Wat wij van de heidenen knnnen leeren. Kerk en Schoolnieuws. ©fïiclëele Berichten. aan hun dagelyksche taak te wyden. Yoor enkele jaren is het echter gebeurd, dat onder scheidene lieden geciteerd werden om voor den kantonrechter te verschynen, doch hy legde hen geen straf op. Dit nu was in 'toog van hen, die een procesverbaal opgemaakt hadden niet in orde en zoo kwam de zaak voor de Middel- burgsche rechtbank, die hen als overtreders van de wet veroordeelde, nadat zy o. a. een onderzoek ingesteld had, of de Geref. Kerken den Hemelvaartsdag als een christelyken feest dag erkenden. Deze beweging was voor ons iets nieuws en deed vragen, of de overheid op Zuid-Beveland de wet op Zon- en feestdagen zou handhaven. Eerlyk gezegd, het wilde er by ons niet in, doch het was mogelyk en dan was het een lofwaardig streven. Doch wie het gehoopt moge hebben, is nu wel teleurgesteld uitgekomen, want er was pas een vliegweek in de hoofdstad van het eiland. De commissie, die deze vliegery op touw gezet had, bestemde daarvoor behalve andere dagen ook den Zondag. Waren er nu ook mannen, die zich daartegen krachtig verzet hebben? Zyn hier ook processen opgemaakt Er is geen sprake van geweest. Als een werkman op Hemelvaartsdag in alle stilheid zyn akker be arbeidt, omdat hy anders weinig tyd heeft, dan is dat een overtreding, waarvoor men van de eene rechtbank naar de andere gaat, maar als de rust van den Sabbath verstoord wordt en misbruikt tot publieke [vermaken, dan is dat iets, 't welk men stil laat begaan en dat velen luide toejuichen. Niet in orde. En daarom zouden wy wel eens willen weten, wat indertyd de beweegre denen zijn geweest, die tot zulk een proeve van nauwgezetheid hebben geleid. Bouma. UIT HET L£T£N. In Warnecks mooie boek over „Die Lebens- krafte des Evangeliums" komt ook voor een mooie passage over het gebedsleven van pas- bekeerde christenen uit de heidenen, waaruit ik het een en ander mee wil deelen. Nadat de heiden in een persoonlyke betrek king tot God, den waren, levenden God, getreden is, gevoelt hy behoefte, Hem alles te zeggen, wat hem bezighoudt. Heidenen weten niet, wat bidden iszy kennen niet het gebed tot God, voortkomende uit het dringen van den nood of uit de dankbare vreugde des harten. Maar de heiden-christenen bidden, zonder dat zy geleerd worden op de eenvoudigste manier spreken zy met God en stellen zy Hem hun groote en kleine aangelegenheden voor. Hun gebeden zyn gesprekken met God, vaak aan grijpend kinderlyk. De christenen in Batak beschamen ons menig maal door hun geloovig gebed, vooral zij, die met bewustheid uit het heidendom tot het Christendom zyn overgegaan. In Huta Djulu, een bergfiliaal van Sumatra, verhaalden de chris tenen tal van voorbeelden, hoe God zich tot hun gebed gewend had, en hoe daardoor vele hei denen tot overgang gekomen waren. Een heiden, wiens zoon doodkrank lag, beloofde christen te zullen worden, wanneer God het gebed der christenen voor zyn zoon verhoorde. Een chris telijk hoofdman (uit de heidenen) bad daarop „Heere, Gy hebt ons verbond gehoord, beschaam ons niet, ontferm u onzer en maak deze kranke weder gezond, opdat deze mjjne makkers zien, dat Gy God zyt en gebeden verhoort, opdat zy U ook leeren kennen en liefhebben en niet meer tot de doode goden hun toevlucht nemen." De knaap werd gezond en kwam over tot het Christendom. Ook de jonge Niassische christenen houden bijzonder van het gebed. Telkens vragen zy, dat men met en voor de kranken zal bidden, en dikwyls verhalen zy van oogenblikkelyke verhooringen hunner kinderlijke gebeden. Sun- dermann vertelt van een gebed, hetwelk een heiden kort voor zyn doop uitsprak. Deze Siwahumola was een van de beruchtste roovers en koppensnellers