wemeldinge: D.D. Lanning en Postema; Art. 12. Ter Part. Synode bleek dat twee kerken dezer Classe niet gecollecteerd hebben voor de kas voor Idioten enz. Deze kerken, hierop gewezen, beloven beterschap. Art. 13. Benoemingen. Gecontinueerd worden Als Correspondent der Classe ds. v. d. Veen Quaestor ds. Koelewijn Dep. voor de Theol. Schoolds. Doekes Dep. Theol. Fac. der V. U ds. Postema Als Dep. voor de Zendingds. Doekes Als Deputaten voor de Kerkvisitatieds. Doekes en Van der VeenSecundusds. Postema Als Deputaten ad examinads. Koelewijn en Postema Als Deputaat voor de regeling der vacature beurten: ds. Van der Veen; Als kerken voor approbatie der attesten van komende en vertrekkende DienarenGoes en Nieuwdorp. Art. 14. Over de vraag van Heinkenszand „Is het niet gewenscht dat er meer overeen stemming komt in het vieren der 2de feest dagen? En zoo ja, op welke wijze kan dit het best geschieden?" wordt wel gesproken, maar de vergadering komt niet tot een een stemmig antwoord. Art. 15. De Kerkeraad van Baarland zegt de Classe dank voor den ondervonden steun tijdens de vacature, en met name aan den consulent. De conculent van Driewegen deelt mee, dat deze kerk voornemens is aan de kerken der Classe ondersteuning te vragen voor pastorie- bouw. De consulent van Baarland rapporteert over zijne vertegenwoording der Classe bij de in trede van ds. Lanning. Art. 16. Ierseke vraagt en ontvangt advies inzake tucht over doopleden bij gedwongen huwelijken. Art. 17. Wordt ter vergadering toegelaten br. L. E. protesteerende tegen handelingen zijns kerkeraads. De Classe, zijne bezwaren gehoord, wijst de broeders ds. Doekes, ds. Van der Veen en Ouderl. Oranje aan om plaatse lijk te onderzoeken en zoo mogelijk bij te leggen. Art. 18. Besloten wordt over te gaan tot herziening van „de Regeling voor de Classicale Vergaderingen," en van het Visitatie-reglement. Deze zaak wordt in handen gesteld van de D.D. Akkerhuis, Doekes, Koelewijn en Van der Veen. Art. 10. De rondvraag naar art. 41 levert geene bizonderheden op. Art. 20. De Assessor leest de korte Notulen, die goedgekeurd worden. Art. 21. De Praeses sluit de vergadering met dankzegging. Namens de Classe R. J. van der Veen, Assessor. Goes, 13 Juli 1911. Zending Middelburg B. Het comité bericht met dank de ontvangst der volgende busjes Van familie B. inhoud fO,64Vs Van familie KI. inhoud f l,04Vs Van familie de KI. inhoud f 1,18% Van familie Hk. inhoud f 2,02 Van familie Ht. inhoud f 1,33; Van familie d. H. inhoud f 1,94% Van familie M. f 4,45% Van Mej. v. O. inhoud 3,71 Namens het Comité P. B. Tazelaar. Zending. Ontvangen Pinkstercollecten Van Arnemuiden f 5,70 Domburg f 12,67 Gapinge f 3,50 Grypskerke Koudekerke f 31,85%; St.Laurens f9,;Meliskerke f30,94%; Middelburg A f 60,Middelburg B f 38,16Vs Middelburg C Oostkapelle f 18,Se rooskerke f36,98; O. en W. Souburg f33,23% Veere f 17,75 VlissingenVrouwepolder f 7,01Westkapelle f 2,08. Derde kwartaal Zendingsbij dragen Arnemuiden f 12,50Domburg f 4,50Gapinge f 5,Grypskerke f 37,50Koudekerke f 50,— St. Laurens f 6,Meliskerke f 30,Middel burg A f50,-; B f25,-; C f 100,Oost kapelle f 18,75 Serooskerke f 36,25O. en W. Souburg f50,— Veere f 10,Vlissingen f 62,50;Vrouwepölder f 12,50; Westkapelle f 11, G. F. Kerkhof. Deputaat t.d. Zending. Vlissingen Ontvangen de opbrengst der bus jes voor het Orgelfonds in Maart j.l. zynde f 19,46Vs. In de collecte voor de Kerk op 16 Juli j.l. een bankbiljet ad f 10, Namens den Kerkeraad, P. G. Laernoes, Scriba. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Het gevaar der Geref. Jongelingsvereeniging. Wie eenigszins op de hoogte is met het doel, dat de Jong.