geweest. Zyn aangrijpend gebed luidde„O groote God, die ons genadig zyt! die onze Vader zyt! Wy komen tot U in het gebedwy danken U, dat Gy zoo goed jegens ons zyt, en dat Gy ons geholpen hebt, ons, de booze en slechte Niassers, die voor U niets zyn, en die verduisterde harten hebben. Wy danken U, dat Gy de zendelingen tot ons gezonden hebt, om ons in de goede leer te on derrichten. Nu zullen wy gedoopt en werke lijke christenen worden. Help ons, vergeef ons alle onze zonden, leer ons Uwe geboden onder houden. Wanneer de duivel komt om ons te verzoeken, help ons dan hem te overwinnen, en neem ons allen als uwe huisgenooten in uwen schoonen hemel." Het is zoo verblijdend, dat de jonge christenen zich zoo snel gewennen aan het gebed tot den levenden God. In kinderlijk geloof wenden zy zich in alle mogelijke dingen tot Hem, en dan wyzen zy er op, dat zij nu geen anderen God meer hebben, en Hij alzoo helpen moet, en dan gelooven zy vast aan de verhooring. Op een innig gebedsleven wijst ook het vol gende. Een heidensch hoofdman was zeer krank, en had ook gehoor en spraak verloren. Een jeugdig christen, Solago, gaat tot hem, „opdat de lieden van Ojo mogen zien, dat onze God almachtig is." Hy bidt by den kranke „Groote, almachtige God, gy weet, waarom wij hier zyn maak den man gezond en toon den lieden Uwe kracht en macht, zoo zullen zy U ook volgen." Terstond kon de kranke hooren en spreken. En toen de zendeling Krumm medicijnen toe diende, genas hy geheel en wierp hy met zestig zijner bekenden de afgoden weg. Ama Gahonoa, de eersteling van de Westkust, werd van stonde aan een ijverig bidder. Zijn bidden was een spreken met den hemelschen Vader. Eens, bij een zeer ziek kind geroepen, bad hy om genezing, maar vergeefs. Nogmaals bad hy, maar weder vruchteloos. Dit stemde hem, zelfs in nachtelijke uren, tot ernstig na denken. Daar droomde hij, dat de ouders van het kind nog voorvaderlijke afgodsbeeldjes ver borgen hielden, en dat daardoor zijn gebeden verhinderd werden. Nauwelijks begon de dag te lichten, of hy liep tot de ouders en hij sprak ze gestrenge!ijk toe: „Waar zyn de afgoden, die gij verborgen hebt? Voor den dag ermee! Zy maken myn gebed vruchteloos." Verschrikt gaven de lieden de afgoden over en nadat ze weggedaan waren, bad hy weder, en in korten tyd was het kind gezond. Toen later, nadat de opbloeiende christen gemeente den heidenen zelf het levende bewijs der goddelijke waarheid geworden was, de in het oogvallende teekenen verminderden, kon Ama Gahonoa dit zeer goed verklaren. Van een anderen stam, de Kols, is bekend, dat zy, als heidenen, zeer bevangen waren met de vrees voor booze geesten, maar, christenen geworden zynde, grepen zy nu het gebed in den naam van Jezus, den Overwinnaar van zonde en Satan, als een wapen tegen deze vrees. Dat de Heere Jezus gebeden verhoort, dat alle booze geesten op het gebed in Jezus' naam vluchten moeten, staat bij de christelijke Kols ontwijfel baar vasten verhalen, hoe het gebed in krank heid, by slangenbeet, enz geholpen heeft, wan neer alle medicijnen en toovery gefaald hadden, kan men in ieder christelijk dorp hooren ver- tellen. Him godsdienstig leven is gekenmerkt door blij moedigen,kinderlijken eenvoud,en daarin wordt weder het bewijs geleverd, dat het kin- derlykst gemoed het dichtst by het Evangelie staat. Van de Alifoeren zegt Riedel, de gezegende Apostel der Minahassa, dat hij zich vaak ver wonderd heeft over de kracht huns gebeds. Menig Europeesch jongeling zou beschaamd staan, wanneer hy de gave des gebeds zag, die by deze pasbekeerde jongelingen uit de heidenen gevonden wordt. Een Europeaan, die Ternate bezocht, had een diepen indruk van het bidden der jonge christenen. Van de Goudkust bericht zendeling Bellon: „Wie aan de bidstonden in onze kapel deel neemt, dien gaat het hart open, wanneer hy hoort, hoe kinderlyk de christenen bidden. Daar is niets gekunstelds, sentimenteels. Zij gelooven werkelyk aan de macht des gebeds." Deze voorbeelden, door Warneck ons mee gedeeld, zouden gemakkelyk met vele kunnen worden vermeerderd. De zendingsberichten leveren stof in overvloed. Maar merkwaardig is inderdaad dit kinderlyk-eenvoudige, en on- bepaald-vertrouwende gebedsleven van pasbe keerde heidenen. Hadden wy christenen, die het reeds zyn van ouder op ouder, er ook maar wat meer van. Opmerkelyk is het,wat Warneck ons eveneens verhaalt, n. 1. dat by het tweede geslacht, dit kinderlyk-eenvoudige, dat naief-vertrouwende, dat grootgeloovige reeds veel verminderd is. Het is in het algemeen slechts weinigen gegeven bij het verstand van den man te bewaren het hart van het kind. Bij den wasdom der kennis verdwynt gemeenlyk de eerste frischheid van het eenvoudig, kinderlyk geloof, van het biddend vertrouwen. Daarom kan het ook voor ons zoo heilzaam zyn, zoo nu en dan eens te luisteren naar deze stemmen uit de heidenwereld, opdat we niet alleen roemen, over hetgeen wy gewonnen heb ben en vooruit zijn gegaan in kennis en onder vinding, maar ook klagen over hetgeen wy ver loren, n. 1-. het eenvoudige, het kinderlyke, het vast-vertrouwende, waardoor bergen worden verzet. Het ontbreekt ons niet aan de kennisse Godsvan alle kanten wordt de kennis ons aangebrachtkansel, boeken, bladen, het dient ons alles tot onderhouding en vermeerdering der kennis van de waarheid Gods. En we achten dit voorrecht niet klein. Onkunde is geen kenmerk van ware godzaligheid» Die uit vroomheid de wetenschap verachten, handelen niet naar het harte Gods. God is een God der wetenschappen, en ook zijn kinderen, als ze zyn navolgers zyn, hebben de wetenschap lief. Maar wel ontbreekt het ons veelzins aan den eenvoud des geloofs, aan den kinderlyk- vertrouwelyken omgang met den Vader, die in de hemelen is, aan het biddende leven, aan het frissche, blijmoedige wandelen met God. Daarin zijn de jongbekeerde heidenen ons ten voorbeeld. Zij hebben nog het natuurlyke van het kind, het frisschen van de lente. Mogen wy van hen leeren, hoewel wij mannen zyn geworden in het verstand, weer met het hart van een kind voor God te leven en op Hem ons gansche ver trouwen te stellen. Dan zullen we ook winnen aan kracht. Want de eenvoudigsten zyn in het koninkryk der hemelen de sterksten zij krijgen het meest van God gedaan. We moeten minder redeneeren, maar meer bidden. Laman. BEROEPEN te Idskenshuizen ds. W. L. Korfker te Jutryp- Hommerts te Stedum ds. R. Middelveld te Nieuw-Buinen te St. Pancrasds. E. v. d. Laan te Wyckel te Lekkerkerkds. N. Diemer te Dronryp. BEDANKT voor Bozum: ds. R. MiddelveldteNieuw-Buinen. Eenheid van opleiding De Part. Synode der Geref. Kerken van Utrecht heeft inzake de op leiding tot den dienst des Woords het volgen de voorstel aangenomenDe Part. Synode van Utrecht besluit by de Generale Synode er op aan te dringen, een weg te zoeken die leiden kan tot samenwerking, voor zooveel mogelyk van de beide inrichtingen tot opleiding van Dienaren des Woords, met behoud van beider zelfstandigheid. Na breedvoerige discussie besloot de Prov. Synode van Groningen, dat het voor den vrede en het welzyn der Kerken gewenscht is in de eerste jaren in de bestaande wyze van oplei ding tot den Dienst des Woords geen veran dering te brengen besluit de Generale Synode te Zwolle te verzoeken, alle voorstellen inzake eenheid van opleiding ter zyde te leggen. De Prov. Synode was voorts van oordeel, dat als de bestaande wyze van opleiding van predi kanten onveranderd blyft, de leerkrachten aan de eigen inrichting der kerken beslist verster king behoeven, en verzoekt de Generale Sy node desbetreffende besluiten te nemen. De Provinciale Synode te Groningen be sloot den heer M. Schouten te Groningen toe stemming te verleenen om te staan naar het pre dikambt in de Geref. Kerken, naar art. 8 kerkenorde. Met meerderheid van stemmen werd aange nomen het voorstel van de classis Warfum De Generale Synode dringe er by de lïooge Regeering op aan, om bij eventueele Grond wetsherziening Art. 171 der Grondwet, welker toepassing een niet te rechtvaardigen ongelyk- heid in het leven heeft geroepen, alzoo te wij zigen dat het onrecht aan de Geref. Kerken aangedaan, worde opgeheven. Na een langdurig debat werd verworpen een voorstel van de classis Groningen, inzake het ontwerp-Heemskerk, (Armenwet). Met meerder heid van stemmen werd aangenomen een voor stel van dr. De Moor te Den Haag, eenigszins gewyzigd. Tot curator der Theol. school werd herbe noemd, ds. Bos, te Delfzyl. De Partic. Synode van O very ssel der Geref. Kerken besloot er by de Generale Synode op aan te dringen om het voorstel Zaandant Watergraafsmeer niet in behandeling te nemen. Verder sprak zy als haar oordeel uit, dat bet gewenscht is, dat de zaak der z. g. n. eenheid van opleiding voorjaren blyft rusten, dat de onder wijskrachten aan de Th. School uitgebreid wor den, en aan haar ook het recht van promotie wordt verleend. Eveneens zal het voorstel door haar ter Synode gebracht worden om den stu denten in de Theologie wederom toe te staan nu en dan te mogen prediken. De Particuliere Synode van Gelderland, Overwegende de in den laatsten tijd gedane voorstellen om te komen tot samenvoeging van de Theol. School en de Theol. Fac. der V. U., overwegende, dat 't nog niet gebleken is, dat in de kerken genoegzame overeenstemming betreffende deze zaak gevonden wordtals ook dat niet genoeg rekening is gehouden met de bezwaren van hen, die het beginsel voorstaan, dat de kerken zullen hebben een eigen volledige inrichting voor de Opleiding tot den dienst des Woords, noch met de bezwaren van hen, die het aloude Gereformeerde beginsel van Univer sitaire studie wenschen gehandhaafd te zien, besluit, schoon betreurende de tweeheid in de opleiding, aan de Gen. Syn. te adviseeren alle voorstellen in deze materie ter zyde te leggen. De Part. Synode van de Gereformeerde Kerken van Friesland (N. G.) met belangstelling kennis genomen hebbende van de vernieuwde pogingen, om te komen tot meerdere eenheid in de opleiding tot den Dienst des Woords, overwegende dat te dezer zake een verre van lieflyke eenstemmigheid in de Kerken wordt gevonden, en de gepubliceerde voorstellen tot samenvoeging van de Theologische Faculteit der Vrye Universiteit al evenmin voldoening geven aan hen, die het beginsel voorstaan, dat de Kerken zullen hebben een eigen volle dige inrichting tot den Dienst des Woords, als aan hen die het aloude beginsel van vrye studie wenschen gehandhaafd te zien, en van oordeel dat, zoolang men van beide zijden aan deze beginselen blyft vasthouden, iedere poging om te komen tot een goede een heid in de opleiding, reeds te voren met on vruchtbaarheid is geslagen, besluit aan de Generale Synode van Zwolle voor te stellen a. dat zij de regeling van de opleiding voors hands late in statu quo; b. dat zy zich echter uitspreke over de be- teekenis van het dusgenaamde beding van 1892, opdat dit in onze Kerken niet tot een dogma worde c dat zij, indien mogelyk, maatregelen treffe, waardoor een prineipiëele oplossing van het geschil tegen de volgende Gen. Synode kan worden voorbereid." Oostburg 19 Juni 1911. Zondag 18 Juni was voor onze gemeente eene blyde ure. Na slechts 7 maanden vacant geweest te zyn, werd 's morgens in het ambt bevestigd haar beroepen Herder en Leeraar ds. W. van 't Sant door ds. P. H. de Jonge van Sleeuwyk, naar aanleiding van Efeze 4 11 en 12, waarna de handopleg ging geschiedde door den bevestiger en ds. Andreê van Schoonhoven, terwijl de gemeente Psalm 134 3 zong. Des nam. verbond onze Leeraar zich aan de gemeente met de woorden uit 1 Corinthe 1 23 en 24. Na de verschillende toespraken nam ds. Andreê het woord en sprak naar aan leiding van de woorden van den Koning der KerkenWant ik ben met ulieden tot de voleinding der wereld. Namens Kerkeraad en gemeente richtte ouder ling J. Boidin het woord tot onzen Leeraar, waarna de gemeente dezen staande toezong Psalm 121 4. De bede van kerkeraad en gemeente zy dat de Heere haren Leeraar tot een ryken zegen stelle voor de Kerk en voor hare omgeving in dit diepgezonken land van Cadzand, Zijn Naam tot eere Namens den Kerkeraad, I. Catsman, Scriba. Classis Zierikzee. De eerstvolgende Classicale Vergadering zal D. V. worden gehouden op Woensdag 2 Au gustus a.s.gewone tyd en plaats. Punten voor het agendum worden ingewacht vóór Woensdag 12 Juli by den laatst onder- geteekende. Namens de roepenke Kerk van Zonnemaire, P. Meerse, Voorz. S. de Roo, Scriba. Ds. B. MEiJEr, Consulent. Zonnemaire, 20 Juni 1911. Poortvliet 21 Juni 1911. Tot blydschap van kerkeraad en gemeente heeft de heer B. de Graaf, van Bennekom, het beroep naar deze gemeente aangenomen. Mocht 's Heeren zegen op dit besluit rusten is onze wensch en bede. Namens den Kerkeraad, A. Reeders. Grijpskerke. Gecommitteerden tot de Zending geven by dezen kennis, dat D. V. a. s. Zondag avond om zes uur in de Kerk alhier, weer eene vergadering met de leden der Gemeente in het. belang der Zending zal worden gehouden, waarop belangryke onderwerpen zullen worden besproken. Zoowel zusters als broeders worden dringend uitgenoodigd. Namens Gecommitt. voornoemd, A. P. Rotte, Secretaris. KORT VERSLAG der Particuliere Synode van Zeeland, gehouden te Goes 14 Juni 1911. 1. De voorzitter der roepende kerk ds. v. d. Veen opent de vergadering op de gebruike lijke wyze. 2. Alle classen zyn wettig vertegenwoordigd, behalve Tholen, van welke behalve de Diena ren des Woords slechts één primus ouderling aanwezig is. 3. In het moderamen worden gekozen tot praeses ds. v. d. Veen; tot scriba ds. Bruins, ds. v. d. Veen verzoekt ds. Bouma als assessor en ds. v. d. Kooy als adjunct-scriba zitting te nemen. 4. De notulen worden gelezen en goedge keurd. 5. Rapporten. a. van den curator der Theol. School b. van de deputaten voor art. 19 K. O. ds. v. d. Kooy, de rapporteur, deelt medelo. dat het advies van deputaten is A. v. O. te Ter- neuzen als alumnus aan te nemen. De Synode besluit daartoe2o. dat nog een drietal aan vragen om ondersteuning uit genoemde kas zyn ingekomen. Besloten wordt de aanzoeken uit Axel en St. Laurens in handen van deputaten te stel len en dat van den tegenwoordigen alumnus niet in te willigen. Ds. Merkelijn, die ter vergadering is gekomen, wordt door den praeses hartelyk welkom ge- seten. c. ds. v. d. Kooy rapporteert als quaestor, aangaande de *kas voor Art. 19 K. O. Ontvangsten (waaronder batig saldo vorig jaar) f 2430.71 Uitgaven. - 453.39V2 Saldo - 1977.3D/2 De brs. ds. Lammertsma en Bastmeijer wor den verzocht de boeken na te zien. In verband met het aannemen van den nieu wen alumnus stelt ds. v. d. Kooy voor om de collecten voor de Kas van art. 19, sinds 1906 niet meer gehouden, weer in te voeren. Besloten wordt dit te doen, beginnende met 1912. Ds. v. d. Kooy rapporteert ook als provin ciale quaestor. Ontvangsten (waaronder batig saldo

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1911 | | pagina 2