-Vereeniging op Geref. grondslag nastreeft, n.l. het doen kennen en belijden der Geref. beginselen op elk terrein van het leven en wie' kennis neemt van de pogingen, die to% bereiking van dat ideaal, door die Vereeniging worden aangewend, zal ons onmiddellijk moe ten toestemmen, dat die arbeid nog te weinig de sympathie heeft van ons Gereformeerde volk. Wel is er in dezen in de laatste jaren eenige vooruitgang te bespeuren, maar toch kan niet ontkend, dat onze openbare vergaderingen nog te weinig de aandacht trekken van het Gere formeerde publiek, zoodat we in onze versla gen nog te dikwijls klagen moetenDe op komst van belangstellenden was slechts matig. Dit is evenwel voor een groot deel de schuld der jongelingen zelf. Want, wat Dr. H. Ba- vinck schreef in het feestnummer van het Gereformeerd Jongelingsbladby gelegenheid van het tienjarig bestaan van den Ned. Bond van J. V. op G. G., geldt nog in dezen tijd „Wat ons geslacht ook zij, ootmoedig is het niet. En waarin onze eeuw ook groot zij, groot in ootmoed is zy niet. Meer dan eenige andere is zy van eigen voortreffelijkheid overtuigd. Uit de hoogte ziet zy op hare voorgangsters neer. Ook de Gereformeerde Jongelingschap is niet van overmoedigheid vry te pleiten. Staring heeft eens zoo schoon gezegd „De meester in zyn wysheid gist, De leerling in zyn waan beslist." Een waar woord, dat wy, als jongelingen, wel eens goed in de ooren mogen knoopen. Er zijn. helaasook in onze kringen zoovele jongelingen, die, al spreken zy dat niet open- lyk uit, het met hunne daden luide verkon digen„Ik overtref al myn leeraars in beleid". Zij beslissen over vraagpunten, waarover de groote geesten onzes volks nog dagelyks strijd voeren, zy komen met onderwerpen voor den dag, die, wel beschouwd, beter thuis behooren op een predikanten-conferentie of op de kies- vereeniging dan op een samenkomst van on ervaren jongelingen. Niet, dat ik wil beweren, dat we ook de eenigszins moeilyke puntjes niet eens onder de oogen mogen zien en daarover niet eens met elkander mogen praten. Maar ach, bleef het maar bij het onder de oogen zien! Hoe vaak komt het echter niet tot een beslissen En dat is ten zeerste te betreuren. Kennis vergaderen, om daarmede winste te doen voor de toekomst, is uitnemend, maar dat die ken nis opgeblazen maakt, zooals het spreekwoord zegt, wordt vaak vergeten. Hoe noodig is het daarom, steeds te betrach ten schuchterheid, in het heilige. Dat is noodig voor ieder mensch, maar inzonderheid voor den jongeling. Iemand heeft, daarmede in verband, eens een treffend beeld gebruikt. „Een perzik zoo zeide hy, „is een van de edelste, maar tegelyk een van de teerste vruch- vruchten. Wanneer nu een vakman, een tuinier, zulk een perzik aanvat, zal hy dat met groote voorzichtigheid doen, uit vrees, haar anders te beschadigen. Doch een leek grypt die perzik aan, alsof het een aardappel was, maar vernielt en vernietigt daardoor de ge heele vrucht". Zoo gaat het ook vaak met ons, wanneer wij verder willen springen, dan onze stok lang is. Daarom lette men vooral in onzen tyd op den eisch van den Apostel Petrus„Zijt met oot moedigheid bekleed". „Ootmoed", zeide Van Oosterzee, „is een kleed, dat ons altijd pasthet is een huis kleed, een reiskleed, een feestkleed, een rouw kleed, een gewaad, dat ons altyd siert, bij dag en by nacht, in voor- en tegenspoed, als kind en als grijsaard, als jongeling en als man." Het ware daarom te wenschen, dat wy allen mochten leeren verstaan de waarheid, die er ligt opgesloten in de woorden van Beets „De wereld schreeuwtwees toch geen kind Maar God heeft my 't gebod te lezen Een kind te worden. En 'k bevind, Dat ik 't moet zijn, om 't niet te wezen." Dan' zullen wy waarljjk vormend werkzaam zyn. Schenke de Heere ons daartoe getrouw heid Hy vermenigvuldige wysheid, bedacht zaamheid, ootmoed. Hij geve geestdrift, werklust, maar daarby bescheidenheid. Tot heil van Neêrlands Gereformeerde Jon gelingschap. Tot eer en glorie van Zyn driemaal heilige Naam. S. Melse' CORRESPONDENTIE. Een artikel van ds. L. en van ds. H. en 'een ingezonden stuk van M. moeten wegens plaatsgebrek tot de volgende week wachten. Red.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